          

|
Patersdreeffestival Patersdreef, Tielt - 1 en 2 juli 2016
In
het West-Vlaamse Tielt houden ze jaarlijks tijdens het eerste weekend
van juli de Europafeesten. Sinds mensenheugenis al. De Europafeesten
staan synoniem voor veel kilometers braadworst, batjes en braderie,
alcoholtenten, 'vedetten' en duizenden vedettengangers op de Grote
Markt en... sinds 25 jaar al, een muzikale parel in de geborgenheid van
de sfeervolle Patersdreef. Het Patersdreeffestival hanteert een
beproefd recept van lokale streekproducten, bluesbands en enkele
kleppers om een breder publiek naar de dreef te lokken. In de hoop dat
dat breder publiek vroeg genoeg de sfeer komt opsnuiven, zodat ze zich,
zonder dat ze er zelf erg in hebben, ook met de blues en bluesverwante
bands kunnen vermaken. Organisator Franky Craeymeersch opende de
festiviteiten in de dreef met de woorden "Welkom op deze laatste 25ste editie van het Patersdreeffestival".
Klopt. Al was dit tegelijk ook de eerste 25ste editie, dachten we zo
bij onszelf. Maar okay, we weten wat hij bedoelde. Na een kwarteeuw
goede muziek in de Patersdreef tijdens de Europafeesten zou men eraan
denken om in de toekomst alleen nog de indoorversie van het festival in
februari te organiseren. Dat moet die toekomst dan maar uitwijzen. In
elk geval beloofde deze editie muzikaal ontzettend veel afgelikte
duimen en vingers.
vrijdag
Zoveel duimen en vingers
zouden er niet worden afgelikt. Het had die dag al katten en honden
geregend, het was winderig en koud én de Rode 'Duivels' speelden hun
kwartfinale in het Europese voetbalkampioenschap. Slechts een 50-tal
diehards, diep verborgen in de kraag van hun winterjas, waren naar de
dreef afgezakt. Aan dit bedroevende tafereel treft de organisatoren
uiteraard geen schuld, want muzikaal was het programma om duimen en
vingers... enfin, dat hebben we al gezegd.
Omdat ze de Biz'Art Bluesrally hadden gewonnen, mocht het Gentse bandje Bluebird
openen. Het was als het ware een aftrap nog voor de match begon, want
dit was in het lang noch in het breed aangekondigd. Aan zo'n
voorbijflitsende kelk heeft niemand wat, maar we kennen ondertussen de
kwaliteiten van harmonicaspeler Matis Cooreman (zie ons verslag van
Boogieville in Gent).
De Steven Troch Band
was de eerste echt geafficheerde band. Wat zullen we hierover eens
schrijven? Zullen we nog maar eens schrijven dat Steven één van de
beste Belgische harmonicaspelers is? Dat hij met Little Steve één van
de beste Nederlandse bluesgitaristen in zijn band heeft? Dat hij zijn
cd opnam in de roemrijke Greaseland-studio van Kid Andersen in
California? En dat zijn mix van eigen werk en klassiekers, allen
balancerend op de strakke koord die westkustswing en Chicagoblues met
elkaar verbindt, toch wel van een hoog niveau is? Nou ja, dat zouden we
weer eens kunnen schrijven. En laat ons daar meteen aan toevoegen dat
Steven zich tegenwoordig uit de naad werkt om nieuwe nummers voor een
volgende cd te pennen. En dat die vijftig winterjassendiehards hebben
genoten van zijn concert in Tielt.
