Om 18.45 u. trapt
de Maastrichtse zeskoppige band
Barfly af in de foyer van
het theater, voor de gelegenheid
tot 'Juke Joint' omgedoopt. Het
is een traditie dat de winnaars
van het BRUL-contest (Blues en
Roots Uit Limburg) dit festival
openen. Met Frédérique Jansen
als gezicht én stem, brengt
Barfly zwoele, zweverige maar
sfeervolle blues. Waar veel
vocalisten in de blues gespeeld
gemeen grommen, gebruikt
Frédérique haar zeemzoete stem
zoals die is. De Southern
Bluesnight openen is geen
dankbare taak, want als je niet
aanslaat, sputtert het publiek
massaal naar de Limburgzaal waar
enkele ogenblikken later een
bekende act begint. In dit geval
zelfs Matt Schofield en dat is
geen klein bier. Barfly slaagt
er echter in om voor de rest van
hun set voldoende toehoorders
aan zich te binden.
De Limburgzaal is
voor dit festival omgedoopt tot
de 'Groovetime Stage'. Die naam
verwijst naar het radioprogramma
van John Hendrix, waardoor de
oorspronkelijke programmator
onlosmakelijk met het festival
blijft verbonden. We hadden de
Britse supergitarist Matt
Schofield verwacht met de
jongens van King Of The World
maar hij treedt aan en op met
zijn trio. Na een jazzy
instrumentaal nummer neemt Matt
ons mee naar New Orleans. Het
lukt hem aardig om een sfeertje
neer te zetten waar gitaarfreaks
van smullen. Matt staat synoniem
voor het woord 'gitaristenblues'
en dat bedoelen we absoluut niet
negatief. We gaan ervan uit dat
fans van Robben Ford deze muziek
ook erg lekker vinden en wat ons
betreft is Schofield een Robben
Ford mét een ziel.
De Southern
Bluesnight is een uur aan de
gang en wij togen naar de
zittende Rabozaal voor het
optreden van de uit
Noord-Ierland afkomstige maar in
Frankrijk residerende Kaz
Hawkins. De dame mag het
dan wel goed doen op allerlei
'challenges' en gelauwerd zijn
met een vrachtwagen awards, toch
zijn wij niet altijd onder de
indruk geweest van haar show.
Vandaag wél. Dit is met stip het
meest bezielde en bezielende
optreden dat we tot nu toe van
la Hawkins meemaakten. "It's
not blues, it's not jazz, it's
just Kaz", herhaalt ze
meermaals en het is inderdaad
die eigen identiteit die ze
vandaag krachtig neerzet. Ze is
heel ondeugend in het sexy
'Don't Make Mama Cry' en heel
gevoelig in een soulvol nummer
over hoe belangrijk het is om
een thuis te hebben. 'Hold On To
Hope' heet het, en Kaz draagt
het op aan de vele mensen uit
Oekraïne die hun thuis zijn
ontvlucht. We horen gospel in de
pure New Orleans-traditie en in
het stevige bluesnummer 'Drink
With The Devil' geeft Kaz alle
ruimte aan gitarist Stef Paglia
(van de BluesBones) om voluit te
soleren. Met een vakkundig
uitgekiende mix van stijlen en
emoties houdt Kaz Hawkins ons
vandaag wél bij de les. We
stellen onze mening over deze
artieste dus met plezier bij.
Op weg naar de
Groovetime Stage houden we halt
in de foyer want daar is de
20-jarige Nienke Dingemans
aan haar set bezig. Nienke staat
bekend voor haar krachtige stem
en haar toch wel aparte
benadering van de blues. Ze
heeft de klasbak Richard Van
Bergen bij als gitarist en
ondanks hun leeftijdsverschil
van ruim veertig jaar valt hier
geen generatiekloof te
bespeuren. Nienke straalt net
zoveel maturiteit en liefde voor
de muziek uit. Ze verrast ons
trouwens met haar lapsteelspel.
Zou ze inspiratie hebben
gevonden bij Meghan Lovell van
Larkin Poe? We horen een zeer
originele uitvoering van Big
Mama Thorntons 'Hound Dog' maar
daarna willen we ook nog wat van
de Dawn Brothers in de
Limburgzaal zien. In elk
geval... Nienke, goed bezig
meid!
Die Dawn
Brothers kennen we van
haar noch pluim. Het blijken
Nederlandse jongens te zijn.
Presentator Barn – van Barn
& Belle – kondigt hen aan
als een band die ergens het
midden houdt tussen The Band en
Little Feat. Tja, dat zal wel
zeker? We begrijpen hieruit dat
ze een muziekstijl zullen
brengen die hooguit nog wat vage
bluesinvloeden heeft en waarover
wij geen al te grote wijsheden
kunnen verkondigen. Eens ze
enkele nummers ver zijn, stellen
we vast dat zelfs die vage
bluesinvloeden niet echt aan de
oppervlakte komen. Wel horen wij
een verre verwantschap met het
geluid van The Beatles, maar dat
komt enkel omdat de muziek van
de Dawn Brothers een hoog
Ob-La-Di, Ob-La-Da-gehalte
heeft. We beginnen nog net niet
met onze handjes te draaien. Wat
horen we nog? Wel, bijwijlen een
mooie meerstemmige zang waarmee
ze ons ietwat aan The Cinelli
Brothers doen denken. Ja, dat is
het! Zo gaan we ze onthouden,
als The Cinelli Brothers-light.
