          

|
Blues Peer Festivalterrein Peer - 14, 15 en 16 juli 2017
We
herinneren het ons nog alsof het gisteren was, de eerste editie van
het, toen nog, en voor de eerste keer, Belgium Rhythm and Blues
Festival, afgekort BRBF, in 1985. Ondanks, uiteindelijk gemakkelijk te
counteren, bezwaren van de vrouw, want ’wat gebeurt er allemaal op die
festivals!?’, toch maar met zachte dwang doorgedrukt en een, voor beide
partijen aanvaardbaar, compromis gevonden omdat we per se Johnny
Copeland, Robert Cray en, vooral, The Fabulous Thunderbirds wilden zien
én horen. Ook stond op BRBF 1985 een zekere Johnny Mars met zijn Blues
Band. Over Johnny later meer. 1985 was dus onze eerste BRBF en daarna
hebben we ze allemaal meegemaakt, behalve eentje waarvan wij ons de
reden voor onze afwezigheid niet meer herinneren. Ondertussen zijn we
dus 32 jaar later en is het BRBF sinds een paar jaar Blues Peer
geworden. Blues… het is een vlag die tegenwoordig duidelijk vele
ladingen probeert te dekken. Het is inderdaad maar al te waar dat de
hedendaagse muziekgenres au fond veel aan de blues te danken hebben en
er op de één of andere manier wel mee verwant zijn, maar… wij zijn al
meer dan vijftig jaar bezig met de blues, vanaf de sixties, en wij zijn
duidelijk van de oude stempel, so… what do we know? Die broekjes, die
pas uit het ei komen, weten het uiteraard allemaal veel beter. Wij
worden echt niet wild van wat tegenwoordig als blues aan de goegemeente
wordt gesleten. Enfin, “ieder zijn meug”,
zei ons vader zaliger altijd. Maar dit allemaal terzijde en we zullen
zeker maar overgaan tot de orde van de dag… een impressie van hoe wij
Blues Peer 2017 hebben ervaren. En niemand hoeft het met onze mening
eens te zijn, het tegendeel zou ons verbazen. En zoals we al zegden:
ieder zijn meug...
Vrijdag 14 juli
Op
de affiche van vrijdag, de openingsdag, vinden we vier acts. Drie van
de vier zijn tribute bands en de vierde, James & Black, kan op onze
aandacht en sympathie rekenen. De drie tribute bands, Winterland ’76, Rumours 40 Years en The King (A)Live
proberen het pop- en rockverleden te doen herleven. Winterland ’76 doet
een niet helemaal onverdienstelijke poging om 'The Last Waltz' van The
Band in herinnering te brengen. Rumours, 40 Years spelen, jullie hadden
het waarschijnlijk al geraden … 'Rumours' van de niet te evenaren
Fleetwood Mack. Leuk gedaan, daar niet van, maar wij krijgen het er
niet echt warm of koud van. Rusty Roots-voorman Jan Bas is in de huid
en in de kleren
van Elvis gekropen, maar wat een tribute moest worden, wordt eigenlijk
meer een persiflage, en dat heeft The King niet verdiend. Vreemd genoeg
worden de nummers van The Band, Rumours en The King luidkeels
meegebruld. En o ja, ook James & Black
zijn op vrijdag van de partij. Bruce James komt uit Houston,Texas, en
Bella Black had haar wieg in Indian Hills, Texas, staan. Zij spelen,
wat ze zelf noemen, ‘guerilla soul’, een vorm van southern soul die
zijn oorsprong heeft in de zuidelijke staten van de States. James &
Black brengen dus een geslaagde mix van blues en soul met een heel dun
streepje disco, jazz en soms ook wat gospel. De ietwat hese stem van
James en de spetterende alto van Bella passen uitstekend bij het genre.
Deze set is best wel leuk en onderhoudend.
