Duvel Blues Festival
Hof van Coolhem, Puurs - 28 mei 2011
'From
The Start To The Finnish' is de eerste elpee die wij van The Mighty
Flyers kochten. Dat moet in 1984 of '85 zijn geweest. We
waren toen geweldig onder de indruk van het kunnen van Rod Piazza, Honey
Alexander, Bill Stuve, Junior Watson en Ed Mann. En sindsdien zijn we
altijd wel, niet altijd even fanatiek en de laatste jaren toch wel wat
minder, fan gebleven.
Maar… Rod
Piazza and The Mighty Flyers zijn een showband gebleven en dat
kwamen ze op Duvelblues nog eens uitgebreid demonstreren. En zoals we
dat ondertussen gewend zijn, begint Rod… stomend aan de set, hierbij
flink geholpen door Honey, Henry (Carvajal, gitaar en zang) en Dave (Kida,
drums). Het duurt dan ook niet zo heel lang eer de ambiance in de tent
begint te pieken. Nogal wat nummers uit de nieuwste cd, spreekt voor
zich, maar toch ook, uiteraard, veel ouder werk. De classic 'Black Night',
Rods harmonicasolo door de tent en Honey's stampende pianosolo (met
drumsteun) ontbreken niet in de set. Aan het eind mocht Leon Blue
(piano) ook nog een nummertje meedoen.
Even
daarvoor hadden we een geweldige set gezien van Malted Milk, uit
Frankrijk, nota bene. De vijf snaken uit Nantes geven een blues- en
soulshow weg die je écht niet zou verwachten van zo een jonge bende.
Over Malted Milk doen al een hele tijd interessante geruchten de ronde.
Nu we ze zelf hebben mogen ervaren, weten we dat al dat goede waar is,
en terecht. Dit is één van de beste, misschien wel dé beste,
blues-soul-funkshows die we de laatste tijd hebben gezien. De stemmen
zitten goed, je kan zelfs niet aan hun uitspraak horen dat het Fransen
zijn, de instrumenten zitten goed, de klank dan, kortom, deze band
verdient het om 'nog' meer bekendheid te krijgen. Maar dat is een zeer
persoonlijke mening, natuurlijk.
Charlie
Musselwhite, geboren in Mississippi, getogen in Memphis en geschoold
in Chicago,uitvoerig voorstellen lijkt ons niet echt meer nodig.
Wij hebben altijd al gehouden van zijn 'coole', en nu nog altijd
verbazend krachtige manier van zingen en zijn uitzonderlijk harpspel.
Charlie is effectief één van de hele groten, bewijs daarvan zijn de vele
awards en nominaties die hij ondertussen heeft verzameld. Charlie
combineert een aantal stijlen tot één stijl, de heel aparte Charlie
Musselwhite-stijl. Woorden van lof en appreciatie van het publiek waren
er trouwens ook voor de heel kundige begeleidingsband en vooral voor
Matt Stubbs, een ongelooflijk bekwame gitarist.
Om
Duvelblues af te ronden, had de organisatie gedacht aan Martha High
(geboren als Martha Harvin, in Washington, D.C.), de geblondeerde
Afro-Amerikaanse diva die goed dertig jaar in het koortje van James
Brown stond, zong, en die in 1995 op pad ging met Maceo Parker. Martha,
gehuld in iets dat op een felrode tent lijkt, doet soul, blues, funk,
gospel en doet dat, hoe kan het ook anders met die ervaring, zonder meer
schitterend. Zij krijgt muzikale, instrumentale, hulp van Morblus,een Italiaanse blues-soul-funkband, met een lichtjes charismatische
Roberto Morbioli op gitaar. Hij brengt twintig jaar ervaring mee; ideaal
dus om Miss High te assisteren. We zijn niet tot helemaal op het einde
op Duvelblues gebleven, maar we hebben er de kranten op maandag op
nageslagen en er zijn naar verluidt geen écht wereldschokkende dingen
meer gebeurd in Puurs-Breendonk, of het moet in de brouwerij van
Moortgat zijn geweest, maar dan hadden we het zéker vernomen.
