Sean Carney feat.
Omar Coleman Banana Peel,
Ruiselede - 12 september 2011
Met
elk concert dat we van Sean Carney zien, dringt de vaststelling zich
steeds nadrukkelijker op: van grote belofte is hij geëvolueerd tot een
vaste waarde. De man is gewoonweg een goeie zaak voor de blues, net
zoals een Mike Zito dat is. Al is hun invalshoek enigszins verschillend,
ze evolueren langs dezelfde krachtlijnen: respect voor de verworven
waarden, gekoppeld aan een goeie kennis ervan, maar met een eigentijdse
invulling. Aan het onmiskenbare talent als songschrijver en gitarist,
maar ook als zanger, voegen zij een ongebreideld enthousiasme toe, dat
afstraalt op de muzikanten in hun buurt en op het publiek. Zo'n mensen
horen thuis in een blues club, in casu de Banana Peel in Ruiselede, wier
dynamiek gestimuleerd wordt door een traditie van zes decennia (van de
sixties tot de, heu, tennies) Zo heeft Carney het trouwens zelf ook
begrepen: hij stak maandag 12 september meer dan eens de loftrompet van
de voormalige schuur, die hij voor het eerst betrad op 25 januari 2010,
nadat hij al eerder in ons land, o.a. op Blues'd Up in Bierbeek, indruk
had gemaakt.
De
vorige maal in de BP had hij niet zoveel nieuws te vertellen (wat
gelukkig niks zegt over de kwaliteit van de toenmalige concerten!), maar
intussen is er een verse cd, zijn vierde, als je de intussen
heropgenomen eerste en de reeks 'Blues For A Cure' jam-cd's (met o.a.
Duke Robillard, Enrico Crivellaro, Jimmy Thackery en Ricky Nye) niet
meerekent, en die is, op basis van een eerste beluistering, een
statement 's mans concerten waardig. Maar er is nog een ingrijpende
verandering: Sean heeft Omar Coleman, zanger en harpist uit Chicago,
aangetrokken, en dat is beslist géén verzwakking. Niet alleen verbreden
daardoor de sound en de flexibiliteit van de band, het neemt ook druk
weg van Carneys schouders. Hij hoeft niet constant meer te zingen en kan
zich meer op zijn gitaarspel concentreren, met resultaat overigens:
Carney speelde keer op keer bijzonder geïnspireerde solo's.
Coleman
is de ideale man voor deze formatie: hij bezit dezelfde passie en
gedrevenheid als Carney, brengt songs aan en bespeelt het publiek, al
moest hij in de BP even tijd nodig om de juiste golflengte te vinden.
Geen wonder: dit was zijn allereerste Belgische concert en het vijfde
dat hij ooit in Europa speelde, meteen het vijfde in de rij van deze
Europese toer. Die voert Sean naar in totaal dertien locaties in
Frankrijk, Italië, Duitsland en zelfs Oostenrijk, Kroatië en Noorwegen.
Hij maakt daarbij gebruik van een Franse ritmesectie. Staande bassist
Abdell 'B.Bop' Bouyousfi was er al bij in Bierbeek, was tevens
gastmuzikant op 'Very Lucky Man' en is dus goed vertrouwd met Seans
werk. Met drummer Pascal Delmas vormt hij een meer dan degelijke tandem,
op niveau van de frontlui, want het hele concert swingde als de
builenpest.
Het
laat zich raden dat de set een mix was van oud en veel nieuw: op één
nummer na speelde de band de hele cd. Die bestaat overigens voor het
overgrote deel uit andermans werk, op drie nummers van Coleman na, o.a.
de titelsong. De groep heeft zich andermans songs echter zodanig eigen
gemaakt, dat ze aanvoelen als originals. Wat ze ook onder handen nemen,
de Sean Carney Band maakt er wat moois van. Zo hoorden we een
prachtversie van het door Sean gezongen 'Love Is A Gamble' van T-Bone
Walker ('Eén van mijn twee gitaarhelden' zie Sean, maar vergat later de
tweede te vermelden) Ook 'When My Baby Left Me' van Sonny Boy Williamson
kreeg een heerlijke behandeling, net als 'Looking Back' van Johnny
Guitar Watson. Er waren ook tunes van Junior Wells, Johnny Taylor en
Arthur 'Big Boy' Crudup ('That's Alright', jawel) 'Nineteen Years Old'
van James B. Oden, met een verstilde harpsolo, trof ons als een ander
hoogtepunt. 'Good Provider' van Omar en Sean mag gerust naast die
classics staan.
Mocht het platgespeelde 'Sweet Home Chicago' van Robert Johnson?
Natuurlijk wel: Omar is één van de zeldzaam geworden zwarten in de Windy
City die nog de blues omarmen. 'Bekend in heel de wereld' kondigde hij
fier aan. Dat net in dat bisnummer een snaar sprong op Seans gitaar kon
de pret niet drukken: hij bleef met verve zijn instrument bespelen. Dat
de spelvreugde overgekomen was op dit toch vaak verwende publiek, bleek
duidelijk in de gesprekken achteraf.
Antoine Légat
P.S. Op 25 september speelt de Sean
Carney Band op Goorblues, Café 't Goor in Gooreind om 16 u., wellicht
versterkt met Ricky Nye (info www.goorblues.com)