Swing Wespelaar
Marktplein, Wespelaar - 21 augustus 2010
Wespelaar
swingt als vanouds. Voor de 23e
keer bouwde men er een heus podium naast de kerktoren. En dit festival
is nog steeds gratis en voor niets, wat in tijden van economische crisis
niet vaak meer voor komt. Jaarlijks staat dit gezellige festival met
stip genoteerd in onze overvolle festivalkalender. Dat deze
organisatoren begeesterd zijn door muziek, valt duidelijk op te merken
aan de zeer gevarieerde bluesaffiche. Ook dit jaar slaagt de vzw Swing
2000 erin om drie dagen een breed (blues)publiek aan te spreken. Tal van
vrijwillige medewerkers onderdrukken hier het belang van commerciële
doeleinden en dat op zich is al een knap gegeven. Wij gingen op zaterdag
kijken (en luisteren).
Lightnin'Guy & The Mighty
Gators mochten festivaldag twee op gang trekken. Hoe Guy Verlinde met
zijn gitaar of harp en scheurende stemgeluid een steeds groter
podiumbeest wordt of hoe een ervaren rat als Willy De vleesschouwer ons
betovert met overheerlijke schuffles... Gelegenheidsbassist Jan Meyer en
Thierry 'Mr. T'
Stievenaert die in een vorig leven nog bij Maxwell Street drumde, houden
ook hier het boeltje strak gespannen. Naast enkele nummers uit 'Lookin'
Back' en de vorig jaar verschenen 'Live
From The Heart', spannen ook hier enkele niet
voor de hand liggende covers de kroon. Zo werd Bill Whiters 'Ain't
No Sunshine' opgekleurd door de reggae tonen
van 'Everything Gonna Be Allright'
en toverden ze James Browns 'Sex Machine'
om tot een funky medley. Toch verloochen zij ook hun bluesklassiekers
niet. Slim Harpo's, 'Your
Hip'- Do The Hip Shake Baby- swingde als
vanouds, maar vooral de gebruikelijke ode aan Jimi Hendrix was een leuk
moment. Guy, solo met zijn Goldtone Weissenborn, was zowaar heerlijk!
Met het wereldvermaarde 'Laissez Les Bon Temps
Rouler' van Clifton Chenier werd in stijl
afgesloten. Lightnin' Guy & The Mighty Gators,
een verrijking voor de Belgische bluesscéne!
Recht
uit Holland komen Johnny Clark & The Outlaws. Dit vogelvrij verklaarde
trio met Hans 'Johnny Clark'
Klerken op gitaar en vocals, Theo Thumper achter de trommels en bassist
Pasquale Ramon 'Ray'
uit Oostenrijk, zijn duidelijk geïnspireerd door Texaanse blueshelden.
Deze zijn nooit ver weg uit hun repertoire. Als special guest hadden ze
harpvirtuoos Ben Bouman meegebracht. Johnny was ooit bandlid bij
Bullfrog blues Machine en ontwikkelde daar een eigen stijl. Deze band
brengt vooral eigen songs, gedrenkt in diepgewortelde blues. Uit hun
recentste release 'Two Tears In A Bucket',
waren vooral 'My Baby', 'From Da' South'
en 'Outlaw Shuffle' schitterende uitvoeringen.
Niettemin had ik de indruk dat het publiek, zo vroeg op de middag, heel
wat last had van de warmte. Johnny en band konden maar op een matige
respons rekenen na een toch meer dan verdienstelijke set...
Met
Ash Grunwald hadden wij een allereerste positieve kennismaking tijdens
het BRBF in Peer. Hij is nog steeds één van de weinige ontdekkingen die
het verre Limburg ons de laatste jaren opleverde. Deze 'Aussie' komt uit
Melbourne en combineert de Deltabluestraditie met elektrische blues. In
de namiddag liep Ash doodleuk over het stilaan volgelopen kerkplein, met
dochterlief op de arm. Met diepe grooves bracht Grunwald een verzameling
van origineel werk en uitgekiende covers van de meesters die hij zo fel
begeert. Zeven albums heeft de man reeds op zijn actief en met zijn
stilaan klassiek geworden 'stompbox'
en steel resonator vloeien heel wat songs uit zijn pas verschenen
release 'Hot Mama Vibes'.
En de vibes waren overduidelijk hot in Wespelaar. Met 'John
The Revelator', een a capella mee gekeild
nummer, het voetstampend 'Smokestack Lichting'
(Howlin' Wolf) of het Aboriginal beïnvloede en handgetrommelde 'Oh
Rosie' ontpop Ash Grunwald zich tot een vroeg
allereerste hoogtepunt.
