Het weekend rond 21 juli (nationale feestdag) is traditioneel het
BRBF-weekend, en op vrijdag 19 juli en de volgende twee dagen was het
weer zover. Het BRBF moest, noodgedwongen, verhuizen naar een nieuwe
locatie en die nieuwe locatie vond de organisatie een paar honderd meter
verder langs de Deusterstraat. Wij, nieuwsgierig als we toch wel zijn,
waren dus vreselijk benieuwd en… na een verkennende rondgang kunnen we
alleen maar zeggen dat de organisatie uitstekend werk heeft geleverd. De
nieuwe site is inderdaad prachtig. Blijkbaar heeft de organisatie kosten
noch moeite gespaard. Aan alles is gedacht om het de bezoekers zo veel
als maar enigszins mogelijk naar de zin te maken. De ganse site, met
parkings, camping en uiteraard festivalterrein zelf, is logischer en
overzichtelijker ingedeeld. Er is, zonder minste twijfel, heel wat denk-
en handwerk aan te pas gekomen, maar het resultaat is gewoon
schitterend!
vrijdag 19 juli
Vier bands op vrijdag is nu toch al een aantal jaren een traditie.
Kregen vroeger vooral Belgische en Nederlandse bands de kans op vrijdag,
dan werd dit jaar van die piste flink afgeweken. Zo waren The
Excitements, een achtkoppige Spaanse band, jawel, uitgenodigd om de
feestelijkheden op vrijdag af te sluiten. Wij hadden, eerlijk is
eerlijk, nog nooit van The Excitements gehoord, maar wij werden toch
aangenaam verrast door wat zangeresje Koko Jean Davis en kompanen te
bieden hadden. We kregen een heerlijke mix van funk, swing, blues,
rhythm and blues, southern soul en toch ook wel, een beetje, rock. Koko
deed precies alle moeite van de wereld om Tina Turner in de schaduw te
stellen, maar slaagde daar duidelijk niet in wegens te schreeuwerig en
misschien nog een beetje te weinig ervaring. Wie ooit 'The Commitments'
(film) heeft gezien, kan zich een redelijk goed beeld vormen van wat The
Excitements te bieden hadden. Al bij al een heerlijke afsluiter. Ook
heel erg swingend, en met een heel hoog Las Vegasgehalte, acteerden
Slick Nick And The Casino Special. De naam zegt het eigenlijk al een
beetje zelf. Fifties jump, jive, swing, rock en echte rhythm and blues
werden ons deel. Deze 'little big band' is echt wel een ambianceband, zo
een beetje in de stijl van Jools Holland. Stijlvol entertainment zouden
we kunnen zeggen.
Genoeg gejived, geswingd en gejumped, want eerder op de avond hadden we
uitgebreid kunnen genieten van Hideaway. Het was alweer een
tijdje geleden dat we de jongens nog aan het werk hadden gezien, en
vooral gehoord, en zij verrasten ons met een prachtig gevarieerde set.
Hideaway wilde ons duidelijk tonen wat ze allemaal kunnen, en dat is
uiteindelijk heel wat. We kregen blues, rock, gospel, Louisiana en nog
een paar andere stijlen. Zouden we de term 'Americana' hier ergens
durven gebruiken? Hideaway week meer dan een beetje af van de
platgetreden blues 'dirt road' en dat is een goed ding. We wisten al
heel lang dat Hideaway goed is, maar dit was de beste set die we ooit
van hen hebben gehoord. En o ja, dan was er ook nog het Britse
bluesrocktrio Virgil And The Accelerators. Het mag voor ons af en
toe al eens wat 'harder' zijn, geen enkel probleem, maar trop is te veel
en te veel is trop. En voor ons was het… trop. En hoe hard Virgil en
maten ook loeiden, de respons bij het publiek bleef, vreemd genoeg, aan
de lage kant. Virgil And The Accelerators, écht iets voor de
hardrockende bluesliefhebbers en daar horen wij niet (meer) bij!
zaterdag 20 juli
En
dan was er de zaterdag met The Heritage Blues Orchestra als
absolute topper(s) van de dag, laten we het daar misschien toch wel over
eens worden. Negen mensen op het podium die nog 'echte' blues spelen en
zingen. Zij deden het hele gamma, van slow blues, over stampende boogie
naar pianoblues en gospel, van de delta naar Chicago… en terug
eigenlijk. En het was bovendien ook nog onnavolgbaar goed gedaan. Eén
van de vele hoogtepunten uit hun set was 'Summertine' (Gershwin), om er
maar eentje te noemen, met alleen een piano en de hemelse stem van
Chaney Sims. Een absoluut adembenemende topper. Niks, geen lawaaierig
gedoe, alleen de essentie. Bij deze band verzinkt de rest eigenlijk een
beetje in het niets. Maar vermits wij er toch waren en de redactie van
ons een algemeen verslag wenst, toch ook de andere bands even onder de
loep nemen...
