Chicago Blues Festival
Banana Peel, Ruiselede - 30 november 2015


Het concept van het 'Chicago Blues Festival on tour' is al 46 jaar oud. We herinneren ons nog levendig de edities van 1989 met Eddy Clearwater, Big Time Sarah en Buster Benton. En het jaar daarop met Jimmy Johnson, Johnny B. Moore en Byther Smith. Banana Peel doet dus al een kwarteeuw mee, ook al wordt het er niet eenvoudiger op om doorgewinterde bluesmuzikanten uit Chicago zelf te engageren, zonder op termijn in herhaling te vallen. Toch is tourorganisator Guillaume Fontenille (een zuiderbuur, zoals zijn naam laat vermoeden) erin geslaagd om van de editie 2015 een topper te maken.

“Het gaat niet om waar je woont, maar om wat je speelt”, zei Bananaboss Franky Van de Ginste ons, toen we voor het concert aanhaalden dat gitarist Chris James en bassist Patrick Rynn in San Diego, California wonen, maar wel gepokt en gemazeld zijn in de Chicagoblues. En dat harmoncaspeler Aki Kumar (zie BTTR van december 2014) van Indische afkomst is, en tegenwoordig rond Los Angeles woont, maar dat hij haast de reïncarnatie van Little Walter is. Wél uit de 'windy city' komen toetsenman Ken Saydak (Delmark Records), zangeres Chick Rogers en superdrummer Willie 'The Touch' Hayes. Vooral voor deze laatste zijn heel wat fans naar de Banana Peel afgezakt. Heeft u daar al eens bij stilgestaan? Dat met name de drummer van een band de publiekstrekker kan zijn?


Aki Kumar mag openen. Met de shuffle 'My Baby Don't Love Me No More' tapt hij stilistisch meteen uit het Little Waltervat. Daarna speelt hij 'Keep What You Got', waarbij Chris James een knappe staccato uit zijn gitaar tovert. De sfeer zit lekker en Aki zet gemene pretoogjes op. We kennen die blik. Dat belooft vuurwerk voor straks! Ken Saydak mag schitteren in de volgende drie nummers. Hij speelt een boogie à la Pinetop Perkins, een zelfgepende ballade ('Time I Spend Alone') en zijn versie van de Chicagoklassieker 'Help Me'. Ken is niet de beste zanger. Het is te zeggen... hij heeft een goede stem maar hij doet er niets mee. Maar als toetsenist behoort hij – zeker op Hammond – tot de besten. Ondertussen bereikt Aki op harmonica een eerste kookpunt. Net op tijd, want Chris James gaat zingen. Hij is een verteller, zowel in songteksten als op gitaar. 'I like money but money don't like me', zingt hij. En het publiek spitst de oren. Hij brengt ook een pulserende versie van 'Shame Shame Shame' (Jimmy Reed / Eddie Taylor) en... dat gedreven effect wordt eigenlijk geproduceerd door de man die goedlachs van achter zijn drumstel toekijkt, alles en iedereen verbluffend fijntjes in de gaten houdt, maar de ritmische teugels niet viert, wie er ook soleert. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat Willie Hayes de absolute leider in deze band is. Bij momenten daagt hij zijn companen uit, door ongemerkt het tempo te versnellen om elke song tot een climax te brengen. Wat een plezier om hem nog een keer aan het werk te zien!

Aan het einde van de eerste set brengt Melvia 'Chick' Rodgers drie songs: 'Let The Good Times Roll', 'I Sing The Blues For You' en een medley van 'Everyday I Have The Blues' en 'Hey Hey The Blues Is All Right'. Het tengere dametje heeft een forse stem en daar is zowat iedereen het mee eens. Maar... ze brengt geen eigen nummers en bewandelt platgetreden paden. Gelukkig tilt de band deze songs op tot een verfrissend niveau.

De tweede set is van opzet identiek aan de eerste, alleen steekt iedereen een energetisch tandje bij. Aki speelt 'Just Keep Lovin' Her' en iets in hem explodeert. Hij trekt werkelijk alle harmonica-technische registers open en slaat de toeschouwers met algehele verstomming. Wat een harmonicaspeler! Wat een talent! Ken Saydak kruipt in de hem toegewezen nummers in de huid van Roosevelt Sykes en Aki haalt tijdens een boogie voor het eerst de chromatische harmonica boven. Ook hiermee kan hij meer dan aardig overweg. Patrick en Chris schitteren in 'Girl Tell Me What You Did Last Night'. Het is een uptempo shuffle waarin alle
muzikanten zich tenvolle uitleven en werkelijk staan te dansen op het podium (behalve drummer Willie Hayes en toetsenman Ken Saydak omdat ze... ja natuurlijk, omdat ze neerzitten). En dan... dan volgt pure magie. Beeldt u zich die kolkende massa voor, de opgehitste juke joint van Ruiselede, het blueskot der blueskoten, tot de nok gevuld met in vijf lagen opeengestapelde orgasmerende bluesfans die plotsklaps, zoals na een donderslag bij heldere hemel... ademloos toekijken en helemaal stil worden. Je kon de spreekwoordelijke speld horen vallen. Alleen was er geen speld. Je hoorde alleen Chris James die helemaal solo, heel gevoelig zingend en al even intimistisch gitaarspelend de pakkende slow 'Sail On Little Girl' inzette. Kippenvel! Nu hebben wij zelf al verschillende keren met Chris James samengewerkt, maar zo sterk zagen we hem nog nooit. Na twee coupletten valt de band in en alweer zijn het Aki en Willie die de boel aanzwengelen. Willie mag daarna trouwens uitgebreid soleren in een energieke versie van 'Mona' (Bo Diddley). De fans eten uit zijn hand. Tot slot komt Chick Rodgers nog 'Mojo Working' en een op B.B. King geënt nummer zingen.

Het is vijf voor elf, dus is er nog tijd voor één toegift. Dat wordt er eentje om het af te leren: 'Sweet Home Chicago'. Deze editie van het 'Chicago Blues Festival on tour' was om duimen en vingers van af te likken. Onze drang naar een volgend bezoek aan de blueshoofdstad is er alleen maar groter op geworden. Inmiddels zijn de vluchten al geboekt...

Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
     

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel

      _____________________