|
||
|
“Hebt gij frieten gegeten?”, vraagt Els ons wanneer we ruimschoots op tijd aankomen in Zaal De Levaard. “Ruik jij dat?”, vragen we enigszins verwonderd. “Neen”, antwoordt ze, “maar dat stond in uw verslag van twee jaar geleden.” Twee jaar geleden. Soms zijn we karig met woorden, maar in onze kop ontspinnen zich dan allerlei associaties. Dat iemand zich nog iets herinnert van wat wij twee jaar geleden hebben geschreven, zeg. Hoe geweldig is dat! Over het Franse koppeltje en de Péres Fouettards in frituur Friettijd in Watou. Maar we hebben toen ook iets over de muziek geschreven en in 2019 beleefde Blaublues met Kat Riggins, Jonn 'Del Toro' Richardson, Sue Foley en Nick Moss één van zijn sterkste edities ooit. En wij toen maar besluiten met de woorden dat we heel nieuwsgierig waren naar wat ze hier het volgende jaar uit hun pijp zouden schudden. Niet dus. “Het gaat hier vanavond kleinschalig maar gezellig worden”, zegt iemand van de organisatie tegen een andere bezoeker. Men ziet 2021 hier als een overgangsjaar en om in deze onzekere tijden geen gedoe te krijgen met tournees van internationale acts die worden afgelast en zo, hebben de mensen van Blaublues eieren voor hun geld gekozen en vier degelijke Belgische acts geprogrammeerd. “Ja, we zijn inderdaad weer in een frietkot geweest”, zeggen we. “Twee frikandellen, een portie bitterballen en een klein brochetje. Geen frieten. Is dat okay? Mogen we daarmee binnen?” En ja hoor, we mogen daarmee binnen. De QR-code van onze CovidSafe-app was trouwens al gescand en okay bevonden. En voor de naar detaillistische volledigheid snakkende lezer vermelden we hier nog snel dat het deze keer niet in Watou was, maar in friture Du Tram op de Grote Markt van Poperinge. Bij Sharon. Aan al die het wil horen of niet wil horen, vertelt Sharon dat haar ouders haar hebben genoemd naar actrice Sharon Tate. Ze gelijkt er trouwens sterk op...
Het wordt 20 uur en Pancrase &
Friends mogen
de spits afbijten en tegelijk ook de aftrap
geven. Kwestie van het festival op gang te
brengen én te beginnen. De sympathieke
Pancrase Vandelanoitte, geboren in Bukavu
(Oost-Congo) maar getogen in West-Vlaanderen,
kennen we nog van bij de band Rude Roots en
van op diverse jamsessies (o.a. in Comptoir
des Arts in Brugge). Zijn gitaristisch
verleden gaat terug tot diep in de jaren '70
maar tot dusver hadden we hem nog niet in een
leidersrol gezien. En eerlijk... Pancrase
verrast ons aangenaam. We gaan niet te veel
woorden spenderen aan het feit dat toetsenman
Johnny Delaere aan het begin van de set in
twee nummers in een andere toonaard dan de
band tokkelt. We hebben het gehoord, de meeste
mensen niet. Belangrijker is dat het
straight-in-your-face-gitaarspel van Pancrase
in 'I Believe I'm In Love With You' (Fabulous
Thunderbirds) wel erg raak binnenkomt. Het is
bluesrock, ja, maar het klinkt goed. In
'That's What Love Makes You Do' gaat het
lekker funky. Pancrase speelt het wel twee
keer zo snel als Jerry Garcia dat placht te
doen. Pure Chicago krijgen we met 'Never Trust
A Woman', gebaseerd op Koko Taylors 'Never
Trust A Man'. Pancrase is duidelijk van veel
markten thuis. Het hoogtepunt van de set
pointeert hij met prachtig opgebouwd
gitaarspel in de slowblues 'Need Your Love So
Bad' (Fleetwood Mac). Na nog verdienstelijke
versies van het funky 'Black Cat Bone' (Albert
Collins) en 'Wine Headed Woman' in de versie
van Willie Williams, krijgt Pancrase de warme
appreciatie en een hartelijk applaus van een
publiek dat misschien in een iets mindere
getale naar Haringe is afgezakt maar bovenal
heel erg blij is dat het festival kan
plaatsvinden. Wat ons ook onmiddellijk opvalt, en
we zullen het maar meteen toegeven, is dat we
even moeten terugkomen op onze woorden van
vorige week. Toen we het Bay-Car Blues
Festival in Grande-Synthe (FR) bespraken,
hebben we de klank- en lichtmensen daar
terecht opgehemeld maar eigenlijk ook een
beetje zitten kakken op een aantal van onze
Belgische indoorfestivals waar vooral de klank
'suckt langs alle kanten'. Deze botte stelling
pletst hier vanavond echter als een boemerang
terug in onze smikkel. Klank en licht zijn
hier immers subliem en – we gaan het dus niet
meer herhalen – dat zal voor de rest van de
avond zo blijven. Mochten we eens een spelletje
'noem de drie beste Belgische bluesbassisten
en de volgorde speelt geen rol' spelen, dan
zou daar behalve Carlo Van Belleghem en René
Stock ook zeker de naam Renaud Lesire vallen.