Om
de langslapers op de camping uit hun telt te lokken had de organisatie
Sugar Boy and The Sinners, uit het Nederlandse Leiden, laten
overkomen en ze om exact twaalf uur, middag uiteraard, het podium
opgejaagd. Zelf zeggen ze West Coast blues en rhythm and blues te
spelen, maar naar ons gehoor zat er toch een dikke streep rockabilly
onder. Zanger Sugar Boy staat ook aardig zijn mannetje op de bluesharp.
Al bij al zagen, en hoorden, we een best leuke, energieke set van een
gedreven jonge band. Alleen vonden we het drumwerk van Frank Duindam
soms eerder wat houthakkerig.
Rita Engedalen moest haar titel van
'Noorse Queen of the Blues'
komen waarmaken en zij deed dat met (grote?) onderscheiding. Rite pakte
uit met een trip doorheen de delta. En ja hoor, wij konden dat reisje
best smaken. Vooral Mississippideltablues dus, met hier en daar toch ook
wel wat 'punch', en Rita had er geen moeite mee, en wij ook niet, om ook
even Janis Joplin boven te halen. Bovendien had Rita ook wat gospel in
haar playlist opgenomen. Rita is een goede zangeres, soms een beetje
schreeuwerig, maar… goed. Toch ook zeker niet vergeten te vermelden het
schitterende gitaarwerk van Morten Omlid. Voor wie het niet zo begrepen
had op de Noorse Queen of the Blues waren er The Delta Saints,
een stel jonge honden uit Nashville, Tennessee, die
kwamen tonen, laten horen eigenlijk, hoe zij vinden dat moderne blues
zou moeten of kunnen klinken. Zij spelen een soort vettige blues met een
flinke scheut rock, eigenlijk een beetje te veel rock naar ons
aanvoelen. Frontman Ben Ringel heeft een geweldige stem en ook
instrumentaal staan Ben en kompanen flink hun mannetje. En konden de
Saints in Ospel dit jaar niet zo erg overtuigen, in Peer deden zij dat
wel.
Het
is niet geheel onmogelijk dat een aantal Peergangers een beetje verbaasd
zullen hebben opgekeken toen zij op de affiche de naam van Hugh
Laurie ontdekten, want Hugh is bij de goegemeente waarschijnlijk
beter gekend als Dr. House uit de gelijknamige televisieserie. En
eerlijk gezegd kenden wij Hugh ook eerder als acteur dan als
blueszanger/muzikant. Hugh wilde niet dat er foto's werden genomen en
dat was duidelijk niet naar de zin van de talrijke fotografen die al een
comfortabel frontstageplekje hadden uitgezocht. En we geven het toe, de
Laurie-set heeft ons echt wel verrast. Hugh doet blues, jazz en veel New
Orleans. Hugh is zo te horen een grote fan van Dr. John en daarom begon
hij zijn set waarschijnlijk met het alomgekende 'Iko, Iko'. Het podium
was voor de gelegenheid, volgens 'kenners', met een berg prullaria
aangekleed als het interieur van een New Orleans-bordeel uit de jaren
dertig. Hugh zingt niet onverdienstelijk, speelt piano en gitaar, maar
liet het meeste vocale werk toch over aan de twee schitterende
zangeressen Jean Mac Lain en Gaby Moreno. Hugh Laurie, een meevaller.
Twee bands die er bij de eerste editie van het BRBF, in 1985, ook al bij
waren, namelijk The Fabulous Thunderbirds en The Robert Cray
Band, mochten de zaterdag afsluiten. De Thunderbirds regen de hits
en hitjes aan mekaar en hier en daar was er ook plaats voor wat
recenter, niet zo héél erg bekend werk. We hoorden precies wat meer soul
en funk in de nieuwe nummers. Het begin van de set was strak
veelbelovend, maar na een tijdje zakte de intensiteit toch wel. Het is,
uiteraard, een zeer persoonlijke impressie, maar wij hadden graag een
tikkeltje meer vuur gehoord. The Thunderbirds moeten 'vlammen' en dat
was in Peer niet echt zo. Let wel, Kim Wilson en kompanen blijven
uitstekende muzikanten die echt wel leuke dingen doen, maar verrassingen
bleven uit. We hadden niet echt een 'wow-gevoel'.
Robert Cray, die ook liever niet gefotografeerd wilde worden, misschien
stond hij daarom zo ver naar achter op het podium?, begon zijn set met
'Phone Booth', het nummer waarmee hij ook in 1985 opende. Cray
serveerde, natuurlijk, een aantal door iedereen gekende hits, maar toch
ook weer veel nieuw werk waarop het publiek niet zo heel uitgelaten
reageerde. Robert, wiens haar al wat zilverachtig is, acteerde,
misschien wel normaal, niet zo uitbundig meer als 29 jaar geleden. Wij
vinden de set een beetje vlakker, minder enthousiast. Het lijkt ons
allemaal een beetje te routineus geworden. En ook het publiek wist niet
goed wat het met deze Robert Cray aan moest, want de bijval bleef aan de
lage kant. Wij hadden ook veel liever een wat… levendiger Robert Cray
gezien.
