|
||
|
vrijdag In afwachting van Shemekia Copeland en Big Pete & Band mag Dusty Dollar de, al vrij talrijke, liefhebbers bezighouden. Dusty Dollar is een band(je) uit de buurt dat een heel gevarieerde set aanbiedt, met blues en rock. Redelijk veel rock toch wel. Nico, de zanger, heeft een goede stem met een groot bereik en hij kan dus vrij goed de meest verscheiden genres aan. Ook zijn begeleiders, als we dat zo mogen zeggen, zijn best goede muzikanten die er uiteindelijk mee voor zorgen dat hun openingsset echt wel meevalt. Wat de heren zoal spelen dan? Wel… euh… 'The Letter', 'Messing With The Kid', 'Give Me A Thrill', 'A Million Miles Away', om er maar een paar te noemen. Tijd dan voor Pieter van der Pluijm, alias Big Pete, om te tonen wat hij wel in zijn mars heeft. En dat is, vinden wij, nogal wat. Pete laat zich kundig begeleiden door Wuff Maes (drums), Erkan Ozdemir (bas) en Sander Kooiman (gitaar). Pieter neemt, uiteraard, de zang- en harppartijen voor zijn rekening. Pete heeft pas, nu ja, een tijdje geleden, een nieuwe, schitterende cd uit op het fameuze Californische label Delta Groove, en die krijgt hier de nodige en terechte aandacht. Pete is een goede, zeer goede, allround zanger en harpist, laten we wel wezen, en hij staat aan de rand van het 'heldendom'… misschien dat éne kleine stootje nog!? Om de vrijdag(avond) af te ronden is daar Shemekia Copeland, dochter van Johnny Copeland, weet je wel!? Copeland, op ongelooflijk oncomfortabele high heels, staat voor blues, soul, funk, maar dan altijd toch wel met dat soulrandje. Shemekia is vocaal heel erg sterk en zingt met een ongelooflijke 'ease'. Bovendien mag de band achter, en naast, Shemekia er ook best zijn, met gitaristen Willie Scandlyn en Arthur Neilson in een onbetwiste hoofdrol. Goede, tot zeer goede show die het nodige enthousiasme en mee(be)leven losweekt. Tijdens de ombouwpauzes kunnen wij terecht in de Rootstowntent waar Chilly Willy, uit Zichem en omstreken, de nieuwe 'originele' bandbezetting aan het publiek voorstelt. Chilly Willy speelt traditionele blues met toch een beetje een andere klemtoon dan we van hen gewend waren. Het geheel rockt een tikkeltje meer zonder daarom in bluesrock te vervallen. Chilly Willy oogst flink wat terecht applaus, vooral ook op de momenten dat Big Pete en Johnny Mastro hun harpsteentje komen bijdragen. Een bijzonder eervolle vermelding gaat ook uit naar gitarist Dirk 'Calvin' Cuyvers voor zijn schitterende solo in 'Help Me'.
Op festivaldag twee mag de plaatselijke Continental Radial Band aftrappen. Het is een coverband van het betere soort, zeg maar. Hun muziek komt regelrecht uit een café met een identiteitscrisis. Wat doe je als blueskroeg wanneer een bende bikers komt binnengestruind? Dan draai je wat Creedence, een streepje Deep Purple, 'Folsom Prison Blues' van Cash en Dylans 'Like A Rolling Stone', want dit soort psychedelische rock vinden bluesfans doorgaans ook wel leuk. De zanger van deze band heeft - om het eens op zijn West-Vlaams te zeggen - de uitstraling van een zak schelpen... maar klinken doet het allemaal wel! Er steken nogal wat contrasten in deze zaterdag. Tussen bot en subtiel bijvoorbeeld. En ook tussen mooi en lelijk. De eerlijkheid gebiedt ons te melden dat de zonnewei en de eetstandjes verweesd achterbleven toen Johnny Mastro en zijn Mama's Boys aan hun set begonnen. Iedereen wou Mastro blijkbaar aan het werk horen. Diezelfde eerlijkheid gebiedt ons echter ook om aan te stippen dat Mastro absoluut niet de meest verfijnde harmonicaspeler in bluesland is. Het gaat meer om de sfeer en de drive, ietwat in de geest van wijlen Lester Butler, en die stijl is hier nogal populair. Het subtiele harmonicawerk komt later, wanneer de