|
||
|
Kijk, het doet ons
ongelooflijk veel deugd wanneer
festivalprogrammeurs signalen oppikken die we
in ons tijdschrift ventileren. Wanneer we weer
eens nieuwe namen hebben ontdekt die best wel
een plaatsje op onze podia zouden verdienen,
of wanneer we stellen dat er nog steeds jonge
bluesmusici zijn die er hun eigen draai aan
geven zonder het respect voor de traditie te
verliezen. Met Aki Kumar, Ivy Ford en Ben
Levin op de affiche van Swing Wespelaar waren
we al diep gelukkig maar het volledige
programma van deze editie maakte andermaal
duidelijk dat Wespelaar in ons land
toonaangevend is wanneer de norm voor een
'bluesfestival' wordt bepaald. Behalve enkele
luttele zijsprongetjes richting 'roots' (wat
is dat eigenlijk?) was Wespelaar 2022 een
staalkaart van de blues in de zo breed
mogelijke stilistische interpretatie. Niet een
makkelijke grootste gemene deler voor de
modale bluesfan, maar een programma dat door
zijn verscheidenheid werkelijk voor elk wat
wils te bieden had. En bovendien kregen we
deze bonte mix van zowel jong talent als de
absolute wereldtop volledig gratis onder een
stulp en op een verwarmd bord geserveerd.
Zelfs na ons vijf keer in de linkerwang te
hebben geknepen, konden we niet anders dan
vaststellen: ja, dit is écht! Vrijdag
19 augustus Het is inmiddels drie
jaar geleden dat Swing Wespelaar op volle
capaciteit kon plaatsvinden. We hebben ernaar
uitgekeken en wilden deze editie keihard vanaf
de eerste minuut meemaken, ook al beloofde de
donkergrijze hemel niet veel goeds. De
buienradar verzekerde ons dat er uit die hemel
kattenjongen zouden vallen en toch waren wij
stipt om 19 u. op post om Wilk invulling
te laten geven aan onze prangende
nieuwsgierigheid. We hadden frontman Jorg
D'hondt vorig jaar op YouTube immers de
nummertjes 'Don't You Worry Mama' en 'Yes' zien
vertolken tijdens de wedstrijd Belgium's Got
Talent. Het eerste klonk zelfs vrij bluesy. En
net zo stipt als wij op post waren, besteeg de
ruige karakterkop het podium. Op de rand van
zijn hoed kleefden een beestenkop, een opgerolde
'ace of spades' in een kogelhuls en een halve
gallon slangenbloed. En het leek wel alsof hij
ons met zijn doortastende blik duidelijk wou
maken dat deze Crocodile Dundee uit de Gentse
rimboe voor geen kleintje vervaard was. In de
band herkenden we toetsenman Jan Borré en onze
nationale drumtrots Natan Goessens en dat
verraste ons aangenaam. Jorg bevestigde wat wij
al wisten, namelijk dat hij een degelijke stem
heeft en bijzonder aardig gitaar speelt.
Stilistisch – en dat wisten we eigenlijk ook al
– is hij niet voor één gat te vangen. Wilk
speelde hoofdzakelijk rock maar raakte af en toe
de gevoelige snaar. Was het niet vanwege een
zeldzaam bluesakkoord, dan was het omdat hij
zong over dingen en mensen die hem na aan het
hart liggen en omdat hij zijn toehoorders toch
wel wat wijs- en waarheden wou meegeven. Volgens
ons zou deze act eventueel internationaal kunnen
doorbreken, maar dan moet Jorg wel eerst die
Gentse tongval uit zijn Engels zien te
krijgen... Die internationale
doorbraak is er ondertussen wél voor de
Nederlandse band Harlem Lake, die om
20.45 u. het podium besteeg ter vervanging van
The Atomic 44's die omwille van economische
redenen – zoals dat heet – hun Europese tournee
hadden geannuleerd. Ondertussen vielen ook de
beloofde kattenjongen met bakken uit de lucht.
