          

|
Duvel Blues Chiroterreinen, Puurs - 26 mei 2018
Het
is alweer de laatste zaterdag van mei, en bluesliefhebbers weten
ondertussen dat ze dan hun GPS moeten instellen op de Kaardijkstraat 22
in Ruisbroek-Puurs. De terreinen van de plaatselijke Chiro – tegenover
de villa van Kris Peeters, jaja… de enige échte – zijn dan weer, sinds
vorig jaar, het decor voor het ondertussen wereldbekende ‘midi’
bluesfestival Duvel Blues. Elk jaar probeert Duvel de affiche zo
spannend en gevarieerd mogelijk te maken, en of ze daarin dit jaar ook
weer zijn geslaagd, lezen jullie in volgend verslagje. Zoals het al die
jaren al traditie is, gaat het festival door op twee locaties. Er is de
tent, voor de ietwat, qua bevolking of bezetting, meer uitgebreide
bands, en dan is er de zaal, of zaaltje, voor een meer intieme of
intimistische bluesbeleving. Veel volk op Duvel, de hitte woog
loodzwaar en de schaduwrijke plaatsen waren dan uiteraard ook heel snel
bezet. Maar ja, om leuke muziek te horen en een goede sfeer te ervaren,
moet je wat over hebben. We hebben de meeste bands en acts al eens
eerder gezien, maar voor de occasionele, en niet zo fanatieke
festivalganger was er toch heel wat te ontdekken en te beleven.
Zullen
we het eerst hebben over de activiteiten op het grote podium, ‘de
tent’, zeg maar!? Later zullen we dan de zaal bespreken. Goed. Mark De Wit & Rik Ooms
mochten de tent opwarmen, als dat dan nog nodig was, voor wat later nog
moest komen. De plaatselijke, of lokale, helden, zoals aangekondigd in
de programmafolder, verrassen met een tribute aan Nobelprijswinnaar
voor literatuur, Bob Dylan, jawel! Nu zijn wij geen Dylankenner, en
bijgevolg ook niet van zijn repertoire, maar de heren De Wit & Ooms
deden dat, vinden wij, helemaal niet slecht. De stem(men) deden niet
écht denken aan die van Bob, we misten dat nasale, maar het was best
wel een degelijke show met goede zang, ook van de backing vocals, bijna
perfecte instrumentenbeheersing en toch af en toe een song die zelfs
wij kenden. Zo hoorden we ‘Señor’, ‘Absolutely Sweet Marie’, ‘Sixteen
Years’ uit ‘Changing Of The Guards’ en het onvermijdelijke ‘Hurricane’.
Leuk, goed gedaan, maar niet écht ons ding.
Uit Jackson, Mississippi, komt The Mississippi Blues Diva Jj Thames.
Jj groeide op in Detroit, maar verhuisde op achttienjarige leeftijd al
naar Jackson, want zij wilde van zingen en muziek haar beroep maken. Jj
is, op zijn minst gezegd, een imposante figuur met een even imposante
stem. Jj begint haar set met een ‘bang’ en stoomt dan als een trein
door haar repertoire. Soms klinkt ze wat (te) schreeuwerig, maar dat
kan met het soort blues met een serieuze ‘beat’ die zij en haar
kompanen brengen. Jj doet niet enkel Mississippi geïnspireerde blues,
maar ook Texas en Chicago zijn aanwezig. Haar afsluiter ‘I’d Rather Go
Blind’ is dan weer van een superieure klasse. Wij, en met ons nogal wat
liefhebbers, konden genieten van een geweldige Jj Thames-show, met een
steengoede Jj en een prominent aanwezige professionele band.
Wie de Corey Dennison Band
nog nooit eerder had gehoord of gezien, zal aan hun doortocht langs
Duvel Blues mooie herinneringen overhouden. Wij zagen de man, begin
mei, de tent op het Moulin Blues-festival compleet plat spelen. Allee,
figuurlijk dan, eh! Achteraf zou blijken dat dat op Duvel Blues niet
anders was. Corey begint zijn show – want zo mag je dat wel noemen – in
de tent te midden van de deftig verbaasde en snel toegelopen
toeschouwers. Corey komt uit Chattanooga, Tennessee, maar is hot in het
Chicagobluescircuit. Hij is één van die jonge vertegenwoordigers van de
moderne, houserocking, Chicagoblues. Zijn blues mengt hij ook met diepe
soul en dat maakt de set dubbel aantrekkelijk. Corey speelt blijkbaar
ook nooit tweemaal dezelfde set, maar speelt zoals het hem op dat
moment goed uitkomt. En de band heeft maar één aanslag nodig om Corey
perfect te volgen. Schitterende set met een schitterende Corey en een
perfecte band.
Na Corey Dennison is het de beurt aan Fred Chapellier & The Gents feat. Dale Blade
om het enthousiasme bij het publiek gaande te houden. Fred komt uit
Parijs en Dale uit New Orleans. Frankrijk en Louisiana… er is altijd al
een link geweest. De set begint met een uptempo Chicagoblues met een
Dale die goed bij stem is. Na de opener zakt het tempo een beetje en
gaan we naar Louisiana. De heren maken van de gelegenheid gebruik om
hun nieuwste cd ‘Set Me Free’ uitgebreid voor te stellen. De cd is
duidelijk heel gevarieerd en brengt ons met typische nummers heen en
weer tussen Chicago en New Orleans. Bovendien heren we redelijk wat
southern soul waartoe Dale’s stem zich ook uitstekend leent. We horen
‘Love Holiday’, ‘Going To Mississippi’ (met een ontketende Fred) en het
prachtig mooie ‘Crying With The Blues’. De harp vonden wij wat minder
prominent en uitgesproken, maar al bij al een goede tot zeer goede set.
