|
||
|
vrijdag
Moeten we ons nu in
de wang knijpen? Of ons het zand uit de ogen
wrijven? Aan iedereen die ons tot dusver heeft
gevraagd van wie we op het Chicago Blues
Festival het meest hebben genoten, hebben we
Gerald McClendon en Ivy Ford genoemd. En
raad nu eens wie hier vandaag mag openen! Enfin,
u weet het. U heeft het programma vast wel
gezien. Ook Ivy Ford is weer de plas
overgestoken en speelt hier met een zeer
degelijke Franse band onder leiding van drummer
Denis Agenet. Ze speelt klassiekers en eigen
werk dat ook drijft op bekende riffjes. We
genieten van de frivole manier waarmee de
goedlachse Ivy o.a. 'Big Boss Man', 'Baby What
Do You Want Me To Do?', 'Dust My Broom' en
'Shake Your Moneymaker' op ons afvuurt. Wat is
Ivy in een tijdsspanne van pakweg drie jaar
gegroeid zeg! Ze heeft een energieke
gitaarstijl, ze kan zingen en ze is een
elegante, aanstekelijke performer. Er is
helemaal niets verkeerd met Ivy's optreden en
toch vinden we dat de vonk niet helemaal
overslaat. Het publiek reageert zoals een
publiek altijd reageert bij een openingsact. Ze
komen nog een beetje verdwaasd het terrein
opgestruind. Waar kunnen we bonnetjes kopen? Wat
hebben ze hier te eten? Is het bier koud? Moet
je je hier een zeikkaart aanschaffen? En pas als
alle vragen zijn beantwoord, realiseren ze zich
dat er eigenlijk best wel een lekker bandje
staat te spelen. Als openingsact had hier
eigenlijk niet een klasbak als Ivy Ford horen te
staan, maar gewoon... een lekker bandje. Het antwoord op de
vraag 'wie dan?' krijgen we met The
Bluesanovas. Deze horde piepjonge Duitsers
– we vermoeden allen twintigers – spelen de
blues verdomd goed. Het pleit in hun voordeel
dat ze eigen werk vertolken, maar het blijft
standaardblues waar ze stilistisch weinig aan
toevoegen. De grote troef van deze jongens is
zonder twijfel de gitarist. Hij kan doseren en
weet precies op welk moment hij een spelletje
'tension and relief' kan inzetten. We vinden het
jammer dat de gitaar een beetje laag in de mix
zit, waardoor in het klankpalet de toetsen (ook
goed trouwens) de bovenhand halen. 'Made in
Germany' staat meestal voor kwaliteit, ook hier
dus. The Bluesanovas hebben al de German Blues
Challenge gewonnen en hun land vertegenwoordigd
op de International Blues Challenge in Memphis.
Sinds vandaag kunnen we daar onze stempel
'approved' op slaan. Canned Heat
stond oorspronkelijk morgen geprogrammeerd, maar
vanwege een bijkomend optreden – met bijhorende
dollartekens in de ogen – moest Hookrock enkele
verschuivingen in de programmering doorvoeren.
Dat legde het zwaartepunt van het programma dus
duidelijk op deze eerste festivaldag. Canned
Heat dus. Of... zullen we het maar meteen zeggen
zoals het is? Dit is een 'Canned Heat tribute
band' waarin de originele drummer meespeelt. We
vergelijken het ergens met Lynyrd Skynyrd,
waarin tot voor kort ook nog maar één origineel
groepslid zat. Ze openen met 'On The Road Again'
en dat verwondert ons ietwat. Als ze nu al geven
waar iedereen niet hoeft op te wachten, zullen
ze dan de rest van hun optreden spannend kunnen
houden. Het antwoord is overduidelijk 'neen'.
