Jimmy Johnson
Banana Peel, Ruiselede - 7 maart 2016


“Als God in de Banana Peel speelt, dan mogen we dat zeker niet missen”, hadden we Bananaboss Franky voor aanvang van het optreden nog gezegd. En hij gebruikte onze woorden waarempel bij de aankondiging van Jimmy Johnson. Of deze woorden echt gemeend waren, vraagt u? Maar natuurlijk! Ieder zijn eigen god en als Clapton God mag zijn, dan mag James Earl Thompson, geboren op 25 november 1928 dat zeker! Hoeveel keren we hem tot hiertoe aan het werk hebben gezien, weten we niet precies meer. De tel is behoorlijk zoek. Wel nog fris in ons geheugen zit Jimmy als hoogtepunt van het (Ge)Varenwinkelfestival in 2014 en twee van zijn concerten die we in juni 2015 in Chicago meepikten: op een zondagmiddag in de brouwerij van Lagunitas (Jimmy speelde toen zowel gitaar als piano) en op donderdagavond in Buddy Guy's Legends, begeleid door de band van Dave Specter en met ook Shemekia Copeland en Otis Clay in de gelederen. Volgens insiders was dit zijn vijfde optreden in de Banana Peel. Zelf noemde hij het als thuiskomen...

We gaan u hier niet met biografische gegevens overladen, maar enkele dingen moet u toch weten over deze man. Dat hij de oudere broer van soullegende Syl Johnson is. Dat hij in 1950 vanuit Holly Springs, Mississippi in Chicago aankwam en er zich definitief vestigde. Dat hij er werk vond als lasser, in zijn vrije tijd wat gitaar ging spelen en zich net als zijn broer de artiestennaam Johnson aanmat. Dat hij werd beïnvloed door o.a. Buddy Guy en Otis Rush en met alle, werkelijk alle groten van de blues heeft samengewerkt. Dat hij een volstrekt eigen bluesstijl heeft ontwikkeld, waarin hij  blues met soul, funk en reggae versmelt. Dat hij een bijzonder unieke falsetstem heeft. En dat hij op hoogbejaarde leeftijd (hij wordt er dit jaar 88) nog steeds bijzonder actief is in de clubscene van Chicago, nog steeds wereldwijd toert en nog niets aan zijn capaciteiten als zanger en gitarist heeft ingeboet.

We wisten dat Jimmy zijn Franse band zou bijhebben en daar waren we blij om. Tony Stelmaszack is een zeer behoorlijke gitarist, Antoine Escalier is zonder twijfel Europa's behendigste bassist en op drummer Fabrice Bessouat kan elke bluesartiest een huis bouwen (wat we echter niet van zijn krakkemikkige stoeltje konden zeggen).

Na een openingssong door 'brother' Tony vloog Jimmy er gezwind in met 'I Wish I Was A Catfish', 'I'm A Jockey' en 'Little By Little'. Iets gematigder ging het eraan toe in 'You Don't Know What Love Is' en de klassieker 'Cold Cold Feeling'. Nu mocht Tony soleren en Jimmy lardeerde de gitaarsolo's van zijn kameraad met kunstige jazzakkoorden. In deze song vielen ons ook zijn feilloze falsetstem op. Ze is nog even soepel als op zijn eerste soloplaten voor Delmark, eind jaren 70 (luistert u maar eens naar 'Johnson's Whacks'. Na nog een wulps funkdingetje kondigde Jimmy aan dat hij een lied heeft geschreven over zijn eerste vrouw. Hij vertelde dat zijn tweede vrouw, met wie hij nu toch ook al vijftig jaar samen is, niet van het nummer houdt, maar dat het geen kwaad kon, want ze was hier nu toch niet. We verwachtten ons eigenlijk aan 'Chicken Head' maar het werd het aanstekelijke reggaedeuntje 'My Ring'. Hierna liet Jimmy de eerste set pieken (die liep immers stilaan op zijn einde) met zijn lijflied 'Heap See' en de meezinger 'Baby, You Don't Have To Go'. “We gaan een Jimmy Reed in E spelen”, had hij zijn band nog ingefluisterd...

Na een korte pauze bracht Jimmy dan toch het funky 'Chicken Head', gevolgd door het pakkende, dramatische 'End Of The Rainbow', nog meer funk met 'Mojo Hand', soul met 'People Get Ready' en zijn eigen Chicagobluesklassieker 'That Will Never Do'. Ook zijn tweede set bouwde Jimmy vakkundig naar een climax toe. Die kwam er met de slow 'Ashes In My Ashtray' (van het reeds genoemde album 'Johnson's Whacks'). Opvallend was weer die sublieme kenmerkende gitaarklank, waarmee Johnson zich van alle andere bluesgitaristen onderscheidt. Niemand verbuigt de snaren zo melodisch als Jimmy Johnson. Weer werd het ons duidelijk waarom hij al verschillende decennia onze favoriete gitarist is. Daarna volgde nog een bluesfeestje met het uptempo 'I Feel So Bad' (like a ballgame on a rainy day). De Banana Peel, met meer dan tweehonderd mensen erin, stond op zijn kop. Jimmy triomfeede en vertelde op het einde dat hij in mei wordt opgenomen in de Blues Hall Of Fame. “En weet je wat?”, voegde hij er nog aan toe, “In november van dit jaar word ik net zo oud als het aantal toetsen van mijn piano.” Maar dat wisten we natuurlijk al. Het was kwart voor elf, nog net de tijd voor één lange toegift, en dat werd een positieve reggaenoot met 'Keep On Keepin On' (the world is bigger than the street we live on). Weer joelde het enthousiaste publiek het refreintje tot in het dolle mee.

Uit ons lijstje goedkope cliché's zijn we geneigd om 'hij kwam, hij zag en hij overwon' aan te stippen maar eigenlijk is dit met Jimmy Johnson altijd zo. Dit zijn we eigenlijk al gewoon en daar schuilt een zeker gevaar in. De eerste weken na een optreden van Johnson willen we ofwel niemand anders horen, of kunnen we er niet van genieten. Dat zegt natuurlijk veel over de impact die de muziek van Jimmy Johnson altijd al op ons heeft gehad. Het doet ons dan ook veel plezier wanneer hij ons na het concert vertelt dat hij ook op het Chicago Blues Festival op het grote podium zal spelen, als onderdeel van een eerbetoon voor Otis Rush. Tot over enkele maanden, Jimmy. Tot in juni!


Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
     

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel

      _____________________