Zetelblues
't Goet de Wynckele, Gullegem - 23 oktober 2010
De meer als spetterende derde ronde 'gezetelde blues' van vorig jaar had
hoge verwachtingen voor het vierde luik van dit minifestival opgeleverd.
Die raakten met verve ingelost. Niet zonder slag of stoot echter, want
na de split van het Nederlandse Big Blind moest de organisatie in
allerijl op zoek naar een waardige vervanger. De keuze viel op drie
Belgische coryfeeën die onder de naam Ganashake hun queeste naar de
Belgische podia onversaagd verder zetten. Zetelblues lokte opnieuw heel
wat volk. In die mate dat het rond het piekmoment moeilijk bewegen was
onder het open gebinte van de vakkundig gerestaureerde schuur ''t Goet
te wynckele'. We bevinden ons, vergis u niet, in het centrum van
Gullegem en daar ligt het kalf misschien wel gebonden. De nachtrust van
de omwonenden blijkt na twee 'nachtelijke' klokslagen niet meer volledig
compatibel met het uitgangsleven…
Terwijl
we het toch over geluid hebben, vermeld ik graag het goed draaiend
samenwerkingsverband tussen Ed Really Sound & Light en Pietje Punk
achter het mengpaneel. Zorg en efficiëntie waren de sleutelwoorden. Drie
Belgische groepen, drie driemanformaties, negen muzikanten en dit cijfer
kan, alles in beschouwing genomen, ook als de score op tien worden
gegeven voor de Gullegemse 'sofablues', model 2010.
Jan
Verstraeten en Joris De Bock, aangevuld met Steph Van Uytvanck
(harmonica, keyboard en backing vocals), geven gedaante aan Charlie
Jones' Big Band. En wat voor een gedaante, twee prille twintigers die
zich een weg banen langs een weloverwogen pad in het muzikale erfgoed
zonder enig spoor van imitatief gedrag te vertonen. Wel hebben we heel
even een glimp van het duo Paternoster – Van Dijck menen te ontwaren,
zij het aan de snelheid van een lichtflits. 'Wash The Dirt Off These
Hands', hun onlangs op vinyl geperste opvolger van 'Because We're
Young', bevat een pak fraais, en daar konden de vele vroege aanwezigen
uitgebreid van genieten. Compromisloos en venijnig en met verwijzingen
naar Tom Waits en de Black Rebel Motorcycle Club. Misschien zijn dit
niet de meest voor de hand liggende typeringen om een link met blues en
roots muziek te leggen. Deze is er echter wel degelijk, zij het in een
fijn vermaalde samenstelling met (stone)rock, noise en (jazeker)
country. 'No-nonsense-teksten' waarvan het beluisteren al een opgave is,
onderbouwen de nummers die op de maat van een expliciet zingende
Verstraeten zijn geschreven. Ook de opbouw van hun set sloeg aan: een
stevig begin met zijn twee, halfweg een rustig moment met z'n drie en
terug in duo naar een opjuttende finale. Mooi moment wanneer ze het
podium afdalen om tussen het publiek een puur akoestisch intermezzo in
te lassen, enkel gebruik makend van hun stem, een akoestische gitaar en
een cajundrum. Achter in de zaal bleef het jammer genoeg te rumoerig om
van een kippenvelmoment te kunnen spreken. Rondom de muzikanten kwam het
wel tot een wisselwerking met spontaan handgeklap op het ritme van de
muziek.
De
organisatie had het liefst Ganashake als tweede groep geplaatst, maar
aangezien zij dezelfde avond ergens in de buurt van Tubize moesten
aantreden, drong er zich een programma-aanpassing op. Smooth And The
Bully Boys konden er zich in vinden om het middenstuk op zich te nemen
en zo geschiedde. Zowel qua leeftijd als muzikale rijpheid ligt
Ganashake niet eens zo ver uit de buurt van Charlie Jones. Dit
Vlaams-Brabantse trio is pas een jaar goed op dreef en ze leveren al een
schitterende cd af. Analoog aan wat hen eerder op de avond voorafging
kozen ze ook voor een bloemlezing uit hun jonge telg, aangevuld met
goede (rock)blues en dansbare, funky nummers. Omwille van de enigszins
late aftrap moest dit wel voor een al merkbaar uitgedund publiek,
waardoor het de jongens niet echt lukte om het vuur in alle hevigheid
aan te wakkeren. Zeker geen falen aan hun kant, want aan inzet (zelfs
als tweede optreden op één avond) ontbrak het helemaal niet. De
energieboost versus aansluitende ontlading tijdens de dampende en
pompende rockabillytornado van Smooth en zijn 'boys', die hen
voorafgingen, heeft daar mogelijkerwijze een belangrijkere rol in
gespeeld. Dat ze eerder dit jaar fel gesmaakte optredens weggaven, met
als koninginnenstuk de opening op zaterdag voor Blues Peer, laat dus
vermoeden dat het niet echt hun avond was in Gullegem. Naar het einde
toe kwamen ze in elk geval zeer scherp uit de hoek met de aanstekelijke
boogie 'Keep Mom'. Daarop volgden, na kort overleg met de organisatie,
nog twee bisnummers.
Maar
het was inderdaad de verdienste van Michel Brasseur, Kris Van der Cammen
en Erik 'Little E' Le Clerq, een Franstalige en twee Nederlandstaligen,
dat er tijdens Zetelblues een zweem van interactie tussen muzikanten en
publiek ontstond. De combinatie van herkenbare deuntjes en het sterk
aanwezige showgehalte miste zijn doel niet en trok de aandacht van
menigeen. Van rockabilly tot country, aangevuld met een dosis (jump)blues,
in willekeurige volgorde afgeleverd, was dit spek naar de bek voor heel
wat aanwezigen. Ze citeerden Johnny Cash, Brian Setzer (Stray Cats) en
Elvis, maar het was vooral de energieke opbouw die uitdijde over de
gehele ruimte en zo ook het publiek achteraan (aan de bar) bereikte. Op
basis hiervan kunnen we dit optreden als het absolute hoogtepunt van de
avond beschouwen. Net voor de eindmeet leverden Smooth And The Bully
Boys een opmerkelijk staaltje af van ritmegevoeligheid, wanneer ze zich
met z'n drieën rond het (minimalistische) drumstel schaarden voor een
hoogstandje op vlak van percussie.
Zetelblues
heeft nog maar eens bewezen dat blues meerdere gedaantes kan aannemen,
zo ook het publiek dat er op afkomt. Volgend jaar neemt Zetelblues de
kaap van vijf. We zijn benieuwd hoe dit baken er zal uitzien. Vorige
vier blijven in elk geval rotsvaste mijlpalen in het West-Vlaamse
blueslandschap.