|
||
|
Vrijdag 14 juli Op de affiche van vrijdag, de openingsdag, vinden we vier acts. Drie van de vier zijn tribute bands en de vierde, James & Black, kan op onze aandacht en sympathie rekenen. De drie tribute bands, Winterland ’76, Rumours 40 Years en The King (A)Live proberen het pop- en rockverleden te doen herleven. Winterland ’76 doet een niet helemaal onverdienstelijke poging om 'The Last Waltz' van The Band in herinnering te brengen. Rumours, 40 Years spelen, jullie hadden het waarschijnlijk al geraden … 'Rumours' van de niet te evenaren Fleetwood Mack. Leuk gedaan, daar niet van, maar wij krijgen het er niet echt warm of koud van. Rusty Roots-voorman Jan Bas is in de huid en in de kleren van Elvis gekropen, maar wat een tribute moest worden, wordt eigenlijk meer een persiflage, en dat heeft The King niet verdiend. Vreemd genoeg worden de nummers van The Band, Rumours en The King luidkeels meegebruld. En o ja, ook James & Black zijn op vrijdag van de partij. Bruce James komt uit Houston,Texas, en Bella Black had haar wieg in Indian Hills, Texas, staan. Zij spelen, wat ze zelf noemen, ‘guerilla soul’, een vorm van southern soul die zijn oorsprong heeft in de zuidelijke staten van de States. James & Black brengen dus een geslaagde mix van blues en soul met een heel dun streepje disco, jazz en soms ook wat gospel. De ietwat hese stem van James en de spetterende alto van Bella passen uitstekend bij het genre. Deze set is best wel leuk en onderhoudend. Zaterdag 15 juli Het is zaterdag 15 juli, twaalf uur 's middags. Wat een ontiegelijk vroeg uur! Normaal is het nu etenstijd, maar daar had de organisatie duidelijk geen rekening mee gehouden. De Blues Peer-molen wordt weer aangezwengeld en een paar tientallen ‘dapperen’ slepen zich toch tot in de nabijheid van het podium waar Barrelhouse hen opwacht. Barrelhouse is in Peer om, onder andere, hun nieuwe bekroonde cd en elpee ‘Almost There’ te promoten. Het is duidelijk dat hun korte set, slechts 45 minuten, rond hun nieuwste ‘outing’ draait. De stem van Tineke Schoemaker is nog altijd even goed als… 22 jaar geleden, toen we ze voor het eerst zagen op het BRBF, en gitaristen Johnny en Guus Laporte zijn alleen maar rijper en vollediger geworden. Barrelhouse speelt blues met een tikkeltje soul en rock. ‘Almost There’, 'I Wish I Could Pray’, ‘Too Late To Turn Back Now’ en ‘Down In The Alley’ zijn pareltjes van een band die, althans hier, een beetje in de vergeethoek was beland. Wie zin had in een potje rockabilly kon terecht bij Walter Broes & The Mercenaries. Walter is bijna kind aan huis in Peer. Zijn repertoire bestaat uit fifties- en sixtiesrock, boogie, swing en alles wat er in die tijd aan opwindends te beleven was. We herkennen The Ventures, The Shadows, de early Beatles, swampblues à la Lazy Lester, Paladins, en noem maar op. Een stomend setje. Klaar voor een trip naar New Orleans? Okay, here we go with Jon Cleary. Jon, R&B- en funkpianist par excellence woont dus tegenwoordig in New Orleans, maar, en dat wisten jullie kenners al wel, komt oorspronkelijk uit Cranbrook, Kent, Engeland. Jon heeft zich omringd met enkele uitstekende muzikanten. Cornell Williams (bas), Nigel Hall (keys) en A.J. Hall (drums) weten exact hoe de perfecte New Orleans-groove te leggen. Jon is een uitstekend pianist en een meer dan degelijk blues- en R&B-zanger die nogal hoog oploopt met, bijvoorbeeld, Allen Toussaint en Professor Longhair. Wij waren ook serieus onder de indruk van het toetsenwerk (Hammond) van Nigel Hall en de ‘second line drumming’ van A.J. Hall. Het mag wel zo ongeveer duidelijk zijn dat wij hebben genoten van het uurtje Jon Cleary. Uit een heel ander vaatje tapt Mike Zito. Zito komt uit St.