Alleen spelen wij dat spelletje nu niet en het
doet zelfs geen knijt ter zake want Renaud
vertolkt vanavond een andere rol, namelijk die
van zanger-gitarist in zijn eigen band: Little
Hook. We weten het, we mogen geen beer
schieten vooraleer we de zekerheid hebben dat
we zijn vel verkocht krijgen, maar met naast
Renaud ook Bart Mulders (gitaar), Big Dave
(harmonica en zang) en Steve 'Dynamite'
Wouters (drums), kan dat toch niet anders dan
er boenk op zijn! En dat is het ook! Steve
drumt een Chicagobluesshuffle zoals we dat nog
maar weinig bleekneuzen hebben horen doen. En
die Bo Diddley-afterbeat klopt gewoon. Met
nummers in Mississippi Hill Country-stijl
brengen deze jongens driekwart van het publiek
in trance. Het klinkt en is gewoon bezwerend.
In de boogies komt Bart Mulders dan weer
opzetten. Met een supplementje distorsie op
die gitaar (enfin, we bedoelen – uiteraard –
de versterker) geeft hij er zijn eigen draai
aan. En Renaud... wel die leeft zich uit in
een combine van speelplezier en
authenticiteit. Dit is zijn ding en hij staat
er helemaal! Beurtelings kleuren hij en Big
Dave de zangpartijen in en vaak drijft de
muziek van Little Hook op riffs en hebben ze
aan één akkoord genoeg, zoals in hun lijflied
'Hooked'. En deze jongens zijn ook smart
asses. Het kan niet anders. De enige
zee-eenden ons bekend, zijn die zwarte
Melanitta's. U weet wel, die beesten die
hoofdzakelijk voorkomen in Scandinavië,
Siberië en Rusland. Een dwaalgast geraakt al
eens tot in het noorden van Nederland, maar
dat is het dan ook. En dan moet hij al serieus
dwalen. Die beesten leven in elk geval dus
niet in de Amerikaanse brandhaarden van de
blues en er is dus geen enkele reden om in het
nummer 'Diving Duck Blues' te zingen: 'If the
ocean was whiskey and I was a diving
duck, I would dive to the bottom and never
come up'. Die jongens van Little Hook weten
dat, geloof ons. En daarom klinkt het bij hen
zoals Sleepy John Estes het in 1929 heeft
voorgezongen: 'If the river was
whiskey'. Ook geobiologisch moet muziek
kloppen. Juist is juist! Het schurkt tegen elven aan
wanneer de Missy Sippy All Stars aan
hun set beginnen. In ons blad hebben wij het
artikelgewijs al enkele keren gehad over de
fors ontwikkelde Gentse bluesscene die bulkt
van jong talent dat elkaar én een publiek
vindt in café Missy Sippy. Vijf jaar
jamsessies hebben geresulteerd in
verschillende toffe bandjes en een fraaie
staalkaart-cd van het grotere collectief,
zijnde een 20-tal muzikanten die in het Gentse
blueshol huizen. In wisselende bezetting
treedt een bonte greep eruit ook op als de
Missy Sippy All Stars. Voilà, volstaat dit als
inleidende duiding? We hebben geluk vandaag.
Wij zijn grote fan van drummer Natan Goessens
en die komt hier vanavond vanuit Duitsland –
hij toert op dit moment met Neal Black &
The Healers – invallen voor Bernd Coene. En
zie, die gasten beginnen te spelen en meteen
tovert Natan al een glimlach op ons gezicht.
We willen niets verkeerds hebben gezegd over
Steve van daarjuist. Begrijp ons niet
verkeerd. Maar Natan is één van de meest
veelzijdige drummers die we kennen. Hij
gebruikt zijn drumstel als een volwaardig
instrument, beheerst het spel van 'tension and
relief' tot in de perfectie, is dynamisch
wanneer een climax dat vereist maar is ook
ingetoomd de verpersoonlijking van ritmische
variatie. We noemen hem al een tijdje de beste
Belgische bluesdrummer maar kijk, we vinden
dat we eerlijk moeten blijven. Als we met
onszelf in conclaaf gaan – zo gaat dat ook bij
schizofrenen – dan kunnen we ons eigenlijk
geen enkele Europese bluesdrummer voor de
geest halen die wij liever horen spelen dan
Natan. Voor ons is hij vanaf nu de beste
bluesdrummer van Europa. Over smaak valt
natuurlijk niet te redetwisten, maar kom, we
hebben het hierbij dan toch maar weer eens
gezegd. Of wij hier ook iets zinnigs te
vertellen hebben over de muziek van deze band,
vraagt u? Wel, we genieten van Matt T.
