Spring Blues Festival
Ecaussinnes - 15 mei 2010

Je kan maar vullen wat leeg is, is het spreekwoord. En dit geschiede uiteraard voor de 23e keer op rij in de festivaltent op het Plaine de Jeux in Marche-Lez-Ecaussinnes. De weergoden waren Spring Blues nu niet zo echt slecht gezind. Zette Armand Pien zijn wereldbekende straalstroom na vijf barslechte edities eens in de goede richting? We beloofden organisator Pierre Degeneffe plechtig, om volgend jaar een noveenkaars te doen ontbranden in de kapel van de Oudeberg, op de top van de wielerbefaamde muur, in Geraardsbergen. Gelukkig dreef de wind de aswolk van de Ijslandse Eyjafjallajökullvulkaan niet in onze richting, zodat alle artiesten tijdig in Ecaussinnes raakten. Dus niet getreurd, de affiche beloofde opnieuw veel goeds en de bands vervulden hun taak met verve.

Een kleine nieuwigheid, die de sfeer alleen maar ten goede kwam, is dat de rijen stoeltjes tot de helft was herleid. Iedere band moest zowaar bisnummers te berde brengen voor een goed volgelopen festivaltent. Ja, zelfs Chicago Red, die hier de aftrap mocht geven, kon er zich niet aan onttrekken... Laat opwarmen nu net een koud kunstje zijn voor Red. Hij werd geboren in Chicago maar woont tegenwoordig in Los Angeles. Al snel was hij onderlegd op de piano maar op zijn twaalfde sprak een gitaar meer tot zijn verbeelding. Samen met het talent van eigen bodem, Chico & The Mojo, bracht hij overheerlijke klaaglijke bluessongs, die hij met de juiste passie aan het binnenstrompelende publiek voorstelde. Chico en kompanen namen de eerste songs voor hun rekening, waar verrassend, organisator Pierre Degeneffe - in een donker hoekje en met zonnebril - de mondharmonicameester was. Natuurlijk vloeiden tijdens deze set ook heel wat songs uit Reds laatste album ‘In This Life’. Met een geheel eigen sound waren Bettie Smiths ‘Nobody’s Now You When You’re Down And Out’ en vooral het laconieke sing-along-moment ‘The Monkey You Got’ van Jazz Gillium, leuke fragmenten om de middag mee te beginnen.

Wie na Mike Morgan & The Crawl feat. Lee Mc Bee de wei in komt, moet verdorie uit het goede hout zijn gesneden. Wel, zowel Thorbjorn Risager als The Nighthawks ontgoochelden geenszins. Thorbjorn Risager uit Kopenhagen, Denemarken behoort reeds geruime tijd tot de allerbesten van de Europese bluesscene. Meer dan terecht prijkt hij dus torenhoog op de affiche. Samen met Svein Erik Martinsen op gitaar, Kasper Wagner met zijn sax, Peter Kehl op trompet, Soren Bojgaard met de baslijnen, Martin Seidelin achter de drums en Emil Balsgaard op toetsen is Risager gezegend met een uniek stemgeluid. Ook zijn Amerikaanse tongval - zoals meerdere Scandinavische vocalisten - is ongehoord. Originaliteit troef, net zoals zijn laatste album, ‘Track Record’. Zijn ruwe en krachtige stem maakt de band tot een goed geoliede machine. Songs als ‘Hold On’, waar Martinsen helemaal loos ging met een geweldige gitaarsolo, het akoestisch begeleide ‘Let’s Go Down’ of het swingende pianobegeleide ‘Second Time’ waren alvast hoogtepunten in een verassend swingende set. Ieder bandlid kreeg in hoge mate de gelegenheid om een track aan te kondigen. Drummer Seidelin trachtte zo in het Frans, ‘Baby Please Don’t Go’ aan ons te koppelen. Met een uitgesponnen en luidkeels meegezongen ‘Shake Your Money Maker’ kwam een einde aan een heel hoogwaardig concert.

De eerste kleurling op de affiche, Ray ‘The Master Showman’ Schinnery, registreerde reeds op 15-jarige leeftijd zijn eerste schijfje op RCA onder de schuilnaam Ray Smith. Ray speelt gitaar sinds de late jaren ‘40 en ontwikkelde zo al vrij vroeg een unieke stijl. Schinnery wisselt hier vaak van stelling tussen swingende blues ‘Don’t Tell Me About No Friendship’ over heerlijk bluesballades als ‘Stop And Talk About My Baby’ of zelfs het met funk overgoten ’Ain’t No Sunshine’ van Bill Withers. Met een ongelooflijk stemtimbre verweeft hij bijwijlen jazzy tonen tussen een heel gevarieerde set.

Eric Noden & Joe Filisko waren hier een Belgische première en exclusief voor Spring Blues. Eric komt uit de Windy City, Chicago en is vooral diep geworteld in de bluesmuziek van de pioniers uit de jaren '20 en '30. Noden & Filisko hielden in navolging van het 'Chicago Blues in Schools' project ook hier een heuse workshop op zaterdagmorgen. De enige vereiste was tijdig inschrijven en het meebrengen van een eigen instrument. Multigetalenteerd vocalist Noden, die hier grandioos fingerpickinggitaar demonstreert, laat zich maar al te graag begeleiden door mondharmonicavirtuoos Joe Filisko. Hun vakmanschap is uiterst complementair; niet te verwonderen dat beide heren sinds 2004 hun ervaringen delen. Samen oogsten ze hier alle lof bij de vele fans en worden zo een allereerste hoogtepunt op het festival. Uit hun samen geregistreerde album ‘I.C. Special’ spruiten dan ook heel wat nummers. Het cajun-achtige ‘Me & Sonny’, maar vooral ‘Leadfoot Stomp’ en ‘Too Much Wiskey’ zijn beheerst door de traditionele oude bluesstijl die het duo zo meester is. Tijdens een technisch defect speelde Joe een aardig stukje soloharp, wat al snel heel wat interactie met zijn aanwezige fans uitlokte. Net als het op kazoo begeleide ‘Crazy Clown Blues’, dat ze voor de gelegenheid even leenden van The Memphis Jug Band. Er werd aandachtig geluisterd en vooral veel geapplaudisseerd. Als bisnummer kregen wij een uiterst behoorlijke versie van ’Apple Tree Swing’ van John Lee 'Sonny Boy' Williamson I. Knappe set!

