|
||
|
Blijgeklakt
– dat is een variatie op goedgemutst – trokken
we die maandag naar de Ruiseleedse bluestempel
Banana Peel. We hadden op dat moment nog geen
idee van het vreselijke en onrechtvaardige
drama dat zich enkele luttele dagen later zou
afspelen in Oekraïne. Wij dus blijgeklakt naar
de Banana Peel en samen met ons een
gelijkgestemd publiek dat zich erop verheugde
dat de mondmaskers niet meer hoefden en corona
leek op iets uit een ver verleden. Op het
programma stond de Italiaanse harmonicaspeler
Egidio 'Juke' Ingala die we ongeveer twintig
jaar geleden voor het laatst zagen (en hem
toen bij de Europese subtop klasseerden). En
zijn maatje Alex Schultz was de speciale gast
op gitaar. Toegegeven, velen, ook wij, waren
vooral voor Alex gekomen... Reeds van bij de eerste
tonen van het openingsnummer 'That's Allright'
(Jimmy Rogers) werd duidelijk dat we onze visie
moesten bijstellen en een niet onbelangrijke
correctie moesten doorvoeren. Egidio behoort
niet langer tot de Europese subtop van
harmonicaspelers. Onze tintenkiller veegt 'sub'
genadeloos weg. Wat heeft die man 'gewicht' in
zijn spel gekregen, zeg! En 'Long Distance Call'
in een swingende westkustversie bevestigde dit
alleen maar. En Alex dan. Die speelde in vrijwel
elk nummer riffs ter ondersteuning van en vaak
unisono met de bassist die met argusogen toekeek
en vervolgens zijn baslijnen aanpaste. De
67-jarige maar nog steeds verbluffende gitarist
was de ware leider van dit collectief! In het
rock-'n-rollnummer 'Slow Down' soleerde hij
fenomenaal nadat hij eerst weer die baslijn in
de goede richting had gestuwd. In zijn
aankondiging had Bananavoorzitter Franky Van de
Ghinste – die heel binnenkort de fakkel
doorgeeft – nog gezegd dat Italianen en blues
vaak moeilijk te rijmen vallen. Hij noemde
Italiaanse blues iets als slagroom op een pizza.
Muzikaal zat het helemaal snor, maar op één vlak
klopte die metafoor wél, namelijk in de
uitspraak van Egidio's Engels. 'Sugar Bee, Sugar
Bee' klonk eerder als 'Sjaga Bie, Sjaga Bie'
maar het spelplezier droop er wel van af. Het
weze hem dus vergeven. Dan mocht Alex even
alleen schitteren, begeleid door The Jacknives.
“Ik zing niet”, zei hij, “maar ik ga
proberen te zingen door dit kleine gitaartje
hier.” In 'Some Old Blues' van Donny Nix
(maar de bekendheid in gespeeld door Freddie
King) demonstreerde hij dit magistraal. En ook
in het swingnummer 'Hot Wheels'. Aan het einde
van de eerste set bracht het hele gezelschap nog
samen een ode aan William Clarke en Alex noemde
Egidio één van de harpisten die het dichtst in
de buurt van de invloedrijke Clarke komt. In
onze ogen had hij daarmee wel een punt.
Alhoewel, met de uitspraak 'in onze ogen' moeten
we oppassen. Laatst zagen we op Facebook een
vermaledijde antivaxer die stelde dat die
vaccinaties in zijn ogen volstrekt nutteloos
waren. Niemand minder dan Marc Van Ranst
repliceerde daarop met de woorden: “Klopt
volledig. Het moet écht wel in jouw bovenarm...” Bij aanvang van de
tweede set mocht Alex weer zijn ding doen.
Zonder Egidio maar mét The Jacknives die met
grote ogen toekeken welke richting het zou
uitgaan. En zeggen dat de meeste muzikanten dit
met grote oren zouden doen. Na zijn signature
song 'Last Train To Aalter' (op algemeen
verzoek) volgden het jazzy 'Big Time' (van zijn
solo-album 'Think About It') en 'T-Bone Jumps
Again' van T-Bone Walker, door Alex omschreven
als iemand die elkeen die elektrische gitaar
speelt mateloos heeft beïnvloed. Toen vervoegde
Egidio zich weer bij het gezelschap en trapte af
met Frank Frosts 'Pocket Full Of My Money',
gevolgd door een puike versie van een Tabby
Thomas-song en een 'eistjumenta' – zo zei hij
het – van George 'Harmonica' Smith. Aan
veelzijdigheid in zijn songkeuze ontbrak het hem
geenszins. Misschien had dit gedeelte van de
tweede set iets minder vlammen in de pijp, maar
toen de band de drie laatste toegemeten minuten
volspeelde in een stuwende boogie laaide de
verschroeiende hitte weer op. Toen we het hele
optreden na afloop wikten en wogen op de
eindbalans, konden we niet anders dan een zeer
degelijke band noteren, een eersteklas
harmonicaspeler die enorm is gegroeid – we
bedoelen hiermee zijn spel... enfin, zijn
harmonicaspel, én de briljante gitarist Alex
Schultz die als speciale gast op zijn eigen
minzame en bescheiden manier fungeerde als het
pakkende bindmiddel tussen de verschillende
componenten en de onbetwiste toonaangever van
het gezelschap. Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
(foto's: Franky Bruneel)
|