We
komen hier graag. Heel graag zelfs! Keer op keer leveren de organisatoren van
het (Ge)Varenwinkelfestival puur vakmanschap af. We kunnen ons trouwens niet van
de indruk ontdoen dat deze vijftiende editie alle vorige overtrof. De setting
van het terrein kreeg een flinke opwaardering, met nu ook een schitterende
concerttent voor de optredens tijdens de ombouwpauzes. Alles liep gesmeerd,
zelfs de timing van de concerten. De klank zat goed, er was een degelijke
frontstage zodat perslui in comfortabele omstandigheden hun werk konden doen, de
bediening van spijs en drank verliep vlotjes, er was voldoende animo voor kids,
plassen mocht gratis, de muziekfans kregen een zeer gevarieerd en kwalitatief
programma... en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Lieve mensen, het (Ge)Varenwinkelfestival
2012 was op organisatorisch vlak gewoon áf. Wij kunnen het Varenwinkelteam enkel
maar een welgemeende proficiat aanbieden, maar de belangrijkste beloning was
wellicht het recordaantal bezoekers. Vanaf het eerste uur op vrijdagavond
heerste er een gezellige drukte over de Herseltse delta...
vrijdag
In
afwachting van Shemekia Copeland en Big Pete & Band mag Dusty Dollar
de, al vrij talrijke, liefhebbers bezighouden. Dusty Dollar is een
band(je) uit de buurt dat een heel gevarieerde set aanbiedt, met blues
en rock. Redelijk veel rock toch wel. Nico, de zanger, heeft een goede
stem met een groot bereik en hij kan dus vrij goed de meest verscheiden
genres aan. Ook zijn begeleiders, als we dat zo mogen zeggen, zijn best
goede muzikanten die er uiteindelijk mee voor zorgen dat hun openingsset
echt wel meevalt. Wat de heren zoal spelen dan? Wel… euh… 'The Letter',
'Messing With The Kid', 'Give Me A Thrill', 'A Million Miles Away', om
er maar een paar te noemen.
Tijd dan voor Pieter van der Pluijm, alias Big Pete, om te tonen
wat hij wel in zijn mars heeft. En dat is, vinden wij, nogal wat. Pete
laat zich kundig begeleiden door Wuff Maes (drums), Erkan Ozdemir (bas)
en Sander Kooiman (gitaar). Pieter neemt, uiteraard, de zang- en
harppartijen voor zijn rekening. Pete heeft pas, nu ja, een tijdje
geleden, een nieuwe, schitterende cd uit op het fameuze Californische
label Delta Groove, en die krijgt hier de nodige en terechte aandacht.
Pete is een goede, zeer goede, allround zanger en harpist, laten we wel
wezen, en hij staat aan de rand van het 'heldendom'… misschien dat éne
kleine stootje nog!?
Om
de vrijdag(avond) af te ronden is daar Shemekia Copeland, dochter
van Johnny Copeland, weet je wel!? Copeland, op ongelooflijk
oncomfortabele high heels, staat voor blues, soul, funk, maar dan altijd
toch wel met dat soulrandje. Shemekia is vocaal heel erg sterk en zingt
met een ongelooflijke 'ease'. Bovendien mag de band achter, en naast,
Shemekia er ook best zijn, met gitaristen Willie Scandlyn en Arthur
Neilson in een onbetwiste hoofdrol. Goede, tot zeer goede show die het
nodige enthousiasme en mee(be)leven losweekt.
Tijdens de ombouwpauzes kunnen wij terecht in de Rootstowntent waar
Chilly Willy, uit Zichem en omstreken, de nieuwe 'originele'
bandbezetting aan het publiek voorstelt. Chilly Willy speelt
traditionele blues m
et
toch een beetje een andere klemtoon dan we van hen gewend waren. Het
geheel rockt een tikkeltje meer zonder daarom in bluesrock te vervallen.
Chilly Willy oogst flink wat terecht applaus, vooral ook op de momenten
dat Big Pete en Johnny Mastro hun harpsteentje komen bijdragen. Een
bijzonder eervolle vermelding gaat ook uit naar gitarist Dirk 'Calvin'
Cuyvers voor zijn schitterende solo in 'Help Me'.
zaterdag
Op
festivaldag twee mag de plaatselijke Continental Radial Band
aftrappen. Het is een coverband van het betere soort, zeg maar. Hun
muziek komt regelrecht uit een café met een identiteitscrisis. Wat doe
je als blueskroeg wanneer een bende bikers komt binnengestruind? Dan
draai je wat Creedence, een streepje Deep Purple, 'Folsom Prison Blues'
van Cash en Dylans 'Like A Rolling Stone', want dit soort psychedelische
rock vinden bluesfans doorgaans ook wel leuk. De zanger van deze band
heeft - om het eens op zijn West-Vlaams te zeggen - de uitstraling van
een zak schelpen... maar klinken doet het allemaal wel!
