|
||
|
Sporthal De Fakkel, Ridderkerk (NL) - 3 april 2010
De
kunst van een goed bluesfestival is programmeren. Wie zet je wel of niet
op de planken? Kun je de beoogde muzikanten boeken? En is het publiek
geďnteresseerd in het aanbod? Voor de zevende versie van het Bluezy
Festival in Ridderkerk op is organisator Nico Bravenboer hierin
geslaagd. Hij weet als bluesliefhebber zeer aantrekkelijke namen binnen
te halen, zoals Charlie Musselwhite, Boo Boo Davis en Barrelhouse.
Ongeveer 350
bezoekers hebben hiervan kunnen genieten. Voor het bedrag van slechts
twintig euro kregen zij ruim negen uur livemuziek. Jongerencentrum De
Gooth was in voorgaande jaren de locatie van het festival. Dit pand
wordt gesloopt en daarom moest de organiserende stichting 'Blues &
Rootsmuziek Ridderkerk' uitwijken naar De Fakkel. Aan de kopse kanten
van de zaal stonden de podia. Zeer slim bedacht, want als er een groep
klaar was, kon aan de overzijde de volgende beginnen. Het publiek hoefde
zich hiervoor alleen maar om te draaien. Bovendien week men nauwelijks
af van het tijdsschema. Het tempo zat er goed in. Complimenten ook, voor
alle vrijwilligers. Het festival verliep vlekkeloos. Of je een kaartje
wilde kopen, je jas bewaakt wilde ophangen of vragen had, de medewerkers
stonden je zeer vriendelijk te woord en hielpen waar ze konden. Maar dat
was het niet alleen. Het draaide natuurlijk om de muziek…
De
Charlie Musselwhite Band was het absolute hoogtepunt. Charlie
Musselwhite is een bluesman pur sang, niet alleen omdat hij uit
Mississippi komt. Met zijn fameuze harmonicaspel timmert de Amerikaan
immers al jaren aan de weg. In 1967 kwam hij met zijn eerste plaat
'Stand Back! Here Comes Charlie Musselwhite's South Side Band'. Zijn
laatste album 'Rough Dried - Live at the Triple Door' kwam in 2008 uit.
Ervaring genoeg, al geeft dat vooraf geen garantie voor een goed
optreden. In Ridderkerk ging hij niet op de automatische piloot,
integendeel. Zeer ontspannen en geďnspireerd startte hij met zijn band
de set. Gastheer Bert Reinders kreeg niet eens de kans de blueslegende
aan te kondigen. Zijn woorden had Charlie Musselwhite niet nodig, wel
zijn eigen muziek. De rust die hij uitstraalde was gelijk aan de
uitvoering van zijn vele bluessongs. Gitarist Matt Stubbs, bassist Mike
Phillips en drummer June Core waren zonder twijfel in topvorm. 'The
Bluesband Is In Town'. Het publiek genoot hier volop van. Charlie
Musselwhite beantwoordde dit regelmatig met een tevreden glimlach en een
perfect spel. Die man kan nog jaren mee.
Van
een bijna soortgelijk kaliber was Boo Boo Davis. Zijn 'underground'
geluid van de laatste cd's werd direct herkenbaar na het horen van de
eerste noten. De Nederlanders Jan Mittendorp en John Gerritse
begeleidden hem respectievelijk op gitaar en drums. Opmerkelijk was dat
de gitarist ook de baspartijen deed op zijn instrument. Boo Boo Davis
was niet bepaald vies van wat show. Zo zat hij op een zilverkleurig
stoeltje en voor hem stond een tafeltje in dezelfde kleur waarop
mondharmonica's lagen in alle toonsoorten. Gekleed in zwart leer en met
een zwarte vilten hoed trok hij de aandacht. En hij bedankte de lieve
Heer door naar boven te wijzen en te zeggen: "Thank You There."
