|
||
|
De
35ste editie van Nederlands belangrijkste
bluesfestival stond al voor de derde keer
gepland. Als u niet weet hoe dat komt, dan
heten we u van harte welkom op aarde. De
line-up van Moulin Blues 2022 was voor een
zeer aanzienlijk deel dezelfde die twee jaar
geleden was voorzien. Maar er waren ook enkele
belangrijke verschillen. Zo verhuisde het
festival pakweg een kilometer zuidwaarts, maar
vanwege de indeling en attributen van het
publieksgedeelte voelde het nieuwe terrein
zeer vertrouwd aan. Wat ons ook enorm is
opgevallen, meegevallen zelfs, is het feit dat
er op Moulin Blues voor het eerst in de
geschiedenis – toch voor wat betreft de
edities die wij hebben meegemaakt – bier werd
getapt. Geen Leeuw Pils meer! En dan was er
nog een verschil met alle voorgaande edities,
maar dat is een droevige noot waar we straks
nog op terugkomen. Eerst willen we van wal
steken met hoe het ons deze keer muzikaal
verging... Vindt u
het okay als we het festival in dit verslagje
niet chronologisch afdraaien? En kunt u er ook
mee leven dat we niet bij elke band kwistig gaan
strooien met songtitels en allerlei steriele
data en weetjes die we speciaal zouden moeten
opzoeken om dit artikel meer pseudo-gewicht te
geven? Het gaat in hoofdzaak toch over de
impressie die Moulin Blues 2022 op ons, als
bluesliefhebber, heeft gemaakt, niet? Wél zullen
we voor de volledigheid bij elke bandnaam een
'H' zetten als het een concert op het
hoofdpodium betreft en een 'C' wanneer die band
speelde in het Moulin Blues Café, zeg maar de
kleine tent. Bent u mee? Vrijdag Laat ons het eerst
hebben over enkele acts waar we echt van hebben
genoten. Daar hoort absoluut de
Brits-Jamaïcaanse zanger-harmonicaspeler Errol
Linton (H) bij. Wij vinden dat de man op
harmonica een enorme progressie heeft gemaakt.
Zijn spel is vol, dragend en matuur. Er zijn er
niet veel die een nummer als 'Hoodoo Man Blues'
van Junior Wells overtuigend neerzetten, maar
Linton kan dat. En ook in de richting van
Mississippi klonk hij authentiek. In 'Shake 'Em
All Down' van Bukka White bijvoorbeeld. Met hier
en daar een toefje reggae eerde hij zijn
familiale komaf en de manier waarop hij dit met
de blues legeerde, voelde heel natuurlijk aan.
Naarmate deze set vorderde, steeg ook gitarist
Richey Green in onze achting. Waar hij zijn
bijdrage aanvankelijk beperkte tot het trekken
van gekke bekken, bleek er in hem toch een
ingetogen en gevoelige instrumentalist te
schuilen. Dat toonde hij vooral in 'Walking By
Myself'. Een ander hoogtepunt
op deze eerste festivaldag was voor ons het
optreden van Gumbo Kings (C). Er zijn
tegenwoordig zoveel zogenaamde bluesbands die in
een poging om vernieuwend te zijn of tijdens een
zoektocht naar een eigen sound in drijfzand
terechtkomen, te ver weg van de blues. Wat deze
jongens uit Haarlem (NL) met de blues doen, is
pas écht origineel. Vaak spelen orgel en bas
unisono de krachtlijnen van de nummers (zouden
ze naar Mr. Sipp hebben geluisterd?) en ondanks
aanstekelijke ritmes met spitsvondige patronen
en tempowissels, verloren wij als bluesfan onze
pedalen niet. Boy Vielvoye – die we nog kennen
van Sugar Boy & The Sinners – is een prima
harmonicaspeler maar het was vooral bassist
Jonne Venmans die ons hart veroverde. Deze
goedlachse kerel leek zo weggelopen uit een
pakhuis van een Britse vissershaven. We bedoelen
daar uiteraard niets verkeerd mee, het is maar
om u zijn visuele ruige authenticiteit ietwat te
schetsen. Bassen kan hij als geen ander. Hij
speelde met het grootste gemak, ook al waren
zijn baslijnen vaak geen kattenpis. Achteraf