Toegegeven, ze hebben veel volk naar Diepenbeek
gelokt. Een volle tent vergaapt zich aan de
vermeende pioniers die 54 jaar geleden op
Woodstock stonden – van deze band was dat enkel
drummer Fito De La Parra, lieve mensen! Ergens
halverwege krijgen we een tweede feest van de
herkenning met 'Going Up The Country' en dat
wordt luidkeels meegebruld. Ach, wij vinden het
sfeertje best wel leuk, maar behalve de naam en
wellicht ook het bijhorende prijskaartje heeft
deze groep nog weinig gemeen met het origineel. De Deense Thorbjørn Risager en zijn uitgebreide band Black Tornado mogen de eerste festivaldag afsluiten. Dit is blues met ballen. Veel ballen. En bellen. En toeters. De man heeft al wat awards op zijn naam staan en hij is in het Europese bluescircuit iemand van aanzien. Hij benadert de blues op een volstrekt eigen manier en dat is zijn grootste verdienste. Voor dit optreden kiest hij vooral uit zijn albums 'Too Many Roads' (2014) en 'Come On In' (2020). Wij – en dit is een zeer persoonlijke mening – werden door Risager nog nooit echt diep geraakt. Hij mokert, hij beult, hij heeft vandaag trouwens een uitstekende doorpriemende rockgitarist bij, de blazers zorgen voor bombast, er gebeurt heel veel op het podium. Het is allemaal zo intens en toch ontbreekt er iets. Zou het de ziel zijn? Enfin, al bij al hebben we vandaag heel wat leuke momenten gehad. Die pakt men ons alvast niet meer af. En naar het schijnt, gaat het morgen regenen... zaterdag Toeval bestaat niet, zegt
men weleens. Het miezert nog wat na,
wanneer we het Diepenbeekse gehucht
Rooierheide iets voor tweeën binnenrijden
maar zodra we ons op het festivalterrein
begeven, slaat die miezer voorlopig niet
meer neer. Big D & Captain Keys
openen de tweede festivaldag. Dit zijn
Nico De Cock (zang) en Edwin Risbourg
(toetsen), zeg maar het kloppende hart van
The BluesBones. Ze nemen ons mee naar 1941
met Big Maceo Merriweathers 'Worried Life
Blues' en naar nog veel vroeger met Robert
Johnsons 'Crossroads'. Maar met evenveel
gevoel en slagkracht brengen ze ook songs
als 'New Coat Of Paint' (Tom Waits) en
'Have A Little Faith In Me (John Hiatt).
Zo afgestript en onversneden is het
duidelijk wat voor een uitstekende
no-nonsense pianist Edwin is. En dat Nico
toch wel het sterkste paar stembanden in
het Belgische blueslandschap heeft. Een
zeer mooi moment was toen het duo aan het
einde het BluesBones-nummer 'The Devil's
Bride' bracht en het publiek dit vanuit
een eerlijke appreciatie volmondig
meezong. Knap!
Ook Guy Verlinde en
Steven Troch brengen een intiem
luisterconcert. Guy legt uit dat het
gevoel ietwat dubbel is. Ooit opende hij
Hookrock samen met Tiny Legs Tim en nu
staat hij hier om een eerbetoon te brengen
aan de vorig jaar overleden bluesman. Ook
Steven heeft destijds vaak met Tim
opgetreden. Het eerbetoon is sereen en bij
momenten voelen we het emo-beestje nog
flink bijten. Wanneer ze 'Standing At The
Crossroads' spelen, bijvoorbeeld. Tim
schreef dit nummer omdat hij in zijn leven
enkele keren letterlijk op het kruispunt
tussen leven en dood heeft gestaan. En de
blues leidde hem steeds in de goede
richting. Dat is ook de boodschap die Guy
ons in veel van de bindteksten meegeeft en
in die geest speelde hij dichter bij de
blues dan hij ooit voorheen heeft gedaan.
Steven is op harmonica het werkpaard dat
voor de binding zorgt. Guy vertelt ook
over de speciale 'Tiny Legs Tim-ruttle'.
Enfin, zo noemt hij het. "Tim had soms
zo'n typisch ritme dat maar niet op gang
leek te komen", zegt hij. "Maar
eigenlijk moest je er niet naar op zoek
gaan, want het was er al. Je moest er
gewoon leren inkomen." En daarop zet
hij – nota bene op Tims oude Martin uit
1942 die de familie De Graeve hem heeft
gegeven – die TLT-ruttle in. Verbeter ons
gerust als we verkeerd zijn, maar wij
horen daar de North Mississippi Hill
Country Blues in.
Ook het derde concert is op
en top Belgisch. Fred Klee &
Southern Rumble nemen ons vooral mee
naar New Orleans. We gaan heel eerlijk
zijn. We hebben Fred de afgelopen decennia
al in verschillende gedaantes leren kennen
– boekingsagent en clubeigenaar van The
Borderline zijn daar enkele van – maar nog
niet als zanger of muzikant. Al hadden we
ooit al eens gehoord dat hij ook zelf met
muziek bezig was. Ja hallo?! Wat een
zanger! En wat een voeling mét en kennis
van de muziek die hij brengt! En hoe hij
dit op het publiek kan overbrengen. Ja, we
geven het toe, Fred slaat ons met
verstomming. Eén van die mooie momenten is
wanneer hij Dave Holt van Storyville eert
met de woorden "Met Storyville is het
gedaan, maar ze hebben ons tenminste dit
nagelaten", waarop hij een
schitterende versie van 'A Good Day For
The Blues' brengt. We genieten ook
mateloos van 'Love The One You're With',
het eigen nummer 'Love Comes In A Minute'
en de bijzonder krachtige versie van 'Take
Me To The River' (Al Green) dat hij als
toegift brengt. Het moet ook gezegd dat
Freds muzikanten mede verantwoordelijk
zijn voor de schitterende totaalsound van
dit optreden. Dit zijn toch allemaal geen
gewone jongens. Voor de volledigheid: op
drums treffen we Arnout Hellofs
(Hooverphonic), de gitarist is Luc
Janssens (Last Call, The Electric Kings)
en de Hammond wordt ingekleurd door
Patrick Cuyvers (God en heel de wereld).
