(Ge)Varenwinkel Blues
& Roots Festival
Herselt - 26 en 27 augustus 2011
Eigenlijk komen we graag naar Varenwinkel! Muzikaal is er voor elk wat
wils, dus ook voor ons. En keer op keer is het festival een
schoolvoorbeeld van een zeer degelijke en dit jaar zelfs quasi perfecte
organisatie. Zo haalde op zaterdag een wolkbreuk van jewelste het drama
op Pukkelpop weer levensecht voor ieders geest. Maar de tentpilaren
staken meters diep in de grond, er was een adequaat uitgekiend (en goed
werkend) gekanaliseerd drainagesysteem op de camping én het
festivalterrein, alle installaties bleken tegen het noodweer bestand en
bij het uitbreken van de zondvloed demonstreerde de voltallige
medewerkersploeg een perfect gecoördineerde zandzakjesactie. Puik werk!
Waarom dan een 'quasi perfecte' organisatie? Wel, één enkel minpuntje
veroorzaakte die 'quasi'. Met een te prominent aanwezige bas en kickdrum
in de geluidsmix, flirtte de klankjongen in de grote tent af en toe met
de pijngrens. Gelukkig zalfde de muziek…
vrijdag
Wat
hebben we genoten van Guitar Ray en zijn Gamblers!
Na zijn passage als begeleider van Big Pete Pearson, stond de immer
sympathieke Italiaan nu zelf - en volledig terecht - in de
schijnwerpers. Het was een eeuwigheid geleden dat we nog zo'n zalige
gitarist hoorden. Met een duidelijke voorliefde voor Chicagoblues
toverde Ray de klank van o.a. Otis Rush en Magic Sam zomaar uit zijn
vingers. Pedalen, trucs, foefjes en kunstmatig geflikker kwamen er niet
aan te pas. Akkoord, ook Magic Sam klonk als Magic Sam, en we hebben nog
altijd de platen, maar het deed verdomd veel deugd toen Ray er
moeiteloos de vibes van 'I Feel Good' inpompte. Dit was intens genieten
in het volle besef dat de echte blues altijd, maar dan ook altijd,
overwint bij een bluespubliek. Dat publiek stond na afloop van dit
optreden ietwat verdwaasd, verweesd en versuft te gapen en daar kon
zelfs Janiva Magness niet zo bijster veel aan verhelpen. Ze was
nochtans beter bij stem dan op Moulin Blues in Ospel (NL) in mei
jongstleden. En het repertoire was identiek: veel werk uit de recentste
cd 'The Devil Is An Angel Too' in een stijl die zich, ook al is de
bluesinspiratie nog duidelijk hoorbaar, toch steeds meer naar een 'mainstreampubliek'
richt. Wellicht is dit een noodzaak voor Janiva geworden, want de tijd
heeft niet stil gestaan. Wie dieper kijkt en luistert dan enkel Janiva's
reputatie en awards, ziet en hoort dat een aantal hedendaagse frisse
meiden (luister toch maar eens naar Robin McKelle) haar hebben
ingehaald.
"Als
ik ooit nog eens trouw, dan nodig ik deze band uit", zei een Nederlandse
collega kort nadat Kirri Willy & Le Magasin Dangereux de aftrap
van het festival hadden gegeven. Dit was het laatste optreden van het
geflipte gelegenheidscollectief Kirri (Valvekens), Wim 'Chilly Willy'
Huybrechts en (Ge)Varenwinkelprogrammator Bruno Verhoeven. Feestelijk
breiden ze 'Jambalaya', 'Iko Iko' en 'My Toot Toot' naadloos aan elkaar,
om de haverklap slaakten ze de kreet 'zydeco', Status Quo passeerde in
een cajunjasje en al Tex-mexend haalden ze Doug Sahm nog eens boven.
Veel locals wilden deze thuismatch niet missen en dat leverde al op
vrijdag een volle tent op. Hun aanstekelijke klanken zwengelden meteen
ook de tapkranen aan. Dat gebeurde trouwens ook in de Rootstowntent,
waar de Zuid-Belgische Cheap Killers de pauzegaten mochten
vullen. We kennen The Goon Mat (zang/gitaar) en Fabian 'Lord Bernardo'
(harmonica) nog van bij Stinky Lou. De Noord-Mississippiaanse
boogieblues à la Burnside en Kimbrough, die ze toen ook al brachten,
vermengen ze nu met rockabilly en andere zogeheten 'rootsgenres'. En dat
kolkte bijwijlen best gezelllig!
