|
||
|
vrijdag 13 juli Dag één, de vrijdag dus, was op Blues Peer dit jaar, zoals het zo een beetje de gewoonte is (geworden), gereserveerd voor bands van eigen bodem of naaste omstreken. Van die eerste dag onthouden wij vooral de schitterende set van Blues Angels. De Angels zijn Pascale Michiels, Kathleen Vandenhoudt en An de Bruijn, aangevuld met Pieter Van Bogaert en Jan de Bruijn. Eigenlijk zijn de Blues Angels een soort… supergroep die zich zowel in soul als in blues helemaal thuis voelt. Ook zit er wat gospel bij en wat jazz, en zelfs een bezwerend voodoonummer, rechtstreeks uit de swamps van Louisiana. Hun set is gevoelig, intens, en raakt de toeschouwers diep. Er is bijvoorbeeld de monumentale versie van ‘(Standing at )The Crossroads’ Wij hebben al veel versies gehoord, maar deze steekt er toch een heel eind bovenuit. Als opener van het festival hadden de organisatoren geopteerd voor Tensfield, een bluesband uit het Leuvense. We hadden ze vorig jaar al een keer aan het werk gezien, en gehoord vooral, en de jongens spelen een sterke set met meest uptempo-nummers. Goede zang en gitaar, maar het is toch Koen Geudens (Hammond en toetsen) die de meeste aandacht naar zich toetrekt. ‘Take It To The Ground’ en ‘The Joker Smile’ zijn een paar nummers die het publiek wel weet te appreciëren, en wij ook. O ja, dan was er ook nog Cosmo’s Foger-T, een bandje, en jullie hadden het al begrepen, dat het ganse CCR-repertoire door de mangel haalde. Leuk, daar niet van, en het publiek brulde enthousiast de ‘string of hits’ mee. De jongens deden hun best, maar meer dan een leuk tussendoortje was het ook weer niet. De afsluiter van vrijdag was Boogie Boy & His Woogies. Boogie Boy, het podiumbeest bij uitstek, wil, tot vervelens toe, ‘the good times’ laten rollen en hij wil ook dat wij weten dat de blues ‘alright’ is. Blues? Bij momenten wel, maar Boogie Boy maakt er zijn eigen bombastische egotrip van. Hij slaagt er zelfs in om ‘Stormy Monday Blues’ in die mate te verminken dat het niet meer mooi is. Tegen het einde van de set stonden nog ongeveer… 175 man voor het podium. De rest had de premises al lang verlaten. Zou dat iets kunnen betekenen? zaterdag 14 juli Het belooft weer een warme dag te worden, zowel op als naast het podium. En als we één act op plaats 1 van onze appreciatieladder moeten zetten, is dat zonder de minste twijfel de ‘perfecte’ show van Little Steven & The Disciples Of Soul. Daarover later meer. Laten we eerst maar eens bespreken hoe de rest van het deelnemersveld het eraf bracht. Zo hadden de organisatoren aan The Ragtime Rumours gedacht om de festiviteiten op zaterdag te openen. The Rumours, onlangs nog op het Moulin Blues Festival in Ospel en winnaars van The European Blues Challenge in Noorwegen (?), brengen, zoals ze zelf zeggen, old-school ragtime, jazz, rootsblues met een rock-‘n-roll-attitude, rag-‘n-roll, als het ware. Dat is allemaal heel mooi, maar ondanks het feit dat ze hele leuke dingen doen op allerlei instrumenten, voelen wij ons niet erg aangegrepen. Maar dat zal wel weer aan ons liggen zeker!? Na The Ragtime Rumours is Mudvibe, the Antwerp Connection, zeg maar, aan de beurt. Mudvibe, a one time only band, is Henk Vandersypt, Big Dave, Luke Alexander, RC Stock en Steve Wouters. Mudvibe, die hun sporen al verdienden in andere bands, doen een mix van Chicago, Texas en Louisiana, ‘muddy’, vettige blues en wat soulblues. Nogal wat covers, maar allemaal goed gedaan. Als het aan ons zou liggen, mochten de heren in deze bezetting wel een tijdje doorgaan. En ze zouden ongetwijfeld nog succes hebben ook. Tijd om een kleinigheidje te gaan eten, want de Band Of Friends komt eraan. Dit is eigenlijk een Rory Gallagher-tribute (twee ‘friends' speelden ooit bij Rory) en dan liggen wij eruit. Bluesrock van het hardste soort. De Rory-fans vinden dit natuurlijk geweldig, maar ons kan het niet boeien. Het podium wordt dan klaargezet voor Layla Zoe, volgens sommigen de nieuwe Janis Joplin. Dat is gestampte onzin, want niemand komt zelfs maar even in de buurt van Janis. Layla, op blote voeten en constant met de haren wapperend, doet iets zweverigs, iets psychedelisch, soms neigend naar bluesrock, om toch de indruk te wekken dat zij met Janis mag worden vergeleken. Niet dus! Let