Als laatsten, maar daarom niet als de minsten, komen zusjes Kitty, Daisy & broer Lewis Durham,
uit Engeland, aan de beurt. Het is een band die via Pukkelpop, Blues
Peer en nog wat stadia in de Kaardijkstraat 22 is beland. Op Duvel
Blues dus. Kitty, of was het Daisy?, was gekleed (?) in een sexy
lederen pakje en stilettolaarsjes. Zusjes en broer brengen een fijne
mix van rootsrock, een spatje jazz, wat swing, een tikkeltje folk,
vintage rock, poppy rock-‘n-roll en zelfs… ska. Een rollercoaster langs
alle mogelijke genres dus. Na elk nummer wisselen ze van instrumenten
en dat op zich is al een leuke gimmick. ‘Going Up The Country’ en ‘Say
You’ll Be Mine’ zijn hoogtepuntjes. Aan het einde komt Eddie Thornton,
kleurrijk uitgedost, ook nog even wat doen met zijn trompet om het
geheel toch wat meer… glans te geven. Maar tegen dat de set voorbij
was, waren de terrasjes al flink leeggelopen. Goede set, maar ook niet
zo heel veel méér.
Ondertussen in ‘de zaal’
We hadden eigenlijk nog nooit van Dries
gehoord, de opener in de zaal. Blijkt dat Dries afkomstig is uit
Lommel, maar nu toch al een aantal jaren in Antwerpen woont. Dries
zingt, speelt gitaar en speelt ook wat harmonica, à la Donovan, weet je
nog? Dries, voor ons een ontdekking, speelt sobere, doorleefde
folkblues en roept de sfeer op van de cottonfields. Zijn ietwat nasale
stem doet soms denken aan Bob Dylan. Zo horen we duidelijk Dries Dylan
in ‘It’s All Over Now, Baby Blue’. Dries is een talent, zoveel is
zeker. Zijn set maakt indruk en ontroert tegelijk met goede zang,
intelligent gitaarwerk en slepende harp. Het stevige applaus is dan ook
meer dan verdiend. Hou die man in de gaten, hij zou nog wel eens een
hele grote kunnen worden.
Na Dries is het de beurt aan Steven Troch & Lon Eldridge
om hun kunsten te vertonen. Steven kennen we al een tijdje, maar Lon
was voor ons ook een illustere onbekende. Steven speelt harp en Lon
speelt gitaar en zingt. Lon komt uit Chattanooga, Tennessee en is een
rootsmuzikant par excellence. Zijn gitaarspel doet bijwijlen denken aan
Mississippi John Hurt, Robert Johnson, Blind Blake en anderen. Hij
brengt een mix van traditionele 'prewar blues', ragtime en swing. Voor
het aandachtige publiek zingt en speelt hij nummers als ‘Leaving My
Blues With You’, het ondeugende ‘I Need A Little Sugar (In My Bowl), de
Fats Waller-hit ‘Aint Misbehaving’ en het dubbelzinnige ‘She Knows How
To Stretch It (And To Make It Last). Goede set en het was duidelijk
genieten voor de toeschouwers.
Na de ombouwpauze is het de beurt aan Nico Backton & The Wizards Of Blues.
Nic is een Belg (uit Gent) maar woont al jaren in Frankrijk. Nic en
zijn Wizards brengen een mix van bluesklassiekers en eigen pareltjes.
We horen meestal traditionele blues die soms neigt naar rock. Ook
boogie is nooit ver weg. Enkele nummers? ‘Big Fat Mama’ (Walking Down
My Way), een interessante versie van ‘Little School Girl’, de heerlijke
slow ‘I Feel So Lonely I Could Die’ en ook nog ‘Early In The Morning’
(ain’t got nothing but the blues), ‘Before You Accuse Me’ en ‘Gimme
Back My Wig’. Dit alles om een idee te geven van wat we kregen van Nico
Backton & The Wizards Of Blues.
Als afsluiter in de zaal had de organisatie aan Ian Siegal
gedacht. We hebben Ian misschien al een tiental keren ‘live’ gezien, en
ofwel is Ian slecht, ofwel is hij, zoals op Duvel Blues keigoed. Ian,
in goeden doen, is een fantastisch muzikant en zanger. Normaal speelt
hij met een Nederlandse band, maar op Duvel was hij solo en plus/minus
akoestisch. Het was even wachten op Ian want hij wilde de afloop van de
Champions League-finale tussen Real Madrid en Liverpool nog even zien.
Ian heeft een nieuw album uit ‘All The Rage’ en het sprak voor zich dat
hij daaruit enkele nummers speelde. Ook ‘One Scotch, One Bourbon, One
Beer’ en ‘Mary Don’t Weep’ stonden op de playlist. Op Duvel blues was
Ian in topvorm en dan is het altijd een feestje. Ian speelde ook nog
twee nummers op een Guttlin-gitaar, made by Karel Phlix.
Zo, dat was het weer voor Duvel Blues 2018. We hebben goede, zéér
goede, shows gezien en eigenlijk waren er geen minpunten. De ene band
is de andere niet, uiteraard, en het is altijd even aanpassen aan wat
en wie we aangeboden krijgen, maar al bij al een goede, degelijke
aflevering van Duvel Blues.
Jean Bervoets
reageer
op dit artikel
terug naar de index
van de concert- en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website
is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en
veelzijdige tijdschrift voor blues
en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws,
achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de
meest complete blueskalender, enz... In nummer 106 van ons blad (juni
2018) brengen we trouwens een uitgebreid interview met Chris Cain. Nog
geen abonnee? Klik
hier voor meer info.
|
foto's:
© Philip Verhaege
_____________________
|