Vervolgens maakte Khalif Wailin' Walter
zijn opwachting. Dit neefje van Carl Weathersby komt uit Chicago maar
woont al geruime tijd in Duitsland. Hij had vanavond trouwens een
strakke Duitse band bij. We zagen hem enkele jaren geleden al eens op
de Southern Bluesnight in Heerlen en maakten toen dezelfde bedenking
als nu, nl. dat het wellicht niet prettig is om te willen zingen als je
daarvoor geen stem hebt. Khalifs showmanschap compenseerde echter ook
nu weer deze tekortkoming. Behendig werkte de 'zanger'-gitarist zich
door een repertoire van bekende covers en eigen werk en gitaarspelen
kan hij meer dan behoorlijk. Tijdens het nummer 'I'm Your Love Doctor'
maakte hij een wandeling tussen de vijftig winterjassen, koos er een
vrouwelijk exemplaar uit en troonde haar mee naar het podium. Daar
sloeg hij zijn armen innig om haar heen, terwijl hij zijn gitaarsolo
onwrikbaar verderzette. Het brave wicht speelde het showtje ietwat
verlegen mee, maar toen Khalif haar op het einde van de song een
beleefdheidskusje wou geven, pakte ze hem volmondig. Ja, volmondig!
'Die durft nogal', dachten we, maar bleek dat Khalif er zijn eigen
vrouw had uitgepikt. Hij had ons flink bij ons pietje. De sloeber...
Het
werd steeds kouder en ondertussen was bekend dat de nationale
voetbalmeute niet bepaald voor feestvreugde had gezorgd. Nog meer
mensen dropen huiswaarts af en net voor zijn optreden maakten we een
praatje met Selwyn Birchwood. “Wat de omstandigheden ook zijn, ik ga toch spelen”, zei hij. En superprofessioneel op zijn poten vallend, voegde hij eraan toe: “Dit is een mooie plek. Ik hou ervan.”
Birchwood, één van de jonge honden op Alligator Records (zie BTTR 93 –
december 2014), speelde zowat het integrale repertoire van zijn cd
'Don't Call No Ambulance' en dat viel bijzonder goed in de smaak bij de
laatste dertig winterjassen die de gure dreef trotseerden. Mixed
emotions maakten zich van ons meester, want door teveel negatieve
parameters kwam Selwyns muziek niet echt goed uit de verf. Reken
daarbij ook de iPad van de klankman. Hij kon er op een vrij mobiele
manier de klank mee regelen, maar hoe ingenieus zo'n iPad ook is, oren
krijg je er niet van...
zaterdag
We
zouden een paar gunstig gestemde weergoden uit onze clichékoffer kunnen
halen, maar we laten die daar zitten. De 'zomer' is nog pril en ze
kunnen ons later nog van pas komen. Een kinderhand is gauw gevuld,
zeker als het op het weer aankomt, en wij zijn dus al blij dat het niet
regent. Wanneer Ed De Smul en Stefan Boret
de muzikaliteiten op zaterdag mogen aanzwengelen – we durven al niet
meer spreken over de aftrap geven – zijn er zeker al vijf keer zoveel
toeschouwers als op vrijdagavond. Ed en Stefan zijn muzikaal een
monozygote tweeling die heel recent samen een onvergetelijke muziekreis
door het zuiden van de Verenigde Staten hebben gemaakt. Wellicht hebben
ze daar ook inspiratie opgedaan, want hun semi-akoestische 'roots-' en
bluesset stond bol van liedjes waarvoor ze ginds misschien langs de
kant van de weg zijn gaan zitten om ze te spelen en waarvoor wij hier
langs de kant van de dreef gingen zitten om ze met onverdeelde aandacht
te beluisteren. Opnieuw viel ons de warme goede zangstem van Ed op. En
Stefan is gewoon één van meest functionele Belgische bassisten. Al
gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen – en u voelt 'm wellicht al komen
– dat dit eveneens geldt voor Carlo Van Belleghem die inviel bij Blues Vision en Joos Demeurisse van Maxwell Street.