wel, de set is energiek en spreekt een groot deel van het publiek duidelijk ergens aan, maar de ‘blues’liefhebber kan dit toch maar beperkt appreciëren. En dan komen we terug naar Little Steven & The Disciples Of Soul. In onze nu toch al aanzienlijke carrière als verslaggever hebben we zelden een zo volmaakte show gezien. Met 15 (vijftien!) zijn ze op het podium: Little Steven, drie zangeressen en elf muzikanten. Steven begint met ‘Do You Like Good Music’ van Arthur Conley en dan is de toon al dadelijk gezet. We hadden Steven nog nooit eerder live gezien, maar voor ons is dit een ontdekking. Steven is een geweldige zanger met één van de beste soulstemmen die we ooit hebben gehoord. Bovendien speel hij niet onaardig gitaar. Zijn ‘Riding A But Of Fire’-tour waarmee hij de wereld afreist, is ‘dedicated to all the teachers in the world’. In ‘blues Is My Business’ krijgen alle muzikanten hun ‘moment of glory’. Nog een paar nummers zijn: ‘Love On the Wrong Side Of Town’, ‘Down And Out In New York City’ en aan het eind ‘I Don’t Wanna Go Home’. Bijwijlen hoor je Springsteen en Southside Johnny, maar dat is de logica zelf wegens hun onderlinge samenwerking. Wie na Little Steven aan de beurt is, zal heel sterk uit de hoek moeten komen en laat dat nu toch wel Van Morrison zijn zeker. Bij Van ‘The Man’ zijn frontstage geen fotografen toegelaten en die moeten dan maar zien hoe ze aan hun prentjes geraken. Overigens, er waren precies relatief weinig fotografen op Blues Peer dit jaar, maar dat zal maar persoonlijk aanvoelen zijn. Morrison begint een beetje statisch aan zijn set. De ontvangst door het publiek is ook een beetje lauw. Het eerste deel van de set is vlak, zonder veel emotie, maar wat hij doet, doet hij uiteraard goed. Er is blues, er is swing, en er is wat jazz, maar niet van die aard om het publiek op te zwepen. Het laatste half uur is merkelijk beter omdat dan de hits aan de beurt komen. We zagen een… goede Van Morrison, maar geen heel goede Van Morrison. Als afsluiter van de zaterdag was Kenny Neal ingehuurd. Met de Neal brothers is het tijd voor de echte blues en Louisiana-soul. Kenny, geboren in New Orleans, maar opgegroeid in Baton Rouge, leerde de stiel van zijn vader en van andere bluesgroten. Hij begint sterk en overtuigend aan zijn set. En het publiek laat al dadelijk appreciatie blijken. Samen met zijn broertjes Frederick en Darnell en drummer Bryan Morris zet Kenny meer dan een degelijke show neer. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om zijn nieuwe cd ‘Bloodline’, te promoten, maar dat is niet meer dan normaal. De stem zit goed, de gitaar klinkt goed, de harp is meer dan behoorlijk en achter hem werkt de band gretig mee aan een fijne set. Enkele nummers? ‘Got My Mojo Working’, Things That I Used To Do (Speak)’, ‘Since I Met You Baby’, ‘Let Life Flow’ en nog veel meer fraais. Kanny Neal en band zijn een waardige afsluiter van een tweede festivaldag. zondag 15 juli Twaalf uur 's middags en tijd om Guy Verlinde & The Mighty Gators het podium op te roepen. De zon brandt ongenadig, maar dat houdt de fans en bluesliefhebbers uiteraard niet tegen. We hebben van Guy en kompanen nog nooit een slecht of minder goed concert meegemaakt, en in Peer was het ook weer goed raak. We krijgen een afgemeten mix van slepende swampblues, wat soul, een tikkeltje pop en een schepje bluesverwante rock, mooi gedoseerd om geïnteresseerd te blijven kijken, en vooral luisteren. Vanaf de eerste akkoorden zit de sfeer er al dik in en dat wordt alleen maar beter. Enkele nummers zijn: ‘Good Rock-‘n-Roll On My Radio’, de soulsleper ‘Ain’t No Sunshine When She’s Gone’, ‘Soul Jiving’ en ‘Driving Home To You’. Sterke set, en terecht veel applaus en bijval. Om wat variatie op de affiche te krijgen was Albert Lee uitgenodigd. Albert, geboren in het Londense Blackheat, leerde al op 7-jarige leeftijd piano spelen, maar bekend en beroemd werd hij vooral door zijn schitterend en uiterst gevarieerd gitaarspel. Albert speelde en speelt veel country, maar R&B, americana, rockabilly, rock en blues zijn hem ook niet vreemd. De bands en artiesten opnoemen met wie Albert ooit heeft gespeeld, is een onbegonnen zaak. Om dat te weten te komen is er Wikipedia. Albert heeft een aparte, iets scherpe stem, maar