Harlem Lake (ze komen uit Haarlemmermeer, heeft
u 'm?) won begin mei in het Zweedse Malmö de
European Blues Challenge en sindsdien gaat het
ontzettend hard voor de band waarin toetsenman
Dave Warmerdam en gitarist Sonny Ray van den
Berg de instrumentale plak zwaaien. Opnieuw
kregen we hun jeugdige muzikale visie (het zijn
allen prille twintigers) op de muziek die een
mix is van blues, jazz, pop en funk. En opnieuw
verbaasde zangeres Janne Timmer ons met haar
inlevingsvermogen. Ze schitterde bijvoorbeeld in
'Whiskey Drinking Woman', geruggesteund door de
band die net zoals op de Southern Bluesnight in
Heerlen aantrad in de XXL-versie, zijnde
aangevuld met een voortreffelijke blazerssectie. Walter Trout
sloot de eerste festivaldag af en ondertussen
bleken de kattenjongen getemd. De 71-jarige
bluesrocker uit New Jersey, ooit lid van John
Mayalls Bluesbreakers, vierde vanavond de
release van 'Ride', zijn dertigste album. Walter
Trout is Walter Trout en we moeten eerlijk
bekennen dat dit niet helemaal ons kopje thee
is. Maar Walter had een hoop fans naar Wespelaar
gelokt, én bleek in goede doen. Hij overleefde
een levertransplantatie. Dat weten we uit goede
bron, want hij blijft het zelf steeds maar
herhalen. Hier in Wespelaar was hij goedgeluimd,
beweeglijk en energiek. We ontwaarden voor het
eerst vanavond nummers in een drie akkoorden- en
twaalfmatenschema. Begrijp ons niet verkeerd,
dat moét niet per sé, maar de link met blues was
wél duidelijk. 'Notenneukerij' is misschien een
te beladen woord, voor Trout zelfs een
pejoratief, want binnen het segment van de harde
bluesrock is Trout wel authentiek. Ook vanavond
weer. We gunden het zijn fans van ganser harte
maar na een zestal songs zagen we dat het goed
was... Zaterdag
20 augustus 13.30 u. Met de
Nederlandse Gumbo Kings stond meteen een
band op het podium waarvan we bij de eerste
noten al wisten dat we de volledige set wilden
uitzitten. Het weer zat mee en na een
uitgebreide terreinverkenning vonden we zelfs
een schaduwrijk plekje dat onze aandacht voor
het retro-gestileerde gumbostoofpotje van blues,
rock-'n-roll en countryrock onverdeeld hield.
Net zoals in Ospel vielen we onvoorwaardelijk
voor het muzikale gewicht van de meesterlijke
bassist Jonne Vennemans. En weer etaleerde
zanger-harmonicaspeler Boy Vielvoye de sound én
de attitude van een waardige frontman. Dat
orgel, harmonica en bass bijwijlen unisono
gingen, vonden we vrij origineel. We onthielden
vooral het nummer 'Tired Of Your Love', een
pakkende ballade met een glansrol voor de de
Hammondspeler. Dat was een ééntegeldanser die
gelijk een soort melancholische tristesse
uitstraalde. Wanneer je bij muziek dingen voélt,
dan is het okay! De Franse Jessie
Lee & The Alchemists brachten een
vrijwel identieke bluesrockshow als amper twee
maanden geleden op Hookrock. Ook hier stonden
bij de winnaars van de France Blues Challenge
2019 de gitaristische capriolen van Alexis
Didier en de toch wel vrij degelijke zang van
Jessie Lee Houllier centraal. De combi van eigen
werk en eigenzinnige interpretaties van
klassiekers deed het ook hier niet slecht. We
onthielden vooral een funky groovy versie van
Robert Johnsons 'Come On In My Kitchen' waarvoor
we haast het woord 'eigentijds' zouden
bovenhalen. Maar dat is relatief, want zo
eigentijds is de seventies-benadering à la Janis
Joplin niet. Wat Larkin Poe met het nummer doet,
is nog straffer en het origineel uit 1936 heeft
iets tijdloos en onsterfelijk. De versie van
Jessie Lee zal vervellen en veel meer dan een
verdienstelijke cover zal het nooit worden.
