|
||
|
De 'master of ceremony' bracht een goed bevolkte zaal meteen in ontroering door een gepast ode te brengen aan de overleden Michaele Burks, die hier op dezelfde bühne zijn laatste concert heeft gespeeld. Michael overleed totaal onverwacht op zijn terugweg naar huis aan een hartfalen. Niet enkel fysiek doet Larry McCray ons een beetje aan Burks terugdenken, ook zijn opwindende elektrische gitaarsound doorkruist vaak de degens van Burks. Als er iemand zijn sound naar de volgende eeuw heeft weten te katapulteren, dan is het de in Arkansas geboren Larry McCray wel. Met zijn gespierde en oogverblindende gitaarstijl had Larry vanavond al vlug menige harten gestolen. Dit alles combineert McCray wel heel makkelijk met een hartverwarmende in soul gedrenkte stem. Met een gedreven ritmesectie van broertje Steve McCray op drums, Stanley Gilbert met de baslijnen en Shawn Mac Donald achter het keyboard, volgen de gitaarriffs in een ijltempo. Van bij de openingssong 'Last For Nickels' begeestert Larry zijn publiek met - gelukkig - ingetogen wha-wha pedaal. Het soul- en funky gedreven 'Don't Need A Woman' zal een ongedwongen leidraad vormen doorheen het performen en de playlist. Al was 'Me and my Babe' dan weer meer dan gepantserde bluesrock. Gelukkig was er een welgekomen afwisseling met Shawns Hammondorgel. Het ene nummer flirt al wat meer met de heavy rocksound dan het andere. Al was het glinsterende 'Run', dat alweer werd gekenmerkt door de beukende baslijnen van een wel zeer laconieke Stanley Gilbert, meer dan degelijke Detroit soulblues. De enige instrumentale van de avond. 'Blue River', onderscheidde zich vooral door het harmonieuze samenspel. De eerste set werd met het ritmische en dansbare 'So Damn Good' dan toch in stijl afgesloten. Zelfs de lange uitgesponnen instrumentale tussenstukken klonken lang niet zo gevreesd of doordacht. Ook al had McCray weinig zin in converseren met zijn fans. In het tweede gedeelde stak voorlopig weinig variatie. Larry raast in hoog tempo, de zweetdruppels gutsen van zijn aangezicht en druipen van beide armen. Niets of niemand houd Larry nu nog tegen. Uit het gelijknamige album 'Blues Is My Business' (en dat is het zeker vanavond) of 'Troublemaker', het maakt de fans eigenlijk niets meer uit. Zij gaan uit bol net of België wint de wereldbeker voetbal. Tot plots een zeldzaam verloren ballade 'Soulshine' door de woofer knalt. Of het wondermooie duet 'Love The Way' met broer Steve ons bewierookt. Larry is geen grootprater maar antwoord gedwee met de snaren van zijn Gibson, zegt meermaals 'thank you' en sluit de avond af met het super sexy en funky 'Dance, But Naked'. Gelukkig gebeurde dit niet en heroveren de fans het recht op de dansvloer. De chemie van een topmuzikant heeft alweer een status. Als bis serveerde Larry McCray en band misschien wel de beste track van de avond 'That's How Strong'. Deze show is wellicht geen unicum in de muzikale geschiedenis van Larry McCray, maar wij konden het smaken Ook al hadden wij Larry live al sterker aan het werk gezien, maar dat was dan wel in de hoofdstad van de blues, Chicago. Als de hedendaagse bluesscene een overlever heeft die een betekenis zal hebben in de verdere ontwikkelingen van bluessound in de 21ste eeuw, dan is het ongetwijfeld Larry McCray.
Philip Verhaege
|
foto's: © Philip Verhaege ___________________________
- website
vzw Bluesnight
|