|
||
|
Vrijdag op het hoofdpodium Na het openingswoordje van de burgemeester is het aan de Boogie Beasts om een groot blik onvervalste punkblues over de toeschouwers leeg te gieten. Deze Vlaams-Waalse coalitie hakt er dadelijk hard in. Stevige gitaren en het ruige harmonicaspel van Fabian Bennardo doen denken aan kokende swampblues uit het zuiden van de VS. Wie de Beasts een beetje kent, weet dat relaxt achteroverleunen hier niet aan de orde is. En de Beasts zijn niet op één (deel)genre vast te pinnen. Hun set is een mengeling van alle mogelijke luidere genres binnen de blues. Niet alleen hun hypnotiserende muziek, maar ook hun teksten zijn het beluisteren waard. Wanneer de Beasts zijn uitgeraasd, is het podium voor Dave Herrero en kan hij proberen het publiek te verrassen, te boeien en geboeid te houden. En of hij daarin geslaagd is! Dave komt oorspronkelijk uit Tampa (Florida), heeft een hele tijd in Austin (Texas) verbleven en is uiteindelijk in Chicago (Illinois) verzeild geraakt. Hij heeft de ‘States’ in alle mogelijke richtingen doorkruist en heeft overal waar hij kwam, muzikaal, van alles opgepikt. Zodanig dat zijn repertoire heel erg gevarieerd is. We horen blues, rock, singer-songwriterdingetjes en hier en daar een beetje seventies-psychedelica. Dave begint met een slow, een beetje een… Santana-achtig nummer. De set is goed opgebouwd en stevig gevarieerd. Alle deelgenres van de blues komen in meer of mindere mate aan bod. Het is onze persoonlijke mening dat Dave wel een uitstekende gitarist is, maar niet zo een heel uitzonderlijke zanger. Toch ook even de geweldige inbreng van de toetsenman vermelden. Goede gevarieerde set die van het begin tot het einde boeiend is en dat ook blijft. Na de ombouw is het de beurt aan The Reverend Shawn Amos om het publiek te entertainen. En we geven het eerlijk toe: behalve het artikel in BTTR 107 hadden we nog nooit van The Reverend gehoord. Is dat héél erg? Dus… werd het even afwachten wat we van The Reverend mochten verwachten. De immer goedgeklede dominee komt uit Los Angeles, heeft een goede bluesstem, speelt niet onaardig harmonica en mixt blues en soul met een snuifje gospel en funk. Shawn is een echte showman die ook in zijn bezinnende teksten refereert aan die andere dominee: Martin Luther King. Shawn maakt zich duidelijk zorgen over de gang van zaken in de VS en die bezorgdheid wil hij ook meegeven in zijn teksten. Invloeden van Curtis Mayfield, Al Green, John Lee Hooker en Johnny ‘Guitar’ Watson zijn duidelijk te onderscheiden. Blues, funk en soul, een goede bluesstem en oerdegelijk gitaarwerk, dat zijn de elementen waarmee Zac Harmon, oorspronkelijk uit Jackson, Mississippi, zijn set opbouwt. Zac is een echte ‘bluesgiant’, letterlijk, door zijn grote gestalte, maar ook en vooral door zijn schitterende set op Moulin blues. Hij begint een beetje funky aan zijn set, maar daarna zijn het toch blues en soul die de hoofdtoon voeren. Zac heeft een uitstekende band naast zich en beide, Zac en band, stimuleren mekaar om hun set naar een hoog niveau te tillen. De set is vooral klassiek van opbouw met wat ‘slavery’ blues met ook toch wel, een rocky randje. Goed, stevig en gedegen werk van Zac Harmon and Band. Zo lusten wij ze wel. Na de warme Zac Harmon Band is het de beurt aan ‘The Ice Queen’ uit Canada, Sue Foley om ons van haar kunnen en kunsten te overtuigen. De roodharige Sue is klein van stuk en is gekleed in een zwart lederen pak dat haar een beetje ruig doet lijken. En misschien is ze dat ook wel. Sue is een goede zangeres en dat bewijst ze ten