- Louis, Missouri en is de man van de welbekende en door bluesrockadepten alom geprezen cd’s ‘Gone To Texas’ en ‘Make Blues Not War’. Zito is dus bluesrock, maar van het iets lichtere soort, bluesrock ‘light’, zeg maar. Mike heeft een vrij scherpe stem en speelt graag ellenlange solo’s die zijn kunnen moeten illustreren. Soms zit er ook een ietwat rustiger, traditionele slowblues tussen, maar dan vindt hij altijd wel gaatje om er een scherpe solo in te persen. Met The Blind Boys Of Alabama komt ook Jezus zijn woordje meepraten (of is dit oneerbiedig geformuleerd?). Voor ons zijn The Blind Boys geen onbekenden want in 1991 en 1993 stonden ze al op het BRBF. De boys zijn in een schitterend wit pak gestoken en voorzien ons van een grote portie soul, blues, gospel en spirituals. De heren zijn niet meer van de jongsten, maar hun stemmen zijn duidelijk niet verouderd en hun samenzang is nog zo goed als perfect. Climax van de set is misschien wel het voorzichtige tochtje van de leadzander, Jimmy Carter, door het voorste gedeelte van de tent. En de Lord zag ongetwijfeld dat het goed was. Wie The Red Devils of 13 zegt, zal automatisch aan wijlen Lester Butler denken. Maar omdat Butler nu eenmaal niet meer onder de levenden is, werd Pieter van der Pluijm, aka Big Pete, bereid gevonden om de rol van Lester in te vullen. De Devils, uit Hollywood, Californië, hebben ooit opnames gemaakt met Mick Jagger en werden gevraagd om 'the man in black', Johnny Cash, te begeleiden. The Devils spelen blues, jawel, maar dan wel op hun eigen, iets meer gespierde, wijze. Wij herkennen ‘Mr. Highway Man (Howlin’ Wolf), ‘Going To The Church’, ‘Blackwater Roll’, ‘Wish You Would’ (Billy Boy Arnold) en ‘Just Your Fool’ (Little Walter). The Red Devils, niet écht ons ding, maar voor even kan het wel. Om de zaterdag af te sluiten, hadden de organisatoren gezocht naar een topper en meenden ze die gevonden te hebben in ZZ TOP, de Texaanse gitaarbeulen. Gibbons, Hill en Beard (de enige zonder baard) spelen hun Texas Boogie en southern rock al bijna een halve eeuw in dezelfde bezetting. Nummers die we allemaal kennen zijn ‘Under Pressure’, ‘Gimme All Your Loving’, ‘Tush’, ‘Catfish’, ‘Sharp Dressed Man’, ‘Legs’, ‘Foxy Lady’ (Hendrix) en ga zo maar door. Prachtige band voor een ‘rock’festival, maar niet zo heel erg geschikt voor een ‘blues’festival, vinden wij... Als iemand ons zou vragen – maar geen kat gaat dat vragen natuurlijk, of heeft daar enige interesse voor – om een rangschikking, qua bluesgehalte, en aanverwante stijlen, op te maken, dan zou die er zo uitzien: 1. Jon Cleary, 2. Barrelhouse, 3. The Blind Boys Of Alabama, 4. Walter Broes & The Mercenaries, 5. Mike Zito, 6. The Red Devils, 7. ZZ TOP. Zondag 16 juli In onze inleiding beloofden we om terug te komen op Johnny Mars. Well, here we go. Wie haalt het in godsnaam in zijn hoofd om Johnny Mars & Michael Roach, zowat het beste dat we, qua blues, op Blues Peer 2017, hebben gezien en gehoord, slechts 45 minuutjes, en dan nog op zondagmiddag, te geven? De organisatie zou zich hiervoor grondig moeten schamen! Tenzij natuurlijk de heren Mars en Roach, om een of andere reden, erop hadden aangedrongen om per se op zondagmiddag te mogen optreden, wat we durven betwijfelen. Mars, The King Of The Blues Harp, en Roach, de Piedmont-blues fingerpicking master, vullen mekaar schitterend aan. Er is dat ietwat melancholische van Mars en het meer optimistische van Roach. Beide heren vertellen om beurt een verhaaltje, want daar is het in hun blues om te doen. Mars en Roach weten welk vlees ze in de kuip hebben en