Bij
aanvang zag het er niet zo bijster goed uit voor de 6de Blueshappening
in Zelzate. Gutsende regen pletste op het zeil van een nagenoeg lege
tent wanneer Rusty Roots stipt om vijf uur in de namiddag het eerste
nummer inzette. Maar het tij keerde nog voor ze halfweg hun set waren,
het hield op met regenen en dit voor de rest van de namiddag en avond.
En geleidelijk aan kwam er meer beweging onder het tentzeil. Tijdens het
optreden van de Belgian Blues Legends en het daaropvolgende Barrelhouse
piekte het aantal toeschouwers. Voor sfeer en publieksbelangstelling
vormde het middenstuk van de happening het hoogtepunt van de dag. Heel
wat aanwezigen, met een flink deel uit het naburige Nederland, waren
duidelijk voor die twee groepen naar Zelzate gekomen. Hoewel er deze
keer geen inkomgeld werd gevraagd, bleef een grote toeloop uit. Maar dit
jaar voelde het flink wat gezelliger aan in een tent die tot een derde
kleiner was ten opzichte van de vorige keer.
De
openingsgroep kwam op tijd aan, de organisatie uiteraard ook, enkel het
publiek moet in de toekomst zich wat beter inspannen zodat we een goede
opener een hart onder de riem kunnen steken. Wie deze riem
waarschijnlijk niet meer nodig had, was de afsluiter van deze uitgave.
Neal Black werd immers vergezeld door twee Healers,
een ritmeduo met Kim Yarbrough in zeer goede doen als bassist en Vincent
Daune uit Parijs, die ooit Luther Allison van slagwerk voorzag. Neal
houdt de volhouders tot één uur in de morgen in zijn ban met zijn rauwe,
schorre en krachtige stem. En zoals het een echte Texaan hoort, hoewel
hij al meerdere jaren in Frankrijk verblijft, gaf hij er een twee uur
durend stevig bluesrock concert weg, met hier en daar een korte intro
als
adempauze. Zo kwam je bijvoorbeeld te weten dat hij 'Did You Ever?'
schreef toen niets anders om handen had in een cel in San Antonio.
Openen met 'Poorboy' om af te sluiten met 'I Can See Clearly now', Neal
bekijkt het positief, het publiek net zo.
Ook
Barrelhouse, dat net voor Neal Black aan beurt was, kon de goedkeuring
van het publiek wegdragen. Dit was hun eerste optreden sinds begin juli,
waar ze op het Patersdreeffestival net voor de Fabulous Thunderbirds
stonden geprogrammeerd. Tineke Schoemaker zong met veel overgave, de
broers Laporte overtroffen elkaar met
aantrekkelijke gitaarsolo's en de andere groepsleden leverden alle
gepaste ingrediënten voor een fantastisch groepsgeluid. Met een zeer
gevarieerde opbouw van hun set, inbegrepen een Ierse ballade met
fragiele accordeon deuntjes en super zang, hielden ze het van begin tot
einde boeiend. Barrelhouse werd in 1973 opgericht, ze mochten twee keer
Albert Collins begeleiden op Europese bodem en anno 2010 staan ze in de
originele bezetting op het podium en dat met nieuw werk onder de naam
'Vintage Blues'(2010).
Bij
de aankondiging van de Belgian Blues Legends kon de organisatie met
enige trots uitpakken met een primeur. Marino Noppe had niemand minder
dan Jimmy Moliere meegebracht als slaggitarist, maar gezien de talrijke
solo's die Jimmy te beurt vielen, eigenlijk net zo goed als
sologitarist. Nooit eerder stonden samen op een podium en toch liep het
wonderbaarlijk goed. Weinig of toch geen noemenswaardige haperingen,
mede door de manier waarop Marino en Jimmy zich aan elkaar aanpasten.
Marino koos voor een aangepaste setlist, waaronder nummers die hij
bovendien zelf al een tijdje niet meer had gespeeld, en Jimmy nestelde
zich in een bluesgeoriënteerd gitaarspel. Wanneer hij zijn plectrum
tussen de tanden nam, kwam de jazzman boven met
verrassende combinaties in samenspel met de gitaarriffs van Marino. Ze
werden bovendien begeleid door een duo dat er duidelijk ook zin in had,
Didier Feys (drums) en René Stock (contrabas, elektrische bas) zorgden
voor de aanstekelijke groove. Tussen 'Sweet Black Angel' en het
bisnummer 'Every Day I Have The Blues' kwam er heel wat moois voort uit
dit viertal; grappige momenten (wanneer Marino een nieuw nummer inzet en
na het zingen van het eerste woord ('trouble') aangeeft dat het nummer
in 'E' moet gespeeld worden (dus vanaf nu: trouble in E?), ingetogen
momenten (wanneer hij een lied opdraagt aan Johan, een overleden vriend
uit Zelzate) en vooral veel blues, boogie, jazzy tunes en verrassende
solo's. Een cd van de Belgian Blues Legends was er niet op de stand van
Johan Vivey, de 'Seventh Afternoon Sessions' (2004) van Maxwell Street
echter wel. Wie weet komt er ooit een 'B.B.L. cd', maar tot zolang moet
je deze groep dus op een podium aan het werk zien. Dit kan bijvoorbeeld
eind deze maand op het (Ge)Varenwinkelfestival. We zijn benieuwd met
welke verrassing Marino daar op de proppen komt.
Rusty
Roots had als opener een aantal punten tegen. Het regende zure druppels
en er was aanvankelijk bitter weinig volk aanwezig, geen gunstige basis
voor een kick off, en toch leverde dit vijftal een ferm concert af. In
die mate zelfs, dat ze achteraf tot het unaniem besluit kwamen dat ze
beter hadden gespeeld dan de avond ervoor. Over de avond ervoor kan ik
me niet uitlaten, over hun optreden in Zelzate wel en ik kan bevestigen
dat het snor zat. De vaste bassist, Stefan Kelchtermans (Mr Body), kon
er wegens vakantie niet bij zijn, maar Bird Stevens (The Big Four
Quintet) kan uiteraard ook uit de voeten met een contrabas en liet dit
ook merken. Rusty Roots liet veel moois horen uit het repertoire van
ondermeer Jimmy Reed, Lowell Fulson, Junior Wells en B. B. King. Dit
niet voor een volle zaal, maar elke aanwezige ziel schonk hen zijn
onderdeelde aandacht. Veelzijdige muzikanten in volle evolutie, met een
derde cd in de pipeline. Blues in Zelzate? Het kan! Ga het volgend jaar
zelf eens uitproberen!