overvloede. Bovendien is haar gitaarspel snedig en rauw. Haar blues is van het hardere genre, soms aanleunend tegen de rock, maar toch ook wel wat countrygetint. Rockblues of bluesrock en countrybluesrock, maar alles van het aanvaardbare gehalte. Sue komt dan wel uit Canada, maar haar manier van spelen en zingen doet eerder denken aan Texas. Haar stem lijkt soms op die van… Dolly Parton, a real Texan, dat soort Texas gekleurde geluid. Sue heeft ook opnames gemaakt met Jimmy Vaughan en ze wil graag dat wij dat allemaal weten. Goed gedaan Sue en het publiek is, aan de reacties te horen, het duidelijk met ons eens. Om de festiviteiten vrijdag op het hoofdpodium af te sluiten had de organisatie de goede ingeving gehad om Joe Louis Walker te engageren. Joe heeft nog al eens op Moulin Blues gestaan, in 1998 namelijk, samen met Billy Branch en Matt Guitar Murphy. Joe is afkomstig uit San Francisco, meer bepaald uit het Fillmore District. Hij heeft met zowat iedereen gespeeld uit de blues- en soulwereld. Hij speelt blues, uiteraard, maar ook soul, softrock, jazz, en zijn muziek heeft ook vaak een gospelkantje. Hij zingt met een ietwat hoge(re) stem, maar dat doet niets af van zijn perfecte stembeheersing. Joe zit netjes in het pak en speelt zijn (melodieuze) blues en soul voor een geïnteresseerd, maar niet uitermate razend enthousiast publiek. Wij vinden het allemaal wel heel erg leuk, daar niet van, maar niet… avontuurlijk, intrigerend genoeg. Vrijdag in het Moulin Blues Café Net zoals op het hoofdpodium mag een Belgische band, Black Cat Biscuit, de activiteiten in het Moulin Blues Café openen. BCB zijn vijf jongens uit Belgisch Limburg die ooit in andere bands speelden en die mekaar in 2015 hebben gevonden. En als op één band het begrip ‘variatie’ totaal van toepassing is, dan is dat wel BCB. We horen West Coast swing, een tikkeltje jazz, wat J.L.Hooker-achtige boogie, met die onmiskenbare en typische ‘stomp’, Texasblues, een spatje country en rock à la vroege Elvis Presley. Zij spelen innemend en bijwijlen meeslepend. Hun nummers gaan vaak over alles wat ze 'on the road' hebben meegemaakt, 'road country blues', als het ware. Wat ze doen is echt wel goed gedaan. BCB is een leuke band met een stevig en inhoudelijk interessant repertoire. Een eind steviger, op het harde af eigenlijk, gaat het met de Billy T. Band. William ‘Billy’ Troiani heeft 47 jaar in New York gewoond en besliste dan naar Oslo, Noorwegen, te verhuizen. Billy T. trakteert ons op een portie stevige roadhouse blues, rootsrock met een tikkeltje country en soul. Bands uit Noord Europa, Zweden, Denemarken, Noorwegen hebben die bovenhuidse ‘icy’ feel, maar tegelijkertijd zit er onderhuids die krachtige en hitte uitstralende powerblues in. Bij Billy T. hebben we dus een tweeledig of duaal gevoel: hard en koel, maar tegelijkertijd toch warm. Beter kunnen we het niet zeggen. Toeval of niet, maar Joakim Tinderholt is voor de gelegenheid ook uit Noorwegen geïmporteerd. Joakim ziet er en beetje als een Viking uit met zijn woeste uiterlijk, en wanneer hij zijn hakbijl bovenhaalt, krijgen we een straffe set ruige blues(rock) en R&B. De band doet, qua geluid, een beetje aan The Thunderbirds denken, maar dan zonder die typische Texas feel en veel luider. De zang is oké en de instrumentenbeheersing is zoals hij moet zijn. Zowel in de snellere als in de tragere nummers zijn Joakim en band even sterk en kan je ze nauwelijks op een storend foutje betrappen. Degelijk als ze zijn, leveren ze dan ook een prima set af. En die bassist, is dat Billy T. niet? The