|
||
|
Na een onderbreking van twee jaar kon de 24ste editie van het grootste indoorbluesfestival van Zuid-Nederland eindelijk plaatsvinden. De line-up was gedeeltelijk een recyclage van die van 2020, toen meedogenloos gefnuikt door het kleine beestje. Vandaag gold hier in Nederland trouwens nog het '1G / Testen voor Toegang-beleid' (wat erop neerkomt dat je een negatieve coronatest van niet ouder dan 24 uur moet kunnen voorleggen om toegang tot het evenement te krijgen). Door echter de capaciteit van de staconcerten in de Limburgzaal te beperken tot 500 personen, hoefde dat niet en voor de zit- en doorloopzalen gold de beperking niet. Er waren dus een tikkeltje minder toeschouwers dan gewoonlijk – en dus ook minder inkomsten – maar het siert de organisatoren dat ze ervoor hebben gekozen om hun bezoekers zo onbezorgd mogelijk van liveblues te laten genieten. De
Southern Bluesnight heeft drie podia. Behalve de
pluchen Rabozaal met ruim duizend zitjes, is er
nog de Limburgzaal (driehonderd zitjes en
minstens evenveel staplaatsen) en het DSM
Theatercafé, zeg maar de ruime foyer van het
theater. Precies vanwege de nodige spreiding van
de toeschouwers liep de programmering in de
Limburgzaal en de foyer simultaan. We moesten
dus keuzes maken. Ofwel konden we proberen van
elke act iets mee te pikken, maar dan zouden we
als een kip met een losse tand van hot naar her
rennen. Ofwel konden we het programma wikken en
wegen en op basis van de evenwichtsoefening
tussen verwachting en inschattingsvermogen een
keuze maken. We besloten om telkens de concerten
in de Limburgzaal bij te wonen en neen, die
keuze was absoluut niét hartverscheurend. Stipt volgens schema
mocht de jonge Nederlandse band Harlem Lake
om 19.15 u. openen in de Limburgzaal. De
spilfiguren in dit collectief uit Haarlemmermeer
zijn zangeres Janne Timmer, gitarist Sonny Ray
van den Berg en toetsenman Dave Warmerdam, naar
we vermoeden allen twintigers. Sinds kort zijn
ze naast hun basisbezetting van een trio met
ritmesectie ook te boeken als twaalfkoppige
groep met twee backingzangeressen, een extra
gitarist en een blazerstrio met twee trompetten
en een sax. En het was in deze hoedanigheid dat
Harlem Lake hier in Heerlen optrad. Uiteraard
putten ze gretig uit hun recente cd 'A Fool's
Paradise' en opvallend waren vooral het
volwassen, grootstedelijke gitaargeluid van
Sonny Ray en de manier waarop Janne zich in de
songs inleefde. De band maakt veel uitstapjes
naar, bijvoorbeeld, southern rock en poppy soul
en daardoor kunnen we hun muziek niet als pure
blues brandmerken. Maar dat hoeft ook niet. Het
is op zijn minst bluesy, gevoelsvolle muziek,
professioneel en kwalitatief gebracht door jonge
mensen met een muziekhart dat op de juiste
plaats zit. Eén bemerking echter: Volgens ons
zaten de blazers een tikkeltje te zwak in de mix
om echt ondersteunend te zijn. We hadden ze
liever af en toe in een glansrol gehoord. Vervolgens trokken
we naar de Rabozaal voor wat een eerste
hoogtepunt van de avond werd: Malford
Milligan & The Southern Aces. In onze
concert- en festivalverslagen hebben we het
doorgaans niet echt begrepen op oeverloze
opsommingen van namen en songtitels, omdat dat
volgens ons niet zo heel veel aan de inhoud
bijdraagt. Maar nu moeten we toch een
uitzondering maken, want door de bezetting van
die Southern Aces te vermelden, geven we een
beetje kenner als u vast een idee van hoe
coherent diversiteit kan klinken. Daar gaan we:
Jack Hustinx (akoestische gitaar en zang), Roel
Spanjers (piano en Hammond), Normaal-drummer
Fokke de Jong, bassist Roelof Klein en Eric van
Dijsseldonk op elektrische gitaar. Zij samen
vormen het kruim van de Nederlandse blues- en
rootsmuziek. En Malford is nog steeds de
Texaanse soul- en 'roots'-zanger met de
longinhoud van een XL-blaasbalg, een
kampioenenlarynx en de behoefte om zijn
maatschappijkritische hersenspinsels kunstig te
verpakken in songs die tegelijk teder maar o zo
krachtig zijn. Malford zong hier niet alleen
songs uit de recente cd 'I Was A Witness' maar
greep net zo goed terug naar de titelsong uit
'Sweet Cherry Soul' uit 2002. “In Amerika
hebben we de vrijheid om noodzakelijke
medicijnen niet te kopen als ze te duur zijn”,
zei hij in de aankondiging van 'Freedom Ain't
Free'. “En als we de huur niet kunnen
betalen, hebben we de vrijheid om als dakloze
door het leven te gaan. We hebben zoveel
vrijheid dat we niet weten wat we ermee moeten
aanvangen.” Door merg en been sneed hij,
maar u kunt zich wel voorstellen dat Malford
hiermee absoluut de onverdeelde aandacht van
zijn publiek scoorde. En in dat publiek bleken
veel trouwe fans te zitten. Er werden
verzoeknummers (zoals 'I'm Worried)
aangevraagd... en sereen meegezongen. Prachtig! Met Alabama Mike
in de Limburgzaal kregen we vanavond voor de
eerste keer de pure variant van de blues te
horen. Deze tournee met de Franse band Soul Shot
(onder leiding van drummer Fabrice Bessouat) was
zijn Europese debuut. Ach, de man heeft wel wat.