naast eigen werk, van hun nieuwste cd, spelen ze ook wat klassiekers, zoals daar zijn: ‘Rock Me Baby (all night long)’, een uitgebreide eigen versie van ‘Kansas City’, ‘I Shall Not Be moved’, ‘I Got A Little Pony’ en het onvermijdelijke ‘Sweet Home Chicago’ als encore. Beter, bluesgewijs dan, zullen we ze vandaag niet meer krijgen, vrezen wij. Schitterende set, alleen veel te kort. Ook heel genietbaar, qua blues dan, is de set van SaRon Crenshaw. SaRon is een grote fan van B.B. King en dat zie je (gitaar) en dat hoor je. SaRon is een uitstekend bluesgitarist en een meer dan behoorlijke zanger. En als we even goed luisteren, horen we niet alleen B.B. King, maar ook Jimmy Johnson, Albert King, Albert Collins, en in een mindere mate Melvin Taylor. Al na het tweede nummer trekt SaRon de tent in, tot groot jolijt van het publiek. Zijn solo’s vallen soms wat lang uit, maar geen mens, wij ook niet, die zich daaraan stoort. Bij ‘The Thrill Is Gone’ komt Patrick Cuyvers even meedoen op Hammond. ‘Come On’ voelt zo een beetje aan als een doorslagje van ‘Sweet Home Chicago’, maar ‘Wang Dang Doodle’ mag dat weer rekenen op het meedoen en meezingen van een duidelijk geënthousiasmeerd publiek. En hiermee hadden we het, qua blues, zo ongeveer wel gehad op zondag... The Bros. Landreth, geen familie van de legendarische Sonny, is een Canadese band die in hoofdzaak southern rock speelt. Leuk voor de liefhebbers van het genre, maar na een paar nummers hebben we het wel gehoord. Idem dito voor The Magpie Salute, de vroegere Black Crowes, zeg maar. Snoeiharde bluesrock met een, qua stem, irritante zanger. Voor de liefhebbers van symfonische seventiesrock is Jethro Tull ingehuurd. Uit pure nieuwsgierigheid, want met dat soort muziek hebben we geen enkele voeling, hebben we een paar nummers aanhoord. Ian ‘flute’ Anderson pakt zijn fans volledig in, maar ons kan hij, ondanks verwoede pogingen van zijn kant, niet boeien. Wij hebben dan weer wel in een hoge mate genoten van Jools Holland & His Rhythm & Blues Orchestra. Jools is een ongelooflijk fantastische boogie woogiepianist die bijna elk lid van zijn 12-koppige band de gelegenheid geeft om een solootje te spelen. Jools heeft drie zingende dames, onder wie de onvermijdelijke ‘Queen Of The Boogie’ Ruby Turner, mee. Elk om de beurt mogen ze hun zangkwaliteiten etaleren. Er is niet alleen blues van Louis Armstrong en T. Bone Walker (‘Let Your Hair Down, Baby’), maar ook Jose Feliciano is vertegenwoordigd met ‘I’ve Not Always Been As You See Me Now’. Er is ook een geweldige reggae-achtige versie, door één van de meisjes, Louise, van ‘The Moment Of Love’ of, in het Frans ‘Plaisir D’Amour’. Toch ook even tussendoor vermelden de ongelooflijke drumsolo van Gilson Levis, volgens Jools ‘the best jazz drummer in the world’. Nog een paar nummers? Okay. Er was ‘Let The Good Times Roll’, Peace In The Valley’, ‘All Right, You Win, I’m In Love With You’, ‘I’ve Got A Girl That Lives Up On The Hill’, ‘Enjoy Yourself’ en meer van dat fraais. Als afsluiters van het festival is Canned Heat uitgenodigd. Fito de la Parra en co openen met het onvermijdelijke ‘On The Road Again’. En eerlijk is eerlijk, het klinkt nog behoorlijk goed. Maar daarna hoor je toch dat de tand des tijds ook deze heren niet helemaal heeft gespaard. Het wordt een beetje rommelig. ‘Time Was’, ‘Sugar Bee’, ‘Old Time Blues’ en, onder andere ‘Have A good Time’ gaan er nog vlot is, maar veel meer dan een stukje sixties- en seventies-nostalgie is Canned Heat niet meer... Jean Bervoets
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Freddy Vandervelpen, Philip Verhaege, Bert Lek _____________________
|