Tad Robinson & Alex Schultz
The Duke, Maastricht (NL) - 6 oktober 2010
Tot
aanvankelijke teleurstelling van de organisatie, Stichting Blues & Roots
Maastricht, bleek de voorverkoop van het concert van Tad Robinson en
Alex Schultz in D'n Hiemel niet goed te lopen. En dat terwijl toch
minstens Alex Schultz bekend zou moeten zijn, hij heeft tenslotte zowat
een decennium bij Rod Piazza gespeeld. Dan maar Gaby aangesproken, die
zijn blueskroeg The Duke (een monumént in Maastricht) welwillend ter
beschikking stelde om het optreden (nu ook gratis!) alsnog te kunnen
redden. Het café is lang en smal, maar als het van voor tot achter vol
staat, kan er aardig wat volk in.
Gelukkig was
dat ook werkelijk het geval toen de bandleden rond negen uur achter hun
instrumenten kropen en een soort versneld 'Born Under a Bad Sign'-ritme
inzetten. Met een gespierde gitaarsolo die klonk als Clapton ten tijde
van Mayalls Bluesbreakers en een vlotte harmonicasolo eroverheen, kreeg
het publiek al meteen waarvoor het gekomen was. Ook voor een goede
afwisseling werd al onmiddellijk gezorgd door een snelle shuffle met een
smaakvolle Fender Rhodes-solo en 'Broken Hearted Man', een trage
bluesoulsong voorzien van een gitaarsolo met B.B. King-invloeden en
avontuurlijke akkoordenwisselingen, en een subtiele demonstratie van
harpvirtuositeit door Tad Robinson. Ook vocaal klinkt Robinson
meesterlijk. In het middenbereik doet hij denken aan Robert Cray, in de
lage registers een beetje aan Kim Wilson en in het hoog een ietsje aan
Howard Tate of Syl Johnson.
Vermits
er nauwelijks een podium was, moesten de heren even checken 'Are you
with us?'. Toen daarop het hele café tot achteraan 'Yeah' brulde, wisten
de heren dat het goed was, en verdween de grijns nauwelijks meer van hun
gezicht. Het leek wel het sein om zich nog dubbel zo hard te geven. En
dat deden ze meteen met 'Long Way Home', dat baadde in een late nite
funksfeertje. Een wereldnummer met stijl en klasse, een eerste
hoogtepunt van de avond. Dat kreeg meteen opvolging met 'Rained All
Night', door bassist Steve Gomes geschreven en helemaal in de
authentieke 'Hi Records'-stijl. Robinson gaf hierin een zeer sterke
zangdemonstratie. Na nog een shuffle met een jazzy gitaarsolo in de
stijl van Duke Robillard, en 'Up And Down World', met strofes à la
Robert Cray en een zachtjes rockend refrein, was het tijd om even te
bekomen van zoveel moois.
Na de pauze
werd hernieuwd op sfeer gemikt via een trage shuffle met Robinson op
chromatische harp, een snelle shuffle met een zeer jazzy solo van
toetsenman Kevin Anker en een tweede 'Hi'-achtig nummer, 'Ain't That
Loving You', waarop Robinsons soepele soulstem helemaal kon schitteren.
Daarna mocht ook Schultz even 'in the spotlight' met een laidback
jazzrock-achtige instrumental waarin een zeer vloeiende solo zat. Na 'They
say' (met een meeslepende groove) en 'I'm Down' (met een zeldzame
slide-solo) kwam een volgend hoogtepunt: de schitterende ballad 'Welcome
Home', hélemaal in de 'Muscle Shoals'-stijl, met mooie
akkoordenwisselingen en ronduit prachtige vocale versieringen.
Na
nog een uptempo funky blues in de stijl van Robert Cray met weer een
Fender Rhodessolo, was er nog tijd, zin en energie voor één ballad als
bisnummer: 'My Love Is Real', met inderdaad some real singing!
Het mooie bij Tad Robinson is dat zijn vocale capriolen niet dienen om
zichzelf in de kijker te zetten, maar altijd subtiel zijn en ten dienste
staan van zijn songs. En die mogen er ook wezen, zoals bleek!
Twee mooie
en veelzeggende details nog: je zag de drummer, Robb Stupka, toch al een
oude rot, tijdens het optreden geleidelijk steeds jónger worden, en toen
ik me omdraaide om de uitgang te zoeken, zag ik een heel café vol
glimlachende gezichten. Wie er niet bij was, heeft ditmaal écht wat
gemist.
