|
||
|
Wie de sympathieke Costa Ricaan Jose Ramirez niet kent, verwijzen we graag naar nummer 115 van ons blad, waarin we een interview met de man hebben gepubliceerd. Zijn belangrijkste trofeeën zijn de tweede plaats op de International Blues Challenge in 2020 en het feit dat zijn debuutalbum 'Here I Come' werd genomineerd voor een Blues Music Award 2021. Daardoor heeft het gereputeerde label Delmark Records uit Chicago hem benaderd én hem een contract aangeboden. We verwachten Jose's nieuwe cd op Delmark in februari 2022. Voor deze Europese tour heeft hij enkele klassebakken rond hem verzameld. Toetsenman Brant Leeper resideerde de afgelopen twee decennia in de band van Coco Montoya. Drummer Rick King, ja, dé Rick King, hanteerde in het verleden de sticks bij o.a. Buddy Guy, Koko Taylor, Chuck Berry, Bo Diddley en B.B. King en meer recent bij The Corey Dennison Band. Bassist is de ietwat bedeesde Peruviaan Franco Torterolo Faura. Jose trapte af met 'Pickin'' van Albert Collins en zijn gitaristische trefzekerheid maakte ons meteen duidelijk dat hier ook een master of the Telecaster stond. Daarna kwam 'I'll Play The Blues For You', een klassieker van Albert King die Jose paste als een maatpak van de beste couturier. Dit was geen platte cover maar de ideale kapstok om smaakvolle eigen accenten aan op te hangen. En over accenten gesproken... wat een plezier om drummer Rick King aan het werk te zien! Als iemand de kunst van het slaan en zalven verstaat, is hij het wel. Klokvast, beheerst, meesterlijk en met superstrakke variaties bouwde hij gitzwarte elementen in zijn drumspel in. Rick King is een grote. Een hele grote! Jose speelde ook een ingetogen slowblues waarin hij het volume gaandeweg verminderde tot hij uiteindelijk onversterkt speelde. Daarmee kreeg hij het 160-koppige publiek muisstil. Niemand dacht eraan een speld te laten vallen, maar indien dat zo was geweest, hadden we dat zeker gehoord. Er volgden enkele nummers uit het bekroonde debuutalbum en daarin toonde de jonge dertiger zich het perfecte klankbord van 21ste eeuwse blues waarin ook al eens een vleug soul en funk mag weerklinken. In de titelsong 'Here I Come' vertelde hij zijn verhaal. Het verhaal van hoe een Costa Ricaanse tiener dweepte met Muddy, Lightnin' Hopkins en Jimmy Reed en bijgevolg niet al te veel vriendinnetjes rond zijn vinger kon winden. Hij noemde Ray Charles zijn favoriete blueszanger en etaleerde vervolgens de meest mature zangpartij van de hele avond. In de tweede set liet Jose ons kennismaken met enkele nummers die we straks op zijn Delmark-album zullen horen. Toetsenman Brant Leeper schitterde meer dan eens in knappe solo's die bij het publiek uitermate in de smaak vielen. Halverwege de set vroeg Jose ons om negen minuten onverdeelde aandacht. Hij speelde een slowblues waarin hij zijn ziel tot op het bot ontbolsterde. Dit nummer had voor hem persoonlijk een zeer grote emotionele waarde. Het publiek was één en al aandacht, op één hersenloos specimen na, dat het nodig vond om de intimiteit te doorbreken met een soort gegrol als van een krolse kater. Hierdoor brak Jose het nummer vroegtijdig af. Hij vertelde dat in Costa Rico het publiek zich doorgaans altijd vrij neerbuigend opstelt tegenover een band en hoe hij ervan geniet om in de V.S. en in Europa wél respect te krijgen. En hij bedankte de 99 % van het publiek die hem vanavond dat respect ook gaf. Nou! Die kwam even snoeihard binnen. Maar als een ware professional werkte Jose het vervolg van de set smaakvol af. Hij biste met Lucky Petersons 'When My Blood Runs Cold', waarna het doek viel over een toch wel zeer geslaagd optreden. Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Franky Bruneel
|