          

|
BoogieVille III Vooruit, Gent - 5 maart 2016
Voor
de derde keer op rij vond in de Gentse Vooruit het veelzijdige
bluesevenement BoogieVille plaats. 'A Celebration Of The Blues' noemen
zij het zelf. En zij, dat is het organisatorische collectief, bestaande
uit Marie Follebout van de Missy Sippy, Tiny Legs Tim, Guy Verlinde en
Sep Vermeersch. Voor wie deze laatste niet kent – en ook voor wie hem
wél kent – is Sep bedenker van swingende concepten, event-coördinator
en dansleraar. Hij is ook een beetje de hopman (mogen we dat zo
zeggen?) van de Gentse Hoppers, een omvangrijke groep jonge mensen die
in en rond het Gentse maar al te graag allerlei ledematen uitslaan op
blues, soul, swing, roots, lindy hop, funk en andere 'ballroomgenres',
hoofdzakelijk uit de jaren 30, 40, 50 en 60. Is dit een belangrijk
detail? Ja, dat is een belangrijk detail want deze groep heeft in
recente jaren al deze genres weer bijzonder trendy gemaakt in het
Gentse. De bluesscene is er een mutualisme van livemuziek en een
danscultuur. En BoogieVille is dus hun feest.
We
schuifelen tegen zevenen binnen en in de foyer van de balzaal
verwelkomen vier jonge snaken ons muzikaal. We denken dat geen van hen
ouder dan twintig is. Nu hadden wij harmonicaspeler Matis Cooreman al
een paar keer als gast enkele nummertjes zien en horen meeblazen met
Marino Noppe, maar niets had ons doen vermoeden dat deze zachtmoedige
kerel een eigen bandje ambieerde. En dat bandje heeft hij nu. Bluebird
heet het, en naast Matis bestaat het uit drie andere regelmatige
bezoekers van de jamsessies in de Missy Sippy, alwaar ze elkaar hebben
gevonden en alwaar het mateloos klikte. Bluebird, twee akoestische
gitaren, drums en harmonica, speelt in hoofdzaak pure Chicagoblues,
jaren-50-stijl. Matis draagt een t-shirt van Little Walter, zijn grote
held en stichtend voorbeeld. Zijn harmonicaspel is danig geëvolueerd
dat hij ons meteen aan de grond nagelt (om maar eens een cliché uit de
kast te halen). Die gast is simpelweg beregoed. U gelooft het nooit,
beste lezer, maar wanneer we een halfuur later voor de eerste keer
gebruikmaken van ons abonnement op de sanitaire installaties – voor
slechts twee euro mogen we de hele avond naar hartenlust – denken we
dat het pauze is en dat ze een plaat van de échte Little Walter hebben
opgezet. Terug in de foyer geven we onszelf met gewassen hand een
medogenloze dreun tegen het bakkes om te zien of we wel bij bewustzijn
zijn. Matis is nog altijd aan het spelen en nu zingt hij ook. En dat
doet hij verbazingwekkend goed. Eigenlijk willen we blijven kijken,
maar we willen ook de sfeer van de masterclasses en de 'lecture' gaan
opsnuiven. Vanuit onze plicht als verslaggever lichten we dus met
tegenzin ons gat en klauteren we twee verdiepingen hoger langs de
art-decotrappen van de Vooruit.
Meester Guy Verlinde
heeft drie leerlingen die hebben ingetekend op zijn masterclass 'live
performance'. Of dat een succes is, laten we in het midden. Feit is wel
dat die drie maximaal kunnen profiteren van de interactie met Guy.
Alledrie spelen ze blues in een beginnend groepje, waarvan eentje
alweer is gesplit. Guy haalt geen trukendoos met grote geheimen boven,
maar vertelt logische dingen. Tenminste als je er even over nadenkt,
want zonder podiumervaring vergaloppeert het merendeel zich. Zo legt
Guy bijvoorbeeld uit dat hij aan het begin van elk optreden eerst het
publiek leest. Alles begint immers met het aanvoelen van het publiek.
