|
||
|
vrijdag 21 augustus Guy Forsyth was, zoals bijna altijd, in grote doen. Vinden wij. Tegenwoordig hoor je nogal eens (vaak eigenlijk) de term ‘americana’ vallen als verzamelwoord voor alle rootsmuziek die in Amerika wordt gemaakt. Wel, als er één iemand is op wie de term americana terecht van toepassing is, dan is het Guy wel. In zijn set horen we gospel, blues, Bo Diddley, John Lee Hooker-achtige boogie, een streepje country en wat rock. Guy brengt enkele nieuwe nummers, maar toch ook een aantal van zijn oudere krakers. Vooral de ultieme kraker ‘Taxi!’ gaat er nog altijd in als zoetekoek. Maar… wanneer Guy begint te ‘zagen’ (letterlijk) is de lol er voor ons een beetje af. Al bij al een goede, bijwijlen steengoede, krachtige en gevarieerde set. Even daarvoor hadden we mogen kennismaken met het ‘kunnen’ van Ben Poole, een twintiger uit Brighton (UK). Ben is jong en zijn set is een beetje steviger dan die van de doorsnee oudere bluesman. Hij laat graag horen wat hij allemaal met zijn gitaar kan. Voor een jonge snaak heeft hij toch ook wel een goede, een beetje hese, blues- en soulstem. Freddie King is duidelijk één van zijn favorieten en diens ‘Have You Ever Loved A Woman’ krijgt een stevige, maar best leuke behandeling. De soulklassieker ‘Mr Pitiful’ (Cropper/Redding) is ook meer dan het beluisteren waard. ‘Hey Joe’ (van The Leaves, en door zowat 100.000 artiesten gecoverd) is dan weer wat te fel uitgesponnen. Ben Poole, voor het eerst in België, verrast in gunstige zin. Iets minder verrassend, voor ons dan toch, is de set van Wim ‘Howlin’ Bill’ De Vos. Wim, met in hoofdzaak eigen nummers, brengt een mix van blues, rock en een vleugje rockabilly. Wim heeft een goede, sonore stem, maar zijn harpspel is, vinden wij, een beetje te weinig avontuurlijk. De inbreng van Patrick Cuyvers (Hammond) geeft de band wel wat meer body en diepgang. zaterdag 22 augustus Snikheet is het in Wespelaar wanneer de Fossen Struijk Band om 14.30 uur de tweede dag van Swing op gang mag slepen. De FS Band speelt in hoofdzaak herkenbare Chicagoblues, meest covers, maar toch wel, eerlijk is eerlijk, goed gedaan. Robbert heeft een prachtige bluesstem die uitermate geschikt is voor het soort blues dat hij met zijn band brengt. Ondanks de hitte zijn we de ganse set van nabij blijven luisteren en dat spreekt toch wel in hun voordeel. Als je achttien bent en je kan gitaarspelen, dan wil je dat ook aan een (groot) publiek laten zien en vooral horen. Zo moet Magnus Berg, uit Noorwegen, hebben gedacht. En gitaarspelen kan hij. Zijn stem klinkt nog wel een beetje onvolwassen en geforceerd. Berg noemt AC/DC (jawel!), B.B. King, Howlin’ Wolf en Stevie Ray Vaughan als zijn grote voorbeelden en dat blijkt dan ook uit zijn repertoirekeuze. ‘How Blue Can You Get’ van B.B. krijgt een aanvaardbare behandeling. Bovendien is Magnus ook niet vies van een streepje soul, want hij begint zijn set met een stevige versie de Stevie Wonder-soulklassieker ‘Uptight (Everything’s Alright)’. Magnus Berg een bluesbelofte? Wij vinden van wel. Meer blues en soul krijgen we van de Tim Mitchell Band. Tim heeft ooit nog bij The Drifters en The Stylistics gespeeld en dat klinkt natuurlijk wel door in zijn set. Tim begint, compleet met falsettostem, met ‘The Most Beautiful Girl’ van… jawel, Prince. Tim heeft, en dat verbaast ons uiteraard niet, een goede soul- en bluesstem. Met ‘Kansas City’ (extended version), ‘Hey Joe’ (vocals bassist), ‘Superstition’ en een… ‘Whole Lotta Love’-medley tapt Tim overvloedig uit het dit-kennen-we-allemaal-vaatje. Maar het zijn niet allemaal covers, want met, onder andere, ‘Sweet Mama’ en ‘Uncle Bo’ bewijst hij dat hij ook wel mooie, pakkende bluesnummertjes kan schrijven. Al bij al levert Tim een goede, onderhoudende set af. Uit het Schotse Glasgow komen ze, King King, de band rond Alan Nimmo. En stiekem zijn we al jaren fan de Nimmo Brothers (Alan en Stevie), maar beide broers hebben nu elk hun eigen band en soms komen ze nog wel eens samen. King King staat voor bluesrock maar dan wel van het aanvaardbare soort. Toegegeven, het gaat een beetje luider en sneller, maar er zijn ook, opvallend veel zelfs, rustigere nummers. Alan introduceert ook een paar interessante nieuwe nummers. Hij draagt ook een nummer op aan zijn broer met de woorden: “I don’t know where he is now, but this one is for my brother Stevie.” Een vreemde uitspraak... Met gitarist (cigarbox-gitaar) Aaron Moreland en zanger/harmonicaspeler Dustin Arbuckle, kortweg Moreland & Arbuckle, en nog een drummer, had de organisatie een ietwat apart trio in huis gehaald. Hun muziek is een mix van blues, folk, rock, country en soul, maar de blues uit de delta klinkt toch het meest door. We krijgen nogal wat uptempo dingetjes te horen, maar toch ook wel een aantal tragere nummers. Zo horen we, onder andere, Robert Johnson, Elmore James, Bo Diddley en van heel ver precies een beetje T-Birds. Moreland & Arbuckle, een apart duo met een aparte set. En om dag twee in schoonheid af te sluiten, had de organisatie Royal Southern Brotherhood uitgenodigd. Geen Mike Zito of Devon Allman meer bij de Brotherhood, maar zij werden vervangen door Bart Walker en Tyrone Vaughan, zoon van Jimmie. Eigenlijk is de Brotherhood meer een… showband, maar… wel goed voor wie houdt van southern rock, gemixt met wat funk en blues. Hier en daar, vooral dan door het percussiewerk en zang van Cyril Neville klinken wat Caraïbische, reggae… euh… ritmes, klanken door. Een waardige afsluiter van dag twee van Swing 2015 ‘Blues For The People’? We dachten het wel! Jean Bervoets
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Michel Verlinden en Philip Verhaege _____________________
|