|
||
|
De ex-voorzitster van de Houston Blues Society, Diunna Greenleaf mocht de avond openen. Deze big mama – dat is ze ondertussen geworden – domineerde de club al heel snel. Ze bracht haar nummers met nuance, gevoeligheid én humor zonder te verzanden in de veel voorkomende vocale cliché's. Ze bracht hulde aan Smokin' Joe Kubek en aan haar echtgenoot. De familiale schetsen die ze bracht, waren overduidelijk. Diunna moet duidelijk niet onderdoen voor haar mannelijke collega's. Grady Champion is nogal anekdotisch op gitaar maar de plattelandstouch van zijn schuurpapieren harmonica maakt dit ruimschoots goed. Bovendien beschikt hij over een krakende stem die daar wonderwel bij past. Zijn sprankelende blik kan op de ondeugende goedkeuring rekenen van... de vrouwelijke toeschouwers op de eerste rij. Zijn repertoire lijkt zo vanuit een dansfeestje geplukt en dat is misschien ietwat té nadrukkelijk. Eddie Cotton Jr. dan. Hij is zwaar beïnvloed door B.B. King en brengt lange melodieuze gitaarpartijen die heel bijzonder zijn opgebouwd. Misschien brengt hij iets minder het spel van aantrekken en loslaten, of de 'call and response', maar wel erg heldere klanken die net zo vertederend zijn als zijn stem. Een emotionele versie van 'Thrill Is Gone' zit lang niet in de snaren van elke gitarist, maar zeer zeker wél in de zijne. Hij staat voor soberheid, densiteit en eerlijkheid en zijn boodschap bereikt ons zonder franje. Hij sluit af met een medley waarin Elmore James en Little Milton ietwat toeristisch voorbijkomen, maar Chicago is nu eenmaal het eindstation van de 'Mississippi blues trail'... André Hobus
(vertaling: Franky Bruneel) terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Liliane Hobus _____________________
|