Inderdaad,
Franky Craeymeersch had werkelijk alle Vlaamse bluesbands die veel
hebben betekend voor het Patersdreeffestival uitgenodigd op deze
laatste 25ste editie. Als u er ons verslagje van vorig jaar nog eens op
naleest, (her)ontdekt u de krachttoer die Arne Demets er toen heeft
uitgehaald. Nu dus ook weer met zijn eigen band en in optimale
omstandigheden. We blijven houden van het aanstekelijke ritme in
'Counting Sheep To Get Some Sleep' en ook het steeds talrijker wordend
publiek deed dat. De eerste dansende toeschouwers vonden de weg tot net
voor het podium en bij Marino Noppe en Maxwell Street volgde een hele
zwerm. Hoeveel keer Marino, die hier maar twee boogscheuten vandaan
woont, op een of andere manier zijn medewerking heeft verleend aan dit
festival is niet te schatten. Het was dus niet meer dan normaal dat hij
er vandaag een acte de présence mocht geven. Ook hier stond weer een
tweeling op het podium, Marino en Willy, zij het geen eeneiige, want
daarvoor verschilt hun stijl en attitude teveel. Let wel, we bedoelen
dit als een compliment, want hoe verschillend ook, ze vullen elkaar muzikaal
aan tot in de perfectie. Van dit concert onthielden we vooral de
bijzonder knappe versie van Maurice John Vaughans 'Everything I Do Got
To Be Funky'.
Tot zover het bluesgedeelte van het Patersdreeffestival en we hebben
het al eens geschreven, naar aanleiding van Gordie MacKeeman op Duvel
Blues 2015: Bluesfans zijn geen oogkleppers en hebben er geen bezwaar
tegen dat ter ondersteuning van de muzikale variatie ook eens
leentjebuur wordt gespeeld bij een ander nichegenre. Als de kwaliteit
maar deugt. En ondertussen was de Patersdreef volgelopen, en als we
zeggen volgelopen, dan bedoelen we ook letterlijk volgelopen, tot zelfs
de overbevolkingsgraad was bereikt, voor de concerten van Elliott
Murphy en Fischer Z.
Elliott Murphy,
een 68-jarige singer-songwriter uit New York (maar woonachtig in
Parijs) bracht anderhalf uur lang geëngageerde songs met diepgaande
teksten en aanstekelijke ritmes. Hij kon duidelijk rekenen op een brede
fanbasis, want herhaaldelijk stelden we vast dat het publiek zijn
nummers kende en gretig meezong. We zagen Murphy ooit eens op het
Labadouxfestival, een eeuwigheid geleden, we denken dat de dieren toen
nog spraken, en we konden vanavond alleen maar vaststellen dat hij nog
niets aan zeggingskracht en energie heeft ingeboet.
John Watts ontbond de originele line-up van zijn punk-rock-new-waveband Fischer Z
in juli 1981, kort nadat ze met 'Marliese' hun grootste hit hadden
gescoord. Slechts twee jaar daarvoor debuteerde Fischer Z met 'The
Worker' als bescheiden hit. Met een beetje geluk kent u ook nog 'So
Long' en 'Pretty Paracetamol'. Het leuke aan de band die niet meer
bestond, is dat ze altijd zijn blijven optreden en platen maken. Met
John Watts als omnipresente en overheersende leider en steeds in
wisselende bezettingen. Maar dit geheel terzijde. John Watts gaf Tielt
waarvoor het was gekomen: naast enkele nieuwe nummers speelde hij alle,
maar dan ook alle hits. Voor ons was dit jeugdnostalgie ten top. We
zullen het maar niet hebben over een feest van de herkenning, want die
term komt soms ietwat pejoratief over. We zouden er Watts oneer mee
aandoen, want de band speelde de songs tot in de perfectie, Watts is
met zijn 62 lentes nog altijd zeer goed bij stem en als artiest,
perfectionist, humorist en nog een aantal isten, spreekt hij nog steeds
tot de verbeelding. Men heeft het soms over de spreekwoordelijke
waardige afsluiter en voor wat het Patersdreeffestival 2016 betreft,
geeft u daar zelf maar de gewenste connotatie aan.
Bedankt, Franky, voor een kwarteeuw Patersdreef. Afspraak begin 2017 in de Europahal.
Franky Bruneel
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender,
enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Franky Bruneel
_____________________
|