Niettemin willen we nog aanhalen dat het niveau
van haar show in Wespelaar constant bleef en
deze keer halverwege niet ging afzwakken. Met Aki Kumar
kregen we één van de betere harmonicaspelers van
de nieuwe generatie te horen. Zijn roots liggen
in Bombay (India) maar sinds jaar en dag woont
hij in San José, California. We leerden hem een
eeuwigheid geleden kennen tijdens een jamsessie
in een kroeg op Chicago's South Side. Die avond,
en ook nu weer, hoorden we zowel Junior Wells,
Rod Piazza als Little Walter doorschemeren. "Vind
je dat een nadeel?" vroeg een omstaander
nadat we dit hadden geantwoord toen hij onze
mening vroeg. Nee, natuurlijk niet. Iemand die
de groten van de harmonica zo dicht benadert,
kan verdorie harmonica spelen en tegenwoordig is
dit een zeldzaam ras geworden! Het Finse Tomi
Leino Trio begeleidde Aki voortreffelijk maar de
klankman vond bas en kickdrum de belangrijkste
instrumenten en dat was jammer. Aki heeft enkele
'Bollywood-cd's' uit en zong ook hier enkele
nummers in het Hindi. Die bleven pal overeind
omdat de sound en feel nog steeds de pure blues
uitstraalden. Aki Kumar gaf hier een ijzersterk
optreden, alleen had een gedeelte van het
publiek dit precies niet in de smiezen. In februari 2020
prijkte Ivy Ford op de cover van BTTR
112. Toen was ze hier nog totaal onbekend
maar na haar te hebben ontdekt als opkomend
talent in Chicago, waren we er zeker van dat ze
ook op de Europese podia potten zou breken. We
hebben ruim twee jaar geduld moeten oefenen maar
hier in Wespelaar heeft Ivy de bom wel degelijk
laten ontploffen. Het koket in retrostijl
uitgedoste Chicago Blues Kitten speelde
meesterlijk het spel van spanning opbouwen en
weer loslaten, gitaar achter de rug, even al
spelend plat op de grond en ga zo maar door. Ze
zette een typetje neer, ja, maar haar zang en
gitaarspel waren van een constant hoog niveau.
Ook in haar songkeuze was Ivy steengoed. De
kippenvelslow 'Whiskey Love' balanceerde op het
randje van de classic blues en heel even voelde
het aan alsof we naar Bessie Smith luisterden.
Ivy's ritmische lijflied 'Let It Shine' en de
bis 'Mojo Working' werden luidkeels meegezongen
door het uitzinnige publiek. Nu hebben wij Ivy
al vaker en met verschillende bezettingen gezien
in haar thuisbasis, dus kunnen we vergelijken.
Het moet gezegd dat haar Franse begeleiders
uitstekend werk hebben geleverd en voor niemand
moeten onderdoen. Daarom noemen we ze graag bij
naam: drummer Denis Agenet, toetsenman
Jean-Patrick Cosset en contrabassist Abdell B.
Bop. Miss Ford heeft haar entree in België zeer
zeker niet gemist. Zonder ook maar de minste
twijfel was dit één van de optredens op Swing
Wespelaar 2022 dat het langst en zelfs
onuitwisbaar in het collectieve geheugen zal
worden gegrift. De Braziliaanse Artur
Menezes is in sommige kringen een geprezen
gitarist. De promo-peptalk zwaait met begrippen
als de Gibson/Albert King-award voor beste
gitarist (2018), een derde plaats op de
International Blues Challenge (2018) en een
optreden op het prestigieuze Crossroads Guitar
Festival van Eric Clapton (2019) maar met zijn
snoeiende en vlakke bluesrockset kreeg hij ons
wagon wheel helaas niet rond. De eerlijkheid
gebiedt ons echter te zeggen dat een gedeelte
van het publiek hem wél kon smaken. Geef
ons dan maar de humor van de 88-jarige Bobby
Rush. Recensenten zwaaien vaak te pas maar
meestal te onpas met het woord 'legendarisch'
maar in het geval van deze man uit Louisiana is
dergelijk woordgebruik absoluut gerechtvaardigd.