Er steken nogal wat contrasten in deze
zaterdag. Tussen bot en subtiel bijvoorbeeld. En ook tussen mooi en
lelijk. De eerlijkheid gebiedt ons te melden dat de zonnewei en de
eetstandjes verweesd achterbleven toen Johnny Mastro
en zijn Mama's Boys aan
hun set begonnen. Iedereen wou Mastro blijkbaar aan het werk horen. D
iezelfde
eerlijkheid gebiedt ons echter ook om aan te stippen dat Mastro absoluut
niet de meest verfijnde harmonicaspeler in bluesland is. Het gaat meer
om de sfeer en de drive, ietwat in de geest van wijlen Lester Butler, en
die stijl is hier nogal populair. Het subtiele harmonicawerk komt later,
wanneer de Hongaarse Matyas Pribojski de gelegenheidsband
Varenstore All Stars komt
versterken. De genuanceerde funky en jazzy grooves ontspruiten evenzeer
aan de authentieke Hammond B3 van de Oostenrijkse Raphael Wressnig, de
Italiaanse supergitarist Enrico Crivellaro en de Amerikaanse saxofonist
Gordon Beadle. Zijn 'Have Horn Will Travel' is trouwens de meest
energieke opener van het hele festival. Samen zijn ze de gedroomde
begeleidingsband van de legendarische westkustzanger Finis
Tasby. Oud, maar nog niet helemaal
uitgeblust, dwingt Tasby eenieders respect af. Zijn stevig neergezette
'signature song' 'Baby Please Come Back To Me' gaat erin als zoetekoek!
Op
zaterdag spelen er twee bands in de Rootstowntent: de Big Bayou
Bandits en The Catsmokes. The Catsmokes, uit Averbode en
omstreken, zijn heel goed in wat ze doen, namelijk rock, rockabilly en
country. Zij doen twee felle, snelle en erg gesmaakte sets. Het duurt
dan ook niet lang voor (een deel van) het publiek zich geroepen voelt om
redelijk enthousiast een flink stuk appreciatie te laten blijken. Het
verbaast ons toch wel een flink eind dat The Catsmokes nog niet breder
zijn doorgebroken. Hoog tijd om daaraan wat te doen. Een ietsje minder
goed vergaat het de Big Bayou Bandits (uit het Brugse, vertelt men ons)
met hun rock-'n-roll-, cajun- en zydecosets. De Bandits doen heel erg
energiek hun best, het zit vocaal en instrumentaal allemaal wel goed,
maar de objectiviteit verplicht ons om te zeggen dat hun setjes niet zo
erg lang interessant en/of intrigerend blijven. Leuk, maar niet
bijblijvend, laat staan beklijvend.
We
hadden het daarnet over het contrast tussen mooi en lelijk. Smaken
verschillen nu eenmaal, maar wanneer je Johnny Mastro en de Servische
supergitariste Ana Popovic
op estetisch vlak met elkaar vergelijkt, dan is er toch maar heel erg
weinig ruimte over voor discussie, is het niet? Ook Ana laat de tent
vollopen. Iedereen wil haar aan het werk zién! En het oog krijgt echt
wel wat. Over Ana's sublieme minijurkje gaan we het niet hebben, maar
mensen... het spelplezier druipt ervan af. Bassist Ron Jonker heeft
hierin een groot aandeel. En Ana kiest rake songs. Van Big Mama Thornton
tot een eerbetoon aan Buddy Guy en Otis Spann in 'One Room County Shack'.
Overal en altijd poneert ze de meest complexe solo's met het grootste
gemak. Ana Popovic zou model kunnen staan in een gistaristisch sprookje
over hoe frele vingertjes een fretbord genadeloos uithonen. Klasse! Pure
klasse! Goddamned, wat een sympathieke moordgriet!
We
zien Ana nog even terug, wanneer ze aan het eind van Ronnie
Baker Brooks' set nog een
gitaarduel aangaat met de sublieme 'Chicago guitar slinger.' Het
absolute hoogtepunt komt er, als in dat duel haar versterker de geest
geeft, en ze op Ronnie's gitaar de rechterhandpartijen invult, terwijl
hij met zijn linker de vingerzettingen verzekert. Uit de kunst! Voor de
rest komt, ziet en overwint Brooks. Zijn set is ronduit verpletterend.
Zijn bluesrock is een hardgekookt maar perferct uitgekiend ei. Hij
bespeelt zowel zijn gitaar als zijn publiek. Varenwinkel hangt aan zijn
lippen en draagt hem op handen. Haast letterlijk, want de 'crowd pleaser'
soleert zich een weg tussen het superdankbare publiek. Extase tijdens
een bluesoptreden anno 2012? Jawel, het kan nog steeds. Tot drie keer
toe joelt de menigte om meer. Neen, lieve mensen, de blues is nog lang
niet dood...
Franky
Bruneel & Jean
Bervoets
.......................................................................................

reageer op dit artikel
terug naar de index van de concert-
en festivalrecensies