          

|
North Sea Jazz Festival Ahoy, Rotterdam (NL) - 10, 11 en 12 juli 2015
North
Sea Jazz kende een dubbel jubileumjaar. Dit was de tiende editie in de
Rotterdamse Ahoy en jaargang veertig overal. Je kon het zien aan de
verkrijgbare 'vintage' t-shirts, getooid met het sterke beeldmerk
waarmee het festival ter wereld kwam. Traditiegetrouw bevatte het
programma ook enkele bluesacts of op zijn minst muziek die ergens in de
blues is geworteld. In dit verslag lichten we voor u die acts er even
uit...
vrijdag 10 juli
De
vrijdagavond was een ware 'ladies night'. Je kon een luisterroute
uitstippelen langs een keur van indrukwekkende vrouwenstemmen. Wij
kozen ervoor en begonnen bij Lizz Wright.
Lizz is veelzijdig en sober in haar podiumpresentatie. Ze ondersteunt
haar prachtige stembuigingen met gracieuze arm- en handbewegingen.
Wordt het vanavond: gospel, soul, country of pop misschien? Natuurlijk
een uitgewogen melange van dit alles... Wright opent met een prachtige
versie van Neil Youngs 'Old Man', bijna akoestisch gespeeld in een
broeierige deltabluesstijl. De toon is meteen gezet, de zaal ligt aan
haar voeten. Er volgen nummers van haar binnenkort te verschijnen cd
'Freedom And Surrender'. De songs beginnen klein, waaieren breeduit
door machtig drumwerk en hammondspel, om tenslotte weer even zacht als
een veertje te landen. Dit geldt zeker voor de song 'Speak Your Heart'
en het aan Sam Cooke opgedragen 'If You Lead Me'. Zelfs bij de
platgespeelde soulklassieker 'The First Time Ever I Saw Your Face'
klemt ze ons in de houdgreep van haar betovering.
Even terug in de avondkoelte pakken we een staartje mee van Shirma Rouse
in de Mississippitent. Een omvangrijke Nederlandse band begeleidt haar.
Misschien geen onvergetelijke muziek, maar ze houdt de aandacht van
haar publiek en draagt bij aan de loom ontspannen sfeer bij het
festivalpubliek. Dan volgen de optredens van José James en Cassandra Wilson,
helaas vrijwel tegelijkertijd. Waar James zich richt op getrouwe
vertolkingen van Billie Holidaysongs en binnen de lijntjes kleurt, gaat
Wilson daar veel vrijer mee om. De liedjes zijn niet altijd meteen
herkenbaar, en het is een aardige inspanning om de originelen terug te
vinden in de vrije vorm. Maar ze zijn er wel degelijk: 'The Way You
Look Tonight' en 'What A Little Moonlight Can Do'. In 'All Of
You' blijven we dichter bij de bron: het wordt ontroerend klein en met
grote diepgang voor het voetlicht gebracht.
We sluiten de vrijdagavond af in de Maas met Alabama Shakes,
het soulvolle kwartet uit Athens, Georgia. Ze hebben voor de
gelegenheid hulptroepen laten aanrukken: drie achtergrondzangeressen en
twee toetsenmannen. Het is tenslotte een groot podium, daar in de Maas.
Het optreden wil niet echt op stoom komen, dit ondanks de inspanningen
van de in alle opzichten indrukwekkende zangeres en gitariste Brittany
Howard. De kernleden en hulptroepen lijken nog te onwennig voor elkaar
om gezamenlijk op soulvolle wijze het publiek in hun greep te krijgen.
Jammer... Graag hadden we ze aan het werk gezien op het podium van de
Congotent. Ze zouden daar ongetwijfeld scheuren in het tentdoek hebben
gespeeld.
zaterdag 11 juli
Het
rijke programma vandaag gaat van start op de Congo Square. Daar maken
we kennis met het intrigerend kwartet met de cryptische naam Reverend Shine Snake Oil Co.
Gitarist Justin Moses Gunn tovert magische klanken uit een loshangende
snaar op zijn gitaar terwijl zanger Claudius nog, met de rug naar het
publiek, in gebed verzonken lijkt. Ze vervolgen met rudimentaire
oerblues . Een groot en urgent stemgeluid doet denken aan de gruizige
stembanden van Howlin’ Wolf en Tom Waits.
