North Sea Jazz
Ahoi, Rotterdam (NL) - 8, 9 en 10 juli 2011

Het programma van de 36ste editie van North Sea Jazz was naar aard en omvang indrukwekkend. Hieronder volgt een poging tot verslaggeving van het bluesaanbod op de affiche. Hoewel dit slechts een onderschikt onderdeel vormde van het geheel, was zelfs dat voor een eenling niet in zijn volledigheid te doen. Immers, op dit festival met z’n dertien podia vonden ook bluesoptredens tegelijkertijd plaats. Uw verslaggever maakte daarin zijn eigen, eigenwijze keuze.

vrijdag

Het was aan Matt Schofield om North Sea 2011 af te trappen in de aanvankelijk angstwekkend lege Nile, met een capaciteit van 10.000 toeschouwers. Dat moet voor ieder artiest een nachtmerrie zijn, maar niet voor de 33- jarige Schofield. Hij was hier eerder, in 2006, als gitarist in de Ian Siegal band, maar nu dus onder eigen naam. Hij hield niet op te benadrukken hoezeer hij het een eer vond om op dit prestigieuze festival op de affiche te mogen staan. Zijn positieve houding werd beloond, de hal stroomde aangenaam vol. Dat was terecht. Zijn vaste trio, voor de gelegenheid uitgebreid met gasttoetsenist Jon Cleary en zanger-harmonicaspeler Big Pete, speelde een aantrekkelijke en gevarieerde set. Jawel, Matt Schofield is een begenadigd gitarist, maar hij liet gelukkig na om ons met zijn virtuositeit te vermoeien. Steeds speelde hij in dienst van de songs, zoals in Albert Kings 'Wrapped Up In Love Again', of de mooi uitgesponnen slowblues 'Lay It Down'. Met de uit New Orleans afkomstige Jon Cleary op toetsen, kwam de fameuze 'second line beat' om de hoek kruipen, gevolgd door een shuffle in Chicagostijl met daarin een glansrol voor hamonicagast Big Pete. Met 'Shipwreck Baby' nam de dankbare Schofield afscheid van zijn Rotterdams publiek, om de draad van zijn onderbroken VS-tour weer op te pakken. In november zien we hem terug op de podia in de lage landen: waard om in de gaten te houden.

Het programmeren van een artiest voorbij diens houdbaarheidsdatum loont. Dat liet het optreden, van de 85-jarige Riley B King zien. Gelukkig bleven zijn pogingen tot zingen en gitaarspelen beperkt, en hij zo erger voorkomen. Zijn schaarse strelingen van Lucille leverden voornamelijk slecht getimede en schrille noten op. Hij moest het vooral hebben van zijn beperkte gaven als causeur en sleepte zo in een tien minuten durende 'You Are My Sunshine' de voorstelling naar zijn eind. Beloftevol was eerder het tekstfragment uit de song 'Key To The Highway': “When I Leave This Time, I Won’t Be Back No More”. Dat zou mooi zijn. En het publiek? De bomvolle Nile lag aan zijn voeten en genoot. Voor een bedrag van vijf euro kochten ze beter om de hoek zijn cd 'Live At The Regal', in 35 minuten één van zijn meest gedenkwaardige optredens vastgelegd. Maar ja…

En als popmusici het publiek ook een scheut(je) blues presenteren, moeten wij daarvan hier melding maken? Naar mijn mening zeker. Daarom vermelden we dat Paul Simon in zijn superieur optreden met een multifunctionele achtkoppige band mooie vertolkingen presenteerde van 'Mystery Train' en het van zijn perfecte album 'Graceland' geplukte zydeconummer 'That Was Your Mother'. Volgens datzelfde criterium valt hier ook de naam van Tom Jones, van oorsprong bepaald geen bluesman. Zijn, door welke motieven ingegeven dan ook, move naar gospelmuziek, zoals te horen op zijn meest recente album 'Praise en Blame', vormde ongetwijfeld de legitimering voor zijn aanwezigheid. We zagen voor ons: een zanger, een heer, een showman, een 71-jarige sater, en dat allemaal in hoofdletters te schrijven. Las Vegas meets gospel, Tom Jonesfans lijken daarmee minder moeite te hebben dan de laatste met oogkleppen uitgeruste bluespuristen die nog onder ons zijn.