Hij is al ruim 70 jaar professioneel met muziek
bezig. Hij scherpte zijn vaardigheden aan in de
Windy City maar is sinds de late jaren '70 hét
boegbeeld van de blues in het chitlin' circuit
(zwarte nachtclubs, restaurants en rudimentaire
juke-joints) van Jackson, Mississippi. "You
get the blues when your woman leaves you,
right?" vroeg hij het aan zijn lippen
gekluisterde publiek. "Well, I can tell you
that you get the blues too when they stay to
long", grapte hij terwijl hij al rappend
achter de dikke schuddekont van danseres Mizz
Lowe aan waggelde. Met een blik van 'ik kan het toch ook niet
helpen' bracht het dametje er vocaal helemaal
niets van terecht en dat vond Rush best wel
grappig. Het maakte allemaal deel uit van een
goed uitgekiend entertainment en hij weet best
wel waarom hij dit soort mensen inhuurt. De band
speelde retestrak en muzikaal klopte het
allemaal. Een speciale vermelding gaat uit naar
Hammondspeler Edwin Risbourg die de organisatie
had getipt als invaller. Neen, Bobby's eigen
toetsenman was niet ziek, maar wel de bassist en
het was Bobby's vaste toetsenman die nu bas
speelde. "I like what you do", zei Bobby
al in het eerste nummer tegen Edwin. En in het
tweede nummer leunde hij tegen het orgel aan met
de woorden "You know what you do." Met
Bobby Rush heeft Wespelaar een hele grote aan
het toch al wel indrukwekkende palmares
toegevoegd! Inmiddels werd het 23
u. en tijd voor deel twee in de novelle 'Het
Grote Toeval'. Deel één speelde zich af toen we
op basis van haar schitterende vierde album
'Heart On The Line' besloten om
zangeres-saxofoniste Vanessa Collier,
uit Dallas, Texas in nummer
119 van ons blad eens voluit voor het
voetlicht te werpen. We hadden onze
interviewvragen nog maar pas naar Vanessa
gestuurd toen Swingprogrammeur Kris ons meldde
dat Vanessa dit jaar in Wespelaar zou staan. Nu
dus deel twee, het optreden zelf. Met acht Blues
Music Award-nominaties op zak (waarvan ze er
drie won, waaronder dit jaar nog die voor beste
hedendaagse vrouwelijke bluesartiest) kan het
niet anders of deze meid heeft heel wat bagage.
Toch hoopten we dat ze na de bombastische show
van Bobby Rush niet te 'licht' zou uitvallen. Al
snel werd duidelijk dat we ons nergens zorgen om
hoefden te maken. Vanessa's eigentijdse mix van
blues, funk en soul ging erin als zoetekoek. Ze
zong en speelde alsof haar leven ervan afhing en
het publiek at uit haar hand. Enkele powervolle
duels tussen de dampend saxende schoonheid en de
jazzgeschoolde gitarist Chris Vitarello brachten
het optreden geregeld naar het kookpunt. We
onthielden vooral Vanessa's inmiddels bekende
knappe versie van 'I Can't Stand The Rain', het
titelnummer van haar recentste cd én de manier
waarop ze vertederend openhartig met haar
toehoorders communiceerde. Er was geen afstand;
artiest en publiek waren één. Wat een
schitterende festivaldag om af te vinken... Zondag
21 augustus "If you don't like
rock and roll, you have a hole in your soul",
kirde de Brusselse Ghalia 'Volt' Vauthier
bij aanvang van haar set en daarmee opende ze de
derde dag van Swing Wespelaar meteen in derde
versnelling. Ze koos daarvoor enkele fraaie
zelfgepende songs uit haar cd 'Mississippi
Blend' (Ruf Records). Meteen werd duidelijk
hoezeer Ghalia (zie BTTR
112) is
gegroeid, vooral als zangeres. Ze heeft een
geweldig stembereik ontwikkeld en haalt
moeiteloos de hoge noten zonder daarvoor te
hoeven schreeuwen. En haar uitspraak van het
Engels is zowel in haar zang als tijdens haar
bindteksten perfect geworden, iets wat weinig
andere Franstaligen haar nadoen! U moet weten
dat Ghalia al enkele jaren ons landje heeft
verlaten en tegenwoordig in New Orleans woont.
