James Harman's Harmonica Blowout
c.c. Palethe,
Overpelt - 21 oktober 2011
Wanneer
het cultuurcentrum Palethe een bluesconcert organiseert, valt het op dat
je daar een publiek ziet dat je zelden aantreft op andere
bluesevenementen. Een publiek dat misschien op ontdek-kingstocht is of
aanwezig is omdat het een abonnement heeft op de aldaar georganiseerde
concerten. In feite maakt dit weinig verschil want als we het applaus
evalueren, kunnen we niet anders concluderen dan dat iedereen zich
amuseerde met deze opener van het nieuwe bluesseizoen. Bovendien toverde
Palethe ook nu weer de Muzezaal door middel van wat tafeltjes en stoelen
om in een ware bluesclub.
De band
onder leiding van Gene Taylor, met René Stock op bas, Willy ‘Wuff’ Maes
op drums en Bart de Mulder op gitaar mocht met klassiekers als ‘The
Things That I Used To Do’ en ‘ Shake, Rattle and Roll’ het publiek op
temperatuur brengen. James kwam als eerste aan de beurt en gaf meteen de
indruk er enorm plezier aan te beleven. Alhoewel de tijd een invloed
heeft gehad op de fysiek van James, zijn zijn stem en harmonicaspel nog
steeds van een aardig niveau. Als afsluiter van de eerste set mocht Big
Dave zijn ding doen. Het viel onmiddellijk op dat Dave’s spel een stuk
energieker was dan dat van Harman, maar later zou blijken dat James zich
niet de baard liet afdoen door de jonge generatie harpers.
Na
een korte pauze, waarbij het drummen was om een drankje te bemachtigen,
was het de beurt aan Big Pete. Pete schoof zijn bewondering voor Lester
Butler ietwat naar de achtergrond, waardoor hij meer aansloot bij James
en Dave. De puike prestaties van Dave en Pete hadden bij Harman het
effect van een rode lap op een stier, wat te merken was toen hij Pete
afloste en een set bracht die van een hoger niveau was dan deze van voor
de pauze. Tijdens de apotheose, waarbij het trio samen op het podium
stond en iedereen de nodige ruimte kreeg om voor het voetlicht te
treden, werd duidelijk dat deze harpers aan mekaar gewaagd waren. Dé
verrassing van de avond was echter gitarist Bart de Mulder, die met
doorleefde, fijn geweven solo’s het geheel inkleurde. Als bisnummer
kwamen enkel James en Gene terug, om deze genietbare harmonica blowout
op een ontspannen wijze uit te wuiven.