Het is halftien
en we nemen in de Rabozaal ons
zitje in voor de solo-act Luke
Winslow-King. Luke is een
jonge veertiger die anno 2024 in
Spanje woont, wiens familie in
hoofdzaak uit Chicago afkomstig
is maar zich in Michigan
vestigde. Luke ging klassieke
muziek studeren in New Orleans
maar dat was slechts een
vrijgeleide om 's avonds in de
kroegen de blues en jazz
sponsgewijs op te zuigen. Hij
kreeg ooit een kortverblijf in
een penitentiaire instelling
aangeboden vanwege het bezit van
een kleine hoeveelheid
marihuana. De sloeber. Hij ziet
er echter uit als de ideale
schoonzoon: heel netjes,
zachtmoedig en erudiet. Hij is
vooral een verhalenverteller.
Meesterlijk laat hij ons
meewandelen op de kronkelige
wegen van wat er zich zoal in
zijn hoofd afspeelt. Hij
begeleidt zichzelf op
akoestische gitaar en ondanks
het feit dat hij zich heel wat
blueslicks en -frazeringen
meester heeft gemaakt, is zijn
gitaarspel niet zijn grootste
troef. Het is adequaat en
functioneel maar hij valt vaak
terug op dezelfde patronen.
Uiteraard hoort het gros van het
publiek in de goed gevulde
Rabozaal met ongeveer 800 zitjes
dit niet. King kaapt moeiteloos
hun aandacht weg. Alhoewel...
Bij het verlaten van de zaal,
omdat we Emily Hill niet willen
missen, horen we een andere
voortvluchtige zeggen: "Dit
is toch wel heel erg saai."
Neen, dat vinden wij nu niet.
Dat is er lichtjes over.
In de Juke Joint
wachten we geduldig op Emily
Hill, het alter-ego van
het 24-jarige pannenkoekenmeisje
Emmelien Hilbers. En dat
bedoelen we positief hoor. We
willen hiermee alleen maar
zeggen dat we heel veel respect
hebben voor de manier waarop
deze gewezen jonge
horecamedewerkster van Den
Potsenmaeker zich tegenwoordig
inleeft in de muziek, met de
classic-blues-vertolksters op
kop, en erin slaagt om er een
geloofwaardige en ongelooflijk
frisse vertolking van neer te
zetten. We piepen door de
gordijntjes en zien het
bevallige Emmelientje en haar
vijfkoppige band, allemaal ouwe
rotten in het vak, elkaar een
groepsknuffel geven. Zalig toch,
die vriendschap in een hechte
band. Even later staan ze op het
podium. Emmelien wordt Emily. Ze
zingt ondanks haar frèle stem
voortreffelijk, ze beweegt
sierlijk en dartel, de
muzikanten spelen volledig in
functie van het totaalplaatje,
het zing- en speelplezier
straalt er in bakken van af en
iedereen vermaakt zich
kostelijk. Graag tippen we
hierbij deze band bij onze
Belgische organisatoren!
Het is halfelf en
bij de Groovetime Stage zijn we
klaar voor het optreden van Kat
Riggins. Deze kleine
explosieve opdonder uit Florida
is in de Lage Landen zeker geen
onbekende. Hier heeft ze met
Blues Revival zelfs haar eigen
Nederlandse begeleidingsband.
Het wordt ietwat vreemd zonder
de recent overleden saxofonist
Jan de Ligt, maar op het podium
prijkt zijn foto naast een
flesje Hertog Jan. Wat een mooi
gebaar. Kat levert als vanouds
een denderende show boordevol
blues, soul en funk. In haar
band treffen we gitarist Little
Boogie Boy (zie BTTR 130),
bassist Brian Kruit, drummer
Andreas Tsikotis en Roel
Spanjers op toetsen. Dat is dus
allemaal geen kattenpis maar wel
de top van de Nederlandse
bluesscene. In een vlammende
vaart levert Kat heel wat werk –
hoofdzakelijk uptempo – uit haar
recente album 'Revival'. Wat een
vaatje vol buskruit is ze nog
steeds. Het autofocussysteem van
onze camera – ook al is dat er
eentje van een zeer recente
generatie – heeft het knap
lastig. Eén gevoelig traag
nummer brengt ze. Een nummer dat
ze ooit schreef om een jong
nichtje een hart onder de riem
te steken. "Dit wordt
wellicht het enige nummer
waarbij ik stil ga blijven
staan", zegt ze. Okay, dan
is dit het fotografische moment
waarop we hebben gewacht...
