          

|
Moulin Blues Ospel (NL) - 6 en 7 mei 2016
We
weten niet, en we zullen het waarschijnlijk ook nooit weten, hoeveel
eieren het bestuur van Moulin Blues naar de ‘nonnetjes’ heeft gedragen,
maar het moeten er aanzienlijk veel zijn geweest want het weekend was,
qua weer dan, ongelooflijk mooi. Een affiche voor een festival, en in
casu een bluesfestival, is altijd wel een beetje een
evenwichtsoefening. De organisatoren hadden, bewust of niet, voor
diversiteit gekozen en dat was achteraf gezien best wel een geslaagde
optie. Zo goed als alle stromingen binnen het genre, en ook een
tikkeltje erbuiten, kwamen aan bod. En omdat Nederland altijd wel een
beetje harder en luider wil klinken, was het aandeel van de bluesrock
iets prominenter aanwezig dan de ‘straight’ blues. Hoe het ons verging
op de 31ste editie van Moulin Blues kunnen jullie lezen in volgend
eigenzinnig en subjectief (omdat 100% objectiviteit nu eenmaal niet
bestaat!) verslagje.
vrijdag 6 mei
hoofdpodium
Even
over 17 uur mag MC van dienst Wouter Celis, a.k.a Doghouse Sam, de
eerste band het podium oproepen, en die eer valt te beurt aan Rusty Apollo
(NL). De heren zijn uitgedost in een soort oranje (jawel!)
gevangeniskledij. De drummende zanger, of zingende drummer, trekt de
meeste aandacht naar zich toe. De uptemponummers zijn, weliswaar een
tikkeltje luid, maar best te pruimen. De tragere nummers daarentegen
zijn niet echt top. Uit Frankrijk komen Nico Duportal & His Rhythm Dudes.
Voor wie houdt van fifties rock-‘n’-roll, vroege rhythm and blues en
swing is dit de perfecte ervaring. Nico's stem en gitaarbeheersing doen
soms wel eens denken aan James Hunter. Goede, dansbare set, alhoewel
niemand zich tot dansen aangespoord voelde...
Het gebeurt ons niet zo heel vaak meer, maar we hebben met open mond, en oren, staan kijken en luisteren naar Christone ‘Kingfish’ Ingram.
Dit gitaarzwaargewicht (letterlijk en figuurlijk) uit Clarksdale,
Mississippi, is nog maar zestien jaar oud. Wat deze tiener laat horen,
een combinatie van alle grote bluesgitaristen, is werkelijk fenomenaal
en de term is nog een beetje te zwak. In onze 'journalistieke
bluescarrière' hebben we al veel opkomende bluesgitaarvirtuosi
meegemaakt, maar nog niemand als deze ‘Kingfish’. Dit slaat alles,
allen en iedereen. Alleen vonden wij zijn versie van ‘Purple Rain’ aan
de… zwakke kant (om toch ook maar eens iets minder positiefs te
zeggen). Voor ons was Kingfish HET moment van Moulin Blues 2016!
Uit Portland, via Memphis, Tennessee, komt Jeff Jensen,
een jonge, nu ja jonge?, knaap voor wie het allemaal een beetje luider
mag zijn. Jeff past, volgens ons, niet echt, of niet helemaal in het
rijtje van de klassieke bluesgitaristen- en zangers. Jeff doet nogal
wat fifties-dingetjes. Zijn set is enorm gevarieerd, is intelligent
opgebouwd, maar dat is niet altijd naar de smaak van het publiek want
hij durft ook wel een beetje… stijl ‘Mac The Knife’ (Bertold Brecht)
door zijn set weven. Wij hebben genoten, maar het gros van het publiek,
aan de reacties te horen, duidelijk niet. O ja, Jeff zit ook niet te
klooien met tien of meer ‘pedals’. Eentje volstaat voor hem wel.
Opzij, opzij, opzij dan voor Southside Johnny & The Asbury Dukes.
Ooit zei Bruno Koschmider tegen de toen nog onbekende Beatles: ‘Mach
Show!' En dat deden ze zoals ook Southside Johnny en zijn Dukes, uit
New Jersey, dat met hun soulshow deden voor een dolenthousiast publiek.