Zaterdag 15 juli
Het
is zaterdag 15 juli, twaalf uur 's middags. Wat een ontiegelijk vroeg
uur! Normaal is het nu etenstijd, maar daar had de organisatie
duidelijk geen rekening mee gehouden. De Blues Peer-molen wordt weer
aangezwengeld en een paar tientallen ‘dapperen’ slepen zich toch tot in
de nabijheid van het podium waar Barrelhouse hen opwacht. Barrelhouse
is in Peer om, onder andere, hun nieuwe bekroonde cd en elpee ‘Almost
There’ te promoten. Het is duidelijk dat hun korte set, slechts 45
minuten, rond hun nieuwste ‘outing’ draait. De stem van Tineke
Schoemaker is nog altijd even goed als… 22 jaar geleden, toen we ze
voor het eerst zagen op het BRBF, en gitaristen Johnny en Guus Laporte
zijn alleen maar rijper en vollediger geworden. Barrelhouse speelt
blues met een tikkeltje soul en rock. ‘Almost There’, 'I Wish I Could
Pray’, ‘Too Late To Turn Back Now’ en ‘Down In The Alley’ zijn
pareltjes van een band die, althans hier, een beetje in de vergeethoek
was beland.
Wie zin had in een potje rockabilly kon terecht bij Walter Broes & The Mercenaries.
Walter is bijna kind aan huis in Peer. Zijn repertoire bestaat uit
fifties- en sixtiesrock, boogie, swing en alles wat er in die tijd aan
opwindends te beleven was. We herkennen The Ventures, The Shadows, de
early Beatles, swampblues à la Lazy Lester, Paladins, en noem maar op.
Een stomend setje.
Klaar voor een trip naar New Orleans? Okay, here we go with Jon Cleary.
Jon, R&B- en funkpianist par excellence woont dus tegenwoordig in
New Orleans, maar, en dat wisten jullie kenners al wel, komt
oorspronkelijk uit Cranbrook, Kent, Engeland. Jon heeft zich omringd
met enkele uitstekende muzikanten. Cornell Williams (bas), Nigel Hall
(keys) en A.J. Hall (drums) weten exact hoe de perfecte New
Orleans-groove te leggen. Jon is een uitstekend pianist en een meer dan
degelijk blues- en R&B-zanger die nogal hoog oploopt met,
bijvoorbeeld, Allen Toussaint en Professor Longhair. Wij waren ook
serieus onder de indruk van het toetsenwerk (Hammond) van Nigel Hall en
de ‘second line drumming’ van A.J. Hall. Het mag wel zo ongeveer
duidelijk zijn dat wij hebben genoten van het uurtje Jon Cleary.
Uit een heel ander vaatje tapt Mike Zito.
Zito komt uit St.- Louis, Missouri en is de man van de welbekende en
door bluesrockadepten alom geprezen cd’s ‘Gone To Texas’ en ‘Make Blues
Not War’. Zito is dus bluesrock, maar van het iets lichtere soort,
bluesrock ‘light’, zeg maar. Mike heeft een vrij scherpe stem en speelt
graag ellenlange solo’s die zijn kunnen moeten illustreren. Soms zit er
ook een ietwat rustiger, traditionele slowblues tussen, maar dan vindt
hij altijd wel gaatje om er een scherpe solo in te persen.
Met The Blind Boys Of Alabama komt
ook Jezus zijn woordje meepraten (of is dit oneerbiedig geformuleerd?).
Voor ons zijn The Blind Boys geen onbekenden want in 1991 en 1993
stonden ze al op het BRBF. De boys zijn in een schitterend wit pak
gestoken en voorzien ons van een grote portie soul, blues, gospel en
spirituals. De heren zijn niet meer van de jongsten, maar hun stemmen
zijn duidelijk niet verouderd en hun samenzang is nog zo goed als
perfect. Climax van de set is misschien wel het voorzichtige tochtje
van de leadzander, Jimmy Carter, door het voorste gedeelte van de tent.