Hij waarschuwt ook voor de gevaren van de playlist, omdat je met een
playlist het verloop van de avond al vooraf vastlegt, terwijl je net
flexibel moet zijn en met je publiek moet communiceren. En dat je show
naargelang de reacties van het publiek steeds een andere wending kan
nemen. Hij heeft het ook over geloofwaardigheid en bekent dat hij als
zeventienjarige zong over zijn vrouw en vijf kinderen die allemaal
scheel van de honger waren. "Ik zong dingen die niet voor mij waren",
zegt hij. De drie leerlingen hangen aan Guy's lippen maar wij maken ons
ervan los om even naar de lezing van Catfish & Cotton te gaan
luisteren.
Catfish & Cotton
zijn de broers Luc en Marc Borms uit de regio Aalst. Ze houden hun hele
leven al van blues, maken hun hele leven al samen muziek, geven
harmonicaworkshops en maakten samen verschillende reizen door de
Mississippidelta. Daarover hebben ze een boek geschreven, aanvankelijk
Engelstalig (zie recensie in BTTR 85) en nu is er de Nederlandse
vertaling. Het boek is als het ware een 'road book' voor wie de
pelgrimstocht langs Highway 61 wil maken. Marc en Luc vertellen hier
over alle heilige gronden die zij in het diepe zuiden hebben betreden
en alle historische plaatsen van enig bluesbelang waar ze zijn geweest.
Op het eerste zicht lijkt Marc ons een serieus mens en is Luc de
lolbroek van de twee. Luc leert ons het verschil tussen een ontbijt en
een middagmaal in Mississippi. Als er koffie bij de frieten staat, dan
is dit het ontbijt. Met dergelijke kwinkslagen blijven de pakweg 25
toeschouwers bij de pinken. Uiteraard is ook het unieke beeldmateriaal
een belangrijke meerwaarde, én het feit dat het duo op afwisselend
harmonica, gitaar en keyboard tussendoor ook muzikale streepjes kleurt.
Ze hebben de Duitse harmonicaspeler Mario Hemken te gast en die
improviseert een perfecte balans tussen techniciteit en amusement.
Weer willen we tot het einde blijven luisteren, maar er is een overlapping met de masterclass boogiegitaar van Nico Duportal.
Wanneer we daar binnengluipen, horen we hem vragen of iemand ooit over
Hollywood Fats heeft gehoord. Geen van de vier jonge, beginnende
gitaristen heeft ooit over Hollywood Fats gehoord. Nu dus ook niet,
want Nico gooit het over een andere boeg en legt uit dat Little Walter
in zijn tijd geen gebruik maakte van een bassist, maar dat de
baslijntjes op een gewone gitaar werden gespeeld. Nico leert het
viertal zo'n basloopje aan en dat spelen ze simultaan, terwijl elk van
hen beurtelings mag soleren annex improviseren. We hebben er zowaar
dorst van gekregen en we besluiten om ons weer een weg langs die
art-decotrappen te banen. In omgekeerde richting weliswaar.
In de foyer heerst een drukte van jewelste. Het is al na negenen en
Matis staat er met zijn Bluebird nog altijd van jetje te geven. Het
ondertussen talrijk opgekomen publiek vindt het allemaal fantastisch en
ze blijven tot aan de allerlaatste noot staan kijken. En luisteren. Het
is maar wanneer wanneer Bluebird na dik twee uur is gestopt, en de
deejays Lowen Stark en Nasty Bartender naar de gunst van de Gentse
Hoppers beginnen te dingen, dat de balzaal gestaag volloopt. Maar...
zowel op de dansvloer als aan de partytafels wordt er gedanst. Sep
fungeert als het vuur aan de lont. Hij kneedt de Hoppers tot een
dankbaar publiek voor de live-acts. Want die zijn er natuurlijk ook.