Na het akoestische jammen vonden ook wij het tijd om wat swing in de tent te blazen. Tien jaar hebben wij gewacht op de nieuwe schijf van Johnnie Bassett. En eindelijk kregen wij ‘The Gentleman Is Back’ voorgeschoteld. Jaren geleden werkte Bassett als sessiemuzikant voor Fortune Records. Hij deelde ooit het podium met John Lee Hooker en zelfs met Jimi Hendrix. Geen klein bier dus! De 75-jarige zanger/gitarist is nog steeds springlevend. Hij combineert hier vlotjes jumpblues met de ware Deltastijl, en het klinkt zowaar origineel. Samen met Keith Kaminski op sax, Chris Codish achter het hammondorgel en de gekke drummer Skeeto Valdez beroert Bassett beter dan ooit de snaren van zijn wondermooie Conradgitaar. Vooral het onvergelijkbare ‘Still Can Boogie’ had heel wat wisselwerking met de bluesliefhebber. Onverwacht werd de traditional ’Georgia On My Mind’, met een brok soulvol sentiment, het hoogtepunt in een veel te korte set.

'The master of the texas blues guitar' Mike Morgan is eindelijk weer herenigd met spitsbroeder Lee Mc Bee. In 1997 speelden ze samen het dak van de festivaltent reeds aan flarden en jawel… ook nu lukte het zonder veel moeite. Het intensieve gitaarspel van Morgan is zo complementair met het uiterst zwarte stemgeluid dito harmonicawerk van Mc Bee, dat het een ware lust voor oog en oor was. Persoonlijk zag ik Mike Morgan vorig jaar nog in Pearl At Commerce in zijn thuisstad Dallas, maar met Lee wordt de interactie toch heel wat indrukwekkender. Morgan opende schitterend met een countrygetinte instrumentale song, vooraleer een paar kilo’s bijgekomen McBee zich bij het trio voegde. ’Let Me Live Again’ en ’This Is It’ zullen voor eeuwig in ons geheugen zijn geprent.  Mike, die hier de ene Texasshuffle na de andere uit zijn gitaar puurt, brengt een feestende meute zowaar in extase. Bedenk daar het intensieve en energieke harpwerk bij van meester Lee Mc Bee en het wordt waarempel een perfect huwelijk. "Hopelijk duurt het geen tien jaar voor wij elkaar terug zien", wijze woorden zowaar van Lee McBee.

Een terechte afsluiter van alweer een bijzonder geslaagd festival zijn The Nighthawks. De partyband werd opgericht in 1972 door Mark Wenner en gitarist Jimmy Thackery, die de band na 15-jaar trouwe dienst in ‘87 verliet om een succesvolle solocarrière uit te bouwen. Vanuit hun thuisbasis Washington, DC creëerden ze diep gewortelde Chicagoblues, gekoppeld aan een uniek muzikaal repertoire. Welklinkend met de zuivere ziel van blues, rootsrock en zelfs rockabilly bewerken ze hier grote klassiekers uit zowel origineel werk als schitterende covers. ‘Thirty Days’ was zo mogelijk nog swingender dan de oorspronkelijke Chuck Berry-versie. ’Chuck Baby’ had een heel ingetogen stemming en met ‘Pretty Girl, Cadillac and Some Money’ en ‘Baby, Let’s Play House’ werd de set na 90 min. afgesloten. Van start tot finish klinkt de band nog even hip als in hun beginperiode. Er lijkt nauwelijks sleet op harpvirtuoos Mark Wenner te komen. Paul Bell op gitaar die ook bijwijlen zijn National Steel resonatorgitaar tevoorschijn tovert, steekt boordevol energie die zo overspringt naar het publiek. Mark Stutro op de trommels houd alles bijzonder strak en Johnny Castle neemt een loopje met de baslijnen. Na meer dan twintig albums, stof genoeg voor een avondje swingende elektrische blues.

Het Spring Blues Festival van Ecaussinnes is en blijft nog steeds het enige echte bluesfestival in België. De ene band overtreft hier opnieuw de andere, wat een schitterend beeld schetst van de kwaliteit die hier alweer op het podium stond.

Philip Verhaege

reageer op dit artikel

 

    
      foto's: © Franky Bruneel
       
van boven naar onder:
       
- Chicago Red
      - Pierre Degeneffe
      - Thorbjorn Risager
      - Ray Schinnery
      - Joe Filisko & Eric Noden
      - Johnny Basset
      - Mike Morgan & Lee McBee
      - Mark Wenner (Nighthawks)

       ___________________________

      
koppelingen:
         -
site Spring Blues Festival
       - site Chico & The Mojo
       - site Chicago Red
       - site Ray Schinnery
       - site Joe Filisko
       - site Eric Noden
       - MySpace Noden & Filisko
       - MySpace Johnny Bassett
       - site Mike Morgan
       - MySpace Lee McBee
       - site Thorbjorn Risager
       - site The Nighthawks












      




 

 

 


 


 





















 



































































 


This site tracked by OneStat.com. Get your own free site counter.