beschouwd, was hij voor ons één van de meest
opvallende bassisten van het hele festival. Ook
de Scandinavische Kokomo Kings (H) gaven
ons 'good vibes', ook al misten we gitarist
Ronni Boysen in hun gelederen. In korte,
krachtige nummers hoorden we vaak Chuck Berry en
zelfs The Beach Boys voorbijkomen (natuurlijk is
het geen toeval dat we die twee in één adem
vernoemen) en niet zelden haalde deze band de
knijptube met rockabillysaus boven. Dit was
pretentieloos amusement. Een weldoordachte en
diepgravende songtitel als 'Jump Like A Chicken'
zegt genoeg... Ietwat in hetzelfde
straatje zaten Lindsay Beaver & Brad
Stivers (C) die in twee sets het publiek
in de kleine tent uit hun hand lieten eten.
Lindsay komt uit Canada maar woont al geruime
tijd in Austin, TX, de habitat van haar
echtgenoot Brad. Het koppel kreeg hier
ruggensteun van de Nederlandse muzikanten Thomas
Toussaint (harmonica), Timo Gijezen (bas) en
drummer Sjaak Korsten in de nummers waarin
zingende drumster Lindsay gitaar speelde.
Energie was hier de rode draad en dit gold ook,
en misschien nog meer, voor de Belgische Boogie
Beasts (H) die last minute waren
opgetrommeld om de wegens ziekte afwezige Rick
Estrin & The Nightcats te vervangen. Het
kostte hen niet veel moeite om met hun
opzwepende, repetitieve en suggestieve blues het
publiek na middernacht klaarwakker en
springlevend te houden. Nochtans was het al acht
uren en evenveel bands geleden dat de
Nederlandse Dynamite Blues Band (H)
datzelfde publiek met westkustblues op speed het
zand uit de ogen had geblazen. Vooraleer we
schakelen naar de iets mindere goden van deze
eerste festivaldag, vermelden we nog twee
verdienstelijke acts. Het Nederlandse Ticket
West (C) bracht standaardblues met
degelijk gitaarwerk en het was een plezier om te
zien hoe zanger-gitarist Pascal Wilhelm zich met
een onbeschrijfelijke intensiteit in de songs
inleefde. Bij deze act was de inbreng van de
volleerde toetsenist Roel Spanjers trouwens een
niet te miskennen meerwaarde. En dan was er ook
nog de Brit Laurence Jones (H) wiens
verschroeiende bluesrock niet meteen ons ding
is, maar wel kwaliteit waarvoor een groot deel
van het publiek zeer enthousiast was. Ronduit
ontgoochelend was het optreden van Trainman
Blues (C), het collectief van de Ierse
zanger-gitarist Richard Farrell en de Deense
bassist Laust Nielsen. Toegegeven, Farrell heeft
een goede stem (hij doet ons bijwijlen aan
Studebaker John denken) maar soms dreven de
'bluesachtige' liedjes op slechts één akkoord
waaraan allerlei 'geluiden' werden toegevoegd
die uit een computer kwamen in plaats van uit
een instrument. Het kakofoniegehalte bereikte
een hoogtepunt op het moment waarop bleek dat de
twee gitaristen niet eens in dezelfde toonaard
speelden. Ook de Britse retrosoulman James
Hunter (H) was hier niet de beste versie
van zichzelf. Zijn concert had zwaar te lijden
onder een zwakke geluidsmix maar los daarvan
maakte hij een nogal ongeïnspireerde indruk. Een
beetje nukkig en zenuwachtig zelfs. Wij vinden
dat de man prachtige muziek maakt, het zeemzoete
'Carina' op kop, maar vandaag kwam hij niet echt
uit de verf... Zaterdag Het meest emotionele
moment op Moulin Blues 2022 kwam er in de
namiddag van de tweede festivaldag, net voor
aanvang van wat het muzikale hoogtepunt van het
hele festival zou worden. Alle bestuursleden van
Stichting Rhythm & Blues Ospel, de
vereniging achter dit festival, kwamen het
podium op en Harald Moonen nam het woord. Hij
verwees naar een moeilijke periode waarin enkele
vrijwilligers van Moulin Blues waren overleden.