Greyhounds, die twee setjes mogen spelen, zijn een trio uit Austin, Texas, dat bestaat uit Anthony Farrell (zang, toetsen), Andrew Trube (zang, gitaar) en Ed Miles (drums). The Greyhounds hebben een eigen, aparte sound ontwikkeld die een mix is van blues, funk en soul. Soms is het wel een beetje aan de zware, harde kant, en hun blues is niet echt zuiver, maar rockt en legt ‘poppy’ accenten. De Texas invloed en achtergrond is duidelijk te herkennen. In de meer ‘laidback’ nummers ontdekken we dan weer een ander aspect van The Greyhounds. Hun muziek werkt soms een beetje hypnotiserend, en je kan moeilijk weglopen van hun set. The Greyhounds zijn goed en dat mag dan ook terecht geweten zijn. Zaterdag op het hoofdpodium Als je een festivaldag, de zaterdag in dit geval, opent met Phil Bee’s Freedom, dan zit je geheid goed en dan kan je er zeker van zijn dat de juiste sfeer er al flink aangezwengeld zal zijn. PBF is niet de minste band want een aantal leden, en de band zelf ook, kregen een aantal niet onbelangrijke ‘awards’. Enfin, dit maar even om te zeggen dat we ons met PBF aan een boeiende set mochten verwachten en dat was uiteindelijk ook zo. Phil heeft voor de gelegenheid zijn toch zo al sterke band aangevuld met stergitarist Stef Paglia. Stef is misschien beter gekend als gitarist van The BluesBones en, uiteraard, van zijn eigen Stef Paglia Trio. PBF is waarschijnlijk de beste, the hottest, ‘little big band’ die wij kennen. Deze band kan je niet in één hokje stoppen want alle deelgenres van blues en R&B zijn aanwezig. Dit is een heerlijke band waarvan je onmiddellijk vrolijk wordt. Een prachtig begin aan een, wat later zou blijken, fantastische Moulin Blues-zaterdag. Na de wervelende set van Phil Bee’s Freedom is het de beurt aan Samantha Martin & Delta Sugar. Samantha heeft haar thuisbasis in Toronto, Canada, maar ze zou, klankgewijs, evengoed uit Memphis of een andere blues- en soulstad kunnen komen. Sam is vrij klein van gestalte, maar wat een stem! Haar zwarte knielaarzen en glitterjurk flatteren niet écht, maar eigenlijk is dat maar bijzaak. Belangrijk is wat zij, en haar band uiteraard, ons willen laten horen. En wat we horen is van een grote klasse. Het hoofdgenre is R&B, de échte dan, interessant ingekleurd met blues, gospel en een spatje funk. Ook menen wij wat Motown Soul te horen. Het is natuurlijk persoonlijke appreciatie, maar vooral de tragere soulnummers zijn heel erg de moeite. Al bij al dus een heel goede, onderhoudende en warm aanvoelende set. En die ‘good time feeling’ gaat verder met ‘Studebaker’ John Grimaldi & The Hawks. De groepsnaam is ontleend aan het model wagen ‘Studebaker Hawk’ waarmee John nog altijd rondrijdt. John, uit Chicago, zingt, speelt gitaar en dan ook nog harmonica. De meeste nummers zijn ‘uptempo’, maar naar onze mening, een detail, zit het niet helemaal snor met de klank. Wij vinden, bijvoorbeeld, de drums een beetje te agressief, maar misschien is dat wel de bedoeling. John heeft een aparte, soms krasserige, stem en we horen een iets andere John dan we ons herinneren. Waarmee we niet willen zeggen dat dit een mindere set was, integendeel zelfs. We hebben genoten van John en zijn specifieke benadering van de blues. De blues leeft, en dat bewijst John ten overvloede. Uit een heel ander vaatje tapt The Weight Band, een tribute aan de legendarische ‘The Band’. The Weight Band, met frontman Jim Weider (The Band) vergast ons op een stevig potje ‘americana’. Dat betekent een mix van country, R&B, New Orleans funk, soul, en seventies-countryrock, zoals The Band vroeger