|
||
|
vrijdag 10 juli De vrijdagavond was een ware 'ladies night'. Je kon een luisterroute uitstippelen langs een keur van indrukwekkende vrouwenstemmen. Wij kozen ervoor en begonnen bij Lizz Wright. Lizz is veelzijdig en sober in haar podiumpresentatie. Ze ondersteunt haar prachtige stembuigingen met gracieuze arm- en handbewegingen. Wordt het vanavond: gospel, soul, country of pop misschien? Natuurlijk een uitgewogen melange van dit alles... Wright opent met een prachtige versie van Neil Youngs 'Old Man', bijna akoestisch gespeeld in een broeierige deltabluesstijl. De toon is meteen gezet, de zaal ligt aan haar voeten. Er volgen nummers van haar binnenkort te verschijnen cd 'Freedom And Surrender'. De songs beginnen klein, waaieren breeduit door machtig drumwerk en hammondspel, om tenslotte weer even zacht als een veertje te landen. Dit geldt zeker voor de song 'Speak Your Heart' en het aan Sam Cooke opgedragen 'If You Lead Me'. Zelfs bij de platgespeelde soulklassieker 'The First Time Ever I Saw Your Face' klemt ze ons in de houdgreep van haar betovering. Even terug in de avondkoelte pakken we een staartje mee van Shirma Rouse in de Mississippitent. Een omvangrijke Nederlandse band begeleidt haar. Misschien geen onvergetelijke muziek, maar ze houdt de aandacht van haar publiek en draagt bij aan de loom ontspannen sfeer bij het festivalpubliek. Dan volgen de optredens van José James en Cassandra Wilson, helaas vrijwel tegelijkertijd. Waar James zich richt op getrouwe vertolkingen van Billie Holidaysongs en binnen de lijntjes kleurt, gaat Wilson daar veel vrijer mee om. De liedjes zijn niet altijd meteen herkenbaar, en het is een aardige inspanning om de originelen terug te vinden in de vrije vorm. Maar ze zijn er wel degelijk: 'The Way You Look Tonight' en 'What A Little Moonlight Can Do'. In 'All Of You' blijven we dichter bij de bron: het wordt ontroerend klein en met grote diepgang voor het voetlicht gebracht. We sluiten de vrijdagavond af in de Maas met Alabama Shakes, het soulvolle kwartet uit Athens, Georgia. Ze hebben voor de gelegenheid hulptroepen laten aanrukken: drie achtergrondzangeressen en twee toetsenmannen. Het is tenslotte een groot podium, daar in de Maas. Het optreden wil niet echt op stoom komen, dit ondanks de inspanningen van de in alle opzichten indrukwekkende zangeres en gitariste Brittany Howard. De kernleden en hulptroepen lijken nog te onwennig voor elkaar om gezamenlijk op soulvolle wijze het publiek in hun greep te krijgen. Jammer... Graag hadden we ze aan het werk gezien op het podium van de Congotent. Ze zouden daar ongetwijfeld scheuren in het tentdoek hebben gespeeld. zaterdag 11 juli Het rijke programma vandaag gaat van start op de Congo Square. Daar maken we kennis met het intrigerend kwartet met de cryptische naam Reverend Shine Snake Oil Co. Gitarist Justin Moses Gunn tovert magische klanken uit een loshangende snaar op zijn gitaar terwijl zanger Claudius nog, met de rug naar het publiek, in gebed verzonken lijkt. Ze vervolgen met rudimentaire oerblues . Een groot en urgent stemgeluid doet denken aan de gruizige stembanden van Howlin’ Wolf en Tom Waits. De thuisbasis voor deze avond is vervolgens de Congotent waar de jonge Texaanse ontdekking Leon Bridges ons vergast op een pastiche van 'vintage' soul uit de vroege jaren zestig. Bridges speelt kundig maar doods. Contact met het publiek blijft uit. Zijn debuut-cd 'Comin’ Home' komt integraal voor het voetlicht maar brengt weinig in beweging. De jonge zanger zingt zich gemakkelijk koel en afstandelijk door zijn set. Goede band, lenige zang, maar als uitvoerend soulzanger heeft Leon Bridges nog veel te winnen. Het