Hongaarse Matyas Pribojski de gelegenheidsband Varenstore All Stars komt versterken. De genuanceerde funky en jazzy grooves ontspruiten evenzeer aan de authentieke Hammond B3 van de Oostenrijkse Raphael Wressnig, de Italiaanse supergitarist Enrico Crivellaro en de Amerikaanse saxofonist Gordon Beadle. Zijn 'Have Horn Will Travel' is trouwens de meest energieke opener van het hele festival. Samen zijn ze de gedroomde begeleidingsband van de legendarische westkustzanger Finis Tasby. Oud, maar nog niet helemaal uitgeblust, dwingt Tasby eenieders respect af. Zijn stevig neergezette 'signature song' 'Baby Please Come Back To Me' gaat erin als zoetekoek! Op zaterdag spelen er twee bands in de Rootstowntent: de Big Bayou Bandits en The Catsmokes. The Catsmokes, uit Averbode en omstreken, zijn heel goed in wat ze doen, namelijk rock, rockabilly en country. Zij doen twee felle, snelle en erg gesmaakte sets. Het duurt dan ook niet lang voor (een deel van) het publiek zich geroepen voelt om redelijk enthousiast een flink stuk appreciatie te laten blijken. Het verbaast ons toch wel een flink eind dat The Catsmokes nog niet breder zijn doorgebroken. Hoog tijd om daaraan wat te doen. Een ietsje minder goed vergaat het de Big Bayou Bandits (uit het Brugse, vertelt men ons) met hun rock-'n-roll-, cajun- en zydecosets. De Bandits doen heel erg energiek hun best, het zit vocaal en instrumentaal allemaal wel goed, maar de objectiviteit verplicht ons om te zeggen dat hun setjes niet zo erg lang interessant en/of intrigerend blijven. Leuk, maar niet bijblijvend, laat staan beklijvend. We hadden het daarnet over het contrast tussen mooi en lelijk. Smaken verschillen nu eenmaal, maar wanneer je Johnny Mastro en de Servische supergitariste Ana Popovic op estetisch vlak met elkaar vergelijkt, dan is er toch maar heel erg weinig ruimte over voor discussie, is het niet? Ook Ana laat de tent vollopen. Iedereen wil haar aan het werk zién! En het oog krijgt echt wel wat. Over Ana's sublieme minijurkje gaan we het niet hebben, maar mensen... het spelplezier druipt ervan af. Bassist Ron Jonker heeft hierin een groot aandeel. En Ana kiest rake songs. Van Big Mama Thornton tot een eerbetoon aan Buddy Guy en Otis Spann in 'One Room County Shack'. Overal en altijd poneert ze de meest complexe solo's met het grootste gemak. Ana Popovic zou model kunnen staan in een gistaristisch sprookje over hoe frele vingertjes een fretbord genadeloos uithonen. Klasse! Pure klasse! Goddamned, wat een sympathieke moordgriet!
We
zien Ana nog even terug, wanneer ze aan het eind van Ronnie
Baker Brooks' set nog een
gitaarduel aangaat met de sublieme 'Chicago guitar slinger.' Het
absolute hoogtepunt komt er, als in dat duel haar versterker de geest
geeft, en ze op Ronnie's gitaar de rechterhandpartijen invult, terwijl
hij met zijn linker de vingerzettingen verzekert. Uit de kunst! Voor de
rest komt, ziet en overwint Brooks. Zijn set is ronduit verpletterend.
Zijn bluesrock is een hardgekookt maar perferct uitgekiend ei. Hij
bespeelt zowel zijn gitaar als zijn publiek. Varenwinkel hangt aan zijn
lippen en draagt hem op handen. Haast letterlijk, want de 'crowd pleaser'
soleert zich een weg tussen het superdankbare publiek. Extase tijdens
een bluesoptreden anno 2012? Jawel, het kan nog steeds. Tot drie keer
toe joelt de menigte om meer. Neen, lieve mensen, de blues is nog lang
niet dood... .......................................................................................
|
foto's: © Franky Bruneel van boven naar onder: - impressie grote concerttent - Big Pete - Shemekia Copeland - Chilly Willy - Johnny Mastro - Finis Tasby - The Catsmokes - Ana Popovic - Ronnie Baker Brooks ___________________________
|