|
||
|
Uitverkocht
was het niet, ondanks de inspanningen van
Trombone Shorty om zijn tienkoppige Orleans
Avenue mee te brengen. Gedreven door
kostenminimalisatie kiezen veel Amerikaanse
bluesgezelschappen ervoor om met een minimale
bezetting door Europa te toeren. In het
uiterste geval wordt de hele band zelfs
samengesteld met lokale muzikanten. Vaak gaat
dit ten koste van de authenticiteit. Troy Andrews, zo heet hij, kreeg
als peuter een instrument in plaats van een
fopspeen. Het jongetje van vier dat met Bo
Diddley op het podium verscheen en, zo wil de
legende, op zijn zesde al bandleader werd, is
inmiddels 36 en krijgt er gelukkig nog niet
genoeg van. Momenteel toert hij om zijn nieuwe
plaat ‘Lifted’ te promoten, zijn twaalfde schijf
(de drie live-platen meegeteld), opgedragen aan
zijn onlangs overleden moeder. Tijdens het
optreden viel er echter weinig sentiment te
merken, laat staan verwijzingen naar BLM. Het
overlijden van zijn bijzonder inspirerende
moeder moet er toch hebben ingehakt en de
actualiteit van de Amerikaanse samenleving
krijgt (terecht) overal veel aandacht, maar hij
wilde de muziek voor zich laten spreken. Op de
cover van zijn nieuwe plaat staat een pakkende
foto van de kleine Troy op de arm van zijn
moeder en met een speelgoedsax in de mond.
Bovendien staat hij bekend als filantroop die
zich inzet om kansarme jongeren betaalbaar
muziekonderricht te bieden en werd hij daarvoor
ook gelauwerd. Trombone
Shorty trakteerde het publiek op één lange trip
doorheen zijn oeuvre van soul, jazz, blues,
southern rock, funk en een flard hiphop. De
residentie Hokjesgeest en Eenheidsworst bestaan
niet in New Orleans, en dat kost hem natuurlijk
wel wat aanhang. Uit ‘Lifted’ werden maar een
viertal songs gespeeld en zo was er ook ruimte
voor ouder werk en speelse verwijzingen naar
onder meer Kool & The Gang (‘Jungle
Boogie’). Trombone Shorty is een geboren podiumbeest dat lange soli op trombone en trompet, af en toe met zijn techniek van circular breathing, niet schuwt: op een honderdtal minuten kwamen amper elf songs aan bod, zonder dat onze aandachtsboog op de proef werd gesteld. Tevens zette hij zowat elke muzikant individueel eens of meerdere keren in de spotlight. Oudgediende Pete Murano rockte op zijn Gibson steviger dan de stillere Joshua Connelly, maar moest in interventies onderdoen voor tenorsax Bernard Jackson en baritonsax Dan Oestreicher. Zelfs de backingvocalistes Tracey (of Tracci) Lee en Nel Simmons kregen hun moment de gloire, net als de voor de rest erg beheerste pianist Brandon Butler. Misschien moet hij wel eens te rade gaan bij een regisseur, want iedereen liep danig door elkaar, al deed dat niets af aan de glansprestatie. Olivier Verhelst terug naar de index van de concert- en festivalrecensies
Naast de concert- en festivalverslagen op deze
website is Back To The Roots sinds
1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift
voor blues en verwante
muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u
nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en
dvd-recensies, boeken, de meest complete
blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik
hier voor meer info. |
foto's: © Olivier Verhelst
|