Duvelblues
Chiroterreinen & JH Kabal, Puurs - 25 mei 2019


Elk jaar staat Duvelblues met stip gemarkeerd op onze kalender. Ook dit jaar was dat zo, al hadden we enige reserve. De site en de publiciteit van het festival vermeldden immers 'Roots-Rhythm-Soul' onder het logo. Met soul als wezenlijk subgenre van de blues hebben wij niet de minste moeite. De termen 'rhythm' en vooral 'roots' zijn echter doorgaans zo ruim te interpreteren dat dit meestal kadert in een heersende trend, met name de ontbluesing van bluesfestivals. Eerst en vooral willen we loud and clear gezegd hebben dat Duvelblues ook dit jaar perfect was georganiseerd. Dat de sfeer weer prima was, dat er Duvel werd geschonken in authentieke glazen glazen, dat we het hebben geapprecieerd dat de cateringvisie breder was dan enkel de standaardfriet en dat de temperatuur dit keer niet de pan uitswingde zodat we niet zijn verzopen in ontieglijke zweetuitbarstingen. De meteorologische omstandigheden behoren echter niet tot de keuzemogelijkheden van de organisatoren. De muziek wél, maar daarvoor hadden we zeer zeker de 'goodwill' aan de dag gelegd om met open vizier richting Puurs te tuffen...

Het New Yorkse duo Piedmont Blūz (zie BTTR 109) reed de proloog in de kleine zaal. Voor een handvol geïnteresseerde vroege vogels gaven ze een muzikaal geïllustreerde uiteenzetting over de primaire bluesstijlen. Voor wie in de blues nog niet zo ingewijd is, serveerden Ben en Valerie Turner hapklare educatieve brokken. Zo legden ze uit dat 'field hollers' en 'spirituals' er waren tijdens het slavernijtijdperk en dat blues en gospel pas erna ontstonden. In pure 'call-and-response' serveerden ze de field holler 'Hoe Emma Hoe' en de pakweg 40 toeschouwers houweelden enthousiast synchroon mee. We hoorden ook werk van Memphis Minnie en de traditional 'Joe Turner Blues'. Valerie demonstreerde gitaargewijs het verschil tussen de Piedmontstijl en de Deltablues. Voor wie het wil weten: het kenmerk van Piedmont is een alternerende baslijn, in combinatie met melodisch 'gefingerpick'. Deltablues is een eerder percussieve gitaarstijl. En Ben... die mocht pronken met zijn zelfgemaakte wasborden – echte kunstwerkjes trouwens – en toonde ons hoe simpel maar effectief 'bones' kunnen zijn als percussie-instrument. Nou, dit was een zeer onderhoudend uurtje dat alle aanwezigen hogelijk hebben gewaardeerd en absoluut een meerwaarde voor het festival.

Kleine zaal

Tussen de optredens in de grote tent vonden in het zaaltje van het Puurse Chiroterrein de meer intieme (semi-)akoestische optredens van Duvelblues plaats. Behalve de 'workshop' speelde Piedmont Blūz ook een felgesmaakte concertset met in hoofdzaak werk uit hun nieuwe cd 'Ambassadors Of Country Blues'. Hoogvliegers vonden wij 'Ol' Freight Train' en 'Make Me A Pallet On Your Floor'. En steeds weer die drang om de toeschouwers iets waardevols te vertellen over de muziek die ze spelen. Hun puike prestatie leverde Ben en Valerie een welverdiende staande ovatie op en daarmee werd nog maar eens bewezen wat bluesliefhebbers willen horen op een bluesfestival. Voorzichtig weg durven wij voorspellen dat we Valerie en Ben in de toekomst nog wel vaker in de Lage Landen zullen tegenkomen.

