Kwaliteit en variatie zijn altijd al sleutelwaarden van de Southern
Bluesnight geweest en op de editie 2013 is dat niet anders. Het
programma omvat zowel authentiek bluesentertainment als andere door
blues beïnvloede genres en de meest mogelijke varianten die daartussen
liggen. We zien hoofdzakelijk genietende muziekfans en het feit dat dit
zo ongedwongen kan in de comfortabele omstandigheden van het Heerlense
theatercomplex mag als voorbeeld dienen voor veel Belgische steden waar
de heersende cultuurbonzen Jan Modaal buiten de stedelijke
infrastructuur willen houden. Deze zeventiende editie van de Southern
Bluesnight was er één van een hoog niveau en van sereen genot...
Limburgzaal
De
aftrap in de 'staande' Limburgzaal is voor rekening van Khalif Wailin'
Walter. Deze relatief nieuwe naam komt uit Chicago. Hij is het
neefje van Carl Weathersby, speelde een tijd in de tourband van Lonnie
Brooks en als begeleider van B.B. Kings dochter Shirley. Men signaleerde
hem ook in de entourage van Taj Mahal, Otis Rush, Buddy Guy, Junior
Wells en Jimmie Vaughan. Dit zijn uiteraard maar biografische gegevens
en gedrukte letters zijn gevoelloos. Wellicht is elk optreden anders,
maar... hier komt Khalif over als de gemiddelde degelijke bluesrocker.
Akkoord, zijn ruwe boogieblues krijgt hier en daar een flardje soul en
funk mee en als zwarte zanger heb je sowieso een streepje voor op de
bleekneuzen. Maar wereldschokkende dingen doet Khalif niet. Hij is niet
meer – maar ook niet minder – dan gewoon een goede opwarmer.
Met
dichtgeknepen kijkers zie je doorgaans niet al te veel, maar horen doe
je des te beter. Zo hoorden wij Muddy Waters tijdens het concert van
zijn oudste zoon, Mud Morganfield. Het blijft verbazingwekkend
hoe dicht Mud vocaal in de buurt van zijn ouweheer komt. Wat een
geweldig entertainer is hij toch! Hij bezit de zeldzame eigenschap om in
elk nummer een verhaal te vertellen en hij schuwt daarbij geenszins de
'double entendre'. In 'Catfish Fishing' poneert hij schalks "With the
pole in my hand, I'm fishing left, I'm fishing right and I'm going down
to the bottom, that's where all fat cats go." Naadloos rijgt hij er de
song 'I Just Want To Make Love To You' aan vast, voor wie het niet had
begrepen. "Mannish Boy" scandeert iemand in het publiek, maar Mud kiest
zelf welke songs van zijn pa hij vertolkt en geeft de man gevat de
repliek: "Ah jongen, hou op, ik heb tien kinderen!" Hij brengt een
selectie uit zijn recente cd 'Son Of The Seventh Son' en een aantal
Muddyklassiekers en de reacties van het publiek zijn unaniem
hartverwarmend. Een eervolle vermelding gaat ook uit naar de jonge
Britse harmonicaspeler Harmonica Sam die West Weston vervangt. Chicago's
West Side ligt heel even in Nederlands Limburg en we kunnen haast niet
wachten om Mud in oktober met een fijn uitgekiende Amerikaanse band aan
het werk te zien.
Westkustharmonicalegende
James Harman is inmiddels 66, en ook al sukkelt hij al een tijdje
met zijn gezondheid, heeft hij muzikaal nog slechts bitter weinig moeten
inboeten. Harman blijft ook een publieksvermaker. De manier waarop hij
zijn attitude van een soort mystieke waas voorziet, kluistert het
publiek aan zijn lippen. Blanke westkustblues heeft op zich al een rijke
traditie en heel even wanen we ons in het Hollywood Fats-tijdperk, al
zit de inbreng van gitarist Enrico Crivellaro daar voor iets
tussen. Halverwege de set verlaat Harman het podium om pianist Gene
Taylor vrijspel te geven in zijn twintig minuten boogie-woogie.