wat hij doet met de gitaar is bijwijlen fenomenaal. Goede, gevarieerde en countrygerichte set, maar het enthousiasme van het publiek was toch niet zo heel geweldig. Voor wie er behoefte aan voelde om eens uit te freaken op Hammond was het Australische trio The Lachy Doley Group uitgenodigd. Hammond, bas en drums zijn de instrumenten. Lachy Doley gaat als een wilde tekeer op de Hammond. Hardrock van het ergste soort, maar dan met de Hammond als hoofdinstrument. Er was ook nog dat vreemde instrumentje, een whammy clavinet waaruit Lachy de… vreemdste klanken toverde. Het mag voor ons soms wat steviger, maar dit was ver ‘over the top’. Heel wat rustiger ging het eraan toe bij Walter Wolfman Washington & The Roadmasters. Tijd dus voor een flinke brok Louisiana-blues en -soul. Walter heeft een prachtige soulstem die meer dan eens doet denken aan Sam Cooke. Zijn set is meer… easy listening blues en soul en soms een beetje jazzy. Het is, voor ons althans, een genot om naar Walter te luisteren. Maar niet iedereen is die mening toegedaan want er is wel wat handgeklap vanuit het publiek, maar nooit uitbundig. Tegen het einde van de set heeft het grootste deel van het publiek andere oorden opgezocht. Spijtig! De massa weet goede blues en soul precies niet meer te appreciëren. De artiest(e) die ons naast Little Steven het meest heeft verrast, is Ruthie Foster. Haar set was absolute top! Ruthie Cecilia Foster is afkomstig uit Gause, een onooglijk dorpje in Texas. Ze zong als soliste in een gospelkoor. Later verhuisde ze naar Waco waar ze in een bluesband ging zingen. Ze nam dienst in de Navy als leadzangeres in een militaire bluesband. Enfin, haar gedetailleerde levensloop is te vinden op haar website en/of op Wikipedia. Ruthie zingt blues, rock, gospel, folk, reggae en zo nog een paar stijlen. Aan alles geeft zij een eigen twist, zodanig dat het eigenlijk gaat om een eigen Ruthie Foster music-mix. Ruthie heeft een erg melodieuze en toch krachtige stem waarmee ze de hoogste noten met gemak haalt. Bovendien speelt ze een aardig stukje gitaar. Haar versie van ‘Singing The Blues’ hebben we nooit beter gehoord. ‘Brandnew Day’, The Ghettoes’, Phenomenal Woman’ en ‘The Hammer song’ van Pete Seger zijn enkele pareltjes die ze zomaar boven onze hoofden uitstrooit. Ruthie is klasse. Ruthie is buitengewoon goed. Ruthie is een fenomeen. Om de liefhebbers van piano(blues) te plezieren, werd Mitch Woods & His Rocket 88’s gevraagd om acte de présence te geven, wat Mitch, waarschijnlijk zonder veel tegenpruttelen, ook heeft gedaan. Mitch Woods is synoniem voor boogie en New Orleans-R&B. Ook swing is hem niet vreemd. We horen meest uptempo-nummers al zit er hier en daar toch een rustige blues tussen. Laten we met een paar nummers zeggen hoe de inhoud van de set was. ‘Down Boys Down’ swingt. ‘Mojo Mambo’ is speciaal voor Professor Longhair en dan waren er nog o.a. ‘Boogie Woogie BBQ’, Blue Monday’, Funky Crawfish’, Don’t Ask, Don’t Tell’, ‘I Got News For You’ en ‘Walking To New Orleans’. Tegen het einde van de set is het publiek al flink uitgedund. De hitte van de drie dagen misschien, of een terugvallende interesse? One more to go en dat is dan John Hiatt & The Goners ft. Sonny Landreth. Wij hebben de indruk dat een groot deel van het publiek naar Rock Peer is afgezakt om John Hiatt te zien en te horen. Daar is, uiteraard niks mis mee. Het is een festival voor iedereen. John put, gesteund door een schitterende Sonny Landreth, uit zijn enorme repertoire. Zo horen we ‘Dark Soul’, ‘Tennessee Plates’, Icy Blue House’, ‘Have A little Faith In Me’ en ‘Riding With The King’. Fantastisch voor de fans, maar wij durven iets minder enthousiast zijn. Voilà, dat was het dan weer vanop Blues Peer 2018. Wij hopen, en met ons veel liefhebbers, dat de volgende editie een tikkeltje meer ‘blues’ getint zal zijn. Er is een berg aan potentieel, alleen moeten de organisatoren iets meer durven en op ontdekking gaan. Er zitten zoveel pareltjes verborgen die roepen om te worden ontdekt. Jean Bervoets
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: vrijdag: © Michel Verlinden zaterdag: © Philip Verhaege zondag: © Philip Verhaege en © Alain Boeckx Klik op onderstaande links om de fotogalerijen te openen. _____________________
|