Ook Niki van der Schuren, de guitige bassiste en dwarsfluitiste van The Ragime Rumours, onttrok aan het publiek veel 'whaws' omwille van haar bijzonder krachtige en emotionele zang. Er is helemaal niets fout met de mix van ragtime en vaudevilleblues die de winnaars van de European Blues Challenge ten berde brengen, maar voor ons part mag de vocale inbreng van Nikki een groter deel van het repertoire innemen. Een andere lust voor het oog is het feit dat de groepsleden schijnbaar spelenderwijs van instrument wisselen. Zo hopte Timo Gijezen lichtvoetig van piano over gitaar naar contrabas. We hebben deze band al wel vaker gezien, maar we blijven ze erg appreciëren.

Het Canadese duo Blue Moon Marquee noemt hun muziek 'gypsy blues' en daar kunnen we wel inkomen. Ze dragen ook het imago van rondzwervende muzikanten uit en al brengen ze voornamelijk eigen werk, hun stilistische zwerftocht gaat naar een ver verleden. Het publiek vergaapte zich aan de multitaskende Jasmine Collette, tegelijk op bas, (voet)drums en zang. Maar ook zanger-gitarist A.W. Cardinal kon onze waardering wegdragen vanwege zijn lijzige, rokerige en vrij authentiek klinkende zang. Ze brachten een eigenzinnige smeltkroeg van vroege bluesstijlen, een vleugje jazz en wat country. Alsof Patton, Django en Armstrong (Louis, niet Neil) zich in café Den Hemel aan een laatavondjamsessie zouden wagen. Zoiets. Ja, ook dit was een prima set en zeer zeker terecht geprogrammeerd op Duvelblues.

Voor de set van zangeres-gitariste Lisa Mills was het zaaltje tot de nok gevuld. Enfin, bij manier van spreken uiteraard, want het gebouw heeft een plat dak. We hebben ons er letterlijk in moeten wringen om een stukje van haar optreden mee te maken. We hoorden een bijzonder mature zangeres met een volle en doorleefde stem. Ze begeleidde zich adequaat op akoestische gitaar en koos voor een repertoire in de marge van de blues. Zo hoorden we o.a. een streep Delbert McClinton.

Grote tent

De lokale 'nieuwe' band Blue Riot Combo gaf de eigenlijke aftrap van Duvelblues in de grote tent. Geloof het of niet, maar we zijn pas achteraf te weten gekomen dat de kale langbebaarde zingende drummer Serge Roegist (Hoboken Slim) was. Ten tijde van The Regulators zag hij eruit als een Rod Piazza-kloon – ja, hij speelde toen harmonica – en zo is hij steeds in ons geheugen blijven steken. Deze gedaantewissel staat Serge trouwens uitstekend. Hij blijkt tot onze grote verwondering een eersteklasdrummer en zingt nog steeds prima. We horen heel veel Muddy ('Key To The Highway', 'Rollin' & Tumblin'', '40 Days & 40 Nights' en ook werk van Howling Wolf en Little Walter. Het repertoire van Blue Riot Combo bestaat dus voornamelijk uit Chicagoklassiekers en het grappige aan deze band is dat ze eigenlijk heel erg 'west coast' klinken. Niettemin vonden we het harmonicaspel van 'W.B' (ooit nog bij The Wild Ones en Vaya Con Dios) van een hoog niveau. Met Blue Riot Combo heeft België er een zeer degelijke bluesband bij. We kijken al uit naar een volgende ontmoeting...

“Dit is niet echt jouw ding zeker?”, vroeg een iets ruimdenkender bluesvriend ons tijdens het optreden van de New Yorkse band Hazmat Modine. Ja, neen, euh... wat moeten wij hiervan nou zeggen? De programmafolder vermeldde iets over een kleurrijke reis langs ska, jazz en calypso. Wij hoorden in enkele New Orleansgetinte nummers hier en daar ook een vage flard blues. Een deel van het publiek ging aardig mee in dit toch wel originele verhaal en uiteraard kunnen wij ons vinden in de idee om ter afwisseling eens een buitenbeentje te programmeren op een bluesfestival. Ter afwisseling zeggen we. Wie de folder had gelezen – en dat hadden we – wist hoe laat het was. Iets na 19 u., maar dat bedoelen we natuurlijk niet. Griot Blues zou de blues linken aan Malinese percussie en het Franse gezelschap Delgres zou de blues koppelen met Creoolse en Caraïbische klanken. Dat waren dus drie bands die stilistisch enorm dicht bij elkaar aanschurkten. We waanden ons eerder op het Afrika Latino Festival in Bree of op Couleur Café dan op een bluesfestival. Twee van deze drie bands hadden ook een susafoon in het instrumentarium. Of was het een bastuba? U weet wel, zo'n bombastisch ding dat klinkt als een scheet van een snipverkouden nijlpaard....

