          

|
Blaublues Festival Zaal De Levaard, Haringe - 12 november 2016
Een
mens raakt al eens de tel kwijt. Hoeveel keer we dit gezellige festival
al hebben bezocht, weten we niet zo precies meer. Wat we wél weten is
dat we er dringend eens een nieuwe weerspreuk voor moeten verzinnen.
Want eenmaal Blaublues voorbij, staat de winter aan de deur. Getuige
daarvan de smerige kille miezer die ook vanavond in de lucht zat. En
eruit viel. Elk jaar dus, verkopen wij onze ziel aan de duivel op het
kruispunt waar West-Vlaamse en Noord-Franse bluesfans elkaar treffen.
De affiche van deze pelgrimage lonkte ons veelbelovend toe. We waren
vooral benieuwd om Giles Robson en Slam Allen eens live te zien en we
verheugden ons op het weerzien met onze maatjes uit Mississippi, er
rotsvast van overtuigd dat zij, Mr. Sipp en band dus, dit hol
genadeloos zouden inpakken.
De Britse harmonicavirtuoos Giles Robson
mocht openen. Meteen kregen we het antwoord op een vraag waarmee we
helemaal niet zaten. Geen mens die zich afvraagt hoe Junior Watson er
binnen vijftien jaar zou kunnen uitzien, maar bassist Jeff Walker was
het antwoord. Dit terzijde. Robson putte vooral uit zijn recente
meesterlijke cd 'For Those Who Need The Blues' en al van bij het begin
kreeg hij de handjes heel vlot op elkaar bij elke harmonicasolo. Hij
beheerst als geen ander (nou ja) de tongue blocking-techniek en daarvan
was 'Sarah Lee' een prachtvoorbeeld. Na zijn bluesrockavontuur met The
Dirty Aces koos Giles resoluut voor de 'old school blues' en ook live
deed hij ons denken aan een jonge Rod Piazza. De Piazza van Bacon Fat
en The Dirty Bluesband. “Als je geen treintje kunt spelen, dan ben je
geen goede bluesharmonicaspeler”, declameerde Robson plechtig, waarop
hij... een vlekkeloos treintje speelde. Hij bracht ook een felgesmaakt
eerbetoon aan Little Walter, één van zijn helden. In een bitsige bui
plachten wij al eens te zeggen dat Britse blues niet bestaat, maar
Giles Robson is zo één van die artiesten die ons gebiedt die menig te
herzien.
Connie Lush
is dan weer een artieste van het soort waarvan wij in een bitsige bui
al eens plachten te zeggen dat Britse blues niet bestaat. Maar we
moeten nuanceren want voor de stijl die deze zangeres brengt, bestaat
wel degelijk een publiek. Ook hier wist Lush de toeschouwers aan zich
te binden met een stem die ergens appelleert aan psychedelische
zwijmelblues uit de jaren 60. Er zijn nog van die jeugdhuizen waar de
neohippies de muziek van pakweg Janis Joplin op de bluesplank hebben
staan. In dit idioom past Connie Lush perfect. Ze bracht een show met
veel poeha en gek smoelenwerk, maar zingen kan ze wel. Haar
eigengereide versie van Etta James' 'Blues Is My Business' ging erin
als zoetekoek en als illustratie van hoe breed de bluesstaalkaart
eigenlijk wel is, stond Connie hier zeker op haar plaats. Ieder zijn
heug. En zijn meug.
Klassiek
op Blaublues is de akoestische act die in de aanbouwtent het publiek
vermaakt gedurende de ombouwpauzes op het hoofdpodium. Dit jaar viel de
Franse one-man-band Philippe Ménard
deze eer te beurt. Hij bracht drie intermezzi waarin hij ofwel meer
naar folk neigde ofwel retenstrakke boogie bracht. Het is natuurlijk
spectaculair om iemand harmonica, gitaar en drums tegelijk te zien
spelen aan een ijzingwekkend rampetampend ritme en die kunst verstaat
Ménard maar al te goed.
