Rhythm & Blues Festival Antwerpen
Boeienweide, Antwerpen - 24 juli 2011
"Mij
zullen ze niet hebben met hun rotweer!" moet de Kid (Van Thienen),
organisator van het R&B Festival Antwerpen hebben gedacht, want hij had
de Boeienweide op Linkeroever, schitterende locatie van het festival,
gezien de minder zonnige weersvoorspellingen, overspannen met een pracht
van een tent. "En de volgende jaren zal dat altijd zo zijn", voegde een
kwieke Kid er redelijk fier aan toe. Alleen… vinden wij het een beetje
spijtig dat duidelijk niet elke liefhebber weet had van het gegeven dat
het festival 'overdekt' zou zijn. En… wat wilde nu het toeval?
'Kletsnatte' weersvoorspellingen, maar geen drupje regen gezien.
Integendeel, de zon was voor het grootste deel van de namiddag zelfs
vrij nadrukkelijk aanwezig. Wel een beetje een frisse wind, maar… what
the fuck!?
Enfin, tot
daar onze inleiding, en dan nu… muziek! Of… wat daar moet voor doorgaan,
want wat het powertrio The Roadrunners als opener het publiek
aanboden was een schoolvoorbeeld van hoe je Stevie Ray Vaughan best niet
imiteert. Luid spelen, beste Roadrunners, is niet noodzakelijk synoniem
van goed en/of juist spelen. De gitarist-zanger, zijn naam heb ik
nergens kunnen terugvinden, deed zijn stinkende best, met 'achter de
rug-' en 'met de tanden-trucjes', maar… nee, dit is het niet. Nog
niet...
Ook
luid, maar een tikkeltje professioneler, was de set van Philip Sayce.
De Canadees heeft volgens kenners een keiharde maar steengoede cd uit en
wij waren dus redelijk benieuwd. Nu weten wij een goede gitaar te
appreciëren, waarom niet eigenlijk, maar het 'geweld' van Sayce was er
bijwijlen toch een flink stuk over. Oké, oké, Sayce kan gitaarspelen, no
question about it, maar trop is te veel en te veel is trop. Bovendien
horen en verstaan wij graag wat zangers en dat was bij Sayce niet het
geval. En solo's moeten, vinden wij, geen tien minuten (allez, iets
overdreven) duren. Sayce doet ook allerlei vreemde dingen met zijn
gitaar. En de vraag komt dan bij ons op of de makers van gitaren dat ook
wel zo hebben bedoeld. De tragere nummers, à la Roy Buchanan, vonden wij
wél goed, en ook het slotnummer met een variant op het Beatlesnummer 'I
Want You' kon er ook zonder problemen in.
Maar
ondertussen hadden we ook al de tegenwoordig 'alomtegenwoordige'
Rusty Roots achter de kiezen. Klinkt dat nu eigenlijk wel:
tegenwoordig alomtegenwoordig? Enfin, Rusty Roots dus. En of het
gesmaakt heeft! God, wat moeten we nu over de Roots vertellen dat we nog
niet hebben gezegd? Iedereen weet nu zo ongeveer al wel dat de Roots bij
de top horen, van wat ons kikkerlandje aan blues(bands) te bieden heeft.
Heel erg leuk was hun 'encore' 'Long Cool Woman' (van de Hollies).
Misschien eens een ideetje voor een cd'tje met sixtiesnummers. Dat zou
leuk zijn...
Zeker
ook leuk, maar een beetje te lang, de set dan, van Antwerpens mooiste
(!?), de 'King of the European blues (!?), Howlin' Bill. Wim
heeft een krachtige, sonore stem en hij gebruikt die ook optimaal. Zijn
'Mississippi saxophone' vinden wij persoonlijk een beetje minder, maar
dat kon uiteraard de pret bij de fans niet drukken, want die waren in…
euh… groten getale aanwezig. Ook vonden wij zijn repertoire na een uur
een beetje saai worden. Staan wij alleen met deze mening? Okay, no prob.
Wie
James Hunter nog nooit aan het werk had gezien, moet toch wel
serieus onder de indruk zijn gekomen van 's mans kunnen. James begint
vrij rommelig, de mixing zit duidelijk niet perfect, maar gaandeweg
(leuk woord eh, gaandeweg) wordt zijn set beter en krijgen we weer de
échte, steengoede Hunter te horen. James heeft een stem die nogal doet
denken aan Sam Cooke (en dat wil toch wat zeggen) en het zijn vooral
zijn skanummertjes die indruk maken. James brengt een 'best of' en het
is toch wel een beetje een vreemde en toch ook verheugende vaststelling
hoeveel toeschouwers zijn songs eigenlijk woordelijk kunnen meezingen.
We hebben James nu al vaak, ja hoeveel keren eigenlijk, meegemaakt en
het is niet écht kritiek, maar er komt een beetje sleet op zijn set.
Enfin, dit is misschien overbodige detailkritiek, want altijd weer
amuseren wij ons netjes bij, en met, James Hunter.
En
om het feestje op de Boeienweide 'waardig' af te sluiten had de
organisatie, de Kid dus, Elvin Bishop ingehuurd. Inderdaad, de
man van de pophit 'Fooled Around And Fell In Love' die iedereen, ouder
dan… veertig, moet kennen, anders kijk je maar eens op YouTube! Elvin
maakte een tijd(je) deel uit van de legendarische Paul Butterfield Blues
Band en maakte opnames met onder andere Clifton Chenier, John Lee Hooker
en The Allman Brothers, geen kneusje dus. Maar… Elvin is niet meer die
gedreven en onvermoeibare sixties-hero en moet zich, en dat is helemaal
geen schande, laten bijstaan door een jongere, modernere gitarist. Ook
nemen Bobby Cochran (gospel) en Ed Early al eens een zangpartij voor hun
rekening. Het werd een leuke retroshow eigenlijk en inderdaad een
'waardige' afsluiter van een over het algemeen, ja toch?, zeer geslaagd
'Rhythm & Blues Festival Antwerpen'.