Hij kan heel indringend kijken, twee joekels van
gouden tanden zorgen voor een verblindende
weerkaatsing van het rijkelijke podiumlicht en
hij beweegt met een sierlijkheid die, hoe vreemd
dat ook is, alleen maar donkere mensen kregen
toebedeeld. Hij heeft enkele leuke cd's (waarvan
'Upset The Status Quo' de recentste is en hij
trapte meteen af met de titelsong eruit) en hij
heeft enkele Blues Music Award-nominaties op
zak. Maar eerlijk gezegd begrijpen we de
commotie rond deze man niet zo goed. Zijn
songkeuze is okay. Hij putte o.a. uit het
repertoire van Lightnin' Hopkins en bracht een
funky versie van 'Think', maar – hoe zullen we
dit nu zeggen? – euh... kijk... beluister dit
nummer eens in de originele versie van Jimmy
McCracklin en u zult het begrijpen. U zult de
overeenkomst in de stemmen horen (hoog maar net
geen falset) en daarom zal het u duidelijk
worden waarom Mike voor een song als deze koos.
Maar bij Jimmy McCracklin hoort u een krachtige
en toonvaste zanger, met emotie en een mooie
vibrato in de stem. En daar is Alabama Mike nu
niet het sterkste afkooksel van. De brave man
begeleidt zichzelf op harmonica en dat gaat hem
zelfs nog minder af. Het deed ons aan de woorden
van Rod Piazza denken, die ons ooit zei: “Er
zijn heel veel mensen die op een harmonica
spelen, maar er zijn o zo weinig
harmonicaspelers.” De Franse band speelde
strak en degelijk maar Alabama Mike zelf steeg
hier niet boven de middenmoot uit. Toevallig of niet,
maar ook het tweede hoogtepunt van deze editie
speelde zich af in de Rabozaal. Dat gebeurde
tijdens het optreden van John Primer &
The Real Deal Blues Band. Een jonge knaap
van pakweg veertien kwam op de eerste rij zitten
en bewoog heel enthousiast mee op het ritme van
de puurste Chicagoblues die u zich maar kunt
voorstellen. Duidelijk geamuseerd door de jongen
gooide harmonicaspeler Steve Bell (zoon van
Carey) hem een harmonica toe. En het doosje om
die erin weg te bergen. De knaap glunderde en
van zodra het nummer was afgelopen, riep hij
John Primer toe: “Hey John... mag ik
alstublieft meespelen? Ik kan echt spelen. Mag
ik? Please...” Primer legde uit dat hij
zijn optreden niet zomaar kon onderbreken, maar
daar nam de jongen geen vrede mee. Toen John
vroeg of hij zijn gitaar bij had, zei de jongen
dat dit niet het geval was, maar dat hij wel op
die van John zou spelen. Bij het publiek
ontstond hilariteit en een aantal toeschouwers
riep: “Komaan, John! Geef hem een kans!”