Eén van
Nederlands oudste bluesbands is Barrelhouse. Grijzer, maar nog steeds
alive and kickin'. Zangeres Tineke Schoemaker - dé blueslady van de lage
landen - was en is met haar krachtige stem de spil van deze groep. Veel
nummers van de laatste cd ' Vintage Blues' zong zij als pareltjes
geregen aan een ketting. 'I Love The Life I Live' van Muddy Waters, John
Lee Hookers 'It Serves Me Right To Suffer' of Willie Dixons 'Spoonfull';
ze kwamen allemaal voorbij. Als een geoliede machine zette Barrelhouse
een show neer die er mocht zijn. Gitaar-, orgel- en pianosolo's
wisselden elkaar af, terwijl de ritmesectie prima werk verrichtte door
geconcentreerd te spelen. Klassiekers van de band, zoals 'Tore Down' en
'Better Beware', konden niet uitblijven, want daarmee had de band in de
jaren '70 naam gemaakt…
Verrassend
was de bijdrage van de Little Louis Band. Lowietje en zijn kornuiten
hadden zich goed verdiept in de bluesmuziek. Het repertoire bestond
grotendeels uit werk van mensen als Son House en Blind Willie Johnson,
maar dan wel met een eigen sausje er overheen. Zij deden dit smaakvol in
een hoog tempo. Louis van Empel had vier gitaren op een rij. Voor bijna
ieder nummer gebruikte hij een andere. De naamgever van de band maakte
indruk door alleen een nummer te spelen, waarbij hij zichzelf ritmisch
begeleidde door 'footstamping'. Geniaal. Spetteren deed het gezelschap
met de song 'Icewater'. Slidegitaar en harmonica zweepten het publiek
op. Het werd een feest in het festival. De Jeroen Sweers Boogie Woogie
Band bleek de andere surprise van Nederlandse bodem. Met een zwarte
vleugel speelde Jeroen Sweers zijn genre op een vlammende wijze en soms
ook ingetogen. Hij had een prima ritme- en blazerssectie. Saxofonist
Arnoud de Graaf zette met zijn baritonsaxofoon een solonummer neer dat
om te smullen was. De drie zangeressen droegen zwarte jurken en rode
bloemen in het haar. Zij vermaakten het publiek met danspasjes en goed
vocaal werk ŕ la Amy Winehouse of Andrew Sisters. Geweldig deze band!
Het festival werd nog completer dan dat het al was.
Van minder
allooi was Wolf Mail. De verwachtingen waren nochtans hooggespannen,
door de persberichten die de gitarist neerzetten als een nieuw fenomeen.
Hij zou zelfs de 'missing link' zijn tussen Steve Ray Vaughn en Jimi
Hendrix. Wolf Mail bakte er weinig van. Hij speelde tot vervelens aan
toe veel slowblues met weinig sprankelend gitaarspel. Sterker nog. De
man moest zijn instrument diverse malen stemmen. De maatjes van het
vermeende gitaarwonder waren drie jonge Russische muzikanten. Hun spel
was degelijk. Al met al niks bijzonders.
De
Nederlandse groep Jimmy's Gang mocht het festival openen. Geen
gemakkelijke opgave. De southern rocksong 'The Blues Ain’t Nothing'
moest het publiek warm maken voor de blues. Het klonk goed, maar nog
niet overtuigend genoeg. Als laatste act was Memo Gonzalez & The
Bluescasters gecontracteerd. Prima keuze. Voordat Memo Gonzalez het
podium betrad, speelden zijn mannen een braaf nummertje. Je zou anders
verwachten, wanneer je alleen al het forse en stoere uiterlijk zag van
bassist Erkan Özdemir. Zijn kaken bewogen voortdurend op en neer door
het eten van kauwgum. Verder keek hij strak het publiek in. Argeloos
speelde deze man op die manier zijn aandeel, alsof er niks aan de hand
was. Met veel Amerikaanse bombarie riep de drummer dan Memo Gonzalez
naar voren. En daar stond 'iemand'. Hij wordt ook wel omschreven als
'300 pounds with Texas Dynamite'. Gezien zijn omvang zal het gewicht
waarschijnlijk juist zijn. Dynamiet was het. Zeker weten. Stevige
bluesrock met af en toe ouderwetse rock-'n-roll. Een uitstekende
afsluiter. Al met al kon Nico 'Bluezy' Bravenboer met zijn medewerkers en bezoekers na afloop terugkijken op een zeer goed festival met veel variatie. Hij verdient volgend jaar dubbel zoveel bezoekers!
Willem Croese
|
foto's: © Ron Visser __________________
|