|
||
|
Eigenlijk komen we graag naar Varenwinkel! Muzikaal is er voor elk wat wils, dus ook voor ons. En keer op keer is het festival een schoolvoorbeeld van een zeer degelijke en dit jaar zelfs quasi perfecte organisatie. Zo haalde op zaterdag een wolkbreuk van jewelste het drama op Pukkelpop weer levensecht voor ieders geest. Maar de tentpilaren staken meters diep in de grond, er was een adequaat uitgekiend (en goed werkend) gekanaliseerd drainagesysteem op de camping én het festivalterrein, alle installaties bleken tegen het noodweer bestand en bij het uitbreken van de zondvloed demonstreerde de voltallige medewerkersploeg een perfect gecoördineerde zandzakjesactie. Puik werk! Waarom dan een 'quasi perfecte' organisatie? Wel, één enkel minpuntje veroorzaakte die 'quasi'. Met een te prominent aanwezige bas en kickdrum in de geluidsmix, flirtte de klankjongen in de grote tent af en toe met de pijngrens. Gelukkig zalfde de muziek… vrijdag Wat hebben we genoten van Guitar Ray en zijn Gamblers! Na zijn passage als begeleider van Big Pete Pearson, stond de immer sympathieke Italiaan nu zelf - en volledig terecht - in de schijnwerpers. Het was een eeuwigheid geleden dat we nog zo'n zalige gitarist hoorden. Met een duidelijke voorliefde voor Chicagoblues toverde Ray de klank van o.a. Otis Rush en Magic Sam zomaar uit zijn vingers. Pedalen, trucs, foefjes en kunstmatig geflikker kwamen er niet aan te pas. Akkoord, ook Magic Sam klonk als Magic Sam, en we hebben nog altijd de platen, maar het deed verdomd veel deugd toen Ray er moeiteloos de vibes van 'I Feel Good' inpompte. Dit was intens genieten in het volle besef dat de echte blues altijd, maar dan ook altijd, overwint bij een bluespubliek. Dat publiek stond na afloop van dit optreden ietwat verdwaasd, verweesd en versuft te gapen en daar kon zelfs Janiva Magness niet zo bijster veel aan verhelpen. Ze was nochtans beter bij stem dan op Moulin Blues in Ospel (NL) in mei jongstleden. En het repertoire was identiek: veel werk uit de recentste cd 'The Devil Is An Angel Too' in een stijl die zich, ook al is de bluesinspiratie nog duidelijk hoorbaar, toch steeds meer naar een 'mainstreampubliek' richt. Wellicht is dit een noodzaak voor Janiva geworden, want de tijd heeft niet stil gestaan. Wie dieper kijkt en luistert dan enkel Janiva's reputatie en awards, ziet en hoort dat een aantal hedendaagse frisse meiden (luister toch maar eens naar Robin McKelle) haar hebben ingehaald. "Als ik ooit nog eens trouw, dan nodig ik deze band uit", zei een Nederlandse collega kort nadat Kirri Willy & Le Magasin Dangereux de aftrap van het festival hadden gegeven. Dit was het laatste optreden van het geflipte gelegenheidscollectief Kirri (Valvekens), Wim 'Chilly Willy' Huybrechts en (Ge)Varenwinkelprogrammator Bruno Verhoeven. Feestelijk breiden ze 'Jambalaya', 'Iko Iko' en 'My Toot Toot' naadloos aan elkaar, om de haverklap slaakten ze de kreet 'zydeco', Status Quo passeerde in een cajunjasje en al Tex-mexend haalden ze Doug Sahm nog eens boven. Veel locals wilden deze thuismatch niet missen en dat leverde al op vrijdag een volle tent op. Hun aanstekelijke klanken zwengelden meteen ook de tapkranen aan. Dat gebeurde trouwens ook in de Rootstowntent, waar de Zuid-Belgische Cheap Killers de pauzegaten mochten vullen. We kennen The Goon Mat (zang/gitaar) en Fabian 'Lord Bernardo' (harmonica) nog van bij Stinky Lou. De Noord-Mississippiaanse boogieblues à la Burnside en Kimbrough, die ze toen ook al brachten, vermengen ze nu met rockabilly en andere zogeheten 'rootsgenres'. En dat kolkte bijwijlen best gezelllig! Franky Bruneel zaterdag Wie Chicagoblues zegt, denkt bijna onmiddellijk aan legendes als… Muddy Waters, niet? Wel, (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival had de oudste zoon van Muddy, Mud