Dankjewel Kat, voor deze
wervelende show!
Geloof het of
niet, maar op dit uur zijn we
blij dat we ons in de Rabozaal
nog een poos in zo'n knus
pluchen zeteltje mogen nestelen.
En dan nog voor een act waarnaar
we reikhalzend uitkijken: de
86-jarige Lil' Jimmy Reed.
Zijn loopbaan beslaat inmiddels
ruim zes decennia en we lieten
ons ooit vertellen dat hij aan
zijn artiestennaam kwam toen hij
als jonge artiest het werk van
Jimmy Reed coverde en dat zo
ongelooflijk goed deed dat hij
ooit Reed moest vervangen toen
die te dronken was om op te
treden. Het was een pak van ons
hart om te vernemen dat Leon
Atkins – zo heet hij echt – hier
zal worden begeleid door de
Robbert Fossen Band. We zagen
hem al met de al even
hoogbejaarde Britse pianist Bob
Hall en diens echtgenote Hilary
Blythe op bas. Dit is niet het
forum om daar veel negatieve
dingen over te zeggen, maar neem
gerust van ons aan dat we van
Robbert Fossen (gitaar), Eduard
Nijenhuis (drums), Jan
Markus (bas) en Ivan Schilder
(toetsen) verwachten dat ze
Atkins op een energieke manier
zullen ondersteunen. De
presentator kondigt Lil' Jimmy
Reed aan als "één van de
laatste overlevenden van de
Louisianablues". Bij
Louisianablues denken wij
onmiddellijk aan het label
Excello Records en artiesten
zoals Slim Harpo, Lightnin'
Slim, Silas Hogan, Lonesome
Sundown en Lazy Lester. Lil'
Jimmy Reed zit niet in die
schuif. Hij speelt geen
Louisianablues. Dat is ook zeer
logisch, want Jimmy Reed, op wie
zijn stijl is geënt, kwam uit
Dunleith, Mississippi en
verhuisde later naar Gary,
Indiana, vlakbij Chicago. Okay,
iets over het optreden dan.
Atkins is in goede doen en er is
een fantastische wisselwerking
met de band. Voor Chicagoblues
ben je bij Robbert Fossen en
zijn kornuiten aan het goede
adres en dat beseft Leon maar al
te goed. Hij brengt – uiteraard
– werk van Jimmy Reed, zoals
'Bright Lights, Big City', 'Big
Boss Man' en 'Baby What You Want
Me To Do'. We horen ook een heel
mooie versie van 'How Blue Can
You Get' en klassiekers als 'TV
Mama', 'Hoochie Coochie Man' en
'Down Home Blues'. Ondanks zijn
hoge leeftijd, heeft Atkins nog
niet veel van zijn muzikale
pluimen verloren. Zijn zang en
zijn harmonica- en gitaarspel
zijn rudimentair maar steken
boordevol authenticiteit. Het is
niet goed omdat het virtuoos is,
het is schitterend omdat het
écht is. En nogmaals, met een
zeer zorgzame Robbert Fossen zit
de brave man op rozen. Artiesten
als Lil' Jimmy Reed moeten we
koesteren!
Het is
middernacht. In de foyer pikken
we nog wat glimpen en klanken
mee van Barn & Belle
die Five Dollar Shake vervangen.
Deze band heeft zich om 17 u.
wegens ziekte van enkele leden
afgemeld. In januari 2023 hebben
we Barn & Belle ontmoet in
de lift van het Double Tree
Hotel in Memphis, toen ze
deelnamen aan de International
Blues Challenge en daar de halve
finale bereikten. Ze schrokken
zich een rotje omdat iemand hen
uitgerekend daar in het
Nederlands aansprak. Barn &
Belle brengen als duo een mix
van hillbilly, ragtime en hokum.
Doorgaans krijgen ze het etiket
'rootsmuziek' of 'americana'
opgespeld. We weten het, we
vallen in herhaling, maar we
hebben het schijt aan deze
termen. Het zijn woorden die
slimme marketeers hebben bedacht
om verschillende genres
Amerikaanse volksmuziek onder te
catalogeren maar als wij deze
marketingtermen horen, weten we
absoluut nog niet hoe iets
klinkt. Hoe dan ook, Barn &
Belle graven in enkele stijlen
die in de marge van de
ontstaansgeschiedenis van de
blues belangrijk zijn geweest.
Het valt ons op dat ze zijn
gegroeid in wat ze doen.
Misschien viel 2023 nog net iéts
te vroeg in hun prille loopbaan
om zich aan een avontuur als de
IBC te wagen.
Ziezo,
de Southern Bluesnight zit er
weer eens op en ook al bekijken
we sommige zaken al eens door
een kritische bril, de balans
helt zoals steeds weer over naar
het standje 'positief'. Onze
welgemeende dank aan de
organisatoren voor de
gastvrijheid en uiteraard zeer
graag tot de SBN 2026!