Sean 'Mack' McDonald
Missy Sippy, Gent - 17 maart 2025

Op een week na is het precies een jaar geleden dat wij Sean 'Mack' McDonald uit Augusta, Georgia voor het eerst zagen in de Banana Peel. Toen hebben we ook een en ander neergeklavierd in een concertverslagje – lees het gerust nog eens na – en vooral zijn gitaristische maturiteit, omgekeerd evenredig aan zijn leeftijd (hij is er nu 23), is steeds blijven hangen. Wat zeg je? Je vindt zo van die lange zinnen met haken en wegwijzers niet vlot leesbaar? Okay, okay. Goed dat je ons erop wijst. We zijn op 17 maart dus naar Gent getogen want we hadden voor nummer 131 van ons blad een interview met Sean gepland. Er staat een volledig nieuwe generatie bluesartiesten klaar om de fakkel brandend te houden en in elk nummer proberen we jullie met minstens één ervan te laten kennismaken. Uiteraard pikten we 's avonds graag het optreden in de Missy Sippy mee en eigenlijk – eerlijk is eerlijk – hadden we ons verwacht aan een gelijkaardig optreden als in maart 2024...

Nog voor het optreden begon, hadden we al in het snotje dat er iets niet klopte. Althans niet met onze verwachting. Sean toert wel opnieuw met het Franse collectief Soul Shot, maar de aftandse piano die aan de linkerzijde van het podium tegen de muur stond geplakt, stond niet bepaald gepositioneerd alsof Cédric LeGoff erop zou spelen. En daar stond een tenorsaxofoon klaar waar er de vorige keer geen koper te bespeuren viel. Het werd ons al snel duidelijk. Geen Cédric deze keer, maar wel de fenomenale saxofonist Tejerizo Sylvain. Dat is uiteraard geen naam die een Amerikaan vlotjes kan uitspreken. Sean speelde op veilig en stelde de man aan het publiek voor als 'Sly. Just Sly'. Al in het openingsnummer, een jazzy instrumental, viel op hoe bedreven Sly is in het voeren van een conversatie met de gitaar van de frontman. Wat klitten die twee goed aan elkaar zeg, de ene keer unisono, de andere keer al bekvechtend. Ook in Jimmy Forrests 'Night Train' kwam dit aardig uit de verf. Voor de volledigheid vermelden we drummer Fabrice Bessouat en bassist Julien Dubois die er de vorige keer ook bij waren.

Naarmate het optreden vorderde, werd Seans evolutie ons duidelijk. In de Banana Peel hoorden we een veelheid aan stijlen met naast de blues ook wat rock-'n-roll in werk van Chuck Berry en The Beatles, covers van Bobby Bland en Guitar Slim en ook enkele – hoe zullen we het noemen? – ballroomachtige rhythm-and-blues, jaren '50-stijl, in werk van o.a. Bill Jennings en Ruth Brown. Tegenwoordig gaat hij meer en meer die kant op, vaak uptempo en met kortere nummers als de vorige keer. We hoorden werk van Johnny Otis en Percy Mayfield en telkens weer viel het ons op hoe Sean en Sly als met een heel straffe velcro onlosmakelijk met elkaar waren verbonden. In de pauze vertelde Fabrice ons dat in de voorbereiding van de tour, Sean had gevraagd om naast de toetsenman ook een saxofonist te voorzien. Puur om logistieke redenen – het busje was maar op vier man voorzien – moest er een keuze worden gemaakt. Het werd dus de saxofoon en voor het repertoire wat Sean nu brengt, was dit volgens ons de enige juiste keuze.

Van de tweede set onthielden we een traag nummer waarin Sly zijn saxofoon zo diep liet scheuren dat we er koude rillingen aan overhielden. Wat zalig om die man te horen, in vergelijking met bijvoorbeeld een Sax Gordon die soms verstikkend werkt door alles dicht te toeteren. Sean bracht ook enkele zelf gepende nummers. 'Mary' droeg hij – uiteraard – op aan de cafébazin van de Missy Sippy maar ook aan zijn grootmoeder (die zo heette). Dat werd een nummer boordevol publieksparticipatie. Sean moest niet zo heel veel moeite doen om de toeschouwers uit volle borst te laten meejoelen. En dat vond bassist Julien blijkbaar ook heel fijn, want hij zette een tandje bij en groovede als de beesten. Wat zeg je? Je begrijpt het woord 'groovede' niet? Dat komt van het werkwoord grooven. Neen, dat staat inderdaad niet in het Groene Boekje maar het leeuwendeel van de lezers snapt dit vernederlandst Engels wél. Na heel wat oerdegelijke rhythm-and-blues greep McDonald aan het einde van het optreden nog eens terug naar wat hij ook heel goed kan: rock-'n-roll à la Chuck Berry. In het eigen nummer 'Angel Baby' reeg hij aan een ijzingwekkend tempo Little Richard en Chuck Berry bijeen op een smakelijke brochette. Het publiek smulde dankbaar en met volle teugen.

Dit was een zeer geslaagd optreden en we zouden hier ter afronding haast iets willen leuteren over de toekomst van de blues en zo. We hadden al een zinnetje in gedachten over hoe fijn we het vinden dat de Missy Sippy een forum heeft gegeven aan de toekomst van de blues, bla bla blip blip, weet je wel? Maar in de namiddag hebben wij dus voor ons interview heel wat tijd met Sean doorgebracht. Je houdt het niet voor mogelijk wat die jongen zoal te vertellen heeft. Over alles wat zijn pad kruist, heeft hij een glasheldere visie. Straks kun je het allemaal lezen in BTTR 131 maar één tipje van de gesluierde ijsberg willen we al ontbloten. Hij haat het wanneer mensen muzikanten van zijn generatie de toekomst van de blues noemen. We citeren hem even: "Wij stoppen onze beleving en onze creativiteit in de muziek die onze voorgangers ons hebben nagelaten en het resultaat zal een leidraad zijn voor de muzikanten van de volgende generaties die op hun beurt hetzelfde zullen doen. Wij zijn dus niet de toekomst van de blues, wij zijn het heden van de blues.”

Franky Bruneel



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      © Franky Bruneel