Tijd
voor misschien wel het grootste talent van de laatste decennia op
Engelse bodem, Oli Brown. Pas het groen achter de oren ontgroeid, maar
wat een podiumpresence! In januari 2008 tekende Oli een lucratief
contract bij Thomas Ruf en registreerde meteen 'Open
Road'. Een jaar later maakte Brown deel uit
van de stilaan legendarische Ruf Records Blues Caravan Tour, wat zijn
bekendheid een enorme boost gaf. 'Heads I Win
Tails You Loose' liet duidelijk niet lang op
zich wachten en net deze release kwam Oli Brown hier voorstellen. Samen
met Simon Dring op de drumvellen en Roger Innes met de 6-strings
baslijnen overheerst Oli overduidelijk aan de Wespelaarse kerk. Plots
vroeg Oli of wij Muddy Waters nog kenden, met een geheel eigen
interpretatie van 'Hoochie Coochie Man'
die hij voorzag van geweldige gitaarloopjes, bracht hij zijn fans bijna
in extase. Brown maakte solerend ook een ommegang op het plein en eens
terug op de bühne barste de hel daadwerkelijk los. Vooral het zeer funky
'Open Road',
'Evil Soul, 'Speechless'
en het popgevoelige 'Feever'
kregen de bluesmisdienaars aan het dansen. Mijnheer pastoor keek en zag
dat het goed was. Natuurlijk volgden ook nog een encore. Het verassende
'Black Betty' van Ram Jam (maar
origineel van Leadbelly) knalde spontaan uit de
woofers.
Nog
zo'n verblijding van formaat was er de Hugh
Pool Band. De brave man speelde zelfs in de New Yorkse metro en werd in
de Big Apple al snel aanzien als een van de beste gitaristen. Momenteel
is Hugh ook actief als technicus en producer in de Excello Recording
Studio's. Hij mengt traditionele Deltablues
keurig met bluesrock van een hoog gehalte. Het trio met een drijfnatte
Hugh op gitaar en bluesharp, de flamboyante Admir Habzic met de
baslijnen en Barry Harrison op drums, vlamde van bij de openingstrack.
Monsterachtige boogie zoals 'Schoolboy's
Boogie', overtroefde alvast onze stoutste
dromen. Dit gold ook voor het bombastisch uitgesponnen 'Oh
Well' van Peter Green, waar Hugh alle teugels
de vrije loop laat, of de melodieuze bluesrocker 'Last
Night'. Het maakt niet uit, Hugh Pool gaat als
het ware door gewapend beton. Hij speelt ook gretig in op al wat uit het
publiek wordt gekeild, wat de man enorm sympathiek maakt en zijn
cd-verkoop ten goede komt. Helaas kregen wij geen bisnummers wegens de
tijdsdruk voor 'The Woodstock Reunited Lineup'...
If You Wanna Boogie, Don't
Forget To Boogie. Canned Heat, opgericht in '65
door Bob 'The Bear'
Hite en Alan 'Blind Owl'
Wilson, staat nog steeds bekend als een van de grootste podiumacts. Ze
ontleenden hun naam aan een Tommy Johnson 'Canned
Heat Blues' song uit 1928. Een nummer over een
alcoholverslaafde die verdunde Sterno nuttigde. Sterno was een
alcoholproduct in blik, gebruikt voor verwarmingstoestellen. Adolf
'Fito' de la Parra
op drums en Larry 'The Mole'
Taylor op bas zijn de langst overlevende bandleden. Gitarist Harvey
'The Snake' Mandell
verving Henry Vestine gedurende de periode 1966-'70,
en stond zo dus ook op Woodstock. Weliswaar in wisselende bezettingen
ging de band onverdroten door. Op gitaar, harmonica en vocals vinden we
tegenwoordig Dale Spalding.
'Boogie
with Canned Heat' bracht het barstensvolle
kerkplein meermaals in beroering. Wereldhits als (hier de openingsong)
'On The Road Again'
en (afsluiter) 'Let's
Work Together' staan gelukkig nog steeds op
hun playlist. Wat prijkt dan tussen deze klassiekers? Wel, vooral
'Future Blues' uit 1970 was
een geweldige rocksong met Harvey Mandell op het voorplan. 'Big
Fat Mama' met The Mole op gitaar en Spalding
op bas waren uitstekend en 'So Sad'
stak in een keurig boogiejasje. 'Sugar Bee',
oorspronkelijk van Eddie Shuler, maar voor het eerst op plaat gezet door
Cleveland Crochet in 1960 is een cajun- en Louisianagetinte parel en
'Amphetamine Annie'
uit het album 'Boogie With Canned Heat'
('68) is een tekstueel zwaar beladen song, zeg
maar een nummer op speed. Fitto nam ons mee naar Woodstock, 'al
hebben jullie hier een eigen Woodstock' grapte
hij, en zette gezwind 'On The Road Again'in.
Fitto die hier niet zo toonvast bleek, kreeg snel vocaal ondersteuning
van Dale Spalding. Een laatste leuk wapenfeit was uiteindelijk 'Christo
Redemtor' voor de gelegenheid geleend bij
Charlie Musselwhite. Bij het uitgesponnen bisnummer 'We
Wanna Boogie', kwam die diepe vette
boogiegroove nog eens het licht opsteken. Met een heuse medley dreven
wij de nacht in, 'All Night Long.'