We
hadden ons ten stelligste voorgenomen om het deze keer in ons verslag
niet te hebben over asperges, aardbeien of paarden. Alleen kunt u er in
de Peelstreek niet omheen. Ze zijn gewoonweg overal! En ook de
vakantiehokjes én de wielerterroristen. En iedereen vindt alles -
alhoewel anatomisch niet verantwoord - hartstikke geweldig. Welkom in
Nederland! Voor ons is Peeltoerisme het jaarlijkse synoniem voor Moulin
Blues en vice versa. Het is steevast weer een beetje thuiskomen want
Nederlands grootste bluesfestival is telkens weer een representatieve
staalkaart van wat de hedendaagse blues aan verscheidenheid te bieden
heeft. Bovendien stellen we details als een haast feilloze timing en een
vlekkeloze organisatie bijzonder op prijs. Jazeker, we voelen ons welkom
in Nederland...
vrijdag
Op
14 april 2010 besloot de Eyjafjallajökull, een vulkaan op Ijsland, dat
het stilaan tijd was om eens flink uit te barsten. Maar dat die
(woede)uitbarsting uiteindelijk zou zorgen voor een nooit geziene chaos
in het luchtverkeer boven het noordelijk halfrond, daar had de vulkaan
met de onuitspreekbare naam uiteraard niet bij stilgestaan. Enfin, dit
als inleiding en om maar te zeggen dat The Reverend Peyton's Big Damn
Band, die in 2010 geprogrammeerd stond, toen niet in Ospel geraakte
en daarom dit jaar een tweede kans krijgt. De 'Reverend' breekt, als
opener van de vrijdag, nogal geweldig los en het is even nadenken hoe we
wat de Reverend doet mogen omschrijven. Hijzelf noemt het 'dance songs',
maar wat we vooral krijgen is een, weliswaar beknopte, cursus over hoe
blues vroeger werd gespeeld. Interessant voor de specialisten, maar
blijkbaar niet echt iets waar Ospel op zit te wachten. Het is een mix
van blues (jawel), folk en hillbillyrootsrock uit Indiana. Veel
enthousiasme bij de bandleden (echtgenote Breezy en broer Jayme), maar
net iets minder bij de Ospelgangers die meer aandacht hebben voor de
eerste 'zomerse' vrijdag van het jaar. Bovendien, en dat is persoonlijke
smaak, is de geluidsbalans nog niet optimaal.
Uit
een gans ander vaatje tappen Nathan James & The Rhythm
Scratchers. Nathan is een schitterend zanger, maar zijn (bijwijlen 'tear
jerking') akoestische jaren '20- en '30-blues, hill country blues en
soulblues weken, vreemd genoeg, bij het Ospelpubliek ook nog niet het
verhoopte enthousiasme los. En dat laatste is Nathan niet ontgaan want
naar het einde klinkt zijn set heel wat energieker met een grotere
respons tot gevolg.
De
beste set op vrijdag, vinden wij dan, komt van de Texaanse
zangeres-gitariste Carolyn Wonderland die de Ospelgangers een
gevarieerd programma aanbiedt met in hoofdzaak soulgeïnspireerde blues.
Carolyn heeft een geweldige soulstem die een beetje aan Janis Joplin
doet denken, een beetje, want Carolyn klinkt een stuk minder
getormenteerd. Qua gitaarspel en -techniek staat zij ook haar… euh…
mannetje en krijgt zij bovendien professionele steun van Cole El-Saleh (keys)
en Rob Hooper (drums). Een trio waar we nog zullen van horen? Zonder de
minste twijfel!
Waarschijnlijk omdat de programmadirecteur vond dat een beetje bluesrock
op Ospel ook niet zou misstaan, had hij Theodore Joseph Horowitz, alias
Popa Chubby uitgenodigd. Popa moet zijn act zittend afwerken
omdat anderhalf uur rechtstaan duidelijk te veel aan het worden is voor
de toch wel vrij corpulente Popa. Maar, en eerlijk is eerlijk, Popa is
'keigoed' in wat hij doet, namelijk snoeiharde bluesrock spelen. En we
gaan daar ook niet kinderachtig over doen, Popa is een heel erg goede
gitarist, zoveel mag duidelijk zijn. Zijn versie van 'Hey Joe' (Jimi
Hendrix) is misschien, nee waarschijnlijk, de beste, naast die van
Hendrix zelf, die ooit is geregistreerd. Vinden wij. Popa Chubby, een
absolute tractatie voor de (diehard) bluesrockers, verveelt eigenlijk
nooit en dat is een niet onaanzienlijke verdienste.