Guy Verlinde en Tiny Legs Tim
steken van wal. Samen met drummer Frederik Van den Berghe en Karl Zosel
vormen ze de backbone van de band die ook de andere gasten zal
begeleiden. Maar niet vooraleer Guy enkele nummers van zijn op stapel
staande nieuwe cd heeft gespeeld. We horen ook een mooi eerbetoon aan
café Missy Sippy, de nieuwe biotoop van de Gentse bluesscene, die
precies één jaar bestaat, in de song 'Goin' Down To Missy Sippy'. Ook
Lowell Fulsons 'Reconsider Baby' komt in een plichtmatige maar zeer
authentieke uitvoering voorbij. Toon Vlerick – bandlid bij Guy's Mighty
Gators maar vanavond 'gewoon' barman – verruilt de tapkast even voor
het podium. Gelukkig hadden we net onze tweede Chimay besteld (een
blauwe, voor het geval u het wil weten). Het valt ons op dat hier zeer
kundig wordt gemusiceerd. Feestelijk waar het gepast is, ingetogen waar
dat nodig is.
En
dat is nodig aan het einde van de set, want er moet een contrasterend
spanningsveld worden gecreëerd voor de kolkende dansgekte onder leiding
van Sep die zich een halfuurtje meester van de balzaal maakt. En er is
ook een live-dansact in burlesquestijl. Een knappe meid met zwarte en
rode balonnen rond haar kont dartelt rond in de cirkel die het publiek
rond haar heeft gevormd. Alle mannen (of toch bijna) smachten naar de
naald waarmee ze telkens iemand één ballon laat doorprikken. Deze
danseres brengt een meesterlijke karikatuur van hoe ze zich door
meerdere mannen laat uitkleden. En dat, beste lezers, we zouden het
haast vergeten te vermelden, gebeurt op de tonen van ophitsende
bluesmuziek uit, naar we schatten, de jaren 30 en 40.
In de tweede liveset krijgt de genoemde backbone versterking van twee blazers. Ook Roland Van Campenhout en Nico Duportal
bestijgen het podium. Er is wat hilariteit omdat iemand bij de
aankondiging van Roland het woord 'peetvader' op z'n Engels uitspreekt.
Dan krijg je natuurlijk een grappige spraakverwarring, zo net na
dat leuke balonnenwicht. Ach... de 'double entendre' was destijds een
vast onderdeel van bluesmuziek. Alles past vanavond in de context. Ja,
alles. Ook de combinatie Roland-Duportal, al zou je dit misschien niet
meteen vermoeden. Maar Roland speelt pure blues (we waren haast
vergeten dat hij dat nog kon) en zet een schitterende versie van
'Frankie & Johnny' neer. Nico begeleidt met je reinste swing.
Niemand werpt zich op als frontman en iedereen staat ten dienste van.
Blijkbaar gieten de heren zich al in de onderdanige rol die ze even
later zullen spelen wanneer Naomi Sijmons (a.k.a. Reena Riot)
het superfeministische 'Wild Woman Don't Get The Blues' (oorsponkelijk
van Ida Cox uit 1924) zeer overtuigend vertolkt. Na dit hartverwarmende
vleugje classic blues is het weer tijd voor de deejay's én de dansvloer.
Er zouden nog twee live-sets volgen, en BoogieVille zou tot in de
vroege uurtjes doorgaan. De goede huisvader in ons denkt op dit moment
al aan de kerk – u weet wel, die in het midden, aan ontmoetingen met
blauwe zwaailichten die op dit nachtelijke uur niet zo uitzonderlijk
zijn, en aan de vermoeidheid die we tegen het ochtendgloren
triomfantelijk willen overwinnen. Boogieville III staat onuitwisbaar
bijgeschreven in onze annalen (spellen we dit goed?). Graag komen we
hier volgend jaar terug!
Franky Bruneel
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender,
enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Franky Bruneel
_____________________
|