En de Lord zag ongetwijfeld dat het goed was.
Wie The Red Devils
of 13 zegt, zal automatisch aan wijlen Lester Butler denken. Maar omdat
Butler nu eenmaal niet meer onder de levenden is, werd Pieter van der
Pluijm, aka Big Pete, bereid gevonden om de rol van Lester in te
vullen. De Devils, uit Hollywood, Californië, hebben ooit opnames
gemaakt met Mick Jagger en werden gevraagd om 'the man in black',
Johnny Cash, te begeleiden. The Devils spelen blues, jawel, maar dan
wel op hun eigen, iets meer gespierde, wijze. Wij herkennen ‘Mr.
Highway Man (Howlin’ Wolf), ‘Going To The Church’, ‘Blackwater Roll’,
‘Wish You Would’ (Billy Boy Arnold) en ‘Just Your Fool’ (Little
Walter). The Red Devils, niet écht ons ding, maar voor even kan het wel.
Om de zaterdag af te sluiten, hadden de organisatoren gezocht naar een topper en meenden ze die gevonden te hebben in ZZ TOP,
de Texaanse gitaarbeulen. Gibbons, Hill en Beard (de enige zonder
baard) spelen hun Texas Boogie en southern rock al bijna een halve eeuw
in dezelfde bezetting. Nummers die we allemaal kennen zijn ‘Under
Pressure’, ‘Gimme All Your Loving’, ‘Tush’, ‘Catfish’, ‘Sharp Dressed
Man’, ‘Legs’, ‘Foxy Lady’ (Hendrix) en ga zo maar door. Prachtige band
voor een ‘rock’festival, maar niet zo heel erg geschikt voor een
‘blues’festival, vinden wij...
Als iemand ons zou vragen – maar geen kat gaat dat vragen natuurlijk,
of heeft daar enige interesse voor – om een rangschikking, qua
bluesgehalte, en aanverwante stijlen, op te maken, dan zou die er zo
uitzien: 1. Jon Cleary, 2. Barrelhouse, 3. The Blind Boys Of Alabama,
4. Walter Broes & The Mercenaries, 5. Mike Zito, 6. The Red Devils,
7. ZZ TOP.
Zondag 16 juli
In onze inleiding beloofden we om terug te komen op Johnny Mars. Well, here we go. Wie haalt het in godsnaam in zijn hoofd om Johnny Mars & Michael Roach,
zowat het beste dat we, qua blues, op Blues Peer 2017, hebben gezien en
gehoord, slechts 45 minuutjes, en dan nog op zondagmiddag, te geven? De
organisatie zou zich hiervoor grondig moeten schamen! Tenzij natuurlijk
de heren Mars en Roach, om een of andere reden, erop hadden
aangedrongen om per se op zondagmiddag te mogen optreden, wat we durven
betwijfelen. Mars, The King Of The Blues Harp, en Roach, de
Piedmont-blues fingerpicking master, vullen mekaar schitterend aan. Er
is dat ietwat melancholische van Mars en het meer optimistische van
Roach. Beide heren vertellen om beurt een verhaaltje, want daar is het
in hun blues om te doen. Mars en Roach weten welk vlees ze in de kuip
hebben en naast eigen werk, van hun nieuwste cd, spelen ze ook wat
klassiekers, zoals daar zijn: ‘Rock Me Baby (all night long)’, een
uitgebreide eigen versie van ‘Kansas City’, ‘I Shall Not Be moved’, ‘I
Got A Little Pony’ en het onvermijdelijke ‘Sweet Home Chicago’ als
encore. Beter, bluesgewijs dan, zullen we ze vandaag niet meer krijgen,
vrezen wij. Schitterende set, alleen veel te kort.
Ook heel genietbaar, qua blues dan, is de set van SaRon Crenshaw.