Ze scoort in Amerika, na er jaren voor te hebben
geknokt, bijzonder goed als 'one woman band'
maar ze heeft ook haar eigen band waarin bassist
Dean Zucherro (bekend van o.a. Johnny Mastro
& Mama's Boys) haar voornaamste ruggensteun
is. Ook hier in Wespelaar trouwens. Ghalia
scoorde wonderwel met haar mix van blues en
neo-rock-'n-roll en eerde ook de pioniers, zoals
bijvoorbeeld in een overtuigende versie van
Mississippi Fred McDowells 'You Gotta Move'.
Ghalia Volt was een pracht van een opener en is
een madam waar we als Belgjes heel erg trots op
mogen zijn.
De Franse Lowland
Brothers traden vervolgens aan en op als
vervangers voor Buffalo Nichols die zijn
Europese tour had geannuleerd. Net zoals op
Moulin Blues liet het vijftal onder leiding van
zanger-gitarist Nico Duportal ons genieten van
hun harmonische samenzang en instrumentale
beheersing in een mix van genres die doorgaans
niet zo makkelijk te verenigen zijn. Of vindt u
misschien dat de combine van soul en country een
voor de hand liggend gegeven is? Bij de Lowland
Brothers lijkt dat wel de evidentie zelve, maar
weet dat hun sound het resultaat is van hard
werken en een uitgekiende zoektocht naar wat hun
niet geringe muzikale competenties cumuleert.
Gelukkig kon het Wespelaarse publiek zich
openstellen voor deze kwalitatieve en beheerste
band zodat het sfeertje in alle sereniteit
oversloeg. Pianoblues – zo zou u
weleens kunnen bevroeden – is nu niet meteen
festivalmuziek. De 22-jarige Ben Levin
(zie BTTR
112) heeft al
komend, ziend en overwinnend meedogenloos komaf
gemaakt met deze kromme stelling. Swing
Wespelaar is nu eenmaal een dwarsdoorsnede van
wat er zich in de blues afspeelt en een
dergelijke act programmeren getuigt van veel
moed en doorzicht. Ben bracht zelfgeschreven
songs in de 'double ententre-traditie'. "I'm
your essential worker", zong hij, en
voegde daar zelfs zonder blos op de wangen
fijntjes aan toe: "I'm pluggin' in whenever
you want." Wou je als toeschouwer mee zijn
in het verhaal, dan moést je wel luisteren. Maar
de teugels even vieren kon net zo goed met
enkele supersonische boogiewoogies en het bij
pianoblues haast obligate bezoek aan New Orleans
in Professor Longhairs 'Mardi Gras'. Ben Levin,
hoe jong hij ook is, toonde zich een beoefenaar
en zanger met een grote maturiteit. Een speciale
vermelding gaat ook uit naar de Franse gitarist
Anthony Stelmaszack die onverwacht maar
bescheiden en functioneel de rol inkleurde van
Aron Levin, Bens pa, die sinds een
levensbedreigende coronabesmetting voorlopig nog
niet kan optreden. Ben Levin op Wespelaar...
alweer een ijzersterke set!
In de pauze – het was ondertussen tijd geworden
om de Aspiranten van Chiro Wespelaar te steunen
middels de aankoop van twee van hun lekkere
hamburgers – struinden we ook even voorbij de
'jamstage' in de merchandisetent. In het
redactionele voorwoord van BTTR
119 schreven we al over de 13-jarige Luca
Holkenborg die tijdens de Southern
Bluesnight in Heerlen het podium opklom om mee
te spelen met John Primer. Wel, nu stond hij
hier iedereen te verbluffen terwijl Ghalia
al vuurspuwend, zo leek het wel, 'A Whole Lotta
Shakin' Goin' On' zong en daarbij bovenop een
speakertoren klom. Lekker vet, zeg!