En
omdat er nu eenmaal ook een afsluiter moet zijn, waren The Delta
Saints uit Nashville gecontracteerd. En dat Nashville nog wat anders
produceert dan country and western, waar we overigens helemaal niets
tegen hebben, komen de Saints ten overvloede bewijzen op het Moulin
Blues-podium. Deze bende jonge blagen spelen blues, rock en - zoals ze
zelf zeggen - 'swamp-boogie-dirty-rock'. En als ze het zelf zeggen, dan
zal dat zo wel zijn zeker!? Ons 'ding' is het niet echt, maar dat zal de
liefhebbers hier in Ospel worst wezen. Ambiance ten top en het dak(zeil)
gaat net niet van de tent. Hoeft dat eigenlijk veel meer te zijn? Nee,
toch!?
En…
zoals de traditie het nu al een aantal jaren wil, is er ook in de
'kleine' tent een en ander 'los'. De Hoodoo Monks en Philippe
Ménard mogen de ombouwleemtes in de grote tent invullen. De Monks
reizen, zoals het monniken misschien wel past, terug in de tijd naar het
Chicago van de jaren '50. Van de cotton fields
richting Chicago langs highway 61, The Blues Highway. Rauwe en
pure blues zoals het eigenlijk een beetje hoort. One-man-band Philippe
Ménard, een beminnelijke Fransman, weet hoe hij een publiek moet
inpakken en hij doet dat dan ook met volle overtuiging. Blues en
stampende bluesrock brengt de man en het merendeel van de enthousiaste
toehoorders vraagt zich af hoe hij het allemaal doet, maar… hij doet het
toch maar en met succes.
Jean Bervoets
zaterdag
Dag twee van Moulin Blues is een
schoolvoorbeeld van de perfect uitgekiende programmering. De bluesfan
zonder oogkleppen krijgt hier een haarscherp breedtezicht op de
diversiteit van de blues anno 2013. Vinden wij alles dan, zelfs zonder
die kleppen, hartstikke geweldig? Natuurlijk niet. Wij komen voor de
blues en daar horen de snoeiharde notenneukerij van Walter Trout
en het 'let's get drunk-feestje' van Larry & His Flask zeer zeker
niet bij. De eerlijkheid gebiedt ons echter clichématig te vermelden dat
het Ospelpubliek hier wél pap van lust.
Maar
wat genieten wij mateloos van de Andy T - Nick Nixon Band! Hun
debuut-cd 'Drink Drank Drunk' op Delta Groove had ons al mateloos
bekoord, maar ook live maken ze het helemaal waar. Hun perfect
opgebouwde show staat bol van interessante muzikale conversaties tussen
de verschillende groepsleden, strak in de plooi gehouden door gitarist
Andy Talamantez die schittert in zijn leidersrol. Gastgitarist Anson
Funderburgh geniet er duidelijk van en wanneer Andy hem een knipoog
geeft, zet hij puntgave solo's neer. Opvallend is ook dat deze band een
zanger heeft. Iemand mét een stem! Nick Nixons gospelverleden heeft hem
duidelijk geen windeieren gelegd en waar backingzangeres Markey
meezingt, klinkt alles best wel harmonieus. En wat een zalige bassist!
Bill Bois is zowat de verpersoonlijking van de uitdrukking 'gevoel voor
ritme'. Nashville, Tennessee is nog steeds een belangrijke muziekstad en
dit collectief geeft daar bijzonder eervol gestalte aan! Is dit het
hoogtepunt van het hele festival? Nou, smaken en kleuren willen nog al
eens verschillen, maar voor de fans van traditionele blues is dit het
zeer zeker.