Over Griot Blues willen we nog meegeven dat van de drie buitenbeentjes dit eigenlijk nog het meest voeling met blues had. Dat kwam uiteraard vanwege de inbreng van Mighty Mo Rodgers (zang/keyboard) en vooral vanwege de bluesgitaarsolo's die Luca Giordano perfect in de Malinese muziek van Baba Sissoko inkaderde. 'Mali to Mississippi' leek voor het feestende publiek een ietwat holle slogan, maar eigenlijk refereerde die wél naar de grondslag van de blues. Waren de Afrikanen niet in Amerika terechtgekomen, dan spraken we nu niet over Afro-Amerikanen en dan was er ook geen Afro-Amerikaanse muziek geweest. En trouwens... u hoeft geen achterliggende pejoratieve betekenis te zoeken in onze keuze voor het woord 'terechtgekomen'. Naar onze bescheiden mening maakte Griot Blues in de programmering van dit festival de twee andere buitenbeentjes compleet overbodig. Het ophitsende optreden van Delgres verzandde genadeloos in overdreven gebruik van de rookmachine – je zag de muzikanten niet eens – overmatig lichtgeflits en teveel decibels...

Het waren The James Hunter Six die ons onder de kundige leiding van James 'Howlin' Wilf' Hunter weer veilig naar onze comfortzone voerden. Zijn retrosoul doet het nog steeds  goed, ook bij bluesfans. Ergens konden we ons niet van de indruk ontdoen dat James zijn nummers opzettelijk kort en strak hield. Het woord afhaspelen willen we niet gebruiken, maar feit is wel dat deze band misschien beter op zijn plaats had gestaan als voorlaatste in de grote tent. Een iets minder platgewalst en dus ontvankelijker publiek had misschien een betere connectie opgeleverd. Niettemin, we houden van wat Hunter doet en dit was een aangenaam weerzien.

Duvelblues 2019 had enkele fraaie hoogtepunten maar was nu niet meteen de meest inspirerende editie van het festival. Ook hier is de ontbluesing ingezet, wellicht in de hoop van een breder (lees talrijker) publiek aan te trekken. “Het is misschien geen blues, maar het is toch goede muziek” was bij het napraten een vaak gehoorde uitspraak. En dat is ook zo! We hebben vandaag eigenlijk geen slechte muziek gehoord. En er bestaan nog zoveel mooie dingen. Zo vinden wij bijvoorbeeld ook 'Morgenstimmung' van Edvard Grieg een waanzinnig mooie compositie. En geef toe, de stem van Louis Neefs is toch de warmste die Vlaanderen ooit heeft gehad!? Van alle elektronische muziek vinden wij die in de oervorm de beste – en dan hebben we het over bands als Kraftwerk en OMD. En mocht Soft Cell ooit een reünietournee ondernemen, dan willen we vanuit het aspect jeugdnostalgie zeker de live-versie van 'Tainted Love' niet missen. In 1981 hebben we terwijl dat liedje speelde onze eerste pint(en) gedronken in een Brussels café tijdens een vrij halfuurtje op schoolreis naar Manneken Pis. Maar als wij naar een bluesfestival gaan, dan willen wij – net zoals heel veel andere bluesliefhebbers – blues horen. Enfin, we vertellen hier toch geen zever hé!?

Franky Bruneel
         

reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      © Franky Bruneel

      _____________________