Lieve God,
bijna was ik ze vergeten, maar er was op Duvel ook een openende band en
de naam is - hoe verzinnen ze het - Poplawsky, voorheen The Blue
Chevy's. En zoals de naam van de band het zegt, of zou dat daar niks mee
te maken hebben dan?, zijn de jongens niet vies van een popdeuntje, maar
ook niet van blues, soul, rock of zelfs een tikkeltje country. Maar, en
we zeggen het niet graag, het publiek was om drie uur in de namiddag
duidelijk nog niet klaar voor Poplawsky, want de reacties waren eerder
matig tot lauw. Spijtig, want de jongens doen écht wel hun best en wat
meer enthousiasme bij de massa was zeker verdiend geweest.
Jean Bervoets
tussendoor in de Tiendenschuur...
In
de gerestaureerde Tiendenschuur nam de Belgo-Griek Chatz Kostas
als eerste plaats op zijn stoel, in gezelschap van twee gitaren. Dat hij
klassiek geschoold is bleek uit zijn vaardigheden zowel met
fingerpicking als slide op zijn Resonator. Piet Dedoncker begeleidde hem
op drum. Robert Johnson, Blind Bake, Howlin' Wolf of Blind Willie McTell,
de Griek met sikje en paardenstaart kent ze allemaal. Zijn eigen
instrumentale composities zoals 'Snow Flakes' en het intieme 'I Still
Love You' maakten zo'n indruk dat het publiek stil werd en zelfs niet
aan het Duvelglas durfde nippen. Een klassieker als 'Little Red Rooster'
bracht hij met overgave. Maar zijn eigen klassieke 'Dancing Queens'
evenaarde in intensiteit en schoonheid.
Voor het optreden van de band Kozmic Blue
werden de stoelen even verwijderd want men verwachtte veel volk voor
deze Duitse bluesformatie met centraal bluesmiss Maggie Mackenthun die
voor een Duitse incarnatie van Ianis Joplin kan doorgaan. Ook zij heeft
een bewogen jeugd gehad met littekens die amper zijn geheeld, wat je kon
horen in haar gepassioneerde zang en het verscheurende 'Sometimes I Feel
Like A Motherless Child'. De originaliteit van deze band bestaat in hun
instrumentatie. Maggie speelde af en toe dwarsfluit en gitarist Gerhard
Sagemüller bekrachtigde met voetpercussie de ritmes. Je moet het maar
kunnen gitaar met slagwerk aan je voeten combineren.
Bluesveteranen
moet je eren zolang het nog kan. Maar op pianist Leon Blue zit
voorlopig geen sleet. Hij voelde zich duidelijk in zijn sas in de
schuur, maar dat zijn set werd opgedeeld in twee delen kon hij niet
direct bevatten. Geboren in 1931 in Texas, begeleidde hij zowat iedereen
die op zijn weg kwam, B.B. King, Albert King, Phillip Walker, Ike en
Tina Turner en recent nog The Mannish Boys. Zijn repertorium bestond
vooral uit bekende songs, waarbij vooral Ray Charles zijn voorkeur
genoot. Maar behalve 'Georgia On My Mind' en 'What I Say' eerde hij
vanachter zijn piano ook andere boogie-woogie pianisten. Met 'Mardi
Grass' of 'Mess Around' kreeg hij het publiek nog meer op zijn hand dat
sowieso al bezweek voor het charisma van de bluesheld. Met de
Nederlander Boris Adank aan zijn zijde, die op cajon drumde,
demonstreerde Leon Blue hoe de combinatie pianoblues en old time
rock-'n-roll vooral elementen van plezier inhoudt. Toen Honey Piazza
zich onverwachts bij de pianist voegde en zij beiden er een swingend
quatre-mains van maakten, steeg de ambiance ten top. En toen Rod himself
zich bij zijn gade voegde schreeuwde het publiek om 'more', wat het ook
kreeg, al wachtte verderop in de tent inmiddels Martha High...