De energie spatte van het podium de tent in en hoewel het nu niet in de
eerste plaats ons favoriete genre is, hebben we toch geen noot van de
hele show gemist. Om de vrijdagavond in de grote tent 'feestelijk' af
te sluiten was daar DeWolff, een lokale, Limburgse, band. En hierover
kunnen we vrij kort zijn. Wat zij doen, iets in de aard van
psychedelische bluesrock, is niet ons ding, maar we kunnen ons perfect
voorstellen dat een deel van het publiek dit wel het absolute einde
vindt.
meanwhile in het Moulin Blues Café
Ze noemen zich DIFF,
en ze komen uit Leeuwarden, in het hoge noorden. Geen idee wat hun
groepsnaam betekent, zelfs Google weet het niet, maar wat ze doen, kan
je bezwaarlijk blues noemen. Countryrock en Americana en Mexicana (wat
dat ook moge betekenen) worden ons deel. Let wel, dit is geen slechte
of minderwaardige band, maar de blues is een heel eind verwijderd. Wél
heel erg blues is de Steven Troch Band.
We kennen de heren al jaren en altijd staan zij garant voor een fijne
bluesy set. West Coast swing, Thunderbirds-achtige dingen, hier en daar
een vleugje T-Bone Walker, een paar iets stevigere dingetjes en wat
klassieke blues met bijpassende harp, moet dat eigenlijk veel meer
zijn? Nee toch!? Twee Leuke en maximaal geapprecieerde setjes...
Folky blues krijgen we dan weer van JD & The Straight Shot.
Ook hier duikt weer de term ‘americana’ op terwijl JD en kompanen
gewoon een etherisch folksetje aanbieden. Let wel, dit is niet slecht,
maar het is niet echt wat de bluesliefhebber in ons wil horen. Goed
gedaan, maar voor dit soort muziek zijn er andere festivals en podia,
vinden wij. En dan is er ook nog Revel in Dimes,
een pseudo psychedelisch bandje dat niet had misstaan op… Woodstock,
bijvoorbeeld. Met hun voodoo-achtige, experimentele rock en blues
kunnen ze ons echt niet begeesteren. Leuk, maar volgens onze
subjectieve mening, niet overtuigend.
zaterdag 7 mei
hoofdpodium
Vroeg uit bed (te vroeg eigenlijk) om Mike’s Electric Mud
aan het werk te zien en horen op het hoofdpodium. Met de ogen dicht zou
je (kunnen) denken dat The T-Birds plots en nog snel zijn overgevlogen,
maar het is de band rond Maikel van Bogget. Ze benaderen ook Lester
Butler met veel respect en kunde. Goed gedaan jongens, echt waar! The Travellin’ Brothers
(uit Bilbao, of all places) in een vakje plaatsen is vervolgens heel
erg moeilijk. Hun set is onderhoudend vanwege de veelheid aan stijlen
die in een interessante mix zijn gegoten. Zo horen wij, of menen wij te
horen: New Orleans jazz en blues, folky tunes, vroege blues à la W.C.
Handy, Jamaicaanse en Cubaanse ritmes, Memphis soul en ook wel wat
klassieke blues. De zanger-frontman maakt tochtjes door de tent en
krijgt hiervoor immense appreciatie van het smartphone-fotograferend
volkje.
Om de temperatuur een beetje (figuurlijk dan) terug naar beneden te halen was Joakim Tinderholt & His Band,
uit het koele Oslo (Noorwegen) ingehuurd. En zoals we van die ‘noordse’
groepen een beetje gewoon zijn, ligt ook bij Joakim de klemtoon een
beetje meer op swing, rock en rhythm and blues. De ‘sound’ is wat
stijver, kouder en voelt heel anders aan dan bij Amerikaanse of
Spaanse, of Nederlandse, of Belgische bands, om maar wat te zeggen. Hun
set is solide, strak, maar zonder franje en na een tijdje wordt dat een
heel klein beetje… saai, of… eerder, minder spannend.
Uit Canada was de Devin Cuddy Band
gecontracteerd. Devin, zoon van de vermaarde Jim Cuddy, bekend van de
countryrock band Blues Rodeo, wilde eens iets anders en speelt, niet
onverdienstelijk, blues. De set begint een beetje 'lazy', met een
reggae-ondertoontje. En uiteindelijk klinkt het geheel meer… poppy dan
blues. Ook het publiek heeft het duidelijk niet zo begrepen op de Devin
Cuddy Band, want de reacties zijn eerder aan de lauwe kant. Dit is
softe rockpop en in het Moulin Blues Café had deze set waarschijnlijk
meer appreciatie geoogst. Er was ook niet overdreven veel respons voor The Record Company,
een bandje uit Los Angeles dat het moest hebben van keiharde metal/punk
powerblues. AC/DC en aanverwante toestanden waren nooit ver weg. Het
was allemaal té luid, té geweldig en er was nooit sprake van enige
subtiliteit. Not my cup of tea, en ik stond zeker niet alleen met die
mening.