We maken ons zo stilaan de bedenking dat
ondanks het feit dat het overwicht vooral
in de programmering van de eerste
festivaldag lag, we vandaag tot hiertoe
enkel maar ijzersterke optredens hebben
meegemaakt.
De Finse Lena Lindroos
en haar Slide Brothers drijven
verder op deze positieve vibe. Ook zij
hebben in hun land al wat awards
weggekaapt en in 2016 stonden ze op de
European Blues Challenge. Deze
prijsbeesten ontpoppen zich tot een ware
ontdekking. Lena is een schitterende
bassiste die de hele band draagt. Haar
zang is loepzuiver en haar uitspraak van
het Engels is quasi perfect, wat heel
zeldzaam is voor iemand uit Scandinavië –
denk maar aan Risagers belabberde
Viking-Engels. Lena brengt een heel
gevarieerde set. Bij het begin is het wat
psychedelisch. We horen fijne rockabilly
in 'Cool Little Girl' en een geraffineerde
versie van Blind Willie Johnsons 'Ain't
Nobody's Fault But Mine'. Die slide
brothers doen hun naam alle eer aan.
Spetterende bluesfunk is er met 'Ain't
Doin' Too Bad' (bekend van James Cotton)
en aan het eind van de set is het eigen
nummer 'Eldorado' een beklijvende boogie.
Meermaals horen we goed uitgekiende
unisonopartijen met gitaar en bas. Mogen
we eerlijk zijn? Deze band brengt het
meest flitsende gitaarwerk dat we dit
weekend al hoorden. Ze hebben een eigen
smoel, een eigen sound en een eigen
identiteit. Uit welk knoopsgat de
Hookrockprogrammator Lena & The Slide
Brothers heeft getoverd, weten we niet.
Wél weten we dat we hen bijzonder graag
willen terugzien op onze festivals!
Het kan niet op. Al heel
vlug in de set van Sister Suzie
wordt het duidelijk dat ook dit een schot
in de roos is. Deze kleine opdonder komt
uit Northtumberland. Dat is het
noordelijkste stukje Engeland dat aan
Schotland grenst. Ze blijkt een
bluesbelter eerste klas. Zo eentje met een
toonvaste maar korrelige hese stem. Die
klinken meestal erg sexy en dat is met
Suzie niet anders. En ze doet er ook alles
aan om een typetje te creëren dat bij haar
stem past. In haar fonkelende
retro-combishortpakje en met een lollie in
de mond lijkt ze op weg naar het toppunt
van koketterie. Ze beweegt vrolijk en
wulps, ze zweept de band op en ze laat het
publiek uit haar hand eten. Opmerkelijk is
dat er naast de Britse gitarist en
saxofonist ook nog drie jonge Belgen deel
van de band uitmaken: Ilja De Neve
(piano), Micha Teller (bas) en de
onnavolgbare Natan Goessens (drums).
Hoogtepunten van de show: Suzie's plezant
gestoorde versie van 'You Can Have My
Husband But Please Don't Mess With My Man'
(Irma Thomas) en een uptempo-shuffle, half
blues, half rockabilly en met een
ondeugende tekst: "Why do you treat me
so nice and when we lay in bed at night,
you leave me to my own device..."
Bovenop de kolder verbluft Suzie ons ook
met een intens mooie ingetogen versie –
enkel zij en gitarist Matt Jackson – van
John Prine's 'Angel From Montgomery'. Wat
een overtuigende allround-artieste, wat
een optreden!!
Hookrock 2023 wordt
afgesloten met de Britse pubrockband Dr.
Feelgood. De band bestaat sinds 1971
maar van de oorspronkelijke bezetting
schiet nog minder over dan bij Canned
Heat. Helemaal niets dus. Akkoord, deze
powerband laat een energiebom ontploffen
en Robert Kane (zanger sinds 1999) is voor
zijn leeftijd – hij is achterin de zestig
– nog behoorlijk hyperkinetisch. Maar de
energie die Dr. Feelgood overbrengt, heeft
naar ons aanvoelen ook een soort inherente
agressie. Veel kunnen we er niet van
hebben, zeker al niet wanneer ze een
bluesje inzetten dat hen helemaal niet af
gaat. Kijk, vandaag is super geweest. Echt
super! Vijf bands hebben ons van hun
eerste tot hun laatste noot helemaal
kunnen bekoren. We verzilveren onze
laatste drankbonnetjes, we klinken op een
zeer geslaagde editie van Hookrock en we
besluiten wijselijk dat we deze
branieschoppers verder geen kans geven om
het voor ons te vergallen. Daarvoor hebben
we ons te goed geamuseerd dit weekend.
Bedankt Ivan en het hele team en zeer
graag tot op Hookrock 2024! Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|