Leo Jacobs
p.s. Het is inderdaad écht hoog tijd dat niet alleen insiders de
kwaliteiten van deze muzikanten weten te waarderen! Peer? Ospel?
(desnoods in de kleine tent…)
Tad Robinson & Alex Schultz
The Borderline, Diest - 9 oktober 2010
Geen
betere bluesheld dan de vijfvoudig 'Blues Music Award' genomineerde Tad
Robinson om het nieuwe bluesjaar in te wijden, samen met Alex Schultz en
band. Het zijn immers oude bekenden voor de trouwe bezoekers van het
muziekcafé, 'the place to be for real music-lovers'. Alles in The
Borderline ademt immers de sfeer uit van een echte juke-joint waar
foto's en bijhorende attributen herinneren aan de 'survival' blues, het
miskend stiefkind van de deftige cultuurfunctionarissen. In plaats van
de vrijdagavond organiseert men er nu op zaterdag en het eerste optreden
met internationale allure begon om 22 u. stipt.
Tad Robinson en gitarist Alex Schultz moet je aan de
bluesclub-insiders niet meer voorstellen. Niet alleen passeerden beiden
al enkele keren het muziekcafé, zodat men kan spreken van een
wederkerige vriendschapsband, maar op grond van hun respectievelijke
reputatie als soulzanger en gitaarvirtuoos, wist je dat de lucht in de
club zou vibreren van het ganse scala van diepe of bevrijdende emoties.
Voeg daarbij Tads bluesharpspel en de bas van Steve Gomes en zelfs
superlatieven worden dan ontoereikend, vooral omdat het allemaal zo
vanzelfsprekend simpel en vlot lijkt te verlopen.
De
charismatische Tad Robinson, ditmaal zonder gentlemanhoed, zette soulvol
in met 'Broken-Hearted Man', waarbij het pianospel van Kevin Anker de
intensiteit van het verlies versterkte. Tad vervolgde in dezelfde sfeer
met enkele soulnummers uit zijn laatste cd 'Back In Style', o.m. het
sublieme 'Rained All Night', geschreven door bassist Steve Gomes, en 'I'm
In Good' van hemzelf. Via de uithalen op zijn harmonica leek hij soms te
kermen of te schreien. Opvallend was ook de chemie tussen de bandleden
vanuit een soort elkaar respecterend amicaal bluesgevoel.
Bij de solo's van toetsenist of gitarist trok Tad
Robinson zich even terug, zodat alle aandacht naar het solerend spel kon
gaan. Schultz leefde zich dan onmiddellijk in met een fijngevoelige
finesse die hij in het verleden bekwaamde aan de zijde van Albert
Collins, William Clarke, Lester Butler, Rod Piazza, enz... Tad en Alex
delen behalve hun New Yorkse afkomst een diepgewortelde passie voor de
blues en vullen elkaar harmonisch aan. Zij spelen dan ook al sinds 1977
samen en nestelen zich op het podium als in een intieme huiskamer. Alex
zei trouwens ooit dat hij naast Tad zijn beste niveau bereikt.
De
set werd ook in de tweede helft gevarieerd opgebouwd, beginnend bij 'Payback',
waarna men slowblues met funky nummers afwisselde. Bij de meer up-tempo
nummers liet een bijzonder gedreven Kevin Anker dan met magische vingers
de pianotoetsen dansen. Toch overheerste de gevoelvolle soulblues, wat
moeilijk anders kan bij een zanger van het kaliber van Bobby 'Blue'
Bland, Al Green, of Otis Clay. Het publiek genoot en al was het zaaltje
niet vol, het applaus was er des te hartelijker om. Mocht deze club in
het Brusselse gesitueerd zijn, dan was er elke zaterdagavond stormloop
om als eerste binnen te geraken. Maar zoals een obscure Griekse wijsgeer
ooit zei: het is niet de kwantiteit maar de kwaliteit die telt, in dit
geval de liefhebbers van integere soulblues. Naar het einde toe dankte
een sympathieke Tad alle aanwezigen met daarbovenop een complementje
voor de uitstekende soundman, die dat inderdaad dik verdiende. Om
klokslag middernacht eindigde de bluesband met een laatste bis en zoals
vaak is er daarna een nummer dat blijft nazinderen, in dit geval de
songtekst 'Feel I'm Dying From The Blues'.