Mahony's intense versie van 'Little Red
Rooster' en in een traag nummer doet Tiny Legs
Tim ons op elektrische gitaar een beetje aan
Albert King denken. En dat is ook een
compliment dat kan tellen! Het valt ons op dat
zowel Matt T. als Tim zo zuiver spelen. Zo
puur. Geen distorsie, geen effectjes, niks van
dat alles. Dit is zalig. Mattias Geernaert is
de bassist. En man! Zo vol, zo vet, zo
dragend! Voor de tweede helft van de set voegt
zangeres Fedia Holail Mohamed zich bij het
gezelschap en ze doet o.a. een fraaie versie
van Etta James' 'All I Could Do Was Cry'. Bij
deze meid kraakt er niets, piept er niets, het
schuurt niet, het sleept niet en ze heeft geen
sikkepit van die opwindende heesheid. En toch.
Toch past haar loepzuivere toonvastheid
wonderwel bij het soort blues dat ze brengt.
Missy Sippy All Stars geslaagd? Ja hoor. Met
grote onderscheiding! Twintig minuten na middernacht
is voor een band eigenlijk vrij laat om nog te
beginnen spelen, maar die jongens van Blues
Lee waren
na een rit van meer dan drie uren allemaal
goed en wel aangekomen in de Haringse middle
of nowhere, ze hadden die loodzware Hammond
al op het podium gepleurd, enfin, ge kunt
die toch niet onverrichterzake terug naar
naar de verste uithoeken van de Limburg
katapulteren. We willen geenszins insinueren
dat die jongens hier te laat waren
aangekomen of zo. Begrijp ons niet verkeerd.
De programmering zit hier gewoon zo in
elkaar. De laatste band begint hier altijd
zo laat. Blues Lee is een band die al sinds
halfweg de jaren '90 meegaat. Voor ons zal
Blues Lee altijd synoniem zijn voor de
behendige gitarist Karel Phlix die sinds
2007 zelf zijn prachtige Guttlin-gitaren
bouwt. Ook Duke Robillard heeft twee
Guttlins. En hij speelt er zelfs op. We
zouden bijna zeggen dat Karels gitaren
bekender zijn geworden dan hijzelf, maar
misschien is dat een tikkeltje oneerbiedig.
Zes albums, diverse internationale tournees
tot in Zuid-Afrika toe, enzovoort, al die
dingen illustreren dat hier geen sukkelaars
staan. En dat hoor je ook. Wanneer Bies
Biesmans 'Full Time Lover' van The Fabulous
Thunderbirds inzet, horen we de beste zanger
van de avond. Hij trekt ook behoorlijk zijn
plan op zowel saxofoon als op harmoncia.
Voor een ingetogen nummer gaat hij vooraan
op de rand van het podium zitten en het
publiek eet uit zijn hand. En die Hammond
dan. Patrick Cuyvers laat 'm zowel
schreeuwen als juichen. Dit is Hammond op
zijn best, niet als functionele begeleiding,
maar in een hoofdrol. Het is dus allemaal
oerdegelijk en Blues Lee brengt
standaardblues met spierballen maar tast ook
de boundaries af. Zowel de muzikale als die
van de toeschouwers. Zijn ze nog mee of is
dit net 'over the edge'? Snapt u? Kijk, op
een gegeven moment kondigen ze een nummer
aan met de woorden: “Dit is iets
seksueels tussen Mister Blues en Lady
Jazz.” We denken bij onszelf – uiteraard,
want bij iemand anders kunnen we vooralsnog
niet denken – “Ja, lap. We
zijn er. Uit dát neukfeest
zijn nog niet zo heel veel schone kindjes
ontstaan, of het moet meer in een
swingstijl à la Louis Jordan zijn
geweest.” En inderdaad,
de band slaat aan het freewheelen en deze
sofisticatie kunnen wij op dit late uur –
het is al na enen – niet echt meer behappen. Blaublues 2021 is een feit. Het is mooi geweest, ondanks de ietwat afgeslankte formule. Met stilistisch vier totaal verschillende bands was er voor elk wat wils en ze waren allen in hun eigen stijl zeer sterk. We willen de Blaubluesploeg graag nog feliciteren voor de moed die ze hebben kunnen opbrengen om hun festival in deze vreemde tijden toch te organiseren. We hopen voor 2022 op een editie zoals we die als vanouds kennen, maar eerst moeten we nog door enkele zure appels heen. De nieuwslezer van het nachtjournaal zegt dat de toestand zodanig snel verslecht dat het overlegcomité niet zal wachten tot volgende vrijdag om zich te beraden over bijkomende, strengere coronamaatregelen. We passeren Du Tram, maar Sharon is al dicht. Franky
Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Franky Bruneel
|