Taylor is een levende jukebox en gelukkig heeft de band genoeg aan
enkele luttele aanwijzingen om te snappen waar Gene naartoe wil, en
gaat. Hij ramt het erin aan sneltreinvaart, woordspelingen inclusief. "Don't
B-flat, don't B-sharp, just B-nice", grapt Taylor, en hij voegt eraan
toe "oh what the f**ck, geen mens snapt hier wat ik vertel". We vinden
je grappig, Gene, maar onderschat ons niet, okay? Na Gene's piano- en
andere fratsen komt James Harman schuifelend de set afwerken en de
Noorse gitarist Ronni Boysen uit Morganfields band komt even meedoen.
Dit optreden is eigenlijk één grote jamsessie, maar van een dermate
professioneel gehalte dat pretentieloos amusement hoogtij viert.
Franky Bruneel
DSM Juke Joint
In
de foyer van het theater, voor de gelegenheid omgedoopt tot DSM Juke
Joint, mocht ene David Philips de activiteiten op gang trekken.
David Philips, niet bij iedereen bekend vermoeden we, is een
singer-songwriter, zoals dat heet, een beetje in de stijl van James
Taylor of Jackson Browne, maar… wat hij doet heeft op een zeldzaam
nummer met fraaie minorakkoorden na eigenlijk niet zo heel veel met
blues te maken. Leuk om even naar te luisteren, want helemaal niet
slecht, maar na een nummertje of vier hebben wij het wel gehoord.
We
hebben wél geïnteresseerd zitten luisteren naar het Franse duo, uit
buurt van Toulouse, Mathieu Pesqué (gitaar) en Roll Pignault
(harp). Pesqué en Pignault spelen, en zingen, vooral klassiekers uit het
Mississippideltarepertoire. Robert Johnson is uiteraard ook van de
partij. Zo krijgen we bijvoorbeeld een schitterende versie van ‘Last
Fair Deal Gone Down’ te horen. Daarnaast brengen ze ook een aantal eigen
nummers die wel bluesverwant zijn, maar die toch, met wat meer beat, een
tikkeltje meer naar de rock neigen. ‘Long Black Road’ is zo een
nummertje. Het Engels van de twee heren is niet perfect, maar dat
vergeven we hen graag.
Meer
rock krijgen we van Hootenanny Jim, een project, zegt het
programmaboekje, van multi-muzikant en performer Ad van Meurs. De Easy
Riders van de Peel (sic) zorgen dus voor het meer robuuste, stevige
werk. Niet echt veel belangstelling voor Hootenanny Jim, maar dat zal
wel liggen aan het feit dat op nog een paar andere locaties binnen het
theater bands aan het werk zijn. Persoonlijk vinden wij Hootenanny Jim
niet zo geweldig, maar het is wel plezant en daar gaat het in de muziek
misschien in de eerste plaats wel om.
Rabozaal
In
de Rabozaal stonden twee acts geprogrammeerd: Hans Theessink & Terry
Evans en het Heritage Blues Orchestra. Theessink en Evans
hebben totaal verschillende stemmen, maar die uiteindelijk wonderwel bij
mekaar passen. Hun act is in hoofdzaak rustig, laid-back, delta, maar er
kan toch ook al eens een iets sneller nummertje, een juke joint stomper,
af. Mooie, overwegend rustige set dus, maar hoe mooi ook, na een half
uurtje begint bij een deel van het publiek de… verveling toch toe te
slaan en blijft niet iedereen de volledige set uitzitten.
Van
enige verveling is er geen sprake met de set van het Heritage Blues
Orchestra, een negenkoppige soort kleine big band, acht heren en één
dame, rond bluesman Junior Mack. De band brengt nogal wat covers die
niet dadelijk herkenbaar zijn omdat ze in een eigen Blues
Orchestra-jasje gestoken zijn. Gospel, soul, jazz, John Lee
Hooker-achtige boogies en allerlei soorten blues, dat zijn de
ingrediënten van hun aanstekelijke en nooit vervelende… show, laten we
het zo maar noemen. Schitterend gewoon. Spijtig dat het niet langer
duurt.
Jean Bervoets
reageer op dit artikel
terug naar de index van de concert-
en festivalrecensies