klonk. Wij zijn nooit een onvoorwaardelijke liefhebber geweest van het genre, maar The Weight Band klinkt goed en voelt, qua sound, herkenbaar aan. Goede set en voor de liefhebbers zeker een traktatie. Met Eric Lindell krijgen we een vertegenwoordiger van soulblues en americana op het podium. Eric speelt alle mogelijke stijlen die verwant zijn aan de blues, maar het is geen blues ‘pur sang’. Er is rock, neigend naar softrock met een tikkeltje pop. Eric heeft een goede stem, speelt prima gitaar, maar om de één of andere reden werkt dit alles niet erg aanstekelijk. Voor ons althans niet. Ook de reacties vanuit het publiek zijn niet bijster overtuigend. Nee, ondanks de waarschijnlijk goede bedoelingen, verrast Eric niet. Afwachten dan wat The Proven Ones ons te bieden hebben. The Proven Ones zijn een verzameling klassemuzikanten die hun strepen hebben verdiend bij andere bekende bands. Met Brian Templeton, Kid Ramos, Anthony Geraci, Willie J. Campbell en Jimi Bott kan er moeilijk iets verkeerd gaan en dat doet het vanzelfsprekend ook niet. The Proven Ones serveren blues met een heel erg stevig randje soul. Of, je kan ook zeggen: soul met een randje blues. Maar vergis je niet, ook de meer klassieke blues komt aan bod. Deze strakke band kan alles aan en het ‘soulgevoel' is nooit ver weg, ook mede door de inbreng van twee blazers. Brian Templeton is een geweldige zanger en showman en hij kreeg de tent, het publiek dan, zonder de minste moeite op zijn hand. We hebben nog een paar bands te gaan, maar voor ons, voorzichtig en met het nodige voorbehoud gezegd, tippen wij toch op The Proven Ones voor dé band van de zaterdag. Plaats maken dan voor oude bekende… Mike Zito. Met Mike moet je je niet aan een avondje easy-listening blues verwachten, integendeel. Zonder echt zwaar te zijn is Mike toch redelijk strak en vrij luid, maar zo kennen we hem ondertussen. Mike is, en daaraan mag geen twijfel bestaan, een uitstekend gitarist en een meer dan behoorlijk zanger. We horen veel ‘jumprockblues’, als die term nog niet bestond, dan is hij met deze uitgevonden. Mike is uitstekend in de tragere nummers, maar wanneer hij een versnelling hoger, luider schakelt, dan dreigt ontsporing naar pure bluesrock of rockblues, je zegt het maar. Als we even in de tent rondkijken dat blijft een aanzienlijk deel van het publiek toch een beetje apathisch. Dat is vreemd, want voor het Moulin Blues publiek mag het best een beetje meer zijn. Kort samengevat: Mike brengt een goede tot zeer show, niet voor de volle 100% ons ding, maar wie zijn wij uiteindelijk!? En dan zijn er, om de feestelijkheden op het hoofdpodium af te sluiten, nog The Blues Giants. The Giants zijn eigenlijk een ‘plastic’ band wat betekent dat ze niet altijd in dezelfde bezetting spelen. The Giants van dienst op Moulin Blues zijn: Sugaray Rayford (zang), Nick Schnebelen (gitaar), Albert Castiglia (gitaar), Jimi Bott (drums) en Willie J. Campbell (bas). Je ziet het, een leuk stel. Elk van deze Giants heeft een aanzienlijke reputatie binnen andere bands, maar samen zijn zij een echte supergroep. Geweldenaar Sugaray neemt het voortouw en zijn collega-giants willen natuurlijk niet achter blijven een leveren een meer dan degelijke prestatie. The Blues Giants, een klasse band met een klasse optreden. En het ganse Moulin Blues publiek wist dit hogelijk te waarderen. Zaterdag in het Moulin Blues Café Joakim Tinderholt en de Billy T. Band hadden we vrijdag al gezien en besproken, dus prikken we even door naar Tami Neilson. Tami is, en dat is het minste dat je kan zeggen, een opvallende