En dan was daar ineens Danielle Nicole.
Danielle is een leuke verschijning en heeft nog een leuke stem ook.
Kortgerokt en goed voorzien van ‘oren en poten’ doet zij haar ding heel
erg goed. Haar baspartijen, want ze speelt bas, zijn, vinden wij, niet
om over naar huis te schrijven, maar al bij al een best wel
interessante set. Ze klonk een beetje schreeuwerig, maar och god, gul
als we zijn, is het haar vergeven. Haar versies van ‘Don’t Think Twice,
It’s Alright’ (Dylan) en van ‘Jolene’ (Dolly parton) klonken een beetje
ieltjes, maar voor de rest… leuke set.
Plaats en tijd dan voor harpfenomeen Jason Ricci.
Jason, met gebleekt haar, heeft het een tijdje moeilijk gehad, maar is
nu weer helemaal terug. Jason is een egotripper, maar hij mag dat omdat
hij zo virtuoos is en omdat (bijna) niemand hem dat nadoet. Volgens
sommigen is dit blues, maar wij hebben daar toch wel onze bedenkingen
bij omdat wij vergelijken met de harpisten die wij als echte
bluesharpisten beschouwen. Jason is een fenomeen, daarover mag geen
twijfel bestaan, maar het is nu toch niet echt onze meug. Om het
feestje in Ospel af te sluiten was ook nog Gov’t Mule
geïnviteerd. Woody en Haynes speelden ooit nog in de Allman Brothers
Band, maar verkozen hun eigen weg te gaan. Gov’t Mule presteren ‘live’
op een heel hoog niveau met hun Southern Rock & Blues, genre
straffe Lynyrd Skynyrd, maar dan toch wel een heel klein beetje minder
adembenemend.
and… meanwhile in het Moulin Blues Café
Tijd voor The Mighty YaYa.
Zware psychedelische pop. Kisten vol ‘pedals’, maar wat doe je daar dan
mee? Keep it simple, guys, al die ‘special effects’ zijn echt niet
nodig. En dat constant (her)stemmen van de gitaren? Geen hond die daar
een boodschap aan heeft, en al dat smeken om aandacht… vergeet het.
Niet het beste wat we dit jaar in Ospel gezien en gehoord hebben. The Birds Of Chicago,
uit… Chicago en Montreal, Canada, verrasten ons met een hele leuke
soul/gospel- en bluesset. Soms was er ook een vleugje folk, op het
poppy af. Vooral de goede stemmen zijn ons bijgebleven. Het
instrumentarium was een beetje afwijkend, maar heel toepasselijk voor
het soort muziek dat zij brachten.
Het Spaans/Frans/Belgisch collectief Dead Bronco
probeerde het met rock, C&W, en rockabilly. Ambiance verzekerd, dat
wel, maar na een half uurtje heb je het allemaal wel gehoord. Om de
feestelijkheden in het Café af te sluiten waren Ian Siegal & Jimbo Mathus
op de affiche gezet. Ian is niet mijn persoonlijke favoriete artiest,
maar wat hij samen met zijn vriend, Jimbo Mathus, uit Mississippi, het
publiek en ons aanbood, is qua authentieke blues, van het beste dat we
dit jaar op Moulin Blues hebben gehoord. De hoofdbrok was Deltablues,
maar er was ook nog die typische Amerikaanse volksmuziek in al zijn
variaties, door sommigen ook wel ‘americana’ genoemd. Ik heb mij bij
Ian en Jimbo geen moment verveeld, en dat wil heel wat zeggen.
Zo, de 31ste, voor ons de 29ste, editie van Moulin Blues zit er weer
op. Het bulkte niet van de typische, traditionele ‘blues’, maar er was
voor elk wat wils en dat is toch ook mooi. Iedereen tevreden, iedereen
content… hopen wij.
Jean Bervoets
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender,
enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Bert Lek (in samenwerking
met bluesmagazine.nl)
_____________________
|