Ook altijd leuk op
bluesfestivals is wanneer er zo een voluptueuze
dame haar strot opentrekt en daar magische
klanken uit verspreidt. Met de volgende act
waren we 'in' voor een 'double threat' want Terrie
Odabi (59 lentes en uit Oakland, CA) en Tia
Carroll (64 en uit El Sobrante, CA)
bundelden hun krachten tijdens een gezamenlijke
tournee. En die krachten zitten – u raadt het
ongetwijfeld al – in hun stem. Die van Tia is
vol en dragend terwijl Terrie meer bereik heeft
in de hoge registers. Ze zongen elk enkele
nummers solo om vervolgens elkaar perfect aan te
vullen in een show die gestaag crescendo ging en
waarin heel regelmatig een glansrol was
weggelegd voor gitarist Anthony Stelmaszack (!)
die zich hier en nu volledig kon uitleven. Wat
een gitarist trouwens! Kent u een betere in
Frankrijk? Wij niet. Terrie en Tia – zullen wij
makkelijkheidshalve maar afkorten naar T&T?
– hitsten het publiek vrij kundig op en
ontlokten ons meerdere keren een glimlach. "We
want to hear everybody sing along",
scandeerden ze. Het publiek deed zijn best, maar
dat was voor Tia niet genoeg. "We said
everybody", zei ze, "but I hear
neverybody." Zalig toch?!
Het werd kwart na
acht en we realiseerden ons dat Swing Wespelaar
2022 op zijn laatste benen begon te lopen. Nog
twee acts zouden optreden en we maakten de
bedenking dat het festival tot hiertoe toch al
zeer zeker het bewijs had geleverd dat het qua
programmering wél mogelijk is om variatie en
amusement te brengen zonder van de blues af te
wijken. Ook de voorlaatste act was weer helemaal
verschillend van alle vorige. De 37-jarige Selwyn
Birchwood uit Tampa, Florida – hij prijkte
in 2014 op de cover van BTTR 93
– won in 2013 de International Blues Challenge
en vanuit de onbekendheid promoveerde hij meteen
naar de A-klasse als 'Alligator recording
artist'. Zijn blues klinkt grootstedelijk en
bombastisch maar in knappe eigen teksten
schemeren zijn eigenzinnige ziens- en zegswijze
door. Selwyn begon loeihard maar deed ons qua
attitude denken aan een jonge Luther Allison.
Naast veel eigen werk bracht hij ook een
ingetogen versie van Robert Johnsons 'Come On In
My Kitchen'. De brave borst kon natuurlijk niet
weten dat wij dit gisteren al hadden gehoord van
Jessie Houllier maar het publiek vond het
allemaal okay. Het was mooi om te zien dat jonge
mensen, hoe hard ze ook naar succes streven,
respect aan hun voorgangers blijven betuigen. De bijna 71-jarige
Keb' Mo' uit Los Angeles mocht Swing Wespelaar
2022 afsluiten. Het werd een schitterend
optreden in meerdere opzichten. Dit was nu eens
geen afsluiter die met veel bombast en decibels
het laatste beetje energie uit een reeds
platgewalst publiek pleurde. Neen, dit was een
bezadigd uurtje van rustig genieten van de
spitsvondige teksten in de liedjes uit zijn
recente cd 'Good To Be', ingebed in zachte
bluesmuziek waar je elk instrument tot in de
kleinste details kon horen. In de perfectie van
deze muzikale eenvoud konden we bijvoorbeeld
horen wat de bassist echt speelde, zonder dat
alles verzandde in het ijle van enkel maar een
dreun. Is het u ook opgevallen dat alle monitors
waren verdwenen en dat deze band met 'oortjes'
speelde? Enfin, het zal ondertussen wel
duidelijk zijn waar we naartoe willen, niet? Swing
Wespelaar 2022 maakte zonder ook maar de minste
twijfel waar wat het op papier al had beloofd.
Naar onze smaak en aanvoelen was dit hét
bluesfestival van het jaar in de Benelux. Rest
ons niet veel meer dan een welgemeende dankjewel
aan de hele Swing-ploeg. Dit feest voor de ware
bluesliefhebber is er niet alleen gekomen omdat
deze ploeg zoiets kon, maar ook – en misschien
vooral – omdat deze ploeg het zo heeft gewild... Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|