Morganfield, uitgenodigd om Chicago, althans toch voor ongeveer anderhalf uur, in Varenwinkel te doen herleven. En we zullen maar dadelijk toegeven dat we, jawel, flink hebben genoten van Mud. Hij zingt als zijn vader, fraseert als zijn vader, hij imiteert de beweginkjes van zijn vader, hij… is zijn vader. Met de ogen dicht zou je inderdaad denken dat Muddy himself op het podium staat. Mud had zich ook omringd met schitterende muzikanten (Wes Weston (harp) en Ian Jennings (bas), om die twee maar te noemen) die fanatiek meehielpen om de authentieke Chicagosound op het podium te brengen. Mud doet wat eigen nummers, maar ook een groot aantal classics van zijn 'paps'. Chicago in Varenwinkel, heel erg leuk! Even daarvoor was ook Nashville op bezoek in Varenwinkel in de vorm van The Delta Saints, een kwintet toffe, goede uitziende, veel succes hebbende bij de net het bakvisstadium ontgroeide jonge deernen, jongelui die 'moderne', 21ste eeuwse blues zouden brengen. En wat werd het uiteindelijk? Bluesrock, of rockblues eigenlijk, die een flink eind afstond van het originele gegeven: blues. Mag het dan niet iets moderner zijn, iets meer hedendaags klinken? Natuurlijk wel, maar als dat moet uitmonden in overdreven lawaaierige toestanden, sorry, we kunnen het niet helpen, dan moeten we afhaken. Dan eigenlijk nog liever Joe Kubek & Bnois King. Ook deze heren hielden het niet écht stil, maar hún bluesrock leunde eerder aan bij de blues dan bij de rock. En wat ons toch is opgevallen, is het gegeven dat de heren eigenlijk net dat ietsje te weinig variatie in hun set gestopt hadden. Joe doet de gitaarpartijen, Bnois doet de zangpartijen, en dat allemaal een beetje tot vervelens toe. Maar ja, het zal wel weer aan ons liggen zeker! En omdat toch iemand een festivaldag moet openen, had de organisatie gedacht aan Barefoot & The Shoes, uit Tremelo, of all places! Zanger-gitarist Barefoot Lynnfield zou pas zestien zijn, en dan zit er nog eentje van zeventien en twee van negentien in de band. Proficiat zouden we zeggen, en we geven dit ook weer ruiterlijk toe, deze adolescenten deden het verre van slecht. Uiteraard, bijna, werden Stevie Ray Vaughan en Jimi Hendrix overvloedig aangesproken, maar dat was niet écht storend, ook al omdat de jongens het eigenlijk aanvaardbaar goed brachten. Allez, Barefoot en zijn Shoes… zij beloven toch wel. Uiteindelijk hebben we nog redelijk genoten, jawel, van Doghouse Sam & His Magnatones. De heren speelden een hele leuke set, een beetje Paladinsachtig, maar net dat trapje lager, en dat klinkt misschien als een verwijt, maar dat is het echt niet. De zang was goed, de gitaar zat goed, bas en drums zorgden voor prima backing. Voor ons hadden ze een ietsje hoger geprogrammeerd mogen staan. Ondertussen was in de Rootstown tent ook een en ander gaande. The Jolenes, een Londens meidenkwartet, all dressed in red, probeerde ons, en met ons uiteraard ook de andere luisteraars en kijkers, met hun folky, country, bluegrass, rockabilly en soms heel even bluesy setjes te verleiden, maar pech voor hen én voor ons, echt groot enthousiasme weekten zij niet los. Ook in de kleine tent Voodoo Twinz feat. Big Dave & Patrick Louis. Jan Jaspers, een erg beweeglijke Big Dave (vreemd!) en kornuiten deden hun best om ook wat bluesgevoel in de tent te krijgen, en ze slaagden er verdorie nog in ook. Enfin, (Ge)Varenwinkel 2011 is weer geschiedenis. Het was, sorry mannen, niet het beste (Ge)Varenwinkelfestival dat we ooit mochten meemaken, maar het is zoals de Romeinen al wisten: 'De gustibus (et mulieribus), non est disputandum'. Toch bedankt voor twee leuke festivaldagen. Jean Bervoets
|
foto's: © Franky Bruneel van boven naar onder: - Guitar Ray - Bruno Verhoeven - Mud Morganfield - Smokin' Joe Kubek - Doghouse Sam ___________________________
|