Chicago Blues Festival
Banana Peel, Ruiselede - 3 december 2012
Onder
de noemer 'Chicago Blues Festival' organiseert het Franse agency Jazz Me Blue
elk jaar een meerweekse tournee met muzikanten uit de bakermat van de blues.
Alhoewel; de laatste jaren staken er geregeld artiesten in het 'package' die
misschien hoogstens al eens als toerist in Buddy Guy's club verzeild waren
geraakt. Maar het tij keert vaak ook ten goede en over de samenstelling van deze
editie hoort u ons absoluut niet klagen. Integendeel! Zeg nu zelf, John Primer,
Bob Corritore, Peaches Staten, Billy Flynn, Willie Hayes en Melvin Smith zijn
allemaal gepokt en gemazeld in Chicago. Bovendien komen ze elkaar regelmatig in
verschillende bezettingen tegen, zodat ze een perfect gesmeerde show kunnen
afleveren in plaats van de veredelde jamsessies die dergelijke 'package deals'
vaak zijn. Op maandag 3 december streek deze superband neer in de Ruiseleedse
bluestempel Banana Peel.
De Banana
Peel programmeert het Chicago Blues Festival elk jaar op twee
opeenvolgende dagen. Normaal was het hier ook op dinsdag feest geweest,
maar het agency had door een kink in de boekingskabel de artiesten op 4
december al op een Frans podium geprogrammeerd. De crisiscommunicatiecel
van de Banana Peel heeft goed werk geleverd, zodat een maximum aantal
gegadigden al op maandag aanwezig was. In drie lagen tot in de nok van
het voormalige schuurtje op elkaar gestouwd, of toch bijna, genoten de
toeschouwers van begin tot eind!
De
meesterlijke gitarist Billy Flynn trapte af met Freddie Kings 'Hideaway'
en voorzag deze Texasbluesstandaard van een fijn uitgekiende
Chicagobluessolo. Na dit perfect uitgebalandeerd huzarenstukje bracht
hij 'It's The Last Time', met soepel en inventief gitaarspel maar met
een ietwat fragiele stem. Toch stak de muziek al van bij aanvang strak
in het gareel. Verantwoordelijk hiervoor, was drummer Willie Hayes.
Willie Wie? Wel, die van bij o.a. Luther Allison, Koko Taylor, Albert
King, Buddy Guy en Magic Sam indertijd. Tegenwoordig maakt
god-en-heel-de-wereld in Chicago gebruik van zijn onnavolgbare en
feilloze timing. Zijn gekke bekken krijgt u er gratis bij. Wat een
zalige drummer is dit. Bassist Melvin Smith (speelt bij Lonnie Brooks en
samen met Hayes ook bij Lurrie Bell en voor de rest ook bij diezelfde
god-en-heel-de-wereld) zat op relaxte rozen. Eigenlijk was hij de minst
opvallende figuur in het gezelschap, maar dat kwam omdat hij bijzonder
functioneel speelde en nimmer uit de toon viel. Harmonicaspeler Bob
Corritore won de laatste jaren enorm aan populariteit en bekendheid en
hier werd nog maar eens duidelijk waarom. "Eén van de allerbeste blanke
Chicagobluesblazers" noemde een collega hem terecht...
Nadat
de band het publiek ter dege had opgewarmd, baande John 'the real deal'
Primer zich door de potdichte meute een weg naar het podium. Eens hij
was ingeplugd, schrokken onze trommelvliezen wel even. Primer zou hier
letterlijk knallend komen bewijzen waarom hij destijds uit de schaduw
van mensen als Magic Slim is getreden. 'They Call Me John Primer' ging
erin als zoetekoek en met zo'n droombezetting klom Primer naar de
hoogste piek waarop we hem ooit hebben gezien. Naar het einde van de set
toe, kwam zangeres Peaches Staten erbij. Ze is lang niet de dikste
bluesmama en in de windy city misschien ook niet de heetste 'blues
goddess', maar met een gedegen dosis vitaliteit en gezonde aggressie
vloog Peaches er onstuimig in. Wie de klassiekers verwachtte, kwam
bedrogen uit, want Staten bracht bijvoorbeeld een smaakvolle
Chicagoversie van 'Something's Goin' On In My Room', een nummer uit 1954
van Daddy Cleanhead & The Chuck Higgins Band, dat ze verkeerdelijk aan
Louis Jordan toeschreef.
Na
een korte pauze drukten de artiesten op de repeatknop voor wat betreft
de volgorde waarin ze opnieuw hun ding mochten doen. Ze speelden -
gelukkig - wel andere nummers. Waarom zouden ze trouwens van paard
moeten veranderen als het publiek hen ruiterlijk blijft bejubelen?
Opnieuw toonde elke artiest zich zowel een individuele grootmeester als
een zeer betrouwbare teamspeler. Zo'n topavonden maken we maar zelden
mee! Chicago lag weer eens heel even in het epicentrum van de
varkenspest. De temperatuur van muziek en publiek steeg naarmate het
einde naderde. De ultieme uitbarsting kwam er, toen alle muzikanten
collectief uit hun dak gingen bij de suggestieve bewegingen van Peaches
Staten, toen zij het wasbord beratelde in het slotnummer 'Tell Me What
You Want Me To Do'. En toen was het twee klokslagen na elven, dus geen
tijd meer voor een bisnummer. Compleet murw zochten de toeschouwers
eerder de weg naar de toog dan naar de uitgang. En hoe top die artiesten
ook zijn, ze waren absoluut niet te bekakt voor een babbel met hun fans.
Neen, ze hebben zeer zeker niet als eersten 'the building geleft'. In de
blues bestaan er immes geen ivoren torens. Maar... hoed u voor namaak,
en als u twijfelt, weet dan dat deze gedenkwaardige avond een
schoolvoorbeeld van 'the real deal' is geweest.