|
||
|
Zoals
gezegd, was dit een tweedaagse. Ook op zondag 20
november was het gezelschap neergestreken in de
Ruiseleedse juke-joint. Twee keer uitverkocht!
Vermeldenswaardig is dat er opvallend veel jonge
toeschouwers waren. Twintigers en jonge
dertigers. Als een jonge generatie
bluesmuzikanten erin slaagt om voor deze muziek
een nieuw publiek te creëren, dan kunnen wij
daar alleen maar bijzonder gelukkig om zijn... Het verloop van dit
jaarlijkse evenement is ondertussen genoegzaam
bekend. Drie frontliners spelen, begeleid door
dezelfde band, enkele nummers waarna de twee
sets een gezamenlijke finale krijgen.Deze avond
opende Joey J Saye echter akoestisch en in zijn
uppie. Sorry voor dit vreemde woord maar
Nederland leest hier mee en we moeten ons voor
die mensen ook ietwat verstaanbaar uitdrukken
nietwaar? De gemoedelijke 29-jarige
zanger-gitarist van Liberiaanse komaf speelde
zijn signature song '99', Robert Jr. Lockwoods
'Steady Rollin' Man' en Broonzy's 'Oh Yes'. Dit
was blues in zijn puurste vorm en Joey – die dit
jaar op het grote CBF een 'emerging artist set'
op het hoofdpodium invulde – kon ons hiermee
alvast bekoren. In deze akoestische setting
kwamen zijn stem en vinnige vingers goed uit de
verf. Hij nam de tijd om contact te maken met
zijn publiek en zeer onderhoudend te zijn. Dynamietbrok Ivy Ford
uit Waukegan, Illinois, markeerde dit jaar nog
het hoogtepunt van Swing Wespelaar maar wij
volgden haar opmars in de Chicagoscene al langer
ter plaatse en in februari 2020 sierde ze de
cover van ons tijdschrift. Ze opende met een
stevige versie van 'Rock Me', sloeg de vlam in
de publiekspan met 'Big Boss Man' en waagde zich
vervolgens aan een eigen nummer. Ivy zingt
voortreffelijk en met een groot
inlevingsvermogen. Haar gitaarspel is
rudimentair maar functioneel en gedreven. Zoals
we dat van haar gewoon zijn, zette ze een puike
prestatie neer. Ook Ivy behoort met haar 29
lentes tot de nieuwe generatie
Chicagobluesartiesten. Met Toronzo Cannon lieten
we u in BTTR 90 (januari 2013) al kennismaken.
Deze jonge vijftiger stapte na twee succesvolle
albums op Delmark Records over naar Alligator en
is – samen met Kingfish – tegenwoordig zowat het
uithangbord van het meest prestigieuze
blueslabel. Toronzo is eigenlijk de
verpersoonlijking van de sterk geëlektrificeerde
sound van Alligator en dé perfecte referentie
van hoe de gemoderniseerde Chicagoblues hoort te
klinken. We onthielden een retestrakke versie
van 'Tee Na Nee Na Nu' en zijn lijflied 'Walking
Off' met grappige tekst en dito gimmicks. "75
procent van wat ik zing, is echt gebeurd",
zei Toronzo. "Jullie zoeken het zelf maar
uit wat wel en wat niet", voegde hij eraan
toe. De tweede set ving
Joey J Saye elektrisch aan, begeleid door de
band. En over die band willen wij ook iets
zeggen. Bassist Brian Quinn – die we nog kennen
van bij Mississippi Heat – klonk krachtig, funky
en pulserend. Knap! De piepjonge vingervlugge
toetsenman Adam Pryor is iemand om in de gaten
te houden. Die gaat nog potten breken! En de
ervaren drummer Melvin Carlisle – hij speelt in
Chicago met God en heel de wereld – toonde zich
andermaal de klokvaste ruggengraat van het
gezelschap. Misschien kwam de stem van Saye nu
iets minder tot haar recht, maar dat ligt
uiteraard aan de intensiteit en de kracht van
het globale bandgeluid. Ivy Ford zette het
zootje vervolgens volledig naar haar hand. We
onthielden vooral een ijzersterke versie van
'It's A Man's World' waarvan het vooraf
duidelijk niet was afgesproken dat Ivy het zou
spelen. "Let op", zei ze tegen de band.
"Ik speel het anders dan de anderen. Ik speel
het in mineur." Brian Quinn volgde met het
meeste gemak op bas en legde moeiteloos de
fundering voor de andere bandleden. Ook in
'Voodoo Woman' van Koko Taylor schitterde hij
bijzonder 'funkyfied'. Toronzo hekelde de
armtierige sociale zekerheid in de States in
'Insurance', bezong huwelijksperikelen in 'Bad
Contract' (we zijn niet zeker of dit tot de
bewuste 75 procent behoort) en dwong
liefdesgeluk af in 'John The Conqueror Root'.
Tot slot volgde een dynamische finale met alle
artiesten in de Jr. Wells-klassieker 'Messin'
With The Kid' en een stuwende bounceversie van
Slim Harpo's 'King Bee'. Nog twee anekdotes in
de marge. Bij de aankondiging aan het begin van
de avond stelde Bananaveteraan Jean – een
fenomeen op zich – elkeen op zijn gemak in dit
tijdperk van diversiteit en gendervariëteiten
met de woorden "Er is vanavond ook een
zangeres en dat is een vrouw." Nou, wie
had dat kunnen bevroeden? En na afloop, bij het
buitenschuifelen, zei een collega ons: "Verdorie,
het was Melvin Carlisle op drums en nochtans
stond Pooky Styx vermeld op de website."
Ha! Voor wie het nog niet wist, Pooky Styx is de
nickname van... jawel!
"We
were the Chicago Way", had Ivy aan het
eind van de avond nog gezegd. Toronzo had op het
podium de vlag van Chicago opgehangen en zijn
gitaar was in hetzelfde motief gelakt. Echte
ambassadeurs waren het! De fierheid droop ervan
af en wij, als liefhebbers van al wat zich op
bluesvlak in de hoofdstad van het genre
afspeelt, konden alleen maar goedkeurend knikken
en dankbaar wezen. Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|