Primer antwoordde: “I need a break”
waarmee hij bedoelde dat hij er even wou over
nadenken. Maar de jongen had blijkbaar een
letterlijke vertaling gemaakt, ervan uitgaand
dat John aan een pauze toe was. Vliegensvlug
sprong hij het podium op, klaar om Johns gitaar
te omgorden. Een verbaasde John Primer probeerde
er nog onderuit te komen door te zeggen dat de
gitaar op een speciale manier was gestemd,
alsook zijn twee andere gitaren. “Geeft
niet”, zei de jongen, die Luca bleek te
heten. “Ik ga gewoon net als jij 'in the key
of E' spelen.” John overhandigde hem zijn
rode Epiphone en de band zette een standaard
midtempo Chicagoblues in. Luca begon mee te
spelen en op dat moment vielen pakweg 900 monden
open van verbazing. Dat knulletje speelde
gewoonweg fantastisch en viel geenszins uit de
toon. John Primer zei: “Nou, volgens mij
klinkt dit als de blues” en hij zette
vocaal de tekst van John Lee Hookers 'I'm In The
Mood' op de muziek. Luca schitterde gewoonweg. “Dit
is de toekomst van de blues”, zei Primer
na afloop. Diep onder de indruk en echt gemeend.
De maturiteit waarmee Luca speelde, deed ons
vermoeden dat hij veel ouder was dan hij eruit
zag. We vroegen het hem en verlegen zei hij: “Euh...
ik ben twaalf...” Respect, Luca!! En
uiteraard ook respect voor John Primer die op
77-jarige leeftijd zijn muziek nog steeds met
dezelfde energie en gedrevenheid vertolkt. Zoals
steeds bestond zijn set uit een mix van eigen
werk en klassiekers. Muddy Waters en Magic Slim
waren weer dichtbij. Heel dichtbij. Een optreden
van John Primer levert voor liefhebbers van
Chicagoblues steeds weer een verademing en dat
hartverwarmende thuiskomgevoel op. En voor wie
het weten wil, de bassist van dienst – heel
strak en ondersteunend trouwens – was deze keer
Darryl Wright, een doorgewinterde freelancer uit
de Chicagoscene die u misschien ooit al eens bij
James Armstrong of Nigel Mack heeft gezien.
Deze toch wel weer zeer aangename bluesavond sloten we af in de Limburgzaal met Chris Bergson & Ellis Hooks. Nu willen we ons geenszins bezondigen aan op drijfzand gebaseerde verdachtmakingen maar toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de kok drie carolina reapers in het avondmaal van Hooks heeft gedraaid en hem een vierde als zetpil heeft toegediend. Ook hebben we nog nooit overwogen om eens een tenniswedstrijd te gaan zien, maar nu zijn we er zeker van dat we dat ook nooit gaan doen. Als een stuiterende tennisbal vloog Hooks continu van links naar rechts, van rechts naar links, van links naar rechts en van rechts naar links. Wanneer je als toeschouwer ergens in het midden staat, krijg je daar al snel een onbedwingbare nekkramp van. Om maar te zeggen dat de soulzanger uit Alabama zijn verbeten energie verpakte in een hyperkinetisch gedoe dat werkelijk alle aandacht van de muziek afleidde. De kunst van 'tension and relief' leek hij niet echt te snappen en dat is jammer. Zijn kompaan voor deze gezamenlijke tournee, de jazzgeschoolde allround-bluesgitarist Chris Bergson uit New York, deed nochtans zijn stinkende best om een spits staaltje gitaartechniek te etaleren en eigenlijk was deze bijzonder sympathieke gabber best wel genietbaar. Op zijn cd 'Live At Jazz Standard' uit 2013 was Ellis Hooks op enkele nummers te horen en sindsdien ontstond er een hechte vriendschap tussen de twee. Die resulteerde in de live-dvd 'Live In Normandy' uit 2019, toen een Franse band het duo zeer adequaat begeleidde. We hebben achteraf enkele fragmenten herbekeken en daarbij zijn ons twee dingen opgevallen. Eén, hier in Heerlen stond dezelfde bezetting op het podium, dus zijn die jongens hun twee broodheren wel genegen. Maar twee, wil u dit collectief in optimale omstandigheden zien, dan is die live-dvd een goede keuze. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat een deel van het publiek de energie van dit concert wél oppikte en dat Bergson en Hooks de idee ontkrachtten als zou bluesmuziek mak en tam zijn. Wij geraakten op dit late uur, het schurkte inmiddels al tegen enen aan, niet echt meer in overdrive... De Southern Bluesnight 2022 was misschien niet de allersterkste editie, maar in elk geval hebben we genoten van Harlem Lake, Malford Milligan en John Primer. En het moment met de kleine Luca staat gebrandmerkt in het collectief geheugen van al wie het heeft mogen meebeleven. Het zijn zo van die kleine dingen die een mens zijn leven lang meedraagt en die steevast boven komen bij mijmeringen of brainstorms over de toekomst van de blues... Franky
Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Franky Bruneel
|