SaRon is een grote fan van B.B. King en dat zie je (gitaar) en dat hoor
je. SaRon is een uitstekend bluesgitarist en een meer dan behoorlijke
zanger. En als we even goed luisteren, horen we niet alleen B.B. King,
maar ook Jimmy Johnson, Albert King, Albert Collins, en in een mindere
mate Melvin Taylor. Al na het tweede nummer trekt SaRon de tent in, tot
groot jolijt van het publiek. Zijn solo’s vallen soms wat lang uit,
maar geen mens, wij ook niet, die zich daaraan stoort. Bij ‘The Thrill
Is Gone’ komt Patrick Cuyvers even meedoen op Hammond. ‘Come On’ voelt
zo een beetje aan als een doorslagje van ‘Sweet Home Chicago’, maar
‘Wang Dang Doodle’ mag dat weer rekenen op het meedoen en meezingen van
een duidelijk geënthousiasmeerd publiek. En hiermee hadden we het, qua
blues, zo ongeveer wel gehad op zondag...
The Bros. Landreth, geen
familie van de legendarische Sonny, is een Canadese band die in
hoofdzaak southern rock speelt. Leuk voor de liefhebbers van het genre,
maar na een paar nummers hebben we het wel gehoord. Idem dito voor The Magpie Salute,
de vroegere Black Crowes, zeg maar. Snoeiharde bluesrock met een, qua
stem, irritante zanger. Voor de liefhebbers van symfonische
seventiesrock is Jethro Tull ingehuurd.
Uit pure nieuwsgierigheid, want met dat soort muziek hebben we geen
enkele voeling, hebben we een paar nummers aanhoord. Ian ‘flute’
Anderson pakt zijn fans volledig in, maar ons kan hij, ondanks verwoede
pogingen van zijn kant, niet boeien.
Wij hebben dan weer wel in een hoge mate genoten van Jools Holland & His Rhythm & Blues Orchestra.
Jools is een ongelooflijk fantastische boogie woogiepianist die bijna
elk lid van zijn 12-koppige band de gelegenheid geeft om een solootje
te spelen. Jools heeft drie zingende dames, onder wie de
onvermijdelijke ‘Queen Of The Boogie’ Ruby Turner, mee. Elk om de beurt
mogen ze hun zangkwaliteiten etaleren. Er is niet alleen blues van
Louis Armstrong en T. Bone Walker (‘Let Your Hair Down, Baby’), maar
ook Jose Feliciano is vertegenwoordigd met ‘I’ve Not Always Been As You
See Me Now’. Er is ook een geweldige reggae-achtige versie, door één
van de meisjes, Louise, van ‘The Moment Of Love’ of, in het Frans
‘Plaisir D’Amour’. Toch ook even tussendoor vermelden de ongelooflijke
drumsolo van Gilson Levis, volgens Jools ‘the best jazz drummer in the
world’. Nog een paar nummers? Okay. Er was ‘Let The Good Times Roll’,
Peace In The Valley’, ‘All Right, You Win, I’m In Love With You’, ‘I’ve
Got A Girl That Lives Up On The Hill’, ‘Enjoy Yourself’ en meer van dat
fraais.
Als afsluiters van het festival is Canned Heat
uitgenodigd. Fito de la Parra en co openen met het onvermijdelijke ‘On
The Road Again’. En eerlijk is eerlijk, het klinkt nog behoorlijk goed.
Maar daarna hoor je toch dat de tand des tijds ook deze heren niet
helemaal heeft gespaard. Het wordt een beetje rommelig. ‘Time Was’,
‘Sugar Bee’, ‘Old Time Blues’ en, onder andere ‘Have A good Time’ gaan
er nog vlot is, maar veel meer dan een stukje sixties- en
seventies-nostalgie is Canned Heat niet meer...
Jean Bervoets
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender,
enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Freddy Vandervelpen,
Philip Verhaege,
Bert Lek
_____________________
|