Blues,
Rock & Roots Festival Binkom
Zaal Santro, Binkom - 18 september 2010
De
dynamiek van de Binkom-organisatoren kent geen tijdslimiet. Het ganse
jaar door werken de initiatiefnemers naar hun festival toe met alleen de
liefde voor de blues als drijfveer en de neveneffecten als bonus. Als
het dan eindelijk zover is, zie je dat aan het resultaat, zowel aan de
opkomst als de affiche. De tijdslijn zet zich ook door bij de
geprogrammeerde groepen, van beginnende twintigers tot de veteranen uit
de UK en USA met de dans als metafoor voor het tijdloze bluesgevoel. Aan
het begin van het festival danste een hiphoppend kereltje nog alleen
vooraan. Om 1 uur 's nachts gaf een overtuigd bluesfan een freaky
demonstratie van zijn bluespassie op het podium zelf. Dat hij Peter
noemt kan geen toeval zijn. Onvolwassenheid siert als een tatoeage de
ziel van menige bluesfanaat.
In
de zevende editie maakten vijf groepen het Peter Panprincipe waar, want
ongeacht leeftijd smeulde in elke band het heilige vuur, wachtend om te
ontvlammen. Bij het Nederlandse Cuban Heels dreigt dat vuur wel te gaan
liggen. Deze band zou voor de laatste keer optreden. Het lijkt wel een
virus bij onze Noorderburen, gezien ook de band Big Blind er onlangs mee
stopte. Wat is dat toch met de zwakke weerstand van gitaristen! Maar
gitarist Mischa van T-99 vulde met brio zijn interimjob in en sloot zich
probleemloos aan bij de garageblues van Cuban Heels, desgewenst met
mooie slidegitaar. Zanger Jan Hidding blijft de gedreven zanger die heel
wendbaar van ritmes verandert en zowel van 'No Fighting', 'Heavy Blues'
als het sublieme 'Over The Hill' hoogtepunten maakt. Bij het laatste zou
je blindelings met hem mee willen opklimmen. 'Craving You' en 'Mambo
Boogie' klonken evenzo als een metafysische schreeuw of emotionele
oproep. Hun aanwezigheid op de affiches van Moulin en Peer Blues kan
geen toeval zijn. Nu trekken zij hun stekker uit, zoals dat zo
eufemistisch wordt omschreven maar voor de stilte die erop volgt bestaat
nog geen adequate uitdrukking...
Gelukkig
houdt Connie Lush samen met haar 'Blues Shouter' wél stand. In het zwart
gehuld, met haar blonde haren uitwaaierend onder een zwart hoedje,
maakte zij een opgemerkte entree. Deze rasechte bluesdiva slaagde er
dadelijk in de dames op haar hand te krijgen, al liet zij niet na om
tegelijk met het mannelijke deel van het publiek te flirten. Connie
heeft charisma op overschot en haar levensvreugde straalde af op
bandleden en publiek. Zij zette in met 'Love Me Like A Man' en als een
ongetemd raspaardje, af en toe nippend aan een glaasje rode wijn, raasde
zij verder tot het laatste 'Keep Me Hanging On'. Connie zien en horen
werkt beter dan een vitaminekuur. Af en toe werd de Nina Simone in haar
wakker zoals bij 'Nobody's Fault But Mine' of bij Big Bill Broonzy's 'When
Things Go Wrong'. Met 'Jesus On The Mainline' sprak ook de
gospelzangeres in haar. Drummer en gitarist wisten perfect waar
bluesdiva Lush naartoe wou. Niet voor niets riepen zowel haar eigen land
(UK) als Frankrijk haar uit tot 'Female Blues Vocalist of the Year'.
Vooraleer
de broers John en Bill Clifton van de 'Mofo Party Band' zouden
afsluiten, mocht eerst nog de Britse band Nine Below Zero tonen dat zij
net als The Rolling Stones hun mannetjes kunnen staan, ongeacht hun
leeftijd. Hun vertrouwdheid met de blueserfenis bleek overduidelijk uit
hun vertolking van bluesklassiekers als 'Got My Mojo Working' , 'Stormy
Monday' en vooral de megahit 'On The Road Again' om tenslotte in de bis
af te sluiten met 'Wooly Bully'. Leadzanger Dennis Greaves, die op
achtjarige leeftijd al wist dat de blues zijn levenspad zou verzwaren
hetzij verlichten, beleeft zijn rhythm and blues nog steeds van
binnenuit. Soms kwam de geluidsmeter in de gevarenzone, waar het rood
paars begint te kleuren, maar in de seventies werd dit nog aangemoedigd.
Aan het begin van het festival had een jongere uitgave van hen, het
beginnende Belgische bluesbandje Ganashake al bewezen dat ook zij op weg
zijn om zich in de nieuwe generatie bluesrockers een stevige plaats te
veroveren. Dit drietal uit Erps-Kwerps nam een blitse start en is niet
van plan om vaart te minderen. Zanger Jess Jacob ontlokt aan zijn gitaar
soms getraumatiseerde blues zoals op 'Love Her With A Feeling'. Drummer
Minnaert voegt extra's toe aan funky nummers als 'Strings & Things', 'Give
Me Back My Wig' en vooral het zwierige 'Bobby Hitchhike'. Dit
driekoppige bluesrockbandje is nog lang niet uitgespeeld.
Zo
ook niet The Mofo Party Band, die met de energie van quasi twintigers
het festival mochten afsluiten. Frontman John Clifton, hetzij 'mister
sympa', vond onmiddellijk aansluiting bij het publiek met zijn
openingszin 'goedenavond' en dat in smetteloos Nederlands. Met hun
uitbundigheid palmden de broers iedere festivalganger in en dat waren er
zo laat op de avond nog heel veel. Het podium, uitgebreid met extra
podiumtimmerwerk vooraan, werd meermaals in gebruik genomen door de
solerende harmonicaspeler of gitarist Bill, die dan verder al spelend
zijn rondgang maakte door het publiek. Op een bepaald ogenblik speelden
drie muzikanten als een aaneensluitend trio met zes handen op drie
verschillende gitaren, waarbij je niet meer wist van wie de rechter- of
linkerhand was, een kunststukje dat weinigen hen zullen nadoen. Tussen
de bluesrock- en rock-'n-rollnummers vielen vooral 'What Kind Of Woman
Is That' en 'Big Man In A Little Town' in de smaak, maar niets gaat
boven hun invoelend 'Dying On The Vine', een pareltje dat blijft
nazinderen. Met recht en reden mag deze band een partyband worden
genoemd, want de koppeltjes begonnen te dansen en een solodanser gaf op
het podium publiekelijk uiting aan zijn feestvreugde, nog steeds
begeleid door 'The Mofo Party Band'. Daarmee uitte hij in lichaamstaal
wat elke aanwezige dacht of voelde: dat de organisatoren en het team van
vrijwilligers weer eens hun brede taakstelling tot een goed einde hadden
gebracht.