Ian Siegal &
The Mississippi Mudbloods en Tiny Legs Tim
De Zwerver, Leffinge - 16 november 2012
Eén dag na het concert in Muziekcentrum Trix (Borgerhout, Antwerpen) was het de
beurt aan De Zwerver in Leffinge om Ian Siegal & The Mississippi Mudbloods te
ontvangen. Wat een verschil met de vorige maal in Leffinge (27/11/09), toen Ian
na een lelijke val trekkebenend en met de linkerarm in het gips (Dusty Ciggaar
van The Rhythm Chiefs speelde dan maar gitaar... en hoe!) een concert weggaf met
zijn ouwe band, Andy Graham op bas en Nikolai Bjerre op drums. Dat was toen de
'Britse' Siegal, die flirtte met Demon Alcohol, maar toch maar weer eens een
schitterende beurt maakte. Sinds The Skinny (2011) en nog meer met de nieuwe
'Candy Store Kid' er de 'Amerikaanse' Ian Siegal, die daar aan de Mississippi,
iets bezuiden Memphis, de tijd van zijn leven doormaakt. In deze duidelijk
creatieve fase, omringd door de beste blues- en sessiemuzikanten uit de regio,
onder wie vele (klein)kinderen van bluespioniers, heeft hij blijkbaar weinig of
geen nood meer aan externe stimuli om hoge toppen te scheren.
Niet
dat we ooit te klagen hebben gehad van het podiumbeest Siegal en tekort
aan zelfvertrouwen heeft hij toch nooit gehad, maar het is een
delicatesse om hem nu bezig te zien, in volledige controle van band,
publiek en concert, omringd door de lieden die het voor hem allemaal
hebben doen gebeuren, waardoor hij, zoals de cd titel aangeeft, als een
kleine jongen in de snoepwinkel beland is, namelijk de zonen van Jim
Dickinson. Drummer Cody (tevens Ians producer) en Luther, de gitarist
van de Black Crowes zaliger, zijn op dit ogenblik wat je in de southern
rock en blues kan vinden. Bluesman Alvin Youngblood-Hart gaf ditmaal
niet present op de bas, maar zijn vervanger was ook al niet de eerste de
beste. Carwyn Ellis mag hier dan minder bekend zijn, de Brit is een meer
dan verdienstelijk singer-songwriter en een multi-instrumentalist met
een indrukwekkende staat van dienst bij een lange lijst groepen. Hij nam
ook al op met North Mississippi Allstars, de gezamenlijke band van
Luther en Cody.
Vooraleer
het kwartet zijn duivels ontbond in het landelijke Leffinge, mocht Tiny
Legs Tim voor de opwarming zorgen. Met gitaar, foot stomping en een
hi-hat met belletjes kweet hij zich van zijn éénmanstaak. Onder de tien
songs de fijne openende instrumental 'Road Trip Part 1', 'Something's
Burning' van zijn laatste cd 'One Man
Blues', het nieuwe 'Can't Win 'm All' (je kan niet iedereen
plezieren, stelt Tim hier, '...but I sure have won a few!'), het
prachtige 'Dead Letter Blues' van Son House, een nagelnieuwe song die
hij voor het eerst speelt, namelijk de slow blues 'Pressure', gericht
tegen onze prestatiegerichte maatschappij, en om te besluiten 'Walk With
The Devil', over thuiskomen na lange omzwervingen. 'Da's voor iedereen
anders' zegt Tim en hij kan dat weten, nadat hij op zijn 23ste voor zes
pijnlijke jaren het hospitaal inging, een loutering die kan tellen. Hij
bracht trouwens ook een song die naar die zwarte periode verwijst, 'Please
Doctor Please'. De set leverde onze Vlaamse bluesjongen complimenten op
van Luther, al herkende Tim de man pas toen Siegal en zijn mannen de
scène reeds hadden ingenomen!
De band
neemt een prima start met 'Kingfish' uit de nieuwe, meteen de kans voor
Luther en Ian om elk een slide solo te spelen, en voor ons om vast te
stellen dat dit gezelschap niet gekomen is om op zijn lauweren te
rusten. Het potige 'Stud Spider' is één van de drie vanavond gespeelde
nummers uit 'The Skinny'. Luther laat hier uitgebreid horen wat hij kan,
maar hij overtreft zichzelf in het volgende, lang uitgesponnen 'I'm A
Train', één van de smaakmakers uit 'Candy Store Kid'. Er volgt o.a. een
uitvoering van 'Ain't No More Cane' (On The Brazos), het oeroude
gevangeniswerklied (waarin onder vele anderen de lieden van The Band hun
tanden zetten). 'Bayou Country' , in 1969 een dijk van een hit voor Duke
Bardwell, is nog zo'n opvallende cover en zou in deze versie als single
opnieuw hoge ogen kunnen gooien. Maar het strafste nummer van de hele
avond is het met een verzonken stem gebrachte 'The Fear', ook op cd een
opvallende track. Ian is zich daarvan bewust: 'I wrote it at the time of
'The Skinny' but it was so damn good we kept it for 'Candy Store Kid'!'
Hard Pressed krijgt een hoogst aanstekelijk funkjasje aangemeten, pure
Johnny Guitar Watson, wat Ian doet grinniken: 'Me and Prince wrote it...
without him knowing it...'. We denken niet dat we hem ooit zo goed
hebben horen zingen als vanavond, met zoveel nuance en precisie.
De
inleiding tot de volgende mokerslag 'She Got The Devil In Her' druipt
van de ironie. 'Deze song is zo oud... Hij dateert van vóór de
Kolonel...' Daarmee doelt hij uiteraard op... Kolonel Parker, de
gewiekste, omstreden Nederlandse manager van Elvis... en helemaal géén
kolonel. Siegal is nu eenmaal een geboren spotvogel, wat de macho
attitude van vele van zijn songs meteen ook relativeert, of herleidt tot
scenische illusie. Ze is een stijlkenmerk, geen grondhouding... al is
Ian niet afkerig van vrouwelijk schoon! Hij zet de song in, die
inderdaad al dateert van 'Meat & Potatoes' van 2005, wat hem eindelijk
nog eens de kans biedt om een dialoog te spelen, zoals hij dat in de
'oude' dagen zo vaak deed. Zijn 'verleidingskunsten' maken van het
bedeesde engeltje een rasechte duivel in bed. Luther neemt dan over met
de raszuivere rock-'n-roll van 'Bang Bang Lulu' uit de Allstars'
Electric Blue Watermelon. Dan weer tijd voor duivels knappe
slidepartijen in 'So Much Trouble', de zompige, indringende bijdrage van
Lightnin' Malcolm aan de laatste cd. De waterval aan nonsensikale
associaties van 'Loose Cannon' schreef Ian op amper vijf minuutjes, zegt
hij, maar het leverde een song op met een geweldige punch. Met 'Moonshine
Minnie' (dat Dallas Frazier schreef voor Charlie Rich) uit 'The Skinny'
zitten we aan nummer dertien, meteen het slot van de set.
Dit
uitmuntende gezelschap laat men natuurlijk niet zomaar vertrekken. 'The
Skinny' zelf zet het bisgedeelte potent in. Tweede encore 'Take A Walk
In The Wilderness' (uit Broadside, 2009) is een meesterlijke een power
ballad met weerhaken, waar niet toevallig vele versies van te vinden
zijn op YouTube. Zoals gewoonlijk kondigt een flard 'I've Got Dreams To
Remember' (Otis Redding) het einde van de song aan. Dit is eveneens het
onherroepelijk einde van een concert, dat we intussen al hebben
ingelijst... Ook in zijn tweede leven is Ian 'Siegal' Berry een rasechte
bluesman om naar op te kijken. Hij verdient het om met de beste
muzikanten van zijn generatie op één scène te staan.