zaterdag

Op de zaterdag vergastte Otis Taylor ons in de Congotent ons op zijn stekelige en hypnotiserende, zeer persoonlijke opvatting van de blues. Voor oog en oor was zijn veelzijdige violiste Anne Harris een aanwinst. De banjo is hét instrument van Taylor, vanavond vermomd als Telecaster met banjobespanning. Slidegitarist Derek Trucks verleende zijn diensten tijdens het openingsnummer, waarna de hypnotische blues van Taylor op stoom kwam. 'Hey Joe' kreeg een bijna angstaanjagende uitvoering. Die deed volkomen recht aan de mulderballad die het ooit was, alvorens een vaak tandenloos popliedje te worden. In de 'Hambone Song' bleek ook hier het voordeel van de moderne draadloze zangmicrofoon: de verdwijn- en verschijntruc van Taylor tussen het publiek kon zo met enthousiasme worden meebeleefd.

Op basis van hun gezamenlijk debuutalbum 'Revelator' konden we verwachtingsvol naar het optreden van de Tedeschi & Trucks Band uitzien. Beiden speelden afzonderlijk van elkaar eerder al een indrukwekkend palmares bij elkaar. De band trad aan in 11-mans bezetting die helaas maar moeizaam op gang kwam. De virtuoze slidegitarist etaleerde weliswaar uitgebreid zijn vaardigheden, maar blijft een wat kleurloze bühnepersoonlijkheid. Herinneringen aan de eindeloze jams van de Allman Brothers Band drongen zich op. De zang van Susan Tedeschi heeft zeker aan kwaliteit gewonnen, waarbij de vergelijking met Bonnie Raitt moeilijk is te onderdrukken. Southern Rock, het idioom waarin de band zich beweegt, mag in 2011 met meer dynamiek over het voetlicht komen om de aandacht te kunnen vasthouden.

Charles Bradley mogen we zonder enige twijfel de grote verrassing van dit jaar noemen. Deze deep-soulzanger presenteerde op 62-jarige leeftijd onlangs zijn debuut-cd 'No Time For Dreaming'. Achter hem ligt inmiddels een lang en hard leven. Dat vertolkte hij op indrukwekkende wijze in het sterk autobiografische nummer 'Why Is It So Hard?' Bij zijn zeer emotionele optreden wist hij zich uitstekend geruggensteund door een groep begeleiders in klassieke soulsamenstelling. Niet alleen het publiek maar vooral ook zichzelf wist hij letterlijk tot in tranen te ontroeren. Neil Youngs 'Heart Of Gold' kreeg een verzengende souluitvoering. Nogmaals een illustratie van hoe soul en country bijna broer en zus van elkaar zijn. We mogen oprecht hopen deze Charles Bradley op korte termijn op vele festivalpodia in de lage landen terug te zien. Hijzelf en vooral ook het publiek verdienen dit.

zondag

En Mavis Staples? Die vierde met ons op de zondagavond in een afgeladen Congo-tent haar 72ste verjaardag, en hief daarvoor een gospelgekleurd 'Happy Birthday To Me' aan. Volgde een memorabel optreden, waarbij ze werd ondersteund door een voortreffelijke band met daarin drie achtergrondvocalisten. Ze is een product van de burgerrechtenbeweging, waaraan ook de Staples Singers stem gaven, onder leiding van vader Roebuck 'Pops' Staples. Die betrokkenheid hoorden we voortdurend terug in de keuze van het repertoire en ook de aankondigingen. 'The Weight', waaraan Mavis stem gaf tijdens het afscheidsconcert van The Band, in 1976, presenteerde ze in een prachtversie waarin ook de bandleden afzonderlijk alle ruimte kregen.

Inmiddels moesten we wegens overlap Dr. John aan ons laten voorbijgaan, een keuze die te rechtvaardigen is. Hij is immers vrijwel een jaarlijkse gast geworden op North Sea Jazz, dat volgend jaar op 6, 7 en 8 juli 2012 zijn 37ste aflevering gaat beleven. Minder dan een jaar nog: het aftellen is begonnen

Henk Demper


reageer op dit artikel


 

    
      foto's: © Bert Lek

      van boven naar onder:
      - Matt Schofield
      - B.B. King
      - Susan Tedeschi
      - Mavis Staples

       ___________________________

      
koppelingen:
        
- site North Sea Jazz
       - site Matt Schofield
       - site B.B. King
       - site Otis Taylor
       - site Tedeschi & Trucks
















































 
























 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 


This site tracked by OneStat.com. Get your own free site counter.