Franky
Bruneel
zaterdag
Wie
Chicagoblues zegt, denkt bijna onmiddellijk aan legendes als… Muddy
Waters, niet? Wel, (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival had de oudste
zoon van Muddy, Mud Morganfield, uitgenodigd om Chicago, althans
toch voor ongeveer anderhalf uur, in Varenwinkel te doen herleven. En we
zullen maar dadelijk toegeven dat we, jawel, flink hebben genoten van
Mud. Hij zingt als zijn vader, fraseert als zijn vader, hij imiteert de
beweginkjes van zijn vader, hij… is zijn vader. Met de ogen dicht zou je
inderdaad denken dat Muddy himself op het podium staat. Mud had zich ook
omringd met schitterende muzikanten (Wes Weston (harp) en Ian Jennings
(bas), om die twee maar te noemen) die fanatiek meehielpen om de
authentieke Chicagosound op het podium te brengen. Mud doet wat eigen
nummers, maar ook een groot aantal classics van zijn 'paps'. Chicago in
Varenwinkel, heel erg leuk!
Even
daarvoor was ook Nashville op bezoek in Varenwinkel in de vorm van
The Delta Saints, een kwintet toffe, goede uitziende, veel succes
hebbende bij de net het bakvisstadium ontgroeide jonge deernen, jongelui
die 'moderne', 21ste eeuwse blues zouden brengen. En wat werd
het uiteindelijk? Bluesrock, of rockblues eigenlijk, die een flink eind
afstond van het originele gegeven: blues. Mag het dan niet iets moderner
zijn, iets meer hedendaags klinken? Natuurlijk
wel, maar als dat moet uitmonden in overdreven lawaaierige toestanden,
sorry, we kunnen het niet helpen, dan moeten we afhaken. Dan eigenlijk
nog liever Joe Kubek & Bnois King. Ook deze heren hielden het
niet écht stil, maar hún bluesrock leunde eerder aan bij de blues dan
bij de rock. En wat ons toch is opgevallen, is het gegeven dat de heren
eigenlijk net dat ietsje te weinig variatie in hun set gestopt hadden.
Joe doet de gitaarpartijen, Bnois doet de zangpartijen, en dat allemaal
een beetje tot vervelens toe. Maar ja, het zal wel weer aan ons liggen
zeker!
En omdat
toch iemand een festivaldag moet openen, had de organisatie gedacht aan
Barefoot & The Shoes, uit Tremelo, of all places! Zanger-gitarist
Barefoot Lynnfield zou pas zestien zijn, en dan zit er nog eentje van
zeventien en twee van negentien in de band. Proficiat zouden we zeggen,
en we geven dit ook weer ruiterlijk toe, deze adolescenten deden het
verre van slecht. Uiteraard, bijna, werden Stevie Ray Vaughan en Jimi
Hendrix overvloedig aangesproken, maar dat was niet écht storend, ook al
omdat de jongens het eigenlijk aanvaardbaar goed brachten. Allez,
Barefoot en zijn Shoes… zij beloven toch wel.
Uiteindelijk
hebben we nog redelijk genoten, jawel, van Doghouse Sam & His
Magnatones. De heren speelden een hele leuke set, een beetje
Paladinsachtig, maar net dat trapje lager, en dat klinkt misschien als
een verwijt, maar dat is het echt niet. De zang was goed, de gitaar zat
goed, bas en drums zorgden voor prima backing. Voor ons hadden ze een
ietsje hoger geprogrammeerd mogen staan.
Ondertussen
was in de Rootstown tent ook een en ander gaande. The Jolenes,
een Londens meidenkwartet, all dressed in red, probeerde ons, en met ons
uiteraard ook de andere luisteraars en kijkers, met hun folky, country,
bluegrass, rockabilly en soms heel even bluesy setjes te verleiden, maar
pech voor hen én voor ons, echt groot enthousiasme weekten zij niet los.
Ook in de kleine tent Voodoo Twinz feat. Big Dave & Patrick Louis.
Jan Jaspers, een erg beweeglijke Big Dave (vreemd!) en kornuiten deden
hun best om ook wat bluesgevoel in de tent te krijgen, en ze slaagden er
verdorie nog in ook.
Enfin,
(Ge)Varenwinkel 2011 is weer geschiedenis. Het was, sorry mannen, niet
het beste (Ge)Varenwinkelfestival dat we ooit mochten meemaken, maar het
is zoals de Romeinen al wisten: 'De gustibus (et mulieribus), non est
disputandum'. Toch bedankt voor twee leuke festivaldagen.