De thuisbasis voor deze avond is vervolgens de Congotent waar de jonge Texaanse ontdekking Leon Bridges
ons vergast op een pastiche van 'vintage' soul uit de vroege jaren
zestig. Bridges speelt kundig maar doods. Contact met het publiek
blijft uit. Zijn debuut-cd 'Comin’ Home' komt integraal voor het
voetlicht maar brengt weinig in beweging. De jonge zanger zingt zich
gemakkelijk koel en afstandelijk door zijn set. Goede band, lenige
zang, maar als uitvoerend soulzanger heeft Leon Bridges nog veel te
winnen.
Het optreden van Habib Koité en Eric Bibb
wordt één van de hoogtepunten van deze avond. Bibb heeft al een rijke
carrière achter zich, met tal van interessante projecten en
samenwerkingsverbanden. Dat met de Malinese zanger en gitarist is er
één van: vastgelegd op hun album 'Brothers in Bakamo'. Hun set is een
ode aan de magie die muziek teweeg kan brengen. De twee gitaristen
spelen met scherpe maar toch ontspannen focus op elkaar het beste in
zichzelf en de ander naar boven. In 'Needed Time' valt alles samen in
bedwelmend samenspel en samenhang. Het contact met het publiek lijkt
elektrisch geladen, en ontlaadt zich in massaal spontane bijval. Aan
het eind van hun optreden smeekt het publiek om een toegift, maar het
onverbiddelijke tijdschema staat dit helaas in de weg. Ze moeten plaats
ruimen voor Ruthie Foster. Met haar verpletterend optreden beleven we het extatisch hoogtepunt van de avond.
Foster
heeft zich ontwikkeld van een wat introverte zangeres tot een
podiumdier dat met charmante overtuigingskracht in de kortste keren het
publiek aan haar voeten krijgt. Ze is zeer veelzijdig en beheerst het
hele palet van Amerikaanse rootsmuziek: van gospel, blues tot country
en folk. Ze opent met 'Promise of A Brand New Day' van haar
laatstverschenen cd. Ze legt hierin meteen haar hele ziel en zaligheid
bloot, en de tent geeft zich gewonnen. De band is klein maar
veelzijdig: Scottie Miller op Hammond B3 en mandoline en bassist Larry
Fulcher zijn meer dan competente begeleiders. Hun klasse tilt het
optreden naar een onwaarschijnlijk hoog niveau. Dan volgen de covers
'Fruits of my Labor' (Lucinda Williams) en 'The Ghetto' (Mavis
Staples). Ruthie vertolkt haar vrouw intens in de sobere ballade
'Phenomenal Woman' waarin Miller schittert op mandoline. Niet allen het
vrouwelijk deel van de toehoorders raakt diep geroerd. Wie dit optreden
heeft gemist, kan zich troosten met de aanschaf van de cd 'Live at
Antone’s', vergezeld van een bonus-dvd, een misschien wat schrale
troost, maar toch...
Dat soulveterane Candi Staton
in haar afsluitend optreden op het Congopodium het voorgaand hoog
niveau niet wist te evenaren werd niet als teleurstelling ervaren. De
opgeruimde Staton wist er desondanks een fijn feestje van te maken.
Man-vrouwverhoudingen spelen in haar leven en liedjes een grote rol,
zoals in plagerige toespraakjes bleek en ook in het hoogtepunt van de
set: het onvermijdelijke 'Stand By Your Man', in medley gekoppeld aan
'Stand By Me', gloedvol gezongen door achtergrondzanger Xavier Barnett.
zondag 12 juni
Joep Pelt
bezoeken we in de kleine zuurstofarme North Sea Jazz Club. Hij heeft
zich door de jaren heen, door contacten wereldwijd, ontwikkeld van
strikte bluesvertolker tot een muzikant die vele vormen van
wereldmuziek omarmt. Hij is vanavond behalve een makkelijk en soms wat
breedsprakerig prater ook een kundig aanvoerder van een groep puike
begeleiders, waarbij 'basbunnie' Floor van Dijck natuurlijk extra in
het zonnetje wordt gezet. Hun gezongen duet 'Don’t Leave Me Now'
ontroert. In 'Carribean Way' horen we de invloed van Ry Cooder. Joep
sluit af met een wel erg dynamische versie van J J Cale’s
oorspronkelijk luie 'After Midnight'.
Aan Gary Clark Jr.
is de twijfelachtige eer af te sluiten op het misschien meest
troosteloze podium van dit jaar: de holle bouwput van de Maas. De
publieke belangstelling is matig, en het geluid klinkt hol in de
halfgevulde hal. Desondanks weet hij minimaal één keer te overtuigen in
de hommage aan B.B.King: 'Three O'Clock Blues' doet volledig recht aan
de overleden blueslegende.
Henk Demper
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender,
enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Bert Lek
_____________________
|