Rhythm & Blues At The Attic
Zaal Den Ouden Tijd, Herent - 5 november 2011
Dat een bluesfestival succes oogt met alleen maar
Belgische bands, kunnen we enkel verklaren door de geest die door de
oude zolder waart, al is de 'Attic' of de scoutszolder nu definitief
verruild voor het zaaltje 'Den Ouden Tijd'. Die geest heeft alles te
maken met het idealisme waar scouts en cluborganisatoren zonder
winstoogmerk een patent op hebben. Drijvende kracht is Peter Pauwels die
met zijn gebruikelijk flegma de groepen aankondigde, zoals een goede
huisvader die bepaalt wanneer het volgende kind in bad mag. Of de
muzikanten nu uit de lokale gemeente Herent komen, of verderop uit
Bierbeek, of nog verder uit Limburg en Oost-Vlaanderen, alle bands
jaagde hij met veel sympathie het podium op en het publiek voer mee op
die golf van amicale warmte, waar bluesmuziek het gewelddadige zeeschuim
vervangt.
Beginnen
is altijd moeilijk, zeker als op zaterdag de winkels nog open zijn en de
zon schijnt. Het enthousiasme van zowel amateurs als professionele
muzikanten houdt echter geen rekening met tijd wanneer het vele
repeteren uiteindelijk uitmondt in een optreden. Het merendeel van de
muzikanten in de bands kan al bogen op een zekere bluesexpertise,
opgedaan in andere bandjes of op stages, in een nabij of ver verleden.
De band Déja-Blue, met frontman El Grande, die zes jaar lang
actief was in The Hoodoogang, verenigt zo oud en jong. Bij de nog jonge
gitarist Raffe Claes hoor je dat zowel blues als jazz hem vertrouwd zijn
en dat hij zich verdiepte in beide genres. Ook de ritmesectie verstond
de kunst om je op sleeptouw te nemen - indrukwekkend bij 'Me And My Babe'
- terwijl zanger El Grande met die lichte vibrato in zijn stem een
jazzy/bluesy kleur gaf aan swingende songs als het jazzy 'Going To New
York', 'Go Ahead'n' Scratch!' en het prettige 'Sweet Little QT Pie'.
Alle muzikanten mochten soleren, waarbij vooral Raffe briljant uit de
hoek kwam. Alleen de keyboardspeler overstemde in zijn jeugdig
enthousiasme ietwat teveel. Maar dat kan aan mijn buis van Eustachius
liggen die wat te overgevoelig reageert op dat metalig geluid. Het
publiek daarentegen vond zijn solomomenten geweldig.
Bij
de bands Tattoo'd Lady en The Rocking Bluesballs was het enthousiasme
niet minder. Bij Tattoo'd Lady, bluesrockend gitaargroepje uit
Herent, viel vooral drummer Bert Morrens op. Zanger Luc Verbiest, tevens
bassist, heeft een gevoelvolle stem, waardoor vooral het emotionele 'A
Million Miles Away' van Rory Gallagher bleef nazinderen. In andere songs
zoals 'Bullfrog Blues' rockten de muzikanten erop los als de Herentse
versie van de Rolling Stones. Het viertal had duidelijk een voorliefde
voor Gallagher, zich uitlevend in datzelfde toegewijde 'I Could've Had
Religion'. De Rocking Bluesballs, niet minder dynamisch, met in
hun midden harmonicaspeler en zanger Manny Willems, ooit nog spelend bij
de Monalisas, slagen dan weer een andere weg in, hun rockidolen Thin
Lizzy en Jimmy Hendrix achterna, maar brachten zowel eigen nummers als
covers. Vanaf hun eerste 'Driving Texas' tot het laatste 'She Got The
Jack' van AC/DC kreeg je funky broeierige blues alsof het ganse groepje
zowel in Chicago als New Orleans stage had gelopen. Vooral het duistere
dreigende 'Eagle And Snake' had wat van die heerlijk rauwe swampy modder
opgezogen.
Bij
de boogieband Binger moet ik mijn superlatieven bovenhalen, want
deze band met Dirk Lekenne op gitaar, ooit nog spelend bij Tusk, wist in
een mum van tijd de zaal in lichterlaaie te zetten. Binger had zelfs
zulk een aanzuigeffect dat twee fans op het podium kwamen meedansen. Bij
de bandleden, woonachtig in Bierbeek en omstreken, lijkt er zoiets te
branden als het verzengend bluesvuur vooral als het de
rock-'n-rollrichting uitgaat. Met Rik Volkaerts aan de drum en de
aanvurende bassist kwam hun muziek je toegewaaid als aanzwellende
onweersdreiging. Zanger Wim hield er de vaart in. De roffels, het slide
gitaarwerk, 'Rattlesnake Shake' en 'Wall Of Pride', alles werkte eraan
mee om de extase naar het publiek te laten overslaan. Hun 'Rockin'
All Over The World' hetzij 'Rockin' My Life Away' kwam over als een
herbevestigd statement. Vooral 'I'm A Hog For You Bay'
van Dr. Feelgood sloot roffelend aan bij die vitalistische feeststemming
als om de nakende Apocalyps af te wenden.
Geen
band past beter om af te sluiten dan een band met zes koperblazers,
Professor Deaf met zijn baritonsax niet meegerekend. Geen
Magnificent Seven, maar wél The Swingaholics die er een erezaak van
maken om het publiek dansend, wippend en deinend te houden tot ver
voorbij middernacht. Met tot de verbeelding sprekende songtitels als 'I
Never Lick Your Shoe' en 'No Work, No Pay' - met de variatie 'No beer,
no play' - namen zij je mee op die swingende verkenningstocht die de
bigbands hen vooruit waren gegaan. Frontman Eric Doyen in ceremoniële
toga zorgde voor de jump en jazzy mood terwijl zanger-gitarist Rudy Van
den Nest een aanval deed op je gemoed vanuit het smekende 'I Need Your
Love So Bad' met een onderdrukte snik in zijn stem. De jubelsfeer zette
zich voort tot in de vroege zondaguurtjes, waarna een punt werd gezet
achter de achtste editie van het 'Rhythm & Blues Festival', waar
Belgische groepen het mooie weer mochten maken. Al moeten deze bands dan
optornen tegen de grote namen en bluesvedettes, wanneer deze tien uur
lang het publiek kunnen vermaken met een bluesmix van power, plezier en
passie, wie kan daar ongevoelig onder blijven! En op welk festival kan
je nog fris bier uit echte glazen drinken, die vriendelijke jongens
naarstig verzamelen om deze later proper uitgespoeld opnieuw aan de tap
aan te reiken?