Festivalsite Deusterstraat, Peer -
16, 17 en 18 juli
De 26ste editie van het BRBF, het Belgium Rhythm &
Blues Festival, kortweg Blues Peer, zit er weer op. 'Spijtig' voor
sommigen, 'eindelijk' voor anderen. Toen wij de affiche van Blues Peer
2010 onder ogen kregen, hebben wij toch even de wenkbrauwen gefronst en
met de ogen geknipperd. Tot onze niet echt geringe teleurstelling
moesten wij vaststellen dat het aanbod 'blues' met het jaar meer en meer
aan belang verliest op 'Blues' Peer, en dat rock en… zelfs pop een
steeds grotere plaats krijgen. En is die verschuiving misschien ook
merkbaar bij het publiek? Zou kunnen, maar dat is zo op het eerste
gezicht moeilijk in te schatten...
vrijdag
De
Antwerpse Hombres Amplificados mochten het
Belgium Rhythm 'n' Blues Festival openen. Het was nog vroeg op de avond
zodat ze met hun mix van blues en rock de reeds aanwezigen niet echt
verrasten. Wie ons dan wel verraste? Wel dat waren duidelijk Guido
Belcanto & Willy Willy. Op het eerste zicht misschien 'een paar apart',
de Vlaamse charmezanger samen met de Vlaamse Keith Richards. Maar
eenmaal op het podium bleek dat beide heren uit hetzelfde moeras kwamen
gekropen. Hun set blonk uit door schitterende covers van o.a. 'Hi Heel
Sneakers', Harpo's 'Rainin'In My Heart' en Wolfs '300 Pounds Of Joy',
aangevuld met songs uit Guido's repertoire zoals 'IJskastblues' en
'Plastic Rozen Verwelken Niet'. Afsluiten deden de heren met een aan
Herman Brood opgedragen 'Kom Van Dat Dak Af'! Een fenomenaal optreden en
zo dacht ook het publiek erover! Backstage vertrouwde Guido ons nog toe
dat dit optreden voor hem een hoogtepunt in zijn carrière betekende. Hij
wal namelijk de eerste artiest die Blues Peer liet kennismaken met
Vlaamse blues.
En
het niveau bleef hoog tijdens de set van de Zweedse Domestic Bumblebees.
Dit trio, voortgestuwd door het energieke gitaarwerk en dito zang van
Daniel Kordelius raasde als een sneltrein door 'American rootsgenres'
als rhythm and blues, rockabilly en rock-'n-roll. Wanneer tijdens
instrumentale nummers bassist Tobias Einestad de bas ruilde voor de
gitaar ontstond een schitterend duel tussen hem en Daniel. Duidelijk
beloftevolle Zweden, die Bumblebees!
Gene Taylor & CC Jerome's
Jetsetters zagen wij reeds diverse malen apart aan het werk, maar nog
niet samen. Alhoewel beide heren schitterend werk leverden, konden wij
ons toch niet van de mening ontdoen dat het New Orleans-pianospel van
Gene een domper zette op Jerome's gitaarsolo's. Het normale
rockabillyrepertoire van CC Jerome werd voor de gelegenheid aangevuld
met songs als 'Mohair Sam', 'Sugar Bee' en 'You Can't Judge A Book By
The Cover'.
zaterdag
Klokslag
middag zette het nog ietwat onbekende trio landgenoten van Ganashake als
eersten hun tanden in de zaterdagse bluestaart. Het dient gezegd dat dit
trio duidelijk op weg is om zich te manifesteren in ons blueswereldje.
Hun muziek situeert zich in het genre bluesrock, gemixt met wat funk.
Niet alleen beschikt Jess Jacob over een meer dan verdienstelijke stem,
maar perst hij ook nog verbazingwekkende rifjes uit zijn zes snaren.
Nog iemand die hier te
lande nog niet de verdiende bekendheid geniet, is de Canadese gitarist
Philip Sayce. En nochtans kan hij reeds heel wat prestaties op zijn
palmares zetten. Zo werkte hij o.a. met Jeff Healey en Melissa Etheridge.
Samen met Joel Gottschalk op bass en Chris Jago op drums onderwierp hij
de massa aan stevige bluesrock, doorspekt met vlammende gitaarsolo's.
Een vergelijking met Rory Gallagher en Jimi Hendrix lag voor de hand.
Emmers zweet moet die man verloren zijn geraakt tijdens deze set, maar
dat hij een voldaan publiek achterliet, was een feit.
Wat deed het toch deugd
om een klepper als Magic Slim nog eens live te mogen meemaken. Alhoewel
de man de zeventig reeds ruim is gepasseerd, weet hij samen met zijn
Teardrops de bluesklepel nog steeds hangen. Bedhalve het feit dat Slims
benen blijkbaar moeite hebben om zijn immens lichaam te torsen (hij
werkte zijn optreden zittend af), heeft de tand des tijds gelukkig zijn
stem en gitaarspel nog lang niet aangetast. Zijn stem klinkt nog steeds
even krachtig en zijn gitaarspel herken je nog steeds uit de duizenden.
Nadat de Teardrops openden met 'Walkin The Dog', bracht een roadie Slim
onder luid gejuich naar zijn krukje. En van dan af barste de hel, of
liever de hemel los. Slim gaf een bloemlezing uit zijn oeuvre, waar de
menigte vooral 'I'm Going To Mississippi' luidkeels meezong. Het was
vanzelfsprekend dat Slim er zonder bisnummer niet vanaf kwam. Zonder
meer een hoogtepunt van deze Blues Peer!
