|
||
|
De concerten van On The Road boeten ook dit voorjaar geen millimeter in aan diversiteit. Na de opgemerkte passage van spraakwaterval Cee Cee James, die zowat de meest ingrijpende gebeurtenissen in haar leven met het publiek deelde, beperkte de ‘Devil Boy’ zowel zijn bindteksten als de zangpartijen tot het strikte minimum. In plaats daarvan, serveerde hij een (over)dosis aan gitaarsolo’s, ingebed in nummers die het gemiddelde van tien minuten vlot haalden. Het drietal gaf er blijkbaar de voorkeur aan om zo goed (luid) als mogelijk over te komen, ten koste van de zang(kwaliteit). Het vergde een aanzienlijke inspanning van de luisteraar om zich te concentreren op wat de man op vocaal vlak te berde bracht. Of dit betekent dat Eddie Turner een onvoldoende krijgt voor dit optreden? Bijlange niet, want hij kan uiteraard een stukje gitaar spelen. Misschien wel net iets te goed… Maar dit kunnen we ook zeggen van bassist Andrew Ervine, die het hele gebeuren lang pertinent van zich liet horen. Niet de strakke baslijntjes, maar wispelturige solo’s maakten het aanhoren van de goed hoorbare bastonen des te boeiender. De rol van Robert (Bobby) Walker, hoewel naarstig op de ‘snare’ gefocust, verdween (niet enkel letterlijk) door de prominent aanwezige gitaren naar de achtergrond. Tourmanager Ray Bodenstein gaf Benny een avondje vrij en nam de PA voor zijn rekening. Dit kwam goed uit, want hier en daar moest er wel een ‘effectje’ bovenop. Het tweede deel eindigde zowaar op een brok uitzinnige psychedelica. En ja, de zuurstofwaterkuur op het kapsel van Turner heeft vast wel het beoogde resultaat behaald, het stond hem bovendien ook. En wat dachten de aanwezigen ervan? De meningen liepen nogal uiteen, maar iedereen was het er min of meer over eens dat deze muziek een pak verder reikt dan wat men normaliter onder blues verstaat. Patrick Lagae
|
foto's: © Francis Decrocq ___________________________
|