figuur. Ze ziet eruit als een fifties rockqueen. En zo klinkt ze eigenlijk ook wel. Haar set is eerder jumpy dan bluesy. Tami komt oorspronkelijk uit Canada, maar woont nu in Nieuw-Zeeland ew Zealand. Ze heeft de ganse wereld al bijna rondgereisd om haar rock en swing aan de man, en de vrouw uiteraard, te brengen. Tami heeft een geweldige, verdragende stem die soms doet denken aan een aantal souldiva’s. Tami voegt ook een tikkeltje country en ‘americana’ toe aan haar rock/soul/blues. Ondanks haar verwoede en niet aflatende pogingen blijft het enthousiasme bij het publiek toch eerder aan de magere kant. Voor een uurtje eerder klassieke blues moeten we bij Jeremiah Johnson zijn. Jeremiah heeft een goede bluesstem en zijn gitaarspel is oké. We horen blues, neigend naar bluesrock, country, funk en soul. Of we dit nu speciaal vinden? Eigenlijk niet. Het is goed en onderhoudend, niemand die daaraan twijfelt, maar wij zijn niet zo heel erg onder de indruk. En natuurlijk ligt dat aan ons. De producer van zijn nieuwste album is… ene Mike Zito, en dan weten we wel waar Jeremiah de bluesmosterd vandaan haalde. Daarna is het een beetje ‘back to the roots’ met Big Joe Lewis. Eigenlijk hadden we Big Joe liever op het hoofdpodium gezien, want Joe is een imposante figuur en een vooraanstaande en gewaardeerde vertegenwoordiger van de Britse blues. We horen echte blues, Chicago en een beetje Mississippi, en de fans genieten. Zowel in de tragere als in de uptempo nummers horen we een grote Big Joe. De kleine bezetting maakt de set wat meer intiem. Slow blues of slow soul, we horen het allemaal even graag. Wat wij tot op heden nog niet begrijpen is het gegeven dat het grote publiek eerder matig reageerde op deze toch wel heerlijke set. Let wel, de set is niet buitengewoon verrassend, maar toch echt wel meer dan de moeite waard. Over de Beaux Gris Gris (& The Apocalyps) kunnen, mogen, durven we kort zijn. Of misschien toch ook weer wel niet. De band is deels Brits en deels Amerikaans, New Orleans. Robin Davey (gitaar) en Merk Barrett (drums) zaten vroeger in The Hoax, de bekende Britse bluesrockband, en dan heb je misschien al een idee waar de set naartoe gaat, namelijk naar stevige bluesrock die enigszins getemperd wordt door de inbreng van flamboyante zangeres Greta Valenti. We horen, uiteraard, een flinke portie bluesrock, maar ook country, swamprock, cajun, pop en nogal wat New Orleans klanken. Twee ex-Hoax leden, drie durvende en kundige zangeressen, in feite had dit vuurwerk moeten opleveren, en toch, en toch… Mag het misschien nog een tikkeltje harder met The Hoochies? Deze Nederlandse bluesrockband, meer rock dan blues, was uitgenodigd om de feestelijkheden in het Moulin Blues Café op zaterdag af te sluiten. Ruwe, rauwe, ongepolijste blues(rock) worden ons deel. Je hoort ons niet zeggen dat deze band zijn plaats niet verdient op Moulin Blues, maar ons ding is het niet. Rammen en beuken, er bestaat zeer zeker een publiek voor, en alle respect voor de jongens, maar nee, wij voelen ons daar niet zo blij mee. Al maar goed dat meningen kunnen en mogen verschillen, anders zou het maar een saaie bedoening zijn. Zo, Moulin Blues 2019 zit er weer op. Het was een ‘overall’ sterke, gevarieerde editie. Niet altijd naar onze zin, maar dat kan ook niet. Hoofdzaak is dat muzikanten en publiek zich hebben geamuseerd en dat is uiteindelijk het voornaamste. Volgend jaar, 2020, Moulin Blues op 1 & 2 mei. See you all there and then. Jean Bervoets
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Bert Lek _____________________
|