optreden van Habib Koité en Eric Bibb wordt één van de hoogtepunten van deze avond. Bibb heeft al een rijke carrière achter zich, met tal van interessante projecten en samenwerkingsverbanden. Dat met de Malinese zanger en gitarist is er één van: vastgelegd op hun album 'Brothers in Bakamo'. Hun set is een ode aan de magie die muziek teweeg kan brengen. De twee gitaristen spelen met scherpe maar toch ontspannen focus op elkaar het beste in zichzelf en de ander naar boven. In 'Needed Time' valt alles samen in bedwelmend samenspel en samenhang. Het contact met het publiek lijkt elektrisch geladen, en ontlaadt zich in massaal spontane bijval. Aan het eind van hun optreden smeekt het publiek om een toegift, maar het onverbiddelijke tijdschema staat dit helaas in de weg. Ze moeten plaats ruimen voor Ruthie Foster. Met haar verpletterend optreden beleven we het extatisch hoogtepunt van de avond. Foster heeft zich ontwikkeld van een wat introverte zangeres tot een podiumdier dat met charmante overtuigingskracht in de kortste keren het publiek aan haar voeten krijgt. Ze is zeer veelzijdig en beheerst het hele palet van Amerikaanse rootsmuziek: van gospel, blues tot country en folk. Ze opent met 'Promise of A Brand New Day' van haar laatstverschenen cd. Ze legt hierin meteen haar hele ziel en zaligheid bloot, en de tent geeft zich gewonnen. De band is klein maar veelzijdig: Scottie Miller op Hammond B3 en mandoline en bassist Larry Fulcher zijn meer dan competente begeleiders. Hun klasse tilt het optreden naar een onwaarschijnlijk hoog niveau. Dan volgen de covers 'Fruits of my Labor' (Lucinda Williams) en 'The Ghetto' (Mavis Staples). Ruthie vertolkt haar vrouw intens in de sobere ballade 'Phenomenal Woman' waarin Miller schittert op mandoline. Niet allen het vrouwelijk deel van de toehoorders raakt diep geroerd. Wie dit optreden heeft gemist, kan zich troosten met de aanschaf van de cd 'Live at Antone’s', vergezeld van een bonus-dvd, een misschien wat schrale troost, maar toch... Dat soulveterane Candi Staton in haar afsluitend optreden op het Congopodium het voorgaand hoog niveau niet wist te evenaren werd niet als teleurstelling ervaren. De opgeruimde Staton wist er desondanks een fijn feestje van te maken. Man-vrouwverhoudingen spelen in haar leven en liedjes een grote rol, zoals in plagerige toespraakjes bleek en ook in het hoogtepunt van de set: het onvermijdelijke 'Stand By Your Man', in medley gekoppeld aan 'Stand By Me', gloedvol gezongen door achtergrondzanger Xavier Barnett. zondag 12 juni Joep Pelt bezoeken we in de kleine zuurstofarme North Sea Jazz Club. Hij heeft zich door de jaren heen, door contacten wereldwijd, ontwikkeld van strikte bluesvertolker tot een muzikant die vele vormen van wereldmuziek omarmt. Hij is vanavond behalve een makkelijk en soms wat breedsprakerig prater ook een kundig aanvoerder van een groep puike begeleiders, waarbij 'basbunnie' Floor van Dijck natuurlijk extra in het zonnetje wordt gezet. Hun gezongen duet 'Don’t Leave Me Now' ontroert. In 'Carribean Way' horen we de invloed van Ry Cooder. Joep sluit af met een wel erg dynamische versie van J J Cale’s oorspronkelijk luie 'After Midnight'. Aan Gary Clark Jr. is de twijfelachtige eer af te sluiten op het misschien meest troosteloze podium van dit jaar: de holle bouwput van de Maas. De publieke belangstelling is matig, en het geluid klinkt hol in de halfgevulde hal. Desondanks weet hij minimaal één keer te overtuigen in de hommage aan B.B.King: 'Three O'Clock Blues' doet volledig recht aan de overleden blueslegende. Henk Demper
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Bert Lek _____________________
|