Parkstad Limburg Theater, Heerlen
(NL) - 19 maart 2010
We blijven
ons er over verbazen dat in Nederland de (groot)stedelijke theaters een
eigen bluesfestival en daarnaast ook losse bluesconcerten programmeren,
terwijl de blues in België - op enkele schaarse uitzonderingen na -
enkel in privé-initiatieven aan bod komt. Het officiële Belgische
cultuuraanbod is nog steeds gereserveerd voor de cultuur met hoofdletter
C. De cultuur van de bourgeoisie, ballet, opera, jazz, expirimentele
genres en evenementen waarbij enige (pseudo-)intellegentie aan de orde
is. Een babbel met een insider leerde ons dat de Nederlandse Theaters
letterlijk alle genres aan bod moeten laten komen, willen ze aanspraak
maken op de felbegeerde subsidies. Als iemand van jullie weet hoe en bij
wie we een wetsvoorstel moeten laten indienen om het cultuurbeleid af te
toetsen naar Nederlands model, dan is een mailtje op ons redactionele
adres meer dan welkom. Anyway... op 19 maart waren we tijdig in Heerlen
om de jaarlijkse Bluesnight heel bewust en enthousiast te ondergaan...
Rabozaal en
juke-joint
Jim Byrnes &
The Sojourners mochten het gebeuren in de Rabozaal openen. Jim, zich
bewust dat dit een bluesfestival was, zette braafjes in met de
klassieker 'Don't You Know That I Love You' (Eddie Jones) en 'I'll Be Up
Someday' (Big Bill Broonzy). Met het zwarte trio The Sojourners
vervolgde hij met het jazzy 'My Walkin' Stick' (Louis Armstrong) en een
vrij vlakke soulversie van 'Lookin' For Love' (Bobby Womack). De man
acteerde een betweterige branie maar is onmiskenbaar een brave borst die
zijn publiek op een integere manier laat kennismaken met een breed scala
aan (Amerikaanse) vorsers van de rootsmuziek. Iets toegankelijker was de
set van Little Victor's Juke Joint als aanloop tot blueslegende
Louisiana Red. Victor ontpopte zich, friemelend aan van alles en nog
wat, tot een adhd-achtig Duracellkonijn maar had de timing en akkoorden
wel voor elkaar. Louisiana Red kwam stormachtig op. Dansend en gekkend
zocht hij zich een weg naar de microfoon voor 'Ride On, Louisiana Red
Ride On'. Zo energiek hadden we de man in geen jaren meer gezien.
Maar... wanneer het op gitaarspelen aankwam, bleek de verkalking in zijn
oude vingers een zekere tol te eisen. Het publiek toonde vooral respect.
Terecht trouwens, want Red blijft een legende van het tweede uur.
Ook het
cafépodium bood enkele interessante acts. De Britse singer/songwriter
Steven Finn putte vooral uit zijn recente cd 'Houdini Blues' maar moest
afrekenen met een publiek dat zich een weg baande naar de twee grote
zalen. Het Scandinavische Jo Buddy & Downhome King III begeesterde met
een mix van blues, ragtime en rock-'n-roll en leek zich door z'n nummers
te haasten om net het probleem van zijn voorganger te vermijden en C.C.
Jerome's Jet Setters hadden het publiek wél optimaal op hun hand,
wellicht door de aanwezigheid van Gene Taylor en ondanks het feit dat de
wijsheid net zo goed in de kan als in de goedlachse en aanstekelijke
verschijning van de frontman was te vinden...
Franky Bruneel
Limburgzaal
en buskers
In de Limburgzaal van het toch wel schitterende Theater Heerlen kunnen
wij 'genieten' van drie totaal verschillende bands, bluesbands. Drie
verschillende stijlen binnen hetzelfde genre. R.J. Mischo & The Red Hot
Blues Band (USA/D) mogen de dans openen met een uiteindelijk redelijk
aanstekelijke, maar ook een beetje klassieke Chicagoset. R.J. (Fayetteville,
Arkansas) is naast een formidabel harmonicaspeler ook een meer dan
verdienstelijk zanger. Hij klinkt muzikaal en vocaal een beetje als Paul
Lamb, maar, vinden wij, met een tikkeltje minder drive dan Paul. De set
komt een beetje aarzelend op gang, maar naar het einde toe is de ganse
Limburgzaal toch lekker mee. The Red Hot Blues Band lijkt op een Britse
'pubband', maar de heren zijn écht wel goed in wat ze doen, moeten doen,
en dat is de liefhebber een fijne avond bezorgen. Prominente rol in The
Red Hot Blues Band is er voor de inderhaast, en op het laatste
nippertje, opgeroepen Hein Meijer, een van de weinige Benelux-gitaristen
die de Chicagoblues net zo authentiek speelt als de zwarten in de clubs
in Chicago.
Enkele
jaren geleden waren The Holmes Brothers (Sherman, Wendell en soulbrother
Popsy Dixon) gecontracteerd voor een optreden in The Borderline (Diest),
maar toen het zo stilaan tijd werd om de show te laten beginnen waren er
nog altijd géén Holmes Brothers te zien. Wat was er gebeurd? In Brussel
hadden zij de trein naar Diest moeten nemen, maar ze waren uiteindelijk
in Luik beland. Terug de trein naar Diest dan maar. Enfin, all's well
that ends well en de broers leverden een fantastische show af. Zo ook in
Heerlen. The Brothers mixen (klassieke) blues met gospel, soul, beetje
pop, beetje funk, klein beetje rock. Heel intens allemaal want The
Holmes Brothers 'werken' voor hun geld. Ze voelen mekaar ook haarfijn
aan, ze zijn tenslotte ook al veertig jaar actief, en acteren heel
'close' hoewel ze op het grote podium wel een eind uit mekaar staan,
zitten in het geval van Popsy. Deze begeesterende show miste zijn
uitwerking bij het publiek zeer zeker niet.
Niet
zo heel erg onder de indruk zijn wij, nooit geweest eigenlijk, van de
'prestaties' van Bugs Henderson & The Shuffle Kings. Bugs speelt in
hoofdzaak een soort, per definitie altijd vrij luide, bluesrock, of
rockblues, hoe je de klemtoon ook wil leggen. En op de Bluesnight is dat
niet anders. Wij niet, maar een aanzienlijk deel van het publiek wel,
vindt Bugs toch 'steengoed'. En zo hoort het eigenlijk ook, want stel
dat iedereen zowat onze smaak had… dan zag het er echt niet goed uit
voor Bugs en stijlverwanten. Pilsje? Och ja, waarom niet!
Rondstruinend door het theater toch ook even, heel even maar,
stilgestaan bij Lucie's Janis en Acoustic Voodoo. Lucie probeert Janis
Joplin te laten herleven (?) en Acoustic Voodoo heeft het meer op Jimi
Hendrix begrepen. Leuke, niet onaardige acts om even, heel even dus, 'en
passant' bij stil te staan.