Nog
zo een hoogtepunt was het optreden van Dr. John, momenteel met The Lower
911. Sinds mensenheugenis zijn de New Orleans-pianoklanken en de voodoo
onafscheidelijk voor onze doctor. Ook hier hielden de diverse
doodshoofden op piano en hammond Mac Rebennack in de gaten, klaar om hem
bij iedere fout genadeloos af te straffen. Maar dit afstraffen bleek
overbodig. Immers met de enorme ervaring en kunde die The Nighttripper
in al die jaren opbouwde, bewoog hij zich als een rioolrat door songs
als 'Walk On Guilded Splinters','Little Red Rooster' en 'Right Place,
Wrong Time'. Het blijft een open vraag of John met deze laatste song
iets te kennen wou geven, maar wij hadden hem toch ook graag wat hoger
op de affiche gezien.
Het
laatste stuk van de zaterdagse bluestaart kwam van de Engelse Hoax. Na
een 10-tal jaren van het toneel te zijn verdwenen staat de band er
opnieuw. In de jaren 90 claimden deze jongens reeds het etiket van beste
Britse bluesband en dat is nu niet anders. Netjes in het pak gestoken,
gaven Hugh Coltman en de zijnen het publiek een lesje in hoe Britse
blues moet worden gespeeld, namelijk snel, energiek, met flinke uithalen
op de sologitaar en het regelmatig intrappen van de nodige
effectpedalen. Het publiek brulde hun versie van de Beatlessong 'Come
Together' luidkeels mee. Klasse, die Hoax!
zondag
Even kijken wat Blues Peer op zondag (18 juli) aan 'blues' te bieden
had. En dat viel, al bij al, een beetje tegen. Ben Prestage, Eli
Paperboy Reed en Canned Heat hadden hun aanwijzing best wel verdiend.
Imelda May en 'zydeco gangsta' Dwayne Dopsie waren twijfelgevallen,
terwijl Booker T. en 'pain in the ass' Van Morrison eigenlijk een beetje
(helemaal?) misstonden op 'Blues' Peer. Maar whatever.
Soulboy Eli Paperboy Reed
zagen, en hoorden we vooral, nog aan het werk op Moulin Blues, Ospel. En
waren we toen al behoorlijk onder de indruk van 's mans prestatie, dan
waren we dat op Peer nog een graadje meer. Eli heeft klasse. We horen
Wilson Pickett, James Brown en Sam Cook verenigd in een ronduit
fantastische stem. Reed is niet alleen een buitengewoon getalenteerd
zanger, maar ook een indrukwekkend showman. Bovendien heeft hij een heel
sterke band achter en naast zich. Eli is vooral sterk, vinden wij, in
(soul)ballades. Soms een beetje schreeuwerig, maar dat nemen wij er
graag bij. Super soulshow!
Qua energie en
gedrevenheid mocht de set van eenmansband Ben Prestage, met obligate
train-engineer-pet, er ook best zijn. Ben acteert furieus, stampend en
stompend en dat enthousiasme slaat ondanks het (te) vroege uur, middag
notabene, al heel snel over op het publiek. De simpele ziel, zo lijkt
het toch, speelt, en zingt Mississippi-countryblues, Florida-swampblues,
country, een tikkeltje cowboy en gospel. Bovendien praat hij even snel
als hij speelt en dat is voor wie zijn teksten wil begrijpen niet écht
ideaal. Hilarisch moment, de voorstelling van zijn 'band', met Ben,
uiteraard op alle instrumenten.
En ook nogal
bluesgerelateerd, ja toch?, de afsluiters van het festival: Canned Heat.
'Fito' de la Parra en co geven in het begin van hun set een rommelige,
niet erg vaste en coherente indruk, maar dat betert naarmate hun show
vordert. 'On The Road Again', 'Goin' Up The County', 'Red Hot Mama', en
nog een rits herkenbare en herkende hits en hitjes krijgen het applaus
en de bijval waarop de band waarschijnlijk wel had gerekend.
Ook dit jaar op Moulin
Blues gezien en ook weer redelijk indrukwekkend: Iers brutaaltje Imelda
May. Imelda, een frisse verschijning, strak in het tijgerjurkje, begint
héél sterk aan haar set, maar dat hoge tempo kan ze niet zo heel lang
volhouden en dat is natuurlijk een beetje spijtig. Imelda doet rock,
rhythm and blues, rockabilly, wat surf en een beetje gospel. De stomende
show is bijna perfect en werkt, wat hadden jullie gedacht?, erg
aanstekelijk en dat uit zich dan weer in copieuze bijval.
Uit New Orleans,
Louisiana, waren Dwayne Dopsie & The Hellraisers overgevlogen. Dwayne is de zoon van
zydeco legende Rockin' Dopsie en dus… zydeco time uiteraard. Dopsie is
een virtuoos op de 'trekzak', ziet eruit als een 'gangsta' en doet samen
met Alex McDonald wild spectaculaire dingen.
En dan waren er ook nog
Booker T. (Jones) en Van Morrison. Booker T. speelt een soort 'best of',
tja, wat zou hij anders doen? Hij put vooral uit zijn sixties hitjes en
'Melting Pot' uit 1971. Hij doet ook wat nieuw, minder herkenbaar en
voor de niet-fan dus minder interessant werk. En Van 'The Man' Morrison…
is… breeduit zijn irritante zelve.
Zo,
dat was het dan weer voor Blues Peer 2010. We zegden al in de inleiding,
dat in Peer elk jaar minder blues te beleven valt en dat vinden wij,
persoonlijk, toch een spijtige evolutie.