|
||
|
De Britse harmonicavirtuoos Giles Robson mocht openen. Meteen kregen we het antwoord op een vraag waarmee we helemaal niet zaten. Geen mens die zich afvraagt hoe Junior Watson er binnen vijftien jaar zou kunnen uitzien, maar bassist Jeff Walker was het antwoord. Dit terzijde. Robson putte vooral uit zijn recente meesterlijke cd 'For Those Who Need The Blues' en al van bij het begin kreeg hij de handjes heel vlot op elkaar bij elke harmonicasolo. Hij beheerst als geen ander (nou ja) de tongue blocking-techniek en daarvan was 'Sarah Lee' een prachtvoorbeeld. Na zijn bluesrockavontuur met The Dirty Aces koos Giles resoluut voor de 'old school blues' en ook live deed hij ons denken aan een jonge Rod Piazza. De Piazza van Bacon Fat en The Dirty Bluesband. “Als je geen treintje kunt spelen, dan ben je geen goede bluesharmonicaspeler”, declameerde Robson plechtig, waarop hij... een vlekkeloos treintje speelde. Hij bracht ook een felgesmaakt eerbetoon aan Little Walter, één van zijn helden. In een bitsige bui plachten wij al eens te zeggen dat Britse blues niet bestaat, maar Giles Robson is zo één van die artiesten die ons gebiedt die menig te herzien. Connie Lush is dan weer een artieste van het soort waarvan wij in een bitsige bui al eens plachten te zeggen dat Britse blues niet bestaat. Maar we moeten nuanceren want voor de stijl die deze zangeres brengt, bestaat wel degelijk een publiek. Ook hier wist Lush de toeschouwers aan zich te binden met een stem die ergens appelleert aan psychedelische zwijmelblues uit de jaren 60. Er zijn nog van die jeugdhuizen waar de neohippies de muziek van pakweg Janis Joplin op de bluesplank hebben staan. In dit idioom past Connie Lush perfect. Ze bracht een show met veel poeha en gek smoelenwerk, maar zingen kan ze wel. Haar eigengereide versie van Etta James' 'Blues Is My Business' ging erin als zoetekoek en als illustratie van hoe breed de bluesstaalkaart eigenlijk wel is, stond Connie hier zeker op haar plaats. Ieder zijn heug. En zijn meug. Klassiek op Blaublues is de akoestische act die in de aanbouwtent het publiek vermaakt gedurende de ombouwpauzes op het hoofdpodium. Dit jaar viel de Franse one-man-band Philippe Ménard deze eer te beurt. Hij bracht drie intermezzi waarin hij ofwel meer naar folk neigde ofwel retenstrakke boogie bracht. Het is natuurlijk spectaculair om iemand harmonica, gitaar en drums tegelijk te zien spelen aan een ijzingwekkend rampetampend ritme en die kunst verstaat Ménard maar al te goed. Slam Allen dan. Slam wie? Inderdaad, ook wij moeten bekennen dat deze zanger-gitarist voor ons een illustere onbekende was. We hadden het biootje gecheckt en wisten enkel dat hij ervaring opdeed in Monticello, Mississippi (ook Byther Smith was van Monticello), dat hij een tijd in James Cottons band speelde en tegenwoordig in New York resideert. Slam is een grote fan van B.B. King en met diens 'Sweet Sixteen' poneerde hij onmiddellijk een onversneden clubsfeer in De Levaard. Dit concert zat al van bij de aanvang goed. Meesterlijk bouwde Allen spanning op, en met kwinkslaagse blues maakte hij duidelijk hoe belangrijk de entertainmentsfactor voor dit muziekgenre is. Een lang uitgesponnen versie van Jimi Hendrix' 'Hey Joe' bracht zijn optreden naar het kookpunt, inclusief een hartenkapende wandeling door het publiek. Toch... en eerlijk is eerlijk... stilde hij onze honger naar wat originaliteit niet volledig. 'Let The Good Times Roll' hadden we vanavond nog niet gehad en met een pulserende versie van de Stones' 'Satisfaction' hengelde hij misschien ietwat te nadrukkelijk naar goedkoop succes. Maar een volleerd entertainer is hij wel, die Slam Allen. Al bij al was dit een goede set van een goedlachse brulboei die vanuit zijn liefde voor de blues veel liefhebbers voor zich wist te winnen. Onbekend is niet altijd onbemind, en dat is maar goed ook. Om 00.20 u. was het tijd voor het moment suprème, de klap en de vuurpijl, de kers op de al felgesmaakte taart. We zijn er nog altijd trots op dat we Mr. Sipp hier in Europa hebben geïntroduceerd. In ons notaboekje hadden we bij voorbaat al iets gekrabbeld over komen, zien en overwinnen. Het concert startte met een korte set van gastzangeres Terrie Odabi uit de Bay Area. Slechts vier nummers bracht ze, waarvan we 'I'd Rather Go Blind' en 'Wang Dang Doodle', beide van Etta James, onthielden als zeer onderhoudend en gebracht met een stem als een klok. Als opwarmer kon dit tellen, al ging tijdens Terrie's inbreng onze aandacht reeds onverdeeld naar Mr. Sipp en zijn kornuiten die zich als een gedroomde begeleidingsband profileerden. Na Terrie's act schakelde de band een versnelling hoger en barstte het feestje los. De toeschouwes slikten 'Yes Man', 'Ain't Nobody's Business' en 'Dust The Broom' als gesuikerde karnemelkpap. Weer bracht Mr. Sipp zijn typische volstrekt eigen mix van pure Mississippiblues met gospelinvloeden. Alles klopte gewoon. Het unisono-samenspel tussen gitaar en bas, de juiste bek op het juiste moment, de danspasjes... Wat zijn deze kerels goed in het entertainen van een liefhebberspubliek! Het is ons trouwens opgevallen dat de band in een jaar tijd nog strakker en nog dynamischer is geworden. We blijven het herhalen, en geen mens die ons op andere gedachten kan brengen, maar Mr. Sipp wordt de volgende superster van de blues. Zeker geweten! Het concert kende een mooie finale toen Mr. Sipp aandacht vroeg voor drummer Stanley Dixon Jr. die ondertussen – het was al in de vroege uurtjes – zijn 24ste verjaardag vierde. Luidkeels lalde het publiek 'Happy Birthday' mee... Blaublues 2016 was een heel sterke editie. Muzikaal dan. En hiervoor steken we een welgemeende pluim op de pet van de organisatoren. Soms gebiedt de eerlijkheid ons echter tot iets en dit geval gebiedt die eerlijkheid ons te berichten dat de lichtman met een iets minder rapport is thuisgekomen. Akkoord, het gezegde 'minder is meer' staat soms ook bij concerten als een paal boven water, maar wij dachten dat dit enkel voor het geluidsvolume gold. We houden ervan om ook te kunnen zien wat we horen. Dit gezegd zijnde, kijken we al uit wat Blaublues 2017 uit de hoed zal toveren. Het wordt geen makkelijke opgave om de programmering van dit jaar in kwaliteit te overtreffen... Franky Bruneel
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Franky Bruneel _____________________
|