Jean Bervoets
zondag 21 juli
De verschroeiende hitte, die op het
podium vanwege de belichting nog een flinke boost kreeg, had geen
invloed op de prestaties van Doghouse Sam And His Magnatones.
Maar ook een groot deel van het publiek had op dit vroege uur de hitte
getrotseerd om Sam en zijn kompanen aan het werk te zien. Dat hun eind
vorig jaar uitgebrachte debuut-cd 'Buddha Blue', wereldwijd goede
kritieken kreeg, heeft zeker een positief effect op hun
podiumprestaties. Met een fenomenale dosis energie gaf de band een
bloemlezing uit 'Buddha Blue', waarbij het swingende 'Why' met de
volledig in het wit gestoken bassist Jack Fire in een prominente rol,
zeker één van de hoogtepunten was. Bovendien profileert Doghouse Sam
zich hoe langer hoe meer als een echte frontman. Hij maakt niet alleen
verdomd goed gebruik van de slide en de mondharmonica, maar ook als
entertainer begint hij open te bloeien.
Mike Zito is zo een gitarist die
je moeilijk in een hokje kan stoppen. Later op de dag zou hij nogmaals
op het podium verschijnen maar eerst mocht hij zijn eigen ding doen.
Mike's muziek balanceert zowat tussen southern rock, bluesrock en blues.
Zijn slidewerk was om van te snoepen en zijn soli waren netjes gedoseerd
waardoor ze zeer te genieten waren. Naast eigen songs sierde werk van
Lightnin' Hopkins en Luther Allison zijn playlist.
Traditiegetrouw wordt er op
zondagnamiddag een akoestische set ingebouwd. Dit jaar was het de beurt
aan Eric Bibb. Na enkele songs van Bibb, solo met akoestische
gitaar, mocht de Zweedse gitaarvirtuoos Staffan Astner op de telecaster
aanrukken. Met Staffan maakte Bibb het in 2011 uitgebrachte album
'Troubadour Live'. Een samenwerking die beiden zo goed meeviel dat samen
op het podium staan, het logische gevolg leek. De donkere stem van Bibb,
de immens mooie gitaarpartijen van zowel Eric als Staffan maakten van
dit optreden het gedroomde zondagmiddagse luistermoment met pareltjes
als o.a. 'Walking Blues Again' en 'Going Down The Road Feeling Bad'.
Iemand die we graag terug zagen was
Bettye LaVette. Bij haar vorige doortocht in Peer in 2006 liet zij
immers een enorme indruk na. Ook nu, zeven jaar later, imponeerde zij
nog steeds. Haar eerste single 'My Man-He's A Lovin' Man' uit 1962 zong
ze nog steeds met volle overtuiging en 'Heart Of Gold' van Neil Young
klonk in LaVette's versie als een compleet nieuwe song. Bettye had niet
enkel problemen om de draadloze microfoon op het statief te klemmen,
maar ook de hitte speelde haar parten. Die hitte en de daarbij horende
stemproblemen verplichtten haar om haar imponerende set jammer genoeg
vroegtijdig te beëindigen.
Leden van de Allmanclan en de Nevilles,
die samen met Mike Zito in een band spelen... als dat geen supergroep
oplevert, dan weten wij het ook niet meer. Dit om maar te zeggen dat
Royal Southern Brotherhood een groep is om in de gaten te houden.
Devon Allman, zoon van Gregg, is iemand die zowel zijn stem als
snarenspel in familiekring kon laten rijpen. En dat hoor je ook, want
zowel stem als gitaarwerk refereren naar The Allman Brothers Band.
Bovendien waren de gitaarduels tussen Allman en Zito van een niveau dat
je zelden op een podium te horen krijgt. Percussionist Cyril Neville is
dan weer vanwege zijn kledij en accessoires zowel letterlijk als
figuurlijk de kleurrijke noot in het gezelschap. Vooraan op het podium
achter zijn percussiekit, zorgde hij immers voor het typische 'New
Orleans feelin' good sfeertje'. Dat Royal Southern Brotherhood niet
enkel keien zijn in bluesrock en southern rock, maar ook de blues een
warm hart toedragen, bewezen ze met afsluiter, het van B.B. King bekende
'Sweet Little Angel.
Gov't
Mule, de band rond gitaarwizzard
Warren Haynes, ooit ook bij The Allman Brothers Band, stond in 2007 ook
op dit podium. Hun set stak vol vlammend, vaak lang uitgesponnen, en
niet altijd even genietbaar gitaarwerk. Hun versie van 'Wishing Well'
van Free was dan wel weer een schot in de roos.
Omstreeks 21.30 u mocht Status Quo deze 29ste
editie afsluiten. Een wel erg gevarieerde editie, met enkele
interessante ontdekkingen maar ook met artiesten die we erg graag terug
op het podium zagen!
Lambert Smits
reageer op dit artikel
terug naar de index van de concert-
en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To
The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift
voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we
u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies,
boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee?
Klik hier voor meer info.