Slam Allen
dan. Slam wie? Inderdaad, ook wij moeten bekennen dat deze
zanger-gitarist voor ons een illustere onbekende was. We hadden het
biootje gecheckt en wisten enkel dat hij ervaring opdeed in Monticello,
Mississippi (ook Byther Smith was van Monticello), dat hij een tijd in
James Cottons band speelde en tegenwoordig in New York resideert. Slam
is een grote fan van B.B. King en met diens 'Sweet Sixteen' poneerde
hij onmiddellijk een onversneden clubsfeer in De Levaard. Dit concert
zat al van bij de aanvang goed. Meesterlijk bouwde Allen spanning op,
en met kwinkslaagse blues maakte hij duidelijk hoe belangrijk de
entertainmentsfactor voor dit muziekgenre is. Een lang uitgesponnen
versie van Jimi Hendrix' 'Hey Joe' bracht zijn optreden naar het
kookpunt, inclusief een hartenkapende wandeling door het publiek.
Toch... en eerlijk is eerlijk... stilde hij onze honger naar wat
originaliteit niet volledig. 'Let The Good Times Roll' hadden we
vanavond nog niet gehad en met een pulserende versie van de Stones'
'Satisfaction' hengelde hij misschien ietwat te nadrukkelijk naar
goedkoop succes. Maar een volleerd entertainer is hij wel, die Slam
Allen. Al bij al was dit een goede set van een goedlachse brulboei die
vanuit zijn liefde voor de blues veel liefhebbers voor zich wist te
winnen. Onbekend is niet altijd onbemind, en dat is maar goed ook.
Om
00.20 u. was het tijd voor het moment suprème, de klap en de vuurpijl,
de kers op de al felgesmaakte taart. We zijn er nog altijd trots op dat
we Mr. Sipp hier in Europa
hebben geïntroduceerd. In ons notaboekje hadden we bij voorbaat al iets
gekrabbeld over komen, zien en overwinnen. Het concert startte met een
korte set van gastzangeres Terrie Odabi
uit de Bay Area. Slechts vier nummers bracht ze, waarvan we 'I'd
Rather Go Blind' en 'Wang Dang Doodle', beide van Etta James,
onthielden als zeer onderhoudend en gebracht met een stem als een klok.
Als opwarmer kon dit tellen, al ging tijdens Terrie's inbreng onze
aandacht reeds onverdeeld naar Mr. Sipp en zijn kornuiten die zich als
een gedroomde begeleidingsband profileerden. Na Terrie's act schakelde
de band een versnelling hoger en barstte het feestje los. De
toeschouwes slikten 'Yes Man', 'Ain't Nobody's Business' en 'Dust The
Broom' als gesuikerde karnemelkpap. Weer bracht Mr. Sipp zijn typische
volstrekt eigen mix van pure Mississippiblues met gospelinvloeden.
Alles klopte gewoon. Het unisono-samenspel tussen gitaar en bas, de
juiste bek op het juiste moment, de danspasjes... Wat zijn deze kerels
goed in het entertainen van een liefhebberspubliek! Het is ons trouwens
opgevallen dat de band in een jaar tijd nog strakker en nog dynamischer
is geworden. We blijven het herhalen, en geen mens die ons op andere
gedachten kan brengen, maar Mr. Sipp wordt de volgende superster van de
blues. Zeker geweten! Het concert kende een mooie finale toen Mr. Sipp
aandacht vroeg voor drummer Stanley Dixon Jr. die ondertussen – het was
al in de vroege uurtjes – zijn 24ste verjaardag vierde. Luidkeels lalde
het publiek 'Happy Birthday' mee...
Blaublues 2016 was een heel sterke editie. Muzikaal dan. En hiervoor
steken we een welgemeende pluim op de pet van de organisatoren. Soms
gebiedt de eerlijkheid ons echter tot iets en dit geval gebiedt die
eerlijkheid ons te berichten dat de lichtman met een iets minder
rapport is thuisgekomen. Akkoord, het gezegde 'minder is meer' staat
soms ook bij concerten als een paal boven water, maar wij dachten dat
dit enkel voor het geluidsvolume gold. We houden ervan om ook te kunnen
zien wat we horen. Dit gezegd zijnde, kijken we al uit wat Blaublues
2017 uit de hoed zal toveren. Het wordt geen makkelijke opgave om de
programmering van dit jaar in kwaliteit te overtreffen...
Franky Bruneel
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender,
enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Franky Bruneel
_____________________
|