Speciale aandacht was er voor Fons Daamen,
medeoprichter, secretaris en gewezen
programmator van het festival. Fons overleed
begin maart onverwacht na een korte ziekte. Voor
velen was hij het gezicht en de drijvende kracht
van het festival. Harald vroeg niet om een
minuut stilte maar om een daverend applaus voor
Fons. De emotionele verbondenheid tussen de
vrienden van Fons op het podium en de vrienden
van Fons in het publiek was het meest
indringende moment van dit weekend. Verdriet en vreugde
liggen soms dicht bij elkaar. En ook hier, want
onmiddellijk na het eerbetoon aan Fons tekende
de Canadese band Bywater Call (H) voor
het muzikale hoogtepunt van deze editie. Ze
brengen een crossover van blues, soul, funk,
gospel en New Orleans. Voor de lezers van ons tijdschrift zijn ze geen
onbekenden, want zangeres Meghan Parnell stond
op de cover van BTTR 113 (mei 2020) waarin we de
band interviewgewijs uitgebreid hebben
voorgesteld. Bywater Call is een heel complete
band, met toetsen en blazers, maar het is vooral
gitarist Dave Barnes die zich hier op slide in
de kijker speelde. Velen maakten de vergelijking
met Derek Trucks. En toeval of niet, maar
Meghans stem zit ietwat in hetzelfde register
als die van Susan Tedeschi, al heeft Meghan nog
meer subtiliteit en stemcontrole. Naar onze
bescheiden mening is ze de beste hedendaagse
zangeres in de blues- en 'roots'-scene. En nog
een andere band met soulinvloeden zorgde voor
een ware verademing, namelijk The Lowland
Brothers (C), het nieuwe project van de
Franse zanger-gitarist Nico Duportal. “Wij
zijn hier om jullie wat liefde, geluk en
plezier te brengen”, zei hij bij aanvang
van de set. En hij hield woord. De knappe songs
met heel veel variatie – zelfs hier en daar een
jazzy akkoord – en harmonieuze meerstemmigheid
gingen erin als zoetekoek. Knap! Heel knap! Ook wie het meer van
traditionelere blues moet hebben, kwam vandaag
toch met een zestal bands aan zijn trekken. De
meest pure blues kregen we op het einde van de
avond met Grammy-winnaar Cedric Burnside (C).
Robert Lee's kleinzoon zagen we hier vroeger nog
als drummer maar tegenwoordig bedient hij zich
van de gitaar en zijn beklijvende stem om de
Mississippi Hill Countryblues vorm te geven. Van
die typische stijl is Cedric een rasechte
ambassadeur geworden. Eerst alleen en na enkele
nummers in gezelschap van een drummer vertolkte
hij met een niet geringe fierheid o.a. de
nummers van 'I Be Tryin'' (beste traditionele
bluesalbum, Grammy's 2022). Cedric slaagde erin
om de jukejointsfeer van Mississippi naar
Nederland te brengen en dat op zich is al heel
bijzonder. Ook Richard Van Bergen kwam met zijn
Richville (C) in de buurt van Mississippi
in songs als 'Come On Home' en 'Set Me Free',
maar net zo goed in de buurt van New Orleans en
nog veel andere brandhaarden van het genre.
Samen met drummer Jody Van Ooien beperkte hij
zich tot de essentie van zang en muziek met toch
een mooie, volle sound. De typische blanke
Texas-gitaarbluesstijl kwam uitgebreid aan bod
met de Texas Blues Guitar Summit (H),
bestaande uit Mike Morgan, Anson Funderburgh en
Shawn Pittman. Een mooi collectief voorwaar!
Mike bracht een schitterende versie van 'Sugar
Coated Love' (Lazy Lester) en ook 'That's What
Love Will Make You Do' klonk verfrissend. Alle
drie de gitaristen bespeelden een Fender
Stratocaster en toch hadden ze elk hun eigen
klankkleur. Mike legde in alle songs een goede
'fond' wat hem steeds prominent aanwezig maakte.
Anson koos voor bezadigde trefzekerheid in al
zijn virtuositeit en Shawn mat zich het imago
van de 'guitar slinger' aan (en blonk uit in de
song 'That's The Thing'). Het kwam ons voor dat
de meeste nummers uit het repertoire van Mike
Morgan kwamen, wellicht ter promotie van zijn
nieuwe album. Daarbij dwaalden onze gedachten af
naar Lee McBee, Morgans vocale kompaan van
weleer. De beste zangeres hadden we deze middag
al gezien en gehoord, maar in dit gezelschap
misten we de beste zanger. Bij de mannelijke
vocalisten ging de hoofdprijs vandaag naar Jeff
Taylor van The Altered Five Blues Band (H),
een kwintet uit Milwaukee dat stevige
standaardblues bracht. In de hoofdzakelijk
zelfgeschreven nummers namen ze het publiek mee
in allerlei verhalen die gitarist Jeff Schroedl
zeer verdienstelijk mee hielp inkleuren. GA-20 (H),
opgericht in 2018 door zanger-gitarist Pat
Faherty en gitarist Matt Stubbs (bekend van bij
Charlie Musselwhite), benaderde oude thema's op
een vernieuwende manier. Ze hebben hun band
vernoemd naar een versterker die Gibson
produceerde van 1950 tot 1961 en deze periode
zou ook muzikaal inspiratief zijn geweest voor
de band uit Boston. Maar ook Hound Dog Taylor
was een voorbeeld. Op Alligator Records hebben
ze onlangs een tribuutplaat voor Taylor
uitgebracht en het kon niet anders of enkele
nummers eruit kwamen hier voorbij. Beeld u zich
Hound Dog Taylor in, maar dan gespeeld op een
sneller tempo en met veel meer volume en
distortie. Zo ongeveer klonk GA-20. En de
laatste band die eerder in een traditionelere
bluesstijl zat, waren onze Belgische Travellin'
Blue Kings (H) die op het vroege middaguur
de feestelijkheden aan de gang mochten
zwengelen. Jimmy Hontelé toonde zich een
klassegitarist, JB Biesmans een ervaren frontman
en toetsenman Patrick Cuyvers de vertrouwde
steunpilaar. Ergens deed hun sound en aanpak ons
ietwat aan Blue Blot denken, al klinken ze iets
steviger. Een
eervolle vermelding gaat nog uit naar de
piepjonge (hij is 29) Canadese landbouwer Jeremie
Albino (C). We hadden met hem te doen,
wanneer bij aanvang van zijn set slechts een
handvol toeschouwers de kleine tent
binnendruppelde. Op het hoofdpodium walste
immers op dat moment GA-20 alles en iedereen
plat. Jeremie bracht als one-man-band (zang,
gitaar, harmonica en drums) een soort
bluesy-folk-singer/songwriter-stijl. Hij zong
heel gevoelig en veel van zijn teksten leken wel
poëzie. Jammer genoeg kwamen
enkele bands bij ons niet echt binnen. Misschien
komt het woord 'overbodig' hier wat misprijzend
of neerbuigend over, en zo bedoelen we het ook
niet echt, maar voorlopig vinden we geen beter
geschikte term. Let wel, deze mening is
persoonlijk, want bij Birdmens (H) ging
het publiek wel volledig uit zijn dak. Het zou
niet correct zijn indien we dit er niet bij
zouden schrijven. Maar eerlijk is eerlijk, wij
hebben ons afgevraagd waarom een puike bluesman
als Ian Siegal in een project is gestapt waarin
hij slechts een klein schakeltje is van een
geheel dat in onze oren klinkt als teveel voor
een dozijn. Ook de bluesfolkrock van The
Achievers (C) kon ons stilistisch niet
echt raken en op PM Warson (C) zijn we
afgeknapt vanwege een gebrek aan maturiteit in
zijn stem en zang. Voor het publiek bracht de
southern rockband Robert Jon & The Wreck
(H) een succesverhaal – dit genre doet het nu
eenmaal zeer goed in Nederland – maar als wij
dit muziekgenre willen horen, of toch de basis
ervan, dan grijpen we steeds weer terug naar
Lynyrd Skynyrd (in de oude versie met Ronnie).
En het moet ons toch even van het hart, maar de
geluidsmix kwakte ons bij dit optreden simpelweg
tegen een muur van lawaai. Elke nuance
ontbrak... We hadden het u bij
het begin al gezegd, we zouden het programma in
dit verslagje niet chronologisch aframmelen.
Maar Nikki Hill (H) valt hier wel op
haar plaats want de zangeres uit North Carolina
was ook de allerlaatste act van Moulin Blues
2022. Zo'n brokje dynamiet aan het einde van
deze muzikale marathon zorgde voor de laatste
wilde opflakkeringen in het publiek. Naast
echtgenoot Matt (gitaar) had Nikki ook de
fenomenale gitariste Laura Chavez in de band en
dat was wel een meerwaarde. Nu hebben we Nikki
al verschillende keren aan het werk gezien en we
konden ons niet van de indruk ontdoen dat ze is
geëvolueerd naar een iets ruigere versie van
zichzelf. Het is alsof dat subtiele tikkeltje
'retro' plaats heeft moeten ruimen voor de
gedachte dat ze haar reputatie van 'queen of
rock 'n' roll' grimmig moet bewijzen. Maar in
elk geval zorgde Nikki wel voor de
spreekwoordelijke klap op de vuurpijl aan het
einde van een rijk gevulde, diverse maar
uitputtende tweedaagse. Tot slot nog enkele bedenkingen in de marge. Drie duimen in de hoogte en eentje omlaag. Zo waren we heel blij met de sfeervolle stand van Brouwerij Haacht die enkele kwalitatieve Belgische streekbiertjes aanbood en met een foodtruck die een mooi assortiment van heel lekkere broodjes aanbood als tegengewicht voor het klassieke fastfood in de eettent. Een dikke pluim gaat ook naar de vlekkeloze organisatie en het onwrikbare respect voor het tijdsschema, wat voor zo’n marathonfestival geen sinecure is. De duim naar omlaag gaat naar de geluidsmensen in de grote tent. Die verstonden niet de kunst om een goed uitgebalanceerde sound neer te zetten. Nuance, diepte en warmte ontbraken soms. Er was enkel heel veel volume in hoge en middentonen, een monsterachtig luide transistorradio in een blikken doos, zeg maar. De ondersteunende rijkdom van basgitaren en de complexiteit van diepte in de stemmen gingen vaak verloren. En dat is jammer. Het geluid in de kleine tent daarentegen was prima! Misschien kan het een denkoefening zijn om per dag enkele bands minder te programmeren en die uitgespaarde centen te investeren in geluidsmensen die beter met evenementen van dergelijke omvang overweg kunnen. Maar zoals gezegd… deze duimen bewegen omhoog en omlaag in de marge want Moulin Blues 2022 was bovenal weer een gevarieerd festival waar het aangenaam vertoeven was! Franky
Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
|
foto's: © Franky Bruneel
|