Ook
de show van Nikki Hill is een meer dan aangename belevenis! Wat
een stem! Wat een uitstraling! Wat een présence! In een stijlvol
glitterkleed gehuld, zuigt Nikki meteen alle aandacht naar zich toe. Ze
brengt een smaakvolle mix van blues en rock-'n-roll, waagt zich zelfs
aan een streepje Little Richard en beweegt oogverblindend elegant. Ze
heeft een perfecte stembeheersing, zelfs hoog boven de wolken, en levert
het pasklare antwoord op de vraag waarom sommige zangeresjes eeuwig in
een achtergrondkoortje blijven hangen terwijl anderen supersterren
worden. In de gaten houden, deze meid! We voorspellen het u, ooit wordt
Nikki Hill wat ze nu al is: een grote madam!
Gaan we nog even door met de wierook?
Of wilt u op dit ogenblik weten wie er een tikkeltje tegenviel? Laten we
het even over Curtis Salgado hebben. De man begint zijn show met
de mededeling dat wij, het geëerde publiek, zijn muziek mogen noemen
zoals wij dat zelf willen: blues, rhythm and blues, soul, rock, jazz,
het maakt hem niet uit. Zelf noemt hij het gewoon 'good time music'. Dat
is natuurlijk een mooi statement, maar wanneer je als toeschouwer de weg
van één van die genres wil inslaan, volgt Curtis je niet. Hij blijft
rondjes draaien op het kruispunt waar al die stijlen elkaar ontmoeten.
Rondjes draaien op een kruispunt? Kan dit? Tja, voor Curtis is het een
makkie, maar wij zijn niet echt mee. Ook de set van C.J. Chenier
verloopt ietwat mak. Hij brengt frisse, leuke zydeco en verwijst
meermaals naar vader Clifton, dé pionier van dit genre. Maar het publiek
veel langer dan vijf boogaloos bij de les houden, is geen eenvoudige
opgave. Bovendien merken w
e
een bijzonder fenomeen op. Iets heel ongewoons voor dit festival. Er is
evenveel volk in de kleine tent als in de grote. Daar zijn onze
Belgische Doghouse Sam & His Magnatones aan het komen, zien en
overwinnen. Hun rudimentaire old school blues gaat erin als zoetekoek en
meer 'we want more-gebrul' horen we vandaag niet! Is dit even een lekker
rondje Hollanders binnenstebuiten keren, denken wij bij onszelf. Maar
dit is niet helemaal eerlijk, want ook de twee Nederlandse bands van
vandaag presteren bijzonder goed. Sugar Boy & The Sinners openen
klokslag middag en leren ons hoe Otis Rush en Magic Sam zouden hebben
geklonken als ze aan de westkust hadden gewoond. Dit is een heel
intrigerende stijlenmix. En het duo Robbert Fossen & Peter Struijk
zweren bij de Chicagosound en komen daar verdraaid dichter bij in de
buurt dan sommige artiesten uit Chicago dat zelf doen. Als compliment
kan dit tellen, is het niet?
En dan zijn er nog twee bands die voor
de meesten onder ons grote onbekenden zijn, maar door wie we ons met
genoegen laten platwalsen. De psychedelische soul en funk van The
Monophonics ui
t
San Fransisco steekt overtuigend het vuur aan de lont. Al eens een
blanke soulstem à la James Brown gehoord? Al eens een horde jonge snaken
overtuigend 'Iko Iko' in een a capellaversie horen neerzetten? Nou moe!
Ook bij de allerlaatste band, Southern Hospitality,
breekt onze klomp. De naam van dit gelegenheidscollectief doet niet
meteen een belletje rinkelen, maar u moet in ons blad eens de
cd-recensies van Damon Fowler, Victor Wainwright en J.P. Soars lezen.
Aha... daar komen drie apen uit de mouw! Ze brengen een smaakvolle show,
waarin ze heel melodieus en bevattelijk de blues met southern rock
versmelten. Als dit de hedendaagse evolutie van de blues is, dan kunnen
we daar zeer zeker mee leven. Hun gezwinde glimlach wordt gelijk de
onze...
Moulin Blues 2013 is, vooral op zaterdag, een ijzersterke editie
gebleken. Misschien was de authentieke blues een tikkeltje minder
nadrukkelijk aanwezig, maar de programmering omvatte quasi het volledige
spectrum aan deelgenres van de blues. En met Nikki Hill, The Monophonics
en Southern Hospitality nemen we enkele beklijvende ontdekkingen mee de
nacht in. Moulin Blues, het blijft een Peeljuweel! Tot volgend jaar...
Franky Bruneel
reageer op dit artikel
terug naar de index van de concert-
en festivalrecensies