|
||
|
Limburgs fruit en
West-Vlaamse bieten bevatten beiden veel
natuurlijke glucose, dus op dat vlak is er
weinig verschil. Zodoende kon Black Cat
Biscuit ook hier een 'band van eigen
bodem' worden genoemd. In 2018 wonnen ze de
Belgian Blues Challenge; het jaar daarop gingen
ze in Portugal aan de haal met de vierde plaats
op de European Blues Challenge. Om maar te
zeggen dat we te maken hebben met een formatie
die het niveau van een lokaal bluesgroepje
onderhand ruimschoots heeft overstegen.
Bovendien viel het ons op dat Black Cat Biscuit
sinds hun moment de gloire nog meer cohesie
heeft opgebouwd en als groep hechter is gaan
klinken. Hopman Yasser Arnauts stak ons de ogen
uit met een mooie, vette Gretsch-gitaar door een
onooglijk klein Supro Delta King-versterkertje
dat klonk als een Zwitserse bel. Hij klonk
relatief West Coast terwijl Raffe Claes op zijn
Fender Strat eerder een rootsrockgeluid
produceerde. In combinatie met contrabas en een
bijwijlen schurende harmonica definieert deze
setting in hoge mate de sound. Of we deze heren
als vrouwvriendelijk mogen beschouwen, laten we
in het midden. 'If you think you're mean, that's
just an average to me', zong Yasser. Vrij
vertaald: "Wijf, als je denkt dat je gemeen
bent, weet dan dat ik meer dan dát gewoon ben".
En het daaropvolgende nummer was 'I Don't Need
Your Love No More'. Enfin, laat ons er gewoon
maar van uitgaan dat Yasser en kornuiten een
pose aannamen maar dat ze van nature vrouw- en
vredelievende zielen zijn. In elk geval was het
publiek zeer ontvankelijk voor hun muziek,
zongen ze desgevraagd uit volle borst(en) mee en
was iedereen het erover eens dat dit een
geslaagde opener was. Daarna was het de
beurt aan Katriva Thabita – Kat voor de
vrienden – Riggins en haar Blues Revival
Movement. In 2019 was ze hier ook én met heel
veel succes. Wij, en samen met ons de talrijke
fans van de Miamiaanse Kat, vonden het dus
helemaal niet erg dat Blaublues bij deze
Europese Riggins-tour ook weer op de kar is
gesprongen. Het was trouwens interessant om te
zien (en vooral te horen) dat er bij de
Nederlandse begeleidingsband enkele
personeelswissels zijn doorgevoerd. De gitarist
is tegenwoordig Hein Meijer (Little Boogie Boy).
Hij vormt het bluesy tegengewicht voor de
rockrichting die Kat soms uit lijkt te gaan.
Haar muziek vraagt gewoon om een bluesgitarist
als Hein. Met Brian Kruit hoorden we de sterkste
bassist van vanavond. Zijn trefzekere
veelzijdigheid, zowel in de blues- als de iets
funkier nummers, was fenomenaal! En Kat... wel,
die was weer haar goedlachse opzwepende
bloedmooie zelf. "Drie jaar geleden hebben
we elkaar ook al ontmoet hé", sprak ze het
publiek toe. Het zou een hilarisch momentje
worden. "Ik begin jullie stilaan als familie
te zien. En voor familie heb ik niets te
verbergen. Ze zitten niet goed en ik wil
zonder problemen aan het eind van het volgende
nummer geraken. Jullie vinden het vast niet
erg dat ik het hier op het podium even snel in
orde breng?!", waarna ze zonder schroom
twee vooraanstaande lichaamsdelen op de goede
plaats stouwde. Moet kunnen. Gedurende de hele
show stonden de vele fans in dichte drommen voor
het podium. Ze genoten duidelijk van Kats
rasperige en sensuele zangtalent en de prima
band achter haar. Voor ons was het funky 'Voodoo
Woman' het hoogtepunt van het zeer degelijke
optreden. En dan het moment
waar we reikhalzend naar hebben uitgekeken!
Eindelijk zouden we supergitarist Chris Cain,
uit San Jose, California, eens met zijn eigen
Amerikaanse band aan het werk zien. Niet dat de
Italiaanse groep rond Luca Giordano slecht
presteerde bij de vorige tournees van Cain. Zeer
zeker niet en begrijp ons vooral niet verkeerd.
Luca is super maar wij waren toch wel benieuwd
want doorgaans voelt een artiest zich toch het
meest comfortabel als hij met zijn eigen
muzikanten kan optreden. Dat straalt zich
vrijwel altijd af op het publiek en hier was dat
niet anders. Cain begon zijn set redelijk jazzy
en nam hiermee een risico. Een berekend risico,
zo bleek, want het publiek was onmiddellijk mee.
Monden vielen open van verbazing want hier was
een gitarist buiten categorie aan het werk.
Zowel vocaal als instrumentaal viel ons weer die
invloed van B.B. King op, maar eigenlijk gaat
Cain muzikaal nog een stuk verder. Met de gitaar
gewoon ingeplugd op een Fender Super Reverb,
geen ene pedaal dus, toverde hij een licht
distorsiërende klank vanuit de vingers
tevoorschijn en zijn verbuigingen in de volle
akkoorden terwijl hij de ritmepartijen
inspeelde, waren nog weergalozer dan we ze ooit
hoorden. Hoogtepunt van de set, voor ons
althans, was het funky 'Hush Money' uit Chris'
recente cd 'Raisin' Cain' op Alligator Records.
Waarom? Misschien omdat de grappige tekst ons
aansprak. "I pay my baby a little hush money
to keep the house nice and clean...". Bij
elke gitaarsolo explodeerde het publiek en ook
de polyvalente toetsenman Greg Rhan kaapte
meermaals de algemene appreciatie weg. We hebben
Chris Cain nu toch al vaak live gezien, maar
hier op Blaublues was hij op zijn best. Laat ons
het clichéblik maar opentrekken voor de
gevleugelde uitspraak 'Hij kwam, hij zag en
overwon'. Cain heeft ons weer eens diep gelukkig
gemaakt. Het talent van deze ondertussen
67-jarige gitaargod is niet meer te bevatten.
Bovenaards. Verheven. Mystiek! Afsluiters van dienst
waren de Californische bluesrockers Johnny
Mastro & Mama's Boys. Nu moeten wij
eerlijkheidshalve een bekentenis doen waarmee we
met een aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid weinig nieuwe vrienden zullen
maken. We hebben het immers nooit torenhoog op
gehad met Mastro. Wij vinden hem – en dit is een
zeer persoonlijke mening – slechts een
middelmatige harmonicaspeler en dito zanger.
Maar hij heeft iets aanstekelijks, al verbergt
hij dat achter grote donkere brillenglazen die
wel driekwart van zijn snuit verhullen. Een
aantal jaren geleden, we schatten een kleine
tien, waren ze hier ook al eens en ook nu weer
sloeg hun stijl à la Red Devils en/of Lester
Butler de vlam in de Haringse pan. Gitarist
Smokehouse Brown werd enkele dagen voor aanvang
van hun Europese tour aangereden en moest
zodoende verstek geven. De naam van de stand-in
is niet tot ons doorgedrongen maar de gitarist
die naar verluidt vele jaren bij Brian Lee
speelde, kweet zich, zoals dat heet, wonderwel
van zijn taak. Het was alsof hij al jaren
vertrouwd was met het repertoire van Mastro en
de zijnen. Het publiek toonde zich op het (te)
late aanvangsuur (00.20 u.) bijlange nog niet
platgewalst en bracht een karrenvracht aan
enthousiasme op voor deze energieke bluesrock.
Na enkele nummers zagen we dat het goed was en
kozen we ervoor om ons voor wat nachtelijke rust
zo'n tien kilometer dieper in the middle of
nowhere te begeven. Haringe
2022. Het was weer eens een bijzonder gezellige
editie waarvan we vooral de alles en iedereen
verpletterende